Het juiste bidden

 

 Gebed, Toewijding, Dacht Dat, Christus

    (ingekort)

door Klaus Opitz Dld

 

In de tekst, die hierna volgt zijn er altijd weer uitspraken die nadere opheldering vereisen, bijvoorbeeld wanneer Jezus aan zijn schrijver Gottfried Mayerhofer het volgende dicteert:… "waarin Ik de biddende graag verleen wat in geestelijk opzicht voor hem of voor zijn naaste het beste is." (is het verzoek om gezondheid daarbij inbegrepen?), [Predikingen, hfdst. 24:20 e.v.] of „hoeveel gevallen zou Ik je kunnen opnoemen, waar zoal niet om gebeden wordt! De één wil geld, de andere gezondheid, de derde het welslagen van zijn ondernemingen‘… of „vraag en bidt; maar verlang niets onmogelijks, niets wat werelds is!In een aanvulling op de hoofdtekst moet daarom aangetoond worden, onder welke voorwaarden het verzoek om genezing in geval van een ziekte wordt bedoeld of uitgesloten wordt. 

 

Het juiste bidden

Gottfried Mayerhofer: „Het juiste vragen“, uit „Predikingen van de Heer“, hfdst. 24

 

…„Kijk naar de wereld, hoeveel onzin wordt daar van Mij verlangd! Hoeveel ingebeelde voorsprekers en voorspreeksters worden aangeroepen, die bij Mij ten gunste van de biddende[n] moeten voorspreken. Wanneer de mensen ook maar een beetje zouden nadenken over hun eigen manier van doen, dan zouden zij zich voor hun eigen kortzichtigheid moeten schamen en blozen, hoe zij God de Scheper en Heer van de oneindigheid, voor nietszeggende dingen in het bekrompen profane leven naar beneden zouden willen halen. Zij bedenken niet, dat het meeste kwaad en de meeste ongelukken niet door Mij, maar door het gedrag van de mensen zelf komen.

 

Wanneer Ik de mensen laat doen wat zij willen en zij zich ziektes en ongelukken op de hals halen, waaruit zij vervolgens geestelijk nut kunnen trekken, waarom zou Ik dat verhinderen, wat juist het beste voor de mensen is en tot hun geestelijk heil dient? Ik kan toch alleen de geestelijke vooruitgang en niet het wereldse goede leventje van iedere enkeling als hoofddoel van zijn aardse leven voor ogen hebben!

Hoe zou Ik Mijn kinderen dat kunnen laten toekomen, wat juist schadelijk voor hen zou zijn?

 

Kortzichtige, lichtgelovige mensen! U komt Mij vaak voor als kinderen, die met alle geweld hun handen in het vuur willen steken, omdat zij nog niet ervaren hebben dat vuur niet alleen licht geeft, maar ook brand.

 

Hoeveel gevallen zou Ik u kunnen opnoemen, waar al niet om gebeden wordt!  De één wil geld, de ander gezondheid, de derde het welslagen van zijn ondernemingen, de vierde jammert, omdat de dood een leegte in zijn familie bracht, de vijfde zou zijn kinderen in luxe en welzijn zo naar de hel willen zien lopen enz, enz.: maar niemand bedenkt, dat bij het verhoren van hun gebeden het geestelijk wel en wee van de toebedeelden vaak nog erger, nog slechter zou worden.

 

Zij bedenken niet dat juist lijden en ongeluk de hoekstenen zijn waaraan de wankelende mensen zich stoten, wanneer zij profane zaken huldigen en de geestelijke vooruitgang aan de kant zouden willen zetten.

 

Jullie, vaders en moeders van gezinnen, u wilt voor uw kinderen al het goede hebben, gezondheid, rijkdom, een lang leven en een goede positie in de wereld. Nu, wat u wilt als nietige creaturen in Mijn schepping, zal toch door Mij, denk Ik ook geoorloofd zijn! Het zal Mij toch ook wel toegestaan zijn Mijn kinderen zo op te voeden, dat zij van al het goede en mooie dat Ik in Mijn schepping, en nog wel voor hen alleen, opgestapeld heb, in volle mate kunnen genieten en dat zij geestelijk gezond, rijk aan liefde en in Mijn nabijheid over grote dingen gesteld kunnen worden.

 

Zie, Ik wil niets anders dan wat u zelf wilt; alleen bestaat er dat onderscheid, dat u mensen, andere scholen moet doorlopen om Mijn kinderen te worden, dan dat u uw kinderen wilt laten bezoeken. Hier lopen onze standpunten dus uiteen.

Daarbij moet Ik nog opmerken, dat u zich slechts om een korte tijdspanne bekommert waarin het uw kinderen naar uw begrippen goed moet gaan, terwijl Ik zorg draag dat het eeuwige, toekomstige leven van Mijn pupillen vol zaligheden en nimmer vermoede genietingen zal worden.

