De begeleidende geest
In Swedenborg publicaties, editie 60 van 09-200 las
ik het volgende: ‘Swedenborg vertelde aan een zekere Cuno, dat zijn engel hem
dicteert en dat hij vlug genoeg kan schrijven…’ Cuno vroeg hem hoe hij in
vredesnaam iemand kon ontmoeten in de geestelijke wereld, die nog in het land
der levenden vertoefde [dus in leven en wel nog op de Aarde].
Swedenborg vertelde hem, dat hij drie uur lang in
het geestelijke Rijk met de overleden koning [Adolf Frederik] gesproken had,
die op 12 februari 1771 was gestorven. Hoewel de koning dus allang overleden
was, was deze in druk gesprek met de koningin, die op dat moment nog leefde en
op Aarde vertoefde.
Swedenborg verzekerde Cuno dat ieder mens zijn goede of boze
geest heeft, die
voortdurend bij hem is, maar zich soms van hem terugtrekt en in het
geestenrijk verschijnt. Hiervan weet de levende mens niets, maar de geest bij
hem weet er alles van. Zo’n
vergezellende geest heeft alles in volkomen overeenstemming met zijn menselijke
metgezel.
In het
geestenrijk heeft hij zichtbaar dezelfde gestalte, dezelfde vorm van gelaat en
dezelfde klank van stem als de mens op Aarde. Ook draagt hij dezelfde kleding.
In één woord, deze vergezellende geest van de
koningin verschijnt niet anders dan de koningin zelf, zoals hij [de koning]
haar [de koningin] zo vaak in Stockholm gezien heeft…
UpToDate 2023-2024