Lijst toelichtende onderwerpen   [A-Z]

 

Aarde: ander woord voor aarde is ‘terra’. Als materiestof heet het ‘molda’. De feitelijke naam van de aarde is ‘Gea’. De aarde is ruim 4,57 miljard jaren geleden ontstaan. Een miljard jaar na het ontstaan ontstond er voor het eerst ‘leven’ op deze planeet. Het oppervlak is voor 71% bedekt met water. De aarde is een planeet, bedoeld voor leven van microben, planten, dieren en mensen. Het ‘mens-zijn’ op aarde is de hoogste graad, wat bereikt kan worden en het nut daarvan is de weg door de materie heen terug naar haar geestelijke oorsprong. Volgens Lorber is de aarde de woning van de aarde. Het ‘natuurmatige’ in de mens - GJE1-157:4 - De aarde staat beeld voor het deemoedige, het laatste deel aan het lichaam van de mens, namelijk de onderste hoofdzenuwwrat van de kleine teen op de linkervoet - GE8-76:5,6 – het hart van Jezus als diens innerlijkste levenspunt - GJE10-184:7 - Er bestaat ook de geestelijke aarde, waar de gestorvenen naar toegaan; ook bestaat er leven onder de aarde [meer instinctmatig] - GJE5-84:4 - De aarde is te zien als een gemeenschappelijke moeder [materias, matras] – in de Bijbel betekent aarde ook ‘kerk’.

Aardbeven:  de volledige ontsteltenis van het hart 

Aardebol: de ether houdt de aarde met haar water samen en drijft rond in het heelal

Aardbeving: het verkeren van de kerk door valsheid en vervalsing van het Woord. Hier betreft het bepaalde tekstgedeeltes in de Bijbel, waar dit zo bedoelt is. An sich is aardbeving een protest in de onderwereld en uit zich met erupties. [vulanische uitwerpselen of de aarde bevend, schokkend splijten]

Aas:  het aas kan diverse betekenissen hebben en moet vooral aandachtig in de context zelf gelezen worden! ‘het luie en ongelovige Farizeeërdom’. [GJE9-71:4] – Jezus zegt zelf ook een ‘Aas’ te zijn voor de wereld.  Ook is het aas een zeer getrouwe spiegel van de wereld en toont haar ware gestalte. Het levende woord is de wereld tot een afkeer geworden en de wereld vlucht ervan weg als de pest.

Aartsengelen: opperboodschappers, hoofdengelen; zij nemen een bijzondere plaats in. De naam ‘aartsengelwortel’- in het Latijn: ‘Angelica, [Archangel] is ervan afgeleid. Michaël incarneerde als hoge geest in Sehel [ten tijde van Adam], later als Elia en ten tijde van Jezus als de ‘voorloper’ in de gestalte van Johannes de Doper.  Aarts komt uit het Grieks als ‘eerst’= [First] – de eerste, de ‘oerpersonage’ of ‘arch’ [grondbasis] Het woord ‘angel’ heeft ermee te maken. Archiël was als een tijdelijke dienaar ten tijde van Jezus.

Adamitische periode: dat is de periode van ruim 6000 jaar geleden. In die tijd was de aarde al bevolkt met weelderige vegetatie en dierlijke mensenwezens. Deze wezens hadden geen goddelijke vonk in zich en konden ook geen besef hebben van een hogere geestelijke en goddelijke orde. Deze wezens hebben ervoor gezorgd, de aarde ‘bewoonbaar’ en ‘leefbaar  te maken voordat de echte mensen op aarde eerst vanaf 4026 v. Chr.  [joodse tijd 4151 v. Chr.] konden leven. [zie Adam in de personenregister!]

Aeonen: ongekende tijden

Afgodtempels: heidenen, die meer het accent leggen op uiterlijke rituelen, ceremonieën, relikwieën, dan zich in het echt te wijden aan de werkelijke God – en zo dus hun afgodendienst onderhouden

Afrika: heette oorspronkelijk Ahalas, het oude land; heeft 1 miljard bewoners en 54 deelstaten. Afrika, de kinderwieg van de zwakken en de nakomelingen van Adam

Akka: ook wel Procyon  genoemd; een verre ster in het heelal. De kleine hondsster. Procyon bevindt zich altijd in de buurt van zijn helderdere broer Sirius. Procyon of Akka is in helderheid de achtste ster aan de sterrenhemel en in helderheid de zesde die wij vanuit Europa  kunnen zien. [GJE1-213:02] – Philopold [zie daar!] is daarvan afkomstig en incarneerde naar de aarde om het kindschap van God te verwerven. [GJE1-214:1] – Op een slechts zeer gering aantal werelden in het universum is het toegestaan om te incarneren op de aarde. De Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en ook de aard en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de verschillende werelden bewonen. De Heer weet het beste of een geest geschikt is voor de belichaming op deze aarde. Al hetgeen hiervoor geschikt was werd naar de aarde gebracht. Het aantal van de hierheen gebrachte personen is maar klein en komt niet noemenswaardig boven de 10.000 uit. [GJE1-215:4,5]

Alexandrië: is een miljoenenstad in het noorden van Egypte, aan de Middellandse Zee. De stad is genoemd naar Alexander de Grote en is de op een na grootste stad van Egypte. Ze ligt aan de noordwestpunt van de Nijldelta.

Alfa: letter voor de hebreeuwse letter Aleph; het eerste [the First – der Fürst – de koning – de koningsletter!

Amerika: heeft 1 miljard inwoners -  De Heer zegt in het tweede boek van Hemelse geschenken: ‘Ik zeg jullie nu zonder "Daniël": het land in de zee zal ondergaan en de trotse koningin van de golven zal worden opgeblazen als kaf, wanneer ze zich nooit meer zal laten verzachten door de tranen van de weeën! - Kijk naar Amerika! Daar is de “tellende dag” al begonnen! - Maar daar breekt hij! - [GJE10-29:06] Maar het verhaal in Amerika duurt niet lang meer. In Zuid-Amerika, waar Babylon veel erger wordt vertegenwoordigd dan het nu waar dan ook op aarde is, zal binnenkort een groot oordeel worden ontketend; want Babylon moet overal in een nieuw Jeruzalem worden omgevormd, en de zwijnen van de heidense Gadarenen moeten omkomen in het graf van hun nacht.’

Amethist [12e steen] – Ook wel bisschopsteen genoemd, omdat het vroeger een geliefde edelsteen was voor kerkelijke  hoogwaardigheidsbekleders. Feitelijk een halve edelsteen en de kleur is violet kwarts. Vroeger erg geliefd in de joodse tempel als waardevolle edelsteen.

Amorieten: bewoners van, onder meer het bergland in Kanaän. Zij zijn afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10:15). Ze waren één van de Kanaänietische volkstammen.in het land Kanaän. Ze bewoonden daar het bergland ten westen en vooral ten oosten van de Jordaan (Gen. 14 :7,13; Num. 21 :13-26, Deut. 3 :8; Richt. 1 :34-36, 11:13). De naam Amoriet betekent 'zegger', 'spreker'. Ze stammen van Kanaän, Noachs kleinzoon, af. Hoewel zij van Kanaän afstammen, een zoon van Cham, dus niet van Sem, worden ze om hun taal en cultuur in de wetenschap aangemerkt als een 'Semitische' stam. Een semietisch volk in Palestina vóór en tijdens de bezetting van Israél. Deel van de nomadenvloed.

Amusement: Amusement past zich qua vorm aan de tijdgeest aan. Een moderne tendens is dat amusement direct moet voldoen aan de verwachtingen van mensen, die tegenwoordig keuze hebben uit veel meer amusementsvormen dan in vroeger tijden (of in minder rijke landen)

Analogie: op basis van overeenkomst of overeenstemming; identiek of gelijkend op..

Antichrist: het berekende verstand, de algemene overheersende zucht naar wereldse dingen.

Apocalypse: Dit is een onthulling van kennis of een openbaring, verwijzend naar de Openbaring van Johannes uit he Nieuwe Testament. Omdat dit boek de ultieme overwinning van het goede over het slechte beschrijft. De diepere zin van een ‘beschreven’ apocalypse is de uitleg omtrent een schifting tussen goed en kwaad en er weer een nieuwe betere periode aan kan breken.

Apocrief: Een verzamelnaam van de niet als H.Schrift beschouwde Hebr. en oud-christelijke godsdienstige boeken. Op een kerkverzameling in 325 n. Chr. werd bepaald welke religieuze geschriften wel of niet moesten opgenomen worden in de Bijbel. De geschriften die niet erkend werden, noemde men apokrief. Zoals bijv. Judith, de boeken der Makabeeën en Tobith, etc.

Apostelen: De eerste historische verwijzing naar "de twaalf" staat in 1 Korintiërs 15:5. Het betreft de twaalf leerlingen van Jezus in de meest betrokken kring om Jezus heen. Zijn waren eerst discipelen en werden later apostelen genoemd, daar zij uitgezonden werden om te prediken de leer van Jezus. Hun werd ook ‘macht’ gegeven om zo nu en dan ‘wonderen’ te doen en mensen te genezen. [Matth.10 – GJE1-134:3,4] – Apostel betekent: ‘de gezondenen zendelingen’. Discioelen: ‘leerlingen’.

Arabieren: 80% van de Arabieren is Islamitisch. Arabieren zijn afstammelingen van de oude stammen in Arabië, het waren de vroege bewoners van het  Arabische schiereiland en Syrie. Vroeger waren het ook gedeeltelijk de nomaden; de bedoeïenen Arabieren waren nog steeds nomaden in de woestijn. In de literatuur van Jakob Lorber treffen we de veelvuldige beschrijvingen aan van het ‘stenige woestijnachtige’ handelsland met hun karavanen. Wordt als nomadenvolk genoemd in Jes.13:20 en Jer.3:2.

Arameeërs: nakomelingen van Aram, de vijfde zoon van Sem. De volksstamen woonden in Syrie en Mesopotamië. Het Araees was de oude Semitische volkstaal, die Jezus ook sprak in die tijd, dat Hij als Mens op Aarde was. Er zijn enige delen van de Bijbel in het Aramees geschreven.  [Ezra 4:8, 6:18, 7:12 en 26]

Arbel [berg]: Arbela ligt ten Westen van het Meer van Galilea. [Dan.2:40, 7:28]

Archangel: oerengel

Arnon: als beek: Deut.2:24, Num.21:13, Richt.11:18

Ark van Noach: de juiste deemoed van een mens, de juiste naastenliefde tot God en zijn naaste. De levensbevestiging van onze ziel tot instandhouding en uiteindelijke omvorming van de goddelijke geest in de ziel: wedergeboorte. De ark die Noach op Gods bevel bouwde in 150 dagen was van dennenhout [goferhout]. De ark was 150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog.