Jullie merken hieruit op, dat Ik Mij op dit punt vaak als de onverbiddelijke moet voordoen en uw dwaze vragen in het zand moet schrijven, opdat zij bij de eerstvolgende windvlaag weer verwaaien, terwijl Mijn veror­deningen in onvergankelijke, eeuwige stenen als wetten geschreven staan. Denk daarom goed na over uw gebeden en verlang niet van Mij de ondergang van Mijn kinderen! Ik heb ze voor het eeuwige leven, voor het geestes - en engelleven geschapen en niet voor een luxueus leven in het vuil van de wereld om Mij misschien eens een bevlekte ziel over te dragen.

 

Wanneer u dus bidt en Mijn hulp aanroept, bedenk dan dat Ik al vooruit weet om wat u tot Mij bidt en dat u Mij niets nieuws kunt vertellen! Bedenk dat de mensen, wanneer het niet Mijn wil geweest zou zijn om hen door hun eigen fouten wijzer te laten worden, niet in deze bittere omstandigheden terecht gekomen zouden zijn. Bedenk, dat uw enige troost uw vertrouwen in Mij is! Ook Ik had vertrouwen, toen Ik in de hof van Gethsemané onder de drang van Mijn grootste lijden dat Ik daar als mens moest ondervinden, bad: "Vader, neem deze bittere beker van Mij weg!" En toch werd de beker niet van Mij genomen, maar Ik moest hem ledigen tot aan de laatste druppel. Bedenk, dat Ik daar sprak: "Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede, O Vader!"

 

Wat Ik eens uitriep, waarop Ik Mij vrijwillig aan Mijn lot overgaf, dat moge ook uw enige troost en leidster zijn tijdens uw aardse levensloop!

Ja bid! Bid in Mijn naam, smeek vurig tot Mij! Het smeken geeft u troost, geeft u vrede, en u hebt uw plicht en wat u verschuldigd was tegenover Mij gedaan. Laat het verhoren of het niet verhoren van uw gebeden echter aan Mij over! Ik zie beter en verder en kan niet alles verhoren, wat blinde en onmondige kinderen wensen. U geeft uw kinderen immers ook niet alles wat zij willen, en waarom? Omdat u als volwassen mensen duidelijker ziet en verstandiger bent. En wat kleine kinderen met betrekking tot u zijn, dat bent u met betrekking tot Mij, en zelfs veel minder.

 

Vertrouw daarom op Mij! Ik weet te geven en te nemen, wanneer de tijd daar rijp voor is. Mijn wegen zijn ondoorgrondelijk, en vaak juist daar waar bij u tranen van verdriet in overvloed vloeien, vieren Mijn geesten en engelen een vreugdefeest.*) *) omdat de vertrouwende dichter bij Jezus kwam.

 

Het was het vertrouwen in Mijn altijd liefdevolle bedoelingen, dat Ik ooit Mijn leerlingen aanraadde. Datzelfde vertrouwen zou Ik ook bij jullie willen opwekken; want zonder dat kunnen jullie geen stap voorwaarts maken, zonder dat moeten jullie wel aan je lot wanhopen en tot het loochenen van God komen. Vertrouwen is de draad die jullie veilig uit het labyrint van het leven voert aan de hand van een liefhebbende Vader, die vaak juist daar waar Hij jullie het verst verwijderd leek, het dichtst bij was.

Vraag en bid; maar verlang niets onmogelijks, niets wat werelds is! Geest bent u en geest ben Ik! Ik kan alleen oordelen als een geestelijk wezen, en ook u moet er een gewoonte van maken om reeds tijdens uw leven hier aan het geestelijke in u de voorkeur te geven boven het wereldlijk- materiële.

 

Dan geldt ook voor jullie, wat Ik eens tegen Mijn discipelen zei: "Wat gij in Mijn naam vraagt, dat zal jullie gegeven worden!" Daarvan kunnen jullie verzekerd zijn, temeer omdat Ikzelf het je nu hier bij herhaling beloof! Amen. Predikingen, hfdst. 24

 

 

Nawoord

 

In dit korte nawoord moet worden aangetoond in welke mate de verhoring over het vragen voor een ziektegeval is bedoeld, als in de aangehaalde teksten daarover steeds weer wordt gesproken, en dat we niet naar wereldse zaken, maar naar geestelijke dingen moeten vragen.

