De Bijbel

Onze huidige boeken hebben bladzijden van papier. Maar dat is vroeger veel anders geweest. Papier komt van de Papyrusplant, nu nog als sierplant in sommige woonkamers. Vroeger was dit het meest gebruikte materiaal voor het Boek der Boeken in de Oudheid. De oorsprong lag in Egypte. [GEJ.04_182,03] - Daar groeiden deze planten ook voor de boekindustrie. [Opmerking: Hier aangekomen, gingen allen zitten op de door Jozef gemaakte banken en verkwikten zich onder de geurende schaduw van rozen,- mirre- en papyrusbomen. [JJ.01_184,05]] Zie ook Hemelse geschenken 2-42.01.25.07 – dit gaat ook over de papieren tijd! Welke stevigheid moet het papier verantwoorden? De Heer: ‘Ik zeg je, ze zal geen druk verdragen! Hoe gemakkelijk papier ook gescheurd kan worden, dat laten je de zwakste kinderen zien! Begrijp je dit teken?

…’de oude Egyptenaren hadden nog lang geen papier om op te schrijven. Daarom werden er vlakke stenen gebruikt om helemaal in het begin met botten, en later met ijzeren griffels allerlei ter herinnering in te kerven! [GJE4-204-3]

 

Koning Hanoch vond het papier uit [Huishouding van God-3-194-07]. Zij waren de uitvinders van het kruitpoeder en de schietgeweren, het perkament en het papier. Ook het geweld van de waterdampen was hen bekend en wisten dit veelvuldig te benutten. De oorsprong van papier lag in Egypte [GJE4- 182-3]

 

De papyrusstengels, zo dik als een stevige arm, konden wel tot 6 m. hoog worden. Men legde plakken vezels haaks op elkaar en zo werden deze aaneen samengeperst en gesneden tot papyrusvellen in een licht gele of licht grijze kleur. De vellen werden weer in een lange rij tot wel aan 10 meter, aan elkaar vastgemaakt. Op het aangeboden reepmateriaal kon nu geschreven worden. Het kon opgerold worden: de boekrol. Later legde men de vellen boven op elkaar en in het midden gevouwd en genaaid, waardoor er een boek ontstond: de codex.

Natuurlijk werd er vroeger ook perkament gebruikt om op te schrijven: leer, dierenhuid en het wordt nog in verband gebracht met Pergamum, een wereldstad in de Oudheid, de hoofdstad van het toenmalige Pergameense rijk, in wat nu Turkije is.

De letters werden met pen en een soort inkt ‘met zwart en rietschachtje’ meestal zonder woordscheiding achter elkaar geschreven. Zie ook 3 Joh, 1:13, Hand. 8:30. Filippus hoorde de kamerling lezen. Want het lezen van aaneengeschreven woorden werd vroeger vergemakkelijkt door het gebruik om hardop te lezen.

 

Perkament was dus al bekend bij Hanoch. Bronnen: [HGt.03_194,07] – zie verder ook bij: [HiG.03_64.03.21.a,10 tot 13], [HiG.03_64.03.22.b,11], [HiG.03_64.04.07,08], [GEJ.03_073,04]    

 

UpToDate 2024-2025