Armageddon: Het woord Armageddon, of Har-Magedon, komt maar één keer in de Bijbel voor, in Open.16:16 . Het profetische boek Openbaring vertelt dat op „de plaats die in het Hebreeuws Har-Magedon wordt genoemd”, „de koningen van de gehele bewoonde aarde” vergaderd zullen worden tot „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” …

Assur: enerzijds het papendom en anderzijds Assur komt van Asher, een Semit

Asia: [Azië] komt oorspronkelijk uit een kleine streek in Lydië, maar dat ging steeds meer over op een groter gebied op he werelddeel, wat nu Azië heet. Is het grootste werelddeel op de planeet Aarde. Aan de westkant grenst het aan Europa en Afrika, in het noorden aan de Noordelijke IJszee, in het oosten en zuidoosten aan de Grote Oceaan en in het zuiden aan de Indische Oceaan.

Assyrië: Assyrië,  Aramees Rijk. Dit Rijk ontstond in de periode van Nimrod. Zij spraken de Aramese taal en stamden af van Set. [Gen.10:11,22 – Micha 5:5] - Het Aramese Rijk – genoemd naar Aram – de zoon van Sem. Aram = Syrië. Het wordt in Genesis 25:20 Paddan-Aram genoemd; het ligt tussen de Eufraat en de Tigris, het vaderland van Abram. In dit gebied lag de stad Haran, waar Laban eens woonde en hij was een Aramees. Rebekka en de vier vrouwen van Jacob eveneens.  Het Rijk Assyrië ontstond in de periode van Nimrod. Zij spraken de Aramese taal en stamden af van Set. [Gen.10:11,22 – Micha 5:5] – Het Aramese rijk is genoed naar Ara, de zoon van Se. Aram = Syrië. In Gen.25:20 wordt het Paddan-Aram genoemd en het ligt tussen de Eufraat en de Tigris, het vaderland van Abraham. In dat gebied lag de stad Haran, waar Laban eens woonde en met een Aramese was gehuwd. Rebecca en de vier vrouwen van Jakob eveneens.

Astronomisch:  sterrenkundig bekeken [observatie] van bijzondere verschijnselen in het heelal. Astro komt van ster, sterrenbeeld en astronomie bstudeert de wetmatigheden van sterren en eigen zonnestelsel. Ook de natuurkunde wordt hierbij betrokken. Het professionnel ontdekken van kometen en meteoren is een zijdelings onderdeel hiervan. Gebaseerd op wiskunde en natuurkunde wordt er ook veel onderzoek gedaan. Ook amateuren doen op de achtergrond onderzoek.

Atmosferisch: De atmosfeer is in de astronomie het totaal van de omhullende gassen die zich om een vast hemellichaam bevinden. De atmosfeer van de aarde wordt ook wel aarde-atmosfeer  of dampkring genoemd. Ook alle andere planeten in ons zonnestelsel  hebben een atmosfeer. De gassen worden aangetrokken door het zwaartekrachtveld  van het lichaam, en worden zo vastgehouden. De lichtere gassen, zoals waterstof  kunnen een snelheidsverdeling hebben die ten dele groter is dan de ontsnappingssnelheid , zulke gassen zullen dan langzaam verdwijnen uit de atmosfeer. Ook sterren hebben een atmosfeer, bestaande uit de fotosfeer, de chromosfeer, een overgangslaag, en de corona. Jakob Lorber beschrijft de drie verschillende  ‘overlappende’ geestelijke atmosferen, die zich ook boven de natuurlijke aarde bevinden.

Atoom: Atomen zijn de bouwstenen, de basis van alles op aarde; Een elementair deeltje is een deeltje dat niet meer te splitsen is. De atoom heeft een kern en daaromheen een wolk van elementaire deeltjes. De kern van de atoom is opgebouwd uit elementaire deeltjes met de naam proton en neutron. In een menen haar passen bijv. ongeveer 500.000 koolstof atomen. Van atomen kan een atoomwapen of atoomwapen gemaakt worden. De atoomaanvallen op Japan kosten naar schatting 300.000 mensen het leven. Het was voor het eerst (en tot dusver voor het laatst) dat het atoomwapen daadwerkelijk werd ingezet.

Augiasstal: ongeordende rommelige boel. Van oorsprong een veestal. Lorber spreekt hierover symbolisch, een dergelijke stal weer nodig te reinigen.

Australië: Is een land op het zuidelijk halfrond bestaande uit het Australische vasteland en een groot aantal eilanden in de Indische en Grote Oceaan, waarvan Tasmanië  het grootste is. Australië ligt ten noordwesten van Nieuw Zeeland en ten zuiden van Indonesië, oost Timor en Papoea-Nieuw-Guinea. Australië is dunbevolkt. Het 5e na grootste land ter wereld. In  Lorber wordt het een aantal keren aangehaald.

Avond: betekent de aardse toestand van de mens, want zoals het van de schemering allengs donker wordt, zo vergaat het ook met een materieel mens. [GJE1-157:13] – Mozes noemde de natuurlijke toestand van zijn volk ‘het diepere in de avond van de nacht’, omdat het volk lonkte naar wereldse dingen. [GJE1-157:7] – ook betekent avond het zinnebeeld van de aardse dood en het vergaan van alle dingen. [GJE6-193:5] – Anders gezegd: de aardse toestand van de mens; het gaat bij de mens gedurende zijn leven er net zo aan toe als met het  steeds zwakker wordende schijnsel van de avond. Hoe meer de mens zich met materiële zaken bemoeit, hoe meer het in zijn hart zwakker wordt met de puur goddelijke liefde en zijn geestelijke leven. Daarom noemde Mozes een dergelijk licht van de mens evenwel ook avond. Want de avond is de wereldse sfeer van de mens. Het is de analogie van de aardse dood en het vergaan van alle dingen. Avond is dus in die zin de wereldse sfeer van de mens  Het gaat bij de mens in zijn leven er aan toe zoals met het steeds zwakker wordend schijnsel van de avond. Hoe meer de mens zich bemoeit met materiële zaken des te meer wordt het in zijn hart zwakker met de ware puur goddelijke liefde en het geestelijk leven. Daarom noemde Mozes zo’n aards licht van de mens ook avond. Dat is de analogie van de aardse dood en het vergaren van alle dingen. Avond betekent de wereldse sfeer van de mens. [GJE6-193:5 – Hemelse Geschenken 1-361:37]

Avondmaal Jezus vierde het H. Avondmaal op 24 juni en werd daarna 1 dag later gekruisigd. Het was toen volle Maan. Men zegt, dat Hij 33.5 jaar oud werd of 12222 dagen. GJE10-146 schrijft: ‘als Ik voor bijna 33 jaar te Bethlehem geboren was…’ Zie ook GJE146:1 en 146:3 en GJE10-116:14

Avondrood: Het rode in de avond valt vaak samen met helder en rustig weer. De atmosfeer is dan vaak stabiel van opbouw en stofdeeltjes blijven zweven in de onderste luchtlagen. Wanneer de zon lager komt te staan als het richting zonsondergang loopt, moeten de lichtstralen van de zon een langere weg afleggen door de atmosfeer om bij ons oog te komen. Tijdens die lange weg 'botst' het licht tegen de aanwezige stofdeeltjes, stikstof- en zuurstofmoleculen die de atmosfeer aanwezig zijn waardoor het spectrum van licht verstrooid wordt. De rode kleuren in het spectrum zijn het minst gevoelig voor deze verstrooiing waardoor we deze tinten van het spectrum het beste waarnemen. Hoe groter de luchtvervuiling is, hoe roder het avondrood over het algemeen is. [bron: https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/weerweetjes/hoe-ontstaat-avondrood/2934/]

Jakob Lorber vergelijkt het avondrood op een geestelijke wijze in tegenstelling tot het morgenrood. Dat wat de aarde spiegelt, is ook een weerspiegeling in de ens op materieel en geestelijk vlak.

Azië: Is het grootste werelddeel op de planeet aarde. Aan de westkant grenst het aan Europa en Afrika, in het noorden aan de Noordeljke IJszee, in het oosten en zuidoosten aan de Grote Oceaan en in het zuiden aan de Indische Oceaan. In het midden van Azië, niet ver van het Himalajagebergte, leefde ten tijde van Adam een klein volkje,  afgesneden van de wereld e hoog in de bergen, conform de leefregels van hun oervader Noach. De latere Egyptische hieroglyphen waren een vervalste namaak van hun ware tekens.  In het hooggebergte van Azië hebben onze oerouders Adam,  Noach en Abraham gewoond en geleefd. Er valt veel te zeggen over dit grootste werelddeel en het wordt vaak aangehaald in de Nieuwe Openbaringen.

Baäl: ‘heer’, ‘bezitter’ – naam v.e. Kanaäntische godheid op vele plaatsen vereerd.

Babel: Hebr. naam voor Babylon – Gen.11:9 -oude stad op de oostelijke oever van de Eufraat. Ligt ruim 30 km. van Bagdad. Een andere naam is Babylon.

Babylonische spraakverwarring: Volgens de Bijbel in het boek Genesis werd ooit op aarde één taal gesproken. De mensen in die tijd vestigden zich in het land Sinear, vlakbij de rivier de Eufraat. Ze spraken af een stad te bouwen met een toren ´tot in de hemel´. Door hun hoogmoed veroorzaakte de Heer een grote spraakverwarring onder de mensen. Ze verstonden en begrepen elkaar niet meer en de bouw van de stad en de toren werd gestaakt. De mensen verspreiden zich daarna al spoedig over de gehele aarde.

Babylonische ballingschap: een gedwongen vertrek uit eigen omgeving of land betekent ‘leven onder ballingschap’. Deze heeft veertig jaar geduurd. Deze werden behandeld als de slechtste dieren en gevoerd met het voer van de varkens en de honden; de lieflijke dochters der joden zijn onder geseling en allerlei martelingen door de overmoedige Babyloniërs, dag en nacht verkracht, tot de dood volgde, evenals de knapen en jongelingen die eerst gecastreerd werden! – GJE1-137

Bagdad = Babylon

Bed nemen en wandelen:  [Matth.9:6] = in de leer van Jezus onderwezen worden.

Begeerte: is als daad – deze twee hangen samen als bloed en vlees, zoals olie en vlam! De begeerte wodt daad, wanneer het in de wil is. Want in het verstand dringt slechts de verlokking in verzwakking. In ieder mens is bij de geboorte de begeerte.

Begrafenis: De begrafenis van Jezus is het opbergen en verwerpen der overresten van de moeder [Maria].

Berg:  bovenste hemel

Bergrede: deze vond plaats aan de voet van de beeg Gerizim. Daar heeft het oudste en echtste huis van God gestaan! Jesaja voorspelde dit al. De hele bergrede staat in Matth.5-7. De prediking duurde drie uur. [GJE1-39] – Jezus sprak extra langzaam ten behoeve van de schrijvers!