 

1. "Zeg tegen de zieken, dat zij over hun ziekte niet bedroefd moeten zijn, maar dat zij zich vol ernst tot Mij moeten wenden en Mij volledig moeten vertrouwen. Ik zal ze troosten en er zal een stroom van kostelijke balsem in hun hart uitgegoten worden en de bron van het eeuwige leven die zich in hen openbaart, zal nooit opdrogen; zij zullen genezen en verkwikt worden als het gras na een onweersbui. [De Huishouding van God, deel 1, hfdst.1:3]

 

2. "Wanneer een mens zich realiseert dat zijn ziektetoestand afhangt van de verkeerde manier van leven, waar hij zondigt tegen Mijn natuurwetten, dan kan hij niet van mij verlangen, dat Ik de eenmaal vastgestelde wetten vanwege hem zal wijzigen.

 

Hij moet van een God een ander idee hebben, dan van een mens; want een mens kan dwalen, zich vergissen, en om die reden kan hij afwijken van zijn voorgeschreven wetten, deze omzeilen of zelfs helemaal afschaffen, maar dat kan Ik als God, als allerhoogste Wezen echter niet; bij Mij is alles volkomen, vanaf het bestaan der existentiële dingen tot in de eeuwigheid. Ik kan hoogstens zo handelen, zodat een verhoogde levensactiviteit tot snellere resultaten leidt, maar Ik kan niet handelen tegen de basisprincipes, die Ik heb vastgesteld.

 

…Daarom aan jullie allemaal, die Mij om hulp roepen en eerst dan het meest, wanneer de mensen jullie niet meer kunnen helpen, bedenk dan wel Mijn woorden:   :

In de eerste plaats moeten jullie je zelf helpen, jullie lichaam van vreemde stoffen te reinigen, zodat de ziel daarmee ook op datzelfde kan inwerken, en zij zich niet passief opstelt en rustig moet toezien, hoe vreemde invloeden het haar toevertrouwde kleed [lichaam] voortijdig verstoort en deze dan als een vroeggeboorte halfrijp of helemaal onrijp laat aankomen, waar ze alleen als volwassene uit het aardse bestaan kan voortschrijden als een uitgerijpte vrucht op een levensboom. 

 

Bedenk, dat Mijn zegen alleen daar zegen heeft, waar de bodem daarvoor tot de opname bereid is. 

Begin dus in de eerste plaats daaraan te werken, om de afvalstoffen grondig te verwijderen, die jullie in jullie lichamen misschien al jarenlang hebben opgehoopt, en dan, wanneer dit opgeruimd is, zal Mijn zegen zijn juiste werking hebben…’ (Gottfried Mayerhofer, "genezing door middel van magnetisme.  volgens: "Geistiges Leben" 4/2015, blz. 28)

 

3. 'Maar aan Mijn hulp zal het jullie niet ontbreken. Wat jullie zelf kunnen doen met de jullie toegemeten kracht, moet je ook zelf doen; maar wat daarbovenuit gaat, dat zal Ik dan wel zorgen. Want waarlijk, Ik zeg jullie: Wat je de Vader in Mijn naam en binnen Mijn orde, die jullie bekend is, zult vragen, dat zal je ook gegeven worden naar de mate waarin het voor jullie ziel nuttig is. (GJE.06_021,9)

4.Maar als je helemaal gezond wil worden, vertrouw Mij dan geheel en al, en meer dan oudere mensen en dokters, anders kan Ik je niet helpen. Ik kan vanuit Mijn grote genade het wel toelaten, dat je half gebrekkig genezen zult worden door de artsen; maar helemaal gezond en wel, dat zal waarschijnlijk er heel moeilijk of nooit van komen!

 

Kon je maar weten, hoe graag Ik zo menig mens zou willen helpen, als hij maar tot Me zou komen met vol vertrouwen, geloof en liefde;  maar nu komt de beste nauwelijks met een kwart geloof, met een zesde vertrouwen en een achtste deel liefde; kijk, onder zulke omstandigheden is er voor Mij dan ook weinig te doen onder dit soort van zieken.’ (uit: Jakob Lorber, Genezing en Gezondheidszorg, pagina 220)

 

5. "Mijn woord en het levende geloof zijn altijd de beste remedie voor het lichaam en er is geen betere apotheek. (Hemelse Gaven 3_48.09.03,06)

 

6. "... Trouwens, het beste medicijn is te allen tijde in Mij vertrouwen te stellen, zodat Ik zal helpen wanneer het daarvoor de tijd is, op welke manier dan ook." (Uit: Gottfried Mayerhofer, "De kracht van het gebed", "Lebensgarten")

 

7. "Ik Zelf kan (weliswaar) daar niet genezen, waar Ik de ziekte juist als geneesmiddel voor de ziel heb toegelaten!’ (uit: Gottfried Mayerhofer, "De kracht van het gebed" - "Festgarten")


De volledige tekst „Die rechte Bitte“ is te bekijken in www.JESUS2030.de, bij de linker zijkolom onder Gebet / Meditation / Gesundheit (2)“

 

================================================================

 

UpToDate 2024-2025