Bergruïne: een geloofskasteel met verweerde, gespleten en afgebrokkelde overblijfselen van de waarheden

Bethsaïda: door Jezus vervloekt [Matth.11:21 en Luk.10:13

Bethabara:  ‘huis van de oversteekplaats’ – Joh.1:2, Gen.28:19

Bethanië: ook wel El-Azariya. Dorp gelegen in de provincie van Benjamin tegen de oostelijke helling van de Olijfberg. Woonplaats van Maria, Martha en Lazarus [Luc.10:38, Joh.11:1,18] – Jezus was vaak bij Lazarus. Ook de plaats van Jezus’ hemelvaart. [Luk.24:50,51]

Dit dorp lag dicht bij Jeruzalem, bij de olijfberg [evenals Betfage] op 15 stadiën van de stad. [ca. 2,9 km] – Joh.11:18, waar ook Simeon de melaatse woonde. [Matth.26:6] – In El-Azariyeh klinkt de naam van Lazrus nog door!  Vanaf Bethanië naar het Oosten begint de echte woestijn van Juda, een karig steppenland. Het ligt aan de weg naar Jiricho-Jeruzale aan de Olijfberg. Het weer in de bergen kan daar plotseling veranderen in de aand noveber, want veel mensen zijn verdronken door het plots opkomende water of omgekomen door dorst.

Betfage: dorp bij de olijfberg ten Oosten van Jeruzale. ‘huis der vijgen’.  [Matth.21:1 en Marc.11:1, Luc.19:29 – het zou nu Kafr et Tur zijn! Van hieruit zond Jezus twee leerlingen om voor Hem een veulen te halen vanwege Zijn intocht in Jeruzalem. 

Bethlehem: stad in de heuvels van Juda ten zuiden van Jeruzalem aan de heuvelamweg naar Hebron. In de omgeving van Bethlehem speelt de geschiedenis van Ruth zich af. [Ruth 1:1,2,19,22 en Ruth 2:4,11]. Het was ook de woonplaats van David, waar hij door Samuël werd gezalfd. Door Micha aangeduid als de plaats vanwaar de Messias zou komen. [Micha 5:2] – De geboorteplaats van Jezus. Huis van het ‘levensbrood’ – ‘Lechu”- Dit dorp is ontstaan in de tijd dat de Kanaänieten r woonden, 8 km. ten zuiden van Jeruzalem. Er woonde daar al vroeg de Kalebietensta Efrata. [Micha 5:1]. Uth geeft dit stadje as de plaats der herkomst van Elimelek en Naomi. Later ook de woonplaats van Isai en David [1 Sam.16:4]. Tegenwoordig heeft dit stadje zo’n 32.000 inwoners. Het lijkt veel groter dan het is, omdat drie f vier aangrenzende gemeentes als het ware een grote stad vormen.

Betsaïda: vissersdorp op de noordelijke oever van het Galilese meer, waar de Jordaan in het meer uitmondt. De woonplaats van de apostel Filippus, Andreas en Petrus. [Joh.1:45, 12:21] bezocht door Jezus [Mark.6:45], die er een blinde genas [Mark.8:22]. De spijziging van de vijfduizend vond bij deze stad plaats. [Luc.9:10]. Ook éen van de steden waarover Jezus Zijn uitspraak deed over de naliggende stadjes. [Matth.11:21 en Luc.10:13] – Volgens Josephus een vissersdorp, dat door de tetrarch Philippus tot stad werd geheven. Tegenwoordig heet het ‘et-Tell’ en de ruïnes van de vroegere noordrand van het Galilese meer zouden nog bestaan, oostelijk van de uitmonding der Jordaan.

Binnenshuis: het spiegelbeeld van het innerlijke van de mens [GJE6-136:5]

Bladeren: bladeren in planten vertegenwoodigen de plaats van de longen

Bloed: "Bloed" is evenals onder meer het Duitse Blut en het Engelse blood ook een oude term voor verwantschap of afstamming die vroeger in het Nederlands vrij algemeen werd gebruikt, zoals in het volkslied getiteld "Wiens Neerlands bloed door d'aadren vloeit" van de "dichter des vaderlands. Hebr. ‘Dam = 4-40 = 44 – bloed betekent volgens Lorber het eigenlijke fysieke levensfluïdum, welke het lichaa het leven geeft, hem voedt en de voortplantingskiem aanreikt. Het is de drager van de bezigheid.  [GJE7-44:20, HG2-321:8]

Bloed van druiven [Gen.49:11, Deut.32:14] – het Goddelijk ware

Boek met de zeven zegels:  de enige en ware goddelijke leer, welke de Heer samengevat heeft in twee verkondigde geboden. De zeven zegels corresponderen met de zeven grondeigenschappen van het goddelijke Ik.

Boek, samengerolde: het [af]sluiten van de geestelijke betekenis van het woord.

Boeken: alle boeken waren in de oudste tijd in gelijkenissen of symbolen [analogieën] geschreven. In de geestelijke wereld heeft de mens de mogelijkheid de bibliotheken te bezoeken, zoals ook op aarde.

Bokken: de bedenkelijkheden

Boom:  ‘boom’ en ‘schaduw’ in het Hebreeuws hebben met elkaar te maken. Boom = Ets = 70-90 = 160  en schaduw = TeSeLeM = 90-30-40 = 160 – Een boom geeft schaduw! Boom betekent de mens. Het zaad van de boom is de wil. De twijg of takken en het loofwerk is het vestand en de vuchten zijn de werken. Het eten van de boom is de opname van het eeuwige leven. De weg van de boom is de ingang tot de Heer.

Botten: het hardnekkig geestelijk, zintuigelijke, trotse en hoogmoedige – de aan het meest gerichte en van alle liefde weerbarstige deel van een wezen

Byblos:  Griekse naam voor de stad Gebal, tegenwoordig ‘Jebeil’; het woord Bijbel komt van de naam van deze havenstad, waarheen het papyrus uit Egypte werd vervoerd. Biblia. Het woord Biblion kenmerkt een papyrosrol, één der oudste schrijfmaterialen. Het in Egypte gerpeerde Papyrus werd destijds ingeruild voor het begeerde cederhut van Libanon en overgeladen in de Phönetische havenstad Byblos. Vandaar de naa Bibel. Oorspronkelijk waren er 77 boeken [en nog meer!] in de Bijbel – nu 66 – de overige zijn voor apocrief gehouden. De Latijnse naa Biblia werd tot het woord Bijbel, een verzameling van Bijbelse boeken. Voor veel ensen is de Bijbel een boek met zeven zegels [Openb.5:1], geschreven voor hen als in een vreede taal.

Canon: ‘maatstaf’, ‘regel’; gebruikelijke naam van de lijst der boeken die de geïnspireerde H.Schrift uitmaken.

Caesarea: dorp ten Wsten van Tiberias, waar Jezus Zich vaak ophield bij de Romein M Marcus, naast de berg Arbel [=Tabor]. Dit stadje lag nauwelijks een uur van de hoge heuvel van de Romein Marcus, kameraad van Cyrenius, aan de witte zeebaai tussen Tiberas en Migdal [= Mgdela].

Cele-Syrië:  oorspronkelijk het dallandschap tussen Libanon en Anti-Libanon, later heel Palestina en Phenicië tot aan Eleutheros in het Noorden.

Chaldeeën – zie Gen.22:22 – Een Aramees volk, dat in Mesepotamië leeft, met als hoofdstad Ur. [Gen.11:28, Jo.1:17, Jes.13:19, Hand.7:4, Dan.4:7, 5:7,11]. Daarom ook de ‘Wijzen uit het Oosten’. Een andere naam voor Babyloniërs. De Chaldeeën hielden aantekeningen van de loop der strren nauwkeurig bij. Zonder moderne hulpmiddelen trokken ze de conclusie, dat een jaar 365, 6 uren, 15 minuten en 41 seconden heeft; deze berekening verschilt met de tegenwoordige berekening niet eer dan een half uur met de conclusie die de huidige wetenschappers der sterren trekken.

China: Sina of Sihna = Sihin, de naam van een man   [GJE8-129:4,  HG1-36:46 en HG1-37:5]- land van Kajn = Kina – Chinezen -

Chinnereth [=Kinnereth]

Chorazin: dorp tegen een rotswand ten noorden van het meer van Galilea. – Jezus sprrek een ‘wee’ uit over dit stadje, in Galilea, ca. 5 kilometer van Kapernaum – samen genoemd mett Betsaïda, dat vroeger direct aan ht Galilese meer lag.  [Matth.11:21 en Luc.10:13]

Dagindeling: De ochtend is het oosten; de ex oriënt lux; De middag is het zuiden; De avond is het westen; De nacht is het noorden  

Daleth: ‘geboorte via de deur’ als  geschenk van de schepping

Decapolis: tienstedengebied, waaruit scharen kwamen om naar Jezus te luisteren. Grenzend a.h. meer van Galilea, gelegen in het overjordaanse gebied [behalve Skythopolis] -  Matth.4:25

Hippos = paard en in het Aramees: ‘Soesitha’, geheten merrie. Tegenwoordig heet het ‘Qala’at el – Hosn op één van de uitstekende hellingen aan de Oostkust van het Galilese meer.

Diamant: de liefde tot God, de zuiverste waarheid zonder smet. Thummin = wijsheid en de ‘opname tot het goddelijk woord‘ – [GJE5-137:8  GJE5-13:5] GJE5-41:7,8, Geestelijke Zon2-86:6]

Dansers: dansers van binnen zijn als de doden, die niet meer  geadviseerd of geholpen kunnen worden, omdat Satan ze allemaal bij de voeten neemt en snel met hen in een wervelende cirkel draait, zodat ze duizelig worden en niet staan, lopen of zitten, noch slapen, rusten, zien, horen, voelen, ruiken, proeven, noch kunnen voelen [Huish.v.God, deel 1, hfdst.1:6]

Dierenriem: ‘Zodiak’ ’indeling van het werk’

Dode Zee = zoutzee

Dood: de dood is geen uitsterven, maar een voortzetting van het leven en slechts een overgang; de toegang tot de geestelijke wereld gebeurt meestal op de derde dag nadat hij daarheen is gegaan – hij weet dan niet anders dan dat hij zich nog in de vorige wereld bevindt; hij wordt daar voorbereid op de samenleving in de hemel of in de hel waaraan hij is toegewezen is; de geestelijke dood wordt op zichzelf beschouwd als natuurlijk leven zonder het geestelijke

Drie: de werkzame wil van God, die uit Zijn liefde [1] en wijsheid voortkomen – [GJE6-18:6] – het voleindige en volkomene.

Drieenigheid van God: Ik ben de al-enige God in Mijn drievoudige natuur als Vader van Mijn Goddelijkheid, als Zoon van Mijn Menselijkheid en als Geest van al het weten, werken en inzicht.  [Huish. v. God1-2:10]

Duif: Hebreeuws taw = goed

Duizendjarig Rijk: de volledige wedergeboorte van de menselijke geest; De Heer in Zijn persoonlijke ‘menselijkheid’ en in Zijn volheid van de goddelijke drie-eenheid

Economische orde [zelfzucht]

Eden, paradijs: vreugde, lust – Ezechiël 27:23 – een andere naa voor Beth-Eden. – je-den = het is dag! [GJE5-215:7] -  de tuin betekent inzzicht en wijsheid uit het Woord.

Edelsteen, als eerste: het Woord van het Heer [GJE5-87:7]

Edom = de nacht van de dood,  een hart, dat aangevuld is met het wereldlijke en zomede ook alles wat te maken heeft, wat van de dood is. [GJE11] – Edom betekent het natuurlijke. ‘Idumea’ is de Griekse vorm voor Edom [Marc.3:8] – in latere tijd is het de benaming van een gebied van het oude Edom. Het geslacht van de Herodussen komt uit Ezau, uit de Idumea. Vergelijk Jesaja 21:11

Een: de liefde in God of de Heer  [GJE7-18:4, GJE11]

Eeuwig: Eeuwigheid: komt waarschijnlijk overeen met de tijdsduur in de materiële werelden, maar verder in de geest is het wat tijd hier is. Eeuwigheid betekent ‘tijden’ van ‘voortschrijden’, dat door de tijden wordt gemeten, maar eindeloos is; het eeuwige is het oneindige, wat de tijd betreft [GJE10-155:2] – het eeuwige ist het oneindige qua tijd.  De eeuwigheid betrekt zich op tijden. De oneindigheid va God heet eeuwigheid met betrekking op de tijden. In de eeuwigheid wordt er gezegd van het voortschrijdende, dat wordt gemeten in de tijd, maar eindeloos is

Efrath: vruchtbaar land – vereenzelvigd met Bethlehem  - Ruth 4:11 en Micha 5:1

Eik: het zintuiglijk IK-goede en het IK-ware van de kerk

Emmäus – vroeger een dorp gelegen ten Zuid-Westen van Jeruzalem. [Luk.24:13] – tegenwoordig situeert men haar ligging valselijk ten Noord-Westen van Jeruzalem met de Romeinse naam ‘Mosa’ of ‘Amwas’, dat 30 km. van Jeruzalem zou liggen. De verrezen Jezus verscheen aan twee mannen, die op weg waren van Jeruzalem naar Emmäus. [15 stadiën was vroeger 2,9 km.  Er is in deze tekst sprake van 60 stadien en dat zou dan bijna 18 km. zijn. Een vlotte wandelaar loopt deze afstand – en de heuvels meegerekend – in 5-6 uur.  Emmaus = bakkersdorp

Epicuristen: mensen die op genot uit zijn, welstand en welzijn.

Ephraim: het Woord begrijpen uit hetwelk zij de kerk is en nadien

Essenen of Esseeërs:  Joodse sekte ten tijde van Jezus – zij namen geen deel aan de tempeldienst, aar teruggetrokken op de westelijke oever van de Dode zee. Zij waren eerst bedrieglijke magiërs. Jezus legt hun bedrogsels op tafel, ontmaskert hen en vertelt Zijn leer en doet voor hen grote wonderen. Zij werden bekeerd en gingen later bij Hem in de leer. Het is een grote dwaling van veel religieuze schrijvers, die beweren, dat Jezus bij hen ‘de wonderen’ heeft geleerd. Aanvankelijk waren zij bij het joodse volk bekend als gekunstelde magiërs en toen zij door Jezus ontmaskerd werden en bekeerd, gingen zij bij Jezus in de leer. Zij bleven lange tijd aan als de zuiverste christelijke gemeente na Jezus Hemelvaart.

Ethiopië [Atheope]: Ethiopië is de twaalfde meest bevolkte land ter wereld, de tweede meest bevolkte land op het Afrikaanse continent (na Nigeria ), en de meest dichtbevolkte land in de wereld. Ethiopië en Eritrea gebruiken het oude Ge’ez-schrift, een van de oudste nog in gebruik zijnde alfabetten ter wereld. De Ethiopische Hooglanden zijn de grootste aaneengesloten bergketens in Afrika. Kaïn werd, toen hij voor zijn zoon Hanoch vluchtte, samen met zijn familie, door de Heer veranderd in een donker-zwarte huid met kroesig haar, zodat hij nooit meer herkend zou worden. ‘land van verbrand gezicht’ – ligt ten Zuiden van Egypte [Kush of Koesj] beschreven in Jesaja 18, Hand.8:27

Euphrat, rivier: het onjuiste en slechte van de wereld. [HG2-270:6]

Evangelie: de weg van de eeuwige genade, de schepping van het licht van God. Ook vrolijke boodschap. Ev. = eeuwig, angelos = bode, ang = scheppend verwekken, el = het geopenbaarde licht van God.

Farizeeërs: ‘afgescheidenen’-  zij vonden de mensen zondig in hun ogen – in werkelijkheid waren zij schijnheilig!; zij onderscheiden zich door hun ‘wetsgetrouwheid’; Een Farizeeër staat in ambt, waardigheid en aanzien gelijk met wat nu een kardinaal in Rome is.  (GJE 1-18)) - Farizeeën interpreteren letterlijk, erkennen ook de mondelinge overlevering - Farizeeën = intelligentsia, woordvoerder of predikant. Farizeeërs zijn theologen. [Grieks: pharisaioi] – Hebr. Perusim = afgescheidenen, die zich overdreven streng vasthielden aan de letter van de wet en elke vreemde invloed weerde. Van het grootse belang was voor hen de mondeling overgeleverde uitleg van de wet, zodat zij hun uitleg soms boven de wet stelden.

De Farizeeën hielden zich strikt aan de joodse wetgeving zoals neergeschreven staat in de eerste vijf boeken van de (Hebreeuwse) Bijbel. Daarnaast hielden zij zich aan de mondelinge overlevering (uiteindelijk verzameld in de Misjna). Ze geloofden dat een vroom leven en een strikte navolging van de Wet de mens dichter bij God zou brengen. Wat tegenwoordig de godsdienstige hoogleraren zijn, waren vroeger de opperste farizeeërs in de tempel, ten tijde van Jezus.

Filippenzen: Paulus heeft een zeer persoonlijke, goede band met hen; [Phil. 4:15]

Filippus [paardenvriend] woonachtig in Betsaïda, aanwezig bij de spijziging van de 5.000; een rondtrekkende evangelist; woonde [later] in Caesarea; één van de twaalf discipelen; hij bemiddelt voor de Grieken, die Jezus willen zien; heeft vier dochters die profeteren;

Frankrijk:  = Gallië

Gadara: Gadarenen: – [Gersenen of Gergesenen] – een plaats oostelijk van het Galilese meer – de plaats Geresa is identiek met Gadara; Matth. 8:8 - Jezus heeft eenmaal het gebied, althans het ‘land van de Gadarenen’ (meteen aan de overzijde van het meer van Galilea) bezocht en daar Legio, de bezetene genezen (Matth.8:28; Mark.5:1). Na zijn genezing ging deze als een ware evangelist de streek waar hij woonde door. Meer hierover in onze website, sub bijbelse kernwoorden/ zwijn. In de omgeving van Geresa.

Dat Jezus de duivelen toestond in de kudde zwijnen te varen en in de zee te storten, kan erop wijzen, dat in het gebied ook heidenen woonden (Joden zouden zeker geen kudde van onreine varkens houden) - Jezus Zelf heeft Zich tijdens Zijn verblijf op aarde in Zijn verkondiging beperkt naar de opdracht van Zijn Vader tot het volk der Joden in Kanaän. Slechts een enkele keer (zoals Mark.7:31) kwam Hij daarbuiten (Tyrus en Sidon). In het gebied van Dakapolis genas Hij een dove man met een spraakgebrek. Dit gaan van Jezus naar een half heidens land was a.h.w. een voorschot op Pinksteren. Daar verrichtte Jezus wellicht ook de spijziging van de vierduizend (Mark.7:32-8:9). Stad in Gilad. ‘Een van de steden van de Dekapolis.

Gadara was een hellenistische stad in het Overjordaanse, een der steden van de Decapolis, waarvan het gebied zich volgens Matth.8:28 uitstrekte tot aan de oevers van het Galilese meer, tegenover de ruïnes van Muqeis of Umm Qers.

Galgal – omwenteling [van een wiel] – ook werveling – [Ezech. 10:13];

Galilea, meer van: - Galilese zee - [Galil] – ongeveer het gebied van Jozreël en Naftali – zij zijn aan hun spraak herkenbaar; De Gallileeërs waren sterk vermengd met de heidense bewoners, zodat men van het Galilea der heidenen sprak. [Jes.9:1]

Garizim - Onze vaders zeggen dat men op de berg Garizim, waar de eerste aartsvaders God al aanbeden hebben, God moet aanbidden. De Joden zeggen echter dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te aanbidden. Ik [de Heer] zeg, je kent toch de opperpriester Jonaël van Sichar die op de Garizim offerde? Jezus ging met de anderen vanuit het huis van Mattheus de tollenaar naar de berg Garizim en komt na een uur gaans bij de berg aan. bron: GJE1-66 - GJE1-25:4

Gea: andere naam voor aarde, onze planeet of ster

Geel, kleur:  kleur van de dood’

Geest van de wijn: de eeuwige waarheid [GJE3-225:18]

Geestelijke: het meest innerlijkste en het alles doordringendste

Geboortedag – Jezus zegt via Jakob Lorber: ‘Wie bijvoorbeeld eens per jaar de geboortedag van zijn vader viert moest eigenlijk ook iedere dag het geboorteuur vieren, wat beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse geboortedag! Ik zeg je, al dat soort herdenkingsfeesten van de mensen hebben voor Mij geen waarde, tenzij ze dagelijks of liever ieder uur in het hart doorleefd worden. Overigens wil Ik hiermee de echte herdenkingsfeesten niet opgeheven hebben, maar ze moeten naast het jaarlijkse ook het dagelijkse in het hart meebrengen, omdat ze anders als dood en dus zonder uitwerking betracht moeten worden.’ bron: GJE2-157

Gedachte: Gedachten vertegenwoordigen zichzelf concreet; e gedachte komt voort uit bewustzijn, en bewustzijn komt voort uit neigingen; er is niet het minste denken dat niet voortkwam uit een instromende plezierprikkel van de wil; al het denken van de geest is in ruimte zonder ruimte en in de tijd zonder tijd; en waar geen denken is, daar is ook geen idee; zo is innerlijk denken waarneming

Geest van de mens: de menselijke geest is een ontvanger voor het leven van zijn gemoed; hij leeft voort na de dood; als hij goed is hij een engelse geest en nadien ook een engel, als hij slecht is, is hij een satanische geest en nadien een satan; de geest van de mens is gemaakt uit eindige dingen, welke geestelijke substanties zijn;

Wanneer hij van het lichaam gescheiden is, heeft de geest de volledige vrijheid om te handelen in overeenstemming met zijn neigingen en de gedachten die daaruit voortkomen; de geest is de innerlijke mens, en het is datgene in hem wat hij denkt, wat hij wil en wat hij liefheeft, en dit is het aangename deel van zijn leven;

Hij staat constant in verbinding met zijn gelijkenden in de geestelijke wereld; aangezien zijn stoffelijke lichaam waarmee de geest omringd is, is zijn geest bij de mens in de natuurlijke wereld; de mens weet niet dat hij naar zijn gemoedstoestand in het midden van zijn gelijkende geesten staat.

De geest komt voort uit het feit dat de geesten met wie hij in de geestelijke wereld gemeenschap heeft, geestelijk spreken en spreken, maar de geest van de mens, zolang hij in een materieel lichaam is, op natuurlijke wijze spreekt handelt;

Engelgeesten worden zij genoemd die in de geestelijke wereld zijn om voorbereid te worden voor de hemel als engel.

Geestenwereld: de geestenwereld is tussen hemel en hel; alle samenlevingen hier, die ontelbaar zijn, zijn wonderbaarlijk gerangschikt volgens de natuurlijke neigingen, goed en slecht; die samenlevingen zijn gerangschikt volgens de goede natuurlijke neigingen en zijn gerelateerd aan de hemel; en samenlevingen die gerangschikt zijn volgens de slechte natuurlijke neigingen, deze zijn verbonden met de hel; het zijn verschillende toestanden waar de pas aangekomen geest doorheen gaat voordat hij de hemel of de hel binnengaat;

De geestenwereld verschijnt aan degenen die daar zijn als een grote aardomvang. Vanaf de  kindertijd tot de ouderdom verandert iedereen van siuatie in die wereld; allen die in die tussensfeer zijn, zijn innerlijk verbonden met de engelen van de hemel of metde duivels van de hel; ieder mens komt na de dood in de geestenwereld en is volledig dezelfde als voorheen. Iedereen kan bij binnenkomst met zijn overleden ouders, broers, familieleden en vrienden praten

Geheugen: het menselijk geheugen is het fundament van wetenschap, inzicht en wijsheid - ieder mens denkt vanuit de inhoud van zijn / haar geheugen - het menselijk geheugen is als de herkauwers bij vogels en dieren; het menselijke verstand is de echte maag, die de spijzen verteerd - wat niet ook in het verstand wordt opgenomen, blijft niet in de herinnering aan dingen, maar pas na de woorden

Geld – Darius de Grote [522-486 v. Chr.] was de eerste vorst die gouden en zilveren geldstukken liet maken; voorheen gebruikte men staven, ringen en stukken gewogen metaal, die een bepaalde waarde vertegenwoordigden, om zaken mee te doen – ook graan en andere goederen als betaalmiddel; echt gemunt geld leerden de Israëlieten in hun ballingschap kennen; eigen Hebreeuwse munten zien we pas ca. 160 v. Chr. verschijnen en dan niet met de beeltenis van een vorst erop, maar met symbolen van vruchtbaarheid; in de geestelijke wereld hebben ze ook gouden en zilveren munten; de grote geldzakken gevuld met zilver duiden in grote hoeveelheden de kennis van de waarheid aan

Gelijkenissen - Ik zal spreken in gelijkenissen en zal vertellen, wat vanaf het begin der wereld voor alle mensen een geheim was! (Matth. 13:35) - bron: GJE1-192 - Hebben de profeten dan niet bijna allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen en niet zonder gelijkenissen met de mensen zou spreken?' - Wij moeten proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden. bron: GJE1‑42

Geld – Darius de Grote [522-486 v. Chr.] was de eerste vorst die gouden en zilveren geldstukken liet maken; voorheen gebruikte men staven, ringen en stukken gewogen metaal, die een bepaalde waarde vertegenwoordigden, om zaken mee te doen – ook graan en andere goederen als betaalmiddel; echt gemunt geld leerden de Israëlieten in hun ballingschap kennen; eigen Hebreeuwse munten zien we pas ca. 160 v. Chr. verschijnen en dan niet met de beeltenis van een vorst erop, maar met symbolen van vruchtbaarheid;

Gelijkenissen - Ik zal spreken in gelijkenissen en zal vertellen, wat vanaf het begin der wereld voor alle mensen een geheim was! (Matth. 13:35) - bron: GJE1-192 - Hebben de profeten dan niet bijna allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen en niet zonder gelijkenissen met de mensen zou spreken?' - Wij moeten proberen onze geest wakker te maken door volgens Gods geboden te leven. Pas als de geest wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist hierin zal Zijn goddelijk woord zich eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden. bron: GJE1‑42

Gemoed: onze natuurlijke kennis, die allemaal gevangen zou moeten worden door de goddelijke liefde in ons zelf; het gemoed van de mens bestaat uit de wil en zijn verstand; wanneer deze twee één uitmaken, dan heet het ‘gemoed’. Omdat het verstand de ontvanger is van het goddelijke ware en de wil die van het goddelijke goede, is het menselijke gevoel, dat uit deze twee principes bestaat, niets anders dan een geestelijk en natuurlijk georganiseerde vorm van het goddelijke ware en het goddelijke goede.

De menselijke geest is een geestelijk organisme dat uitloopt in een natuurlijk organisme; het is gevormd in drie regio's volgens drie niveaus, zoals een huis met drie verdiepingen, en zoals de woningen van de engelen in de drie hemelen.

De menselijke geest groeit verder zoals zijn lichaam, het ene in de omvang, het andere in de wijsheid; het gemoed van elke persoon is zijn innerlijkheid, de ware echte mens en de geest wordt van regio tot regio verheven, maar dit vindt alleen van tijd tot tijd plaats wanneer de mens waarheden verwerft en verbinding maakt met het goede.

De geestesgesteldheid van de geest kijkt voornamelijk naar de geestelijke wereld; hij leeft voort na de dood en wordt dan geest genoemd; indien goed, dan is hij een engelengeest en wordt nadien een engel; als hij het kwade of slechte liefheeft, dan wordt hij een satanische geest, en daarna satans

Genezareth: Gennesaret – Chinneret, Gennesareth, Gennezareth – genne’saret – Romeinse naam voor Kinneret [Matth.14:34, Marc.6:53] stad op de noord-westelijke oever van het meer van Galilea – in Nafteli – wordt ook zee van Tiberias of zee van Galilea genoemd; het meer is ca. 21 km lang en 12 km breed; de jordaan stroomt er van noord naar zuid doorheen; Jezus ging bij Genezareth aan land na Zijn wandeling over het water. [Matth.14:34] – Elders staat er geschreven: ‘de zee van Galilea’. 

Genezijde: ‘Na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt, of het nu goed is of slecht, -het duurt even lang. En voor die eeuwige tijd geef Ik nu reeds een rechtvaardig oordeel: Ik vervloek al de steden, waarin Ik zoveel goeds gedaan heb en waarvan Ik nu een loon ontvang zoals jullie dat zojuist hoorden!’ GJE1-148 [2]

Georgië - Dit land bevindt zich precies in het gebied, dat historisch en door de Bijbel wordt aangeduid als Gog, Mesechg en Tubal. [zie verder Ezechiël 38,39];

Geplaagden door God: de diverse beproevingen of verzoekingen

Geresa: stad der Decapolis – de naam zelf wordt niet expliciet in de Bijbel genoemd. De Gerasenen daarover wel! [Luc.8:26 – Marc.5:1] – Niet te verwarren met de Girgasieten, dat verwisseld wordt met de  Gadarenen, de bewoners van Gadara. [Matth.8:28]

Gerazim: Gerizim – Gerizzim – een tweelingberg met de Ebal in het gebergte van Efraïm ten noordoosten en zuidoosten van Sichem; zie ook Richteren 9:7, Joh.4:20; deze berg is 870 m hoog en ligt tegenover de berg Ebal; het dal daartussen pronkt met de mooie naam Sichem; hier maakte God een verbond met Jozua, zoals dat verteld wordt in Joz. 24; de Samaritanen vieren elk jaar het paasfeest zo dicht mogelijk bij de top [de plaats heet nu NABLOES] –  Naam van een berg bij Sichem, zuidelijk tegenover de Ebal. De beg heet tegenwoordig Jebel et-Tor.

Geresa: [Gerasa – Jerasj] ‘eén van de steden van de Dekapolis. Niet ver van de rivier de Jabbok, waar Jako zijn worsteling had.n Bij deze stad genas Jezus een bezetene [Marc.5:1], Luc.8:26] – maar volgens Matth.8:28 vond een dergelijke gebeurtenis daarentegen plaats in Gadara.

Germanus - betekent in het Latijn broeder; 2000 jaar geleden waren de Germanen nog heidenen en er was geen enkele spoor meer over van geestelijke ontwikkeling te ontdekken. Toch waren de Germanen van die tijd – eens in Azië, de wieg van het mensengeslacht en hadden uit de hemelen de rechtstreekse opvoeding genoten. [GJE2-211,212]

Gericht: [tijd] het oordeel dat na de dood over de mens komt, hangt af van het gebruik van zijn vrije wil in geestelijke zaken; onder het oordeel wordt verstaan ​​onder het woord de veroordeling tot de hel, dat is de verdoemenis; voor de zaigmakng wordt de uitdrukking gericht niet gebruikt, maar voor opstanding tot leven.

Getal van het beest: in negatieve zin ‘zelfzucht’- in positieve zin: ‘dienstbaarheid’ – het getal 666 verzinnebeeld de geest of het leven in enerzijds het dier, waarbij de eigenliefde, hebzuht bij alle groten der aarde haar hoogste top bereikt heeft; dan is dat getal 666 in haar negatieve volheid, waarbij de eigenliefde voor het getal 600 staat, het gestolen hemelse vuur voor getal 60 [d.w.z. het goddelijk gebod is tienvoudig voor eigen toegepast] en maar 6 voor de naastenliefde [dat wil zeggen: hier geldt de meest volkomendste slavernij]

Gevoel: het gevoel zet de toon aan, de gedachte de rede - het louter natuurlijke gevoel is slechts begeerte - gelijkaardige houdingen verenigen zich, ongelijksoortige scheiden zich af - wat tot liefde behoort, wordt neiging genoemd - de neiging is in ruimte zonder ruimte - de neiging van liefde is in de hemel de warmte - de gedachte is een vorming van het gevoel - de uitstroming van de liefde wordt gevoelens genoemd

Geweten: het geweten op zichzelf is niet zomaar een pijn, maar een geestelijk verlangen om te handelen in overeenstemming met de gebruiken der religie en overtuigingen; de emotionele pijn, die sommigen als geweten beschouwen, is niet het geweten, maar een verzoeking die een strijd van geest en lichaam is en wanneer dit geestelijk is, komt dit voort uit het geweten;

Is zij daarentegen natuurlijk is, vindt het zijn oorsprong in ziekten; allen die een geweten hebben, spreken vanuit hun hart wat ze zeggen en doen wat ze doen vanuit hun hart

Gewichten en maten – een efa = 3,6 liter; een dagreis = 20 mijlen, een mijl = 1480 meter, een el = 50 cm., een juk = 50 are, een sabbatreis = 2000 el, stadie = 185 m;

Gezond: ge-zond = sound [Engels] = klinken,  gezond doordklinken

Gilgal – [steenkring] – in de omgeving van de Jordaan – 2 Kon.2:1 – op het gebergte van Efraïm of aan de voet van de Gerizim – 2 Kon.2:1, Deut.11:30; - Gilgal betekent feitelijk ‘incarnatie’. Een offerplaats bij Jericho in het zuidelijk deel van het Jordaandal. De Hebreeërs waren hier gelegerd, nadat ze over de Jordaan Kanaän waren binnengetrokken. [Joz.4:19, Mich 6:5] Ze plaatsten twaalf gedenkstenen, die ze van de droge rivierbedding hadden opgezegd [Joz.4:20]. Waarschijnlijk vond de overtrek van de Jordaan in de zoer of nazomer plaats. Zij werden tijdens hun kampement besneden. Ook wel steenhoop genoemd, ten oosten van Jericho [Joz.4:19] waar de Israelieten na hun vertrek uit Sittim en de wonderbare overtocht kampeerden. [Micha 6:5]

Godshuizen: Godshuizen: Waarin broeders samen zullen komen om dan de ene, alleen ware God de eer te geven. En hun kinderen zullen in de godshuizen onderwezen worden in de leer die Ik nu aan de mensen geef voor hun tijdelijke en eeuwige heil. bron: GJE2-172

Golangebergte -  5-30 kilometer oostelijk van het meer an Galilea;

Golgotha: Golgotha – Calvarië, Kalvariën – schedelplaats, schedelvorm – op deze plaats zou [volgens de legende] de schedel van Adam zijn begraven – vroeger een plaats buiten Jeruzalem – Hebr. 13:12; - [Gulgul-ta = schedel] – herken ook hier het woord ‘gilgal’ in. De naam van een heuveltje biij Oost-Jeruzalem, dat de vorm van een schedel had, gebruikt voor executies.

Gomorra: [gomor’ra] – voormalige stad in het dal van Siddim in he zuidelijk Dode-Zee gebied. Werd verwoest om zijn verdorvenheid. [Gen.10:19 en Gen.13:10] – Het symbool van het kwaad. [Deut.32:32] – wordt samen met Sodom genoemd – zuid-oostelijk van de Dode Zee of onder dit meer; stad van de Pentapolis.

Gouden kalf: toen de Israëlieten ongeduldig 40 dagen wachten op Mozes, die op de berg Horeb was, maakten zij een gouden kalf en aanbaden het; De Heer noemden toen Zijn volk niet meer ‘Mijn volk’, maar zei tegen Mozes: ‘uw volk’; dit gouden kalf vermorzelde Mozes tot pulver en wierp het in de zee en liet het volk daarvan drinken [homeopathische remedi];

Griekenland: het land van JAVA in het Oude Testament. Hebr. equivalent van ons Jonië. Gen.10:2,4 = 1 Kron.1:5,7 – Wordt nast Tubal genoemd in Jes.66:19, Ez.27:1, Joël [3] 4:6 – de Joniërs – Zach.9:13 – Dan8:21, 10:20, 11:2

Graal: komt van het Arabische ‘kerel’= kelk  - ker of cer [cor] = hart en ‘el ‘ is het licht van God – in het Latijn: calix ca = kracht lix [spreek lich] = licht [Lat. lux]

Groen: de hoop, het vertrouwen, de hoop; deze kleur is de intensiefste en daarom ook de krachtigste kleur

Grijsaard: deze waren bij de oude oervaders de tekenen van wijsheid

Gymnasium: ook aan gene zijde bestaan scholen of hoge scholen

H: [Hebr.] letterr: dat de naam van Abram en Saraï bijgevoegd werd, betekent het oneindige en eeuwige

Haardracht Jezus - Jezus haardracht zou krullig zijn, toen Hij nog als zoon van Jozef werkte in het timmermansvak. [bron: GJE2-49]

Hagel: betekent het helse slechte

Had Nes: dichtbij de Jordaan, waar Johannes doopte - ca 40 minuten lopen

Hades: De Hades heeft een vorst, die de boze engel des doods tot dienen  ondergeschikt zijn. Deze zoeken alle afgescheiden geesten, die hier aankomen en nog niet hun einde vol gemaakt hebben, dat wil zeggen, die nog niet deemoedig, zachtmoedig en liefdevol genoeg zijn tot het burgerschap van de hemel, of het christendom nog niet helemaal hebben aangetrokken, op allerlei wijze verleiden, verwarren, betoveren, of ook wel tot kwellen bereid. Intussen, wanneer zij het slechts verlangen, worden zij steeds begeleid door goede engelen, die hen zo lang met onderricht begeleiden, tot zij het nog achterstallige van het menselijke verderf volledig hebben afgelegd door de werking van de Heilige Geest. Dat een zulke vorst van de Hades bestaat, die met de boze doodsengelen eens een streng gericht zal moeten aangaan, dat bewijzen toch de Bijbelteksten in de Openbaringen van Johannes 20:13,14: de dood en de hel gaven hun doden, enz. en de dood en de hel werden geworpen in de vurige poel. In de Griekse grondspraak heet het echter niet Gehenna, (hel), maar Hades, de dodenhouder. Hoe kan nu de dood of de dodenhouder in de vurige poel bestraft worden? – Die uitdrukking is even zo onzinnig, als iemand zegt: de gevangenis is opgehangen of door het zwaar ter dood gebracht worden.  Bijgevolg zal veel meer de meester van de kerker, de vorst van Hades met zijn dienaren, en het totale leger van de boze doodsengelen, die scherprichters van het eeuwige zijn, daaronder verstaan worden.

Hand - De linkerhand komt overeen met de liefde (hartkant), de rechterhand correspondeert met wereldse bezigheden. Zoals de ene hand de andere wast, zo is het ook hier; de ene dienst is de andere waard! De Heer geeft dat altijd zelfs weer dwars en dubbel terug! [GJE1-34,  GJE 1-44:2)

Hand = de wil, de daad [goed of slecht]

Hand, linker: de wil van de liefde

Handel - Waar handel wordt gedreven, daar hebben geloof en liefde afgedaan en daar waar deze beide verdwenen zijn, daar kan de Heer weinig of niets doen. (GJE 1-12-5)

Haran [Harran of Charan] – belangrijkste handelsstad en karavaancentrum in het noord-westen van Mesopotamië aan de Balikh, waarbij Abrahams familie gevestig was. De ruïnes bij het dorp Haran bestaan nog! Hier vestigde Terach, de vader van Abraham zich met zijn familie en hij stierf daar later [Gen.11:31,32] -  h

[H]armageddon, - centrum van de Apocalyps – 4 km lang gaat het omhoog – de Serpentines – smal en stijl – zie ook Open.1:17 – Richteren 4:14 en 5:1 – berg van Megiddo – 2 Kon. 23:29 en 2 Kron. 35:22 – Openb.16:16 – Hebreeuws gebergte van Giddo. Vooral sinds de dood van Josia bij deze plaats werd de naam een symbool van ongeluk voor de legers die zich daar verzamelden. [Zach.12:11] - Harmaggeddon duidt de staat aan en de impuls te strijdden vanuit vervalste waarheden, voortkomend uit machtswellust

Hart en longen: Hart en longen zijn de twee essentiële onderdelen die ontstaan ​​en bestaan ​​in het menselijk lichaam - deze twee zijn in elk van hen werkzaam, omdat het hart overeenkomt met liefde en de longen met de wijsheid; het hart correspondeert met de wil en het goede, inclusief de activiteit van liefde; de ademhaling van de longen jomt overeen met het verstand en diens waarheden en ook het geloof; het hart produceert zonder zuurstof geen enkele beweging of gewaarwording zonder door de longen te ademen, echter via de longen te ademen, staan deze twee – longen en hart – mwt elkaar in verbinding. Een nieuw hart geeft een nieuwe wil

Heber: [Eber]: genoemd als 4e van de 10e generatie tussen Sem en Abraham. [Gen.11:14] – Sem wordt de vader van alle zonen genoemd, terwijl in Gen.10:25 Arabische stammen met Heber in verband worden gebracht. Later komt Heber als persoonsnaam voor in Neh.12:20

Hebreeën:  zie  ook Heber. Specifieke benaming der oude Israëlieten, het meest gebruikt in de verhalen van Joseph en Mozes, vooral waar een Egyptenaar over de Israëlieten spreekt. Door niet-Israëlieten werd deze naam met verachting gebruikt.

Hebron: [he’bron] – el-Khalil – Kanaänitische koningsstad in het bergland van Juda. Hier woonde Abraham [Gen.13:18] en hij begroef zijn vrouw in de grot van Makpela. [Gen.23:9,19]

Hebron wordt ook Kirjath-Arba genoemd – de eerste residentie van David.

Heidenen:  het industriële en de dienaren van de afgoderij [HG3-454:6 en GJE9-40:7]

Heilig Avondmaal: het brood wordt het goddelijk goede in de hemel, en de wijn wordt het goddelijk ware genoemd, beiden van de Heer; het heilige Avondmaal is het allerheiligste van de godsdienst. Het is een sacrament van boete en daarom tot inleiding tot de hemel

Heilige Geest: de hoogste kracht van de goddelijke liefde, de machtigste wil van God waardoor de werken en wezens hun volledige bestaan ​​krijgen - het is het grote uitgesproken woord 'worde!' - en het is daar wat de liefde en de wijsheid in God besloten heeft; In de woorden van het Oude Testament wordt de Heilige Geest nooit als God genoemd, maar alleen de Geest van de Heiligheid op drie plaatsen; het leven dat van de Heer uitgaat, wordt de geest van God genoemd en in de Bijbel [het Woord] de Heilige Geest

Heilige Schrift: het Woord is het goddelijke ware zelf - de hele heilige Schrift profeteert over de Heer en voorspelt Zijn komst - de Bijbel werd gedicteerd door de Heer zelf, is in het algemeen en in het bijzonder als het huwelijk van het goede en het ware; de Heilige Schrift is als een spiegel, waarin men God ziet, maar ieder op zijn eigen manier; de Bijbel is de volheid van God

Hel: een overmaat aan dingen [GJE2-185:12,13]  - de hel wordt gevormd door mensen met hun slechte gebruikmaking tegen God en na hun sterven duivels en satans werden - de hel bestaat uit myriaden van myriaden van geesten, en vanwege al diegenen die geschapen zijn door de schepping van de wereld, het kwaad in het leven en onwaarheden hebben gediend en van het geloof en God verwijderd zijn. De hellen zijn gerangschikt in ontelbare samenlevingen of verenigingen volgens alle verschillen in de liefde voor het kwaad. Toen de Heer in de wereld kwam, overwoog de macht van de hel de macht van de hemel te overtroefen. In die tijd van Jezus waren de hellen zo vol en hoog geworden, zodat ze de gehele geestenwereld vulden, die zich in het midden tussen hemel en hel bevindt, en niet alleen de onderste hemel in beroering brachten, maar ook kwamen tot de middelste hemel en op uizend manieren twist veroorzaakten.

In de hel zijn degenen die zichzelf hebben liefgehad en vooral de wereld. De hel is onder de aarde van de geestelijke wereld, die van geestelijke oorsprong is en de hel is daarom niet in het uitspansel, maar in het schijnbare verlengde ervan. De hel bestaat uit grotten en tuchthuizen. De rook die men in de hellen ziet, bestaat uit de onwaarheden, veroorzaakt door geraffinneerheid en het vuur is de woede die oplaait tegen de tegenstrijdigen; het helse vuur is vijandschap, haat en wraak

Hemel, grote: het is een wet van orde dat de mens zijn natuurlijke wereld in het klein moet regeren vanuit zijn hemel in het klein, of zijn geestelijke wereld in het klein, zoals God vanuit zijn grote hemel de grote wereld regeert

Hemellichamen - De hoogmoedige mens werd tijdelijk in een vast gericht geplaatst, waardoor de vorming van hemellichamen kwam. Ik zeg je: Deze aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke hemel met haar. zonnen, manen en alle werelden, zullen eenmaal vergaan, als al de daarin door het oordeel gevangen gehouden geesten via de vleselijke weg zuivere geesten zijn geworden; maar de zuivere geesten blijven voor altijd, en zullen en kunnen, net als Ik en Mijn woord, in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan. -Zeg nu eens, of je dit goed begrepen hebt!' [GJE1-165:10, GJE1-4:4]

Hersenen: het menselijk brein is een geestelijk en natuurlijk georganiseerde vorm van het goddelijke ware en het goddelijke goed - de hersenen zijn georganiseerd en het gemoed zit erin; activiteit en interactie in het geestelijk organisme van de hersenen samen met het leven,  dat vanuit de Heer binnenstroomt; de mens heeft twee hersens; één in de achterkant van het hoofd, dat de kleine hersenen wordt genoemd, en de andere in het voorhoofd, die de grote hersenen wordt genoemd; de liefde van de wil woont in ons kleine brein, en het denken van de geest in het grote brein

Hoer[erij]: de wereld [HG2-155:7]

Hond: symbool van trouwheid

Hor, de berg – op deze berg [op de grens van Edom] stierf Aäron, toen hij er met zijn volk langs kwam op weg van Egypte naar Kanaän [éen van de laatste legerplaatsen op de Uittocht].

Horeb, berg – de berg van de wetgeving als zodanig voorkomend in Ex.17:6

Huis: voor de meeste nieuwkomers in de geestenwereld zal een huis worden voorbereid dat lijkt op het huis waarin ze in de wereld verbleven

Huis van de Heer: de liefde van de Vader [HG3-11:15]

Huis van God: het goddelijk woord en de goddelijke eer – de mensen, die het woord van God horen, en het met vreugde in zich opnemen en ernaar leven [GJE7-171:14 en GJE8-122:16]

Huisraad: wereldse voordelen [GJE9-70:7]

Huizen bouwen, duur uitziende – De Heer: ‘Maar Ik zeg je: Bouw in de toekomst geen duur uitziende huizen, maar ga in armelijke hutjes wonen, en dan zal er niemand van jullie belasting eisen behalve de koning van Rome, die daar alleen het recht toe heeft; en hij vraagt slechts twee tot drie honderdsten. Als je dan wat hebt, dan kun je het geven, en heb je niets, dan ben je vrij. Maar later zullen we nog meer daarover zeggen. Ga nu echter in je huizen zonder dak; daar zul je eten en kleding vinden! Voed en kleed je en kom dan terug, en Ik zal dan nadere bijzonderheden met jullie afspreken!' [GJE1-132:9,10]

Hut van Jezus – deze lag tamelijk ver in de woestijn bij Had Nes, circa 45 minuten lopen van de Jordaan. De hut was uit leem en biezen, een onherbergzame plek. In de hut kon je net in staan, niet zo ver van de plek waar Johannes de Doper predikte.

I of J-letter – Hebr: Jod, het levenswiel, van van het leven

Ibri: Hebreeër [van gene zijde!]

IJdelheid: iedere ijdelheid is het zaad van de hoogmoed, waaruit al het kwaad in de wereld gekomen is, nog komt en altijd zal komen.  GJE2-206, GJE1-108

IJsland: In Jezus tijd werd men bij ernstige schennis [in Palestia] verbannen naar de ijslanden van Europa!

Immuniteit van de ziel: De grotere ongevoeligheid (van het lichaam) is alleen maar een gevolg van de door allerlei zelfverloochening vrijer van het lichaam geworden ziel, waardoor dan ook de juiste harding van het lichaam tot stand komt. [GJE3-12-2]

India: Uit het Oude Woord en het israëlische Woord verspreidden de religieuze leringen zich naar India en hun eilanden - degenen in India, enz., die in een God geloven en volgens de voorschriften van hun religie leven, worden ingevolge hun geloof en handelwijze zalig.

Intelligentiedeeltjes: zielspartikelen

Intrede in het geestelijke rijk, meestal op de 3e dag na het overlijden.

Ish en isha: man en vrouw

Israël: betekent de geestelijke kerk

Jaartijd - In het rijk der reine geesten zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag. Opmerking: dan komt de Heer weer terug op de 3e werelddag, d.w.z. tussen 2000-3000 jaar n. Chr. [bron: GJE2-63]

Jaargetijden of seizoenen:  lente = het eerste leven van liefde in de mens; zomer = de volste energie uit het leven van de liefde; herfst = vruchten van de werken van de liefde en genade ; winter = koude in rust, maar daardoor het meest ontvankelijk voor de warmte.

Jaar van de schepping: Het jaar 4151 na de schepping van Adam werd het Kindje Jezus geboren in het jaar 6 v. Chr.   Het jaar neemt zijn begin in de lente.

De opbouw van Jeruzalem duurde 7 x 7 jaren = 49 jaar, tot de Messias kwam. 62x7 = 434 + 49 = 483 + 3 ½  = 486,5 jaar. In het 20e jaar van Artaxerxes was er een gebod om het herstel aan Jeruzalem in 455 v. Chr.  Het verschil tussen 455 en 483 is 28 jaar. Jezus begon waarschijnlijk in het jaar 25 n. Chr. met Zijn missie in het 15e regeringsjaar van Tiberius. [opmerking: het een en ander is onzeker en het jaar 483 kan ‘bewust’ gekozen zijn om deze berekening ‘kloppend’ te maken!, maar wel een impuls hierover na de denken];

Jabes – de plaats waar koning Saul met zijn zonen is begraven;

 

Jakobsbron: De oude Jacobsbron lag nauwelijks veertig passen voor het oeroude dorpje van Jacob, richting Sichar. Deze bron stond op een zeer goede waterader, er omheen bevond zich een ouderwetse sierlijk gemetselde rand en ernaast groeiden schaduwrijke bomen. Het gesprek vond plaats op een hete zomerse dag met een Samaritaanse vrouw. Het was hoogzomer! – waarschijnlijk half augustus. De inwoners van dit dorpje sloten zich af voor de joden, dus ook toen Jezus en de Zijnen het dorp binnentrok. Datzelfde, zei Jezus Zijn leerlingen, zal ons lichamelijk en vooral geestelijk nog heel vaak overkomen, als wij door de dorst van onze liefde gedreven aan de deuren (harten) van de mensen zullen kloppen om een kruik te zoeken voor het putten van het levende water; maar wij zullen de harten gesloten en leeg vinden. (GJE 1-25-7,11) en 1-29-2)  

Jakobsladder: de zielsmatige ontwikeling via de minerale wereld, planten en dieren tot een mensenziel

Jammeren: klagen

Japan: Nippon, Ihypon [een zekere tuin]

Jaren - In het rijk der reine geesten zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag. [Opmerking: dan komt de Heer weer terug op de 3e werelddag, d.w.z. tussen 2000-3000 jaar n. Chr., dat is dus in het jaar 6000 – we leven in het Joodse jaar 5775, maar het aangegeven jaar via Lorber is 4151+2000=6151] – De verwachting is binnen 10-15 jaar! bron: GJE2-63

Jebus: Kanaänitische naam voor Jeruzalem [Joz.18:28, Richt.19:10,11 en 1 Kron.11:4,5 - Richt. 19:10] oude naam van Jeruzalem waar de Jebusieten wonen; De Kanaänieten waren de nakomelingen van Cham, een zoon van Noach. De Jebusieten waren leden en de oude bewoners van Jeruzalem en een Kanaänitische volksstam, die in Palestina woonde, toen de Israëlieten dit ca. 1300 v. Chr. veroverden. [Joz.15:8. 18:16, Richt.1:21, Num.13:29, Ezr.9:1, Zach.9:7] - Zolang de Jebusieten de baas waren in Jeruzalem, heette de stad Jebus. In de dagen der Jebusieten bestond er al een waterschacht. Op de oostelijke heuvel van het oude Jeruzalem was (is) er een bron. De beek Gihon op de Ofelheuvel. Ook de heuvel Moria (tempelberg) en Bezetha. Jeruzalem als URU SALIM of URU-SILIM-MA. De Kalvarieberg is in het midden gespleten. De helling van de Ofelheuvel is steil.  [2 Samuel 5:6]. Vroeger heette de vesting Jebus de burg Zion en de stad van David. Het oudste Jeruzalem lag op de oostelijke heuvel.

Jericho: oude oasestad [Palmstad - Deut.34:3] in de onderste Jordaanvallei, soms Palmenstd genoemd, waartegenover de Israëlieten lagen vóór hun intocht, en als eerste stad door hen veroverd, als zodanig zeer dikwijls genoemd in de Bijbel, herbouwd onder Achab [1 Kon.16:34] – bezocht door Elia en Elisa, welke laatste het water van de bron gezond maakte [2 Kon.2:4] – tegenwordig heet het Tell es-Sultan met de rijk stromende Elisabron, 2 km ten N.W. van het stadje Riha, da de naam bewaart, terwijl de ruïnen van het Herodiaanse Jericho, dat Jezus bezocht, nog zuidelijker liggen. Stad aan de wadi Qilt, die de weg naar Jeruzalem bewaakte. Herodes de Grote stierf in het paleis dat hij hier bouwde. Jezus riep bij Jericho Zacheus uit de vijgenboom naar beneden. [ Luc.19:1] Een barmhartige Samaritaan hielp een reiziger op weg naar Jericho [Luc.10:30] - Maanstad – stadje aan de benedenloop van de Jordaan; - de oudtestamentische stad lag waar nu de bron van Elisa is bij de heuvel Tell-er-Sultan; 3 km daar vandaan lag het het nieuwtestamentische Jericho. Het oude Jericho als puinheuvel heet wel de ‘Tell es-sultan’.  Er zijn stadsmuren gevonden. Men vond de resten van een wijdere buitenmuur, die om de voet van de heuvel  liep en daarbinnen een dubbele muur. In de tijd van Jezus bestond er een dubbele Jericho, het oude en het Herodiaanse. Het moderne Jericho is het dorp, dat de Arabische naam Er-Riha draagt, ten Oosten van het nieuwe Jericho, meer naar de Jordaan toe. Van Jericho naar Jeruzalem is het een steile klim. Een andere weg is korter, maar door Samaria. Een stenige weg, hoog en laag kronkelland. Zelfs voorbij Bethel [Jakobsladder].  Geestelijk bezien betekent Jericho: de geestenwereld.

Jeruzalem: sinds de verovering door David de hoofdstad van zijn en Salomo’s rijk, later van Juda.  Door de Arabieren el-Qudds genoemd, dat is de heilige stad. Stad van Salem = vredestichting – een zeer oude stad met als eerste naam Salem – Gen. 14:18 – daarna bekend als Jebus; ligt 53 km van de Middellandse Zee en ruim 20 km van de Dode Zee. Het rotsplateau waarop het is gebouwd was 765 m. hoog. Jeruzalem werd toegedeeld aan Benjamin, die de Jebusieten niet kon verdrijven. [Joz.15:8, Joz.18:28, Richt.1:21, Richt.19:10] – Later ingenomen door David, die er de hoofdstad van zijn rijk maakte. Het wordt ook Jebus en stad van David genoemd [1 Kron.11:4,5,7] – David bracht de ark van het verbond hierheen om dit tot het middelpunt van het land te maken. De stad wordt ook wel Sion genoemd. Hoofdstad van Juda, na de scheuring van de monarchie na de dood van Salomo. Jezus van Nazareth werd in Jeruzalem gekruisigd in 28 n. Chr. [Matth.16:21] – Ruha = residentie – sa = voor de,  Jeruzalem is de stad van God en geestelijk betekent het: ‘het Goddelijk Woord’  of de ‘Goddelijke leer’. Jeruzalem met zijn 12 poorten [12 stammen v. Israël[ Het eeuwige rijk  van God en het ware leven. Jeruzalem betekent de kerk. Volgens het gericht wordt onder Jeruzalem de kerk verstaan ​​met betrekking tot de leer waarin alleen de Heer wordt vereerd

Job, Bijbelboek: het boek van de oude kerk en is geschreven vol met overeenstemmingen

Jongste dag: de dag waarop de menselijke ziel uit zijn lichaam wordt gehaald - wanneer de mens zijn lichaam zal verlaten en de Heer hem zal verlossen uit het gericht van de materie, dit is het ontwaken op de jongste [laatste] dag

Jordaan: de feitelijke rivier van Israël [Palestina] aan de voet van de berg Hermon door samenvloeiing van bergbeken en bronwater [43 meter boven Middellandse zeeniveau]. Stroomt door het Hulemeer [ca. 2 meter boven de zeespiegel], dat zuidelijker van de berg H. is gelegen. En bereikt na 16 kilometer het meer van Galilea [ca. - 212 meter onder de zeespiegel], stroomt vervolgens 350 kilometer na een bochtig verloop, in de Dode Zee. [ca -392 meter beneden de normale zeespiegel].

Jordaan betekent; het afdalende; zij ontspringt tussen de Libanon en de Hermon met een lengte van wel 400 km, terwijl de afstand slechts 200 km is. De Jordaan was in de tijd van Jezus tijd zo’n 200-300 meter breed, feitelijk een geologisch fenomeen. Van zijn bron in het Hermongebergte tot aan de monding van de Dode Zee stijgt hij op de kortste weg over de 900 brede hoogte naar beneden. Aan de benedenloop hebben de discipelen van Johannes de doper aan een ford met de naam Betabar of Betanie – een soort trap gebouwd. De rivier de Jordaan en niet ver van de woestenij bij Bethabara, waar deze rivier in de zee (het Galilea-meer) valt, en er dan doorheen stroomt en zich vervolgens naar de Dode Zee richt. [GJE2-82] De Jordaan in de omgeving van Bethabara staat zomers vaak droog, vooral half juni tot in augustus. (GJE 1-12-1)

De Highway nr. 90 loopt door het dal van de Jordaan naar Bet shean. Beit Yosef is breed en lang en werpt zich als een eindeloos landschap op en onderbroken door militaire straatversperringen en wegcafe’s, die goedkope benzine en droge maisfladen verkopen. Links zijn dan de hoogten van de Judese woestijn te zien. De grote scheur van het Jordaandal is wel het merkwaardigste geologisch verschijnsel ter wereld. Het sterkst in El Ghor. Hemelsbreed is het 100 km. lang. Officieel heet het de Jordaan als: ‘Al Urdun’ en betekent  ‘afdalen’. De breedte is 35 meter [of 30 meter]. Soms wel een diepte tot 4 meter.

Joodse jaartelling: deze begint vanaf Adam. De reguliere joodse telling geeft een verschil van 391 jaar. Het feitelijk scheppingsjaar vanaf Adam is 4151 v. Chr.  [en onze wereldtelling: 4026] Jezus is dus geboren in 4151 of resp. 4026. Het joodse jaar wordt niet aangegeven als ‘Anno Domini’ [ad: in het jaar van de Heer, met het geboortejaar 0 van Jezus als beginpunt], maar als ‘Anno Mundi’ [AM: in het jaar van de wereld, met het scheppingsjaar 4151 resp. 4026 als beginpunt].

Kalender, joodse = De joodse kalender rekent met maanmaanden – een jaar duurt 354 dagen;

Kalvarië = Golgotha – ook deze heuvelrots is samen met de muren en huizen van Jeruzalem ingestort tot volledig puin door een aardbeving; inwoners in het nu huidige deel van Oost-Jeruzalem [oud-Jeruzalem] beweren, dat deze heuvel nu in privébezit is

Kana: dorp in Galilea.  Geboorteplaats van Natanaël [Joh.21:2, Joh.4:46]\

Kanaän:  afstammeling van de ‘zoon van Cham’ – het betekent ‘handelaar’, ‘kramersvolk’ [Zef.1:11] en ‘koopman’ in Zach.14:21 [a-nou-an: de kracht van het geestelijk nieuwe land] - Het beloofde land – is de naam van de helft van Palestina, die tussen de Jordaan en de Middellandse Zee ligt. Als in het OT over Kanaän wordt gesproken, bedoelt men het gebied tussen Egypte tot Syrië. Purperland, naar de purperkleurige rotsen – de purperverf komt uit Fenicië; de verklaring laagland slaat alleen op de kuststreek; verder is het een bergland; het land wordt bewoond door vele volken, voornamelijk afstammend van Cham. De spraak van Kanaän is Hebreeuws – Jesaja 19:18 – Hos. 12:8; gebruikt als scheldwoord voor Israël; Ka-Nani betekent ‘land van de welstand’ – het ziet er op het eerste gezicht stenig uit, waar eens in haar districten aan de Jordaan mogelijk het hof van Eden heeft gelegen of bij Bethlehem. Niet ver daarvandaan, stroomde de Jacobsrivier in de Jordaan, en kwam het grote ongeluk over Adam en zijn familie – zie ook Deut 29:22 - Kanaan bij Bethlechem had een

Kapernaum: [Kafar’naum] – een vissersdorp of stadje op de noordwestelijke oever van het Galilese meer, 10 kilometer boven Tiberias. Tegenwoordig: Tell Hum. Hier begon Jezus zijn prediking in Galilea [Matth.4:13] en Hij onderrichtte in de synagoge [Joh.6:59] – Jezus weeklaade over Kapernaum [Matth.11:23, Luc.10:15] Er was daar een beschermmuur in een loodrechte rotswand circa 40 meter over de Jordaan in de hoogte van het tegenoverliggende Kapernaum. Daar moet 2000 jaar geleden traptreden bestaan hebben en men kon toen zo naar beneden lopen. Niet ver van deze plek werd ook Jezus gedoopt; Niet ver van Kapernaum ligt een bergvlakte waar Jezus de zaligpredikingen verkondigde – kort boven de Eremosgrot opent zich vandaag nog een bepaalde vorm van terras die met de berg (1200 meter hoog) in de rug het karakter heeft van een amfibietheater – op deze plek vermoedt men de bergprediking – zijwaarts over de Tagha kan men deze betoverende plek opzoeken – de Bergprediking met 7 geboden – het midden van de Bergprediking is een gebed met 7 verzoeken – de 4e is brood; Bij Tell-Hum liggen ruïnes van K. Maar het feitelijke Kapernaüm heeft noordelijker en oostelijker gelegen, omdat 2000 jaar geleden het meer van Galilea 1/3 groter was dan nu het geval is. Alle steden en dorpjes moeten dan ook historisch verder landinwaarts gezocht worden, hoewel daar geen of nauwelijks sporen meer van zijn overgebleven. Dorp van Nahum;  Kafarnaum moet heel mooi gelegen hebben in de omgeving van het meer; dit hebben uitgravingen bevestigd - 1Kor 9:5

Katten: de ogen van katten verschijnen als lichten ingevolge hun brandende begeerte naar muizen

Kelk - De kelk waaruit Jezus later gedronken heeft was altijd in bezit geweest van de kinderen van Noach. De kelk is zelfs in Egypte geweest. Misschien heeft Jozef, de onderkoning daaruit gedronken en deze drinkbeker expres in de korenzakken van zijn broers gedaan. Dat is echter een gissing. Ook Mozes bezat de kelk. Haar massa was zo dik als die van een klokkenschaal. De kelk is ook bewaard gebleven bij Jakobus, de stiefbroer van Jezus [Jacob de kleinere]. Melchizedek bracht deze uit het land van Semiramis naar Kanaan. De kelk heeft bovenop de ark gestaan. Na het offer van Melchizedek bleef de kelk bij Abraham.  Ook Mozes bezat hem.   De kelk zal eens voor de dag komen. 

Kenieten – afstammelingen van Kaïn; deze nomaden trokken op het Sinaï-schiereiland rond en leefden van smidswerk. De Chinezen zijn de afstammelingen van Kajin. De C kan ook als een K worden uitgesproken [dus Kina];

Kerit [beek]

Kerstfeest – dit feest wordt regulier op 25 december gevierd – de Grieks- orthodoxe kerk doet dit op 9 januari, hoewel Jezus in het echt geboren werd in het joodse jaar 4151 na de schepping van Adam op 7 januari. [onze tijd: 4026 n. Adam]

Kidron, Kedron:  diep dal tussen Jeruzalem en de olijfberg - een 5 km lang diep dal ten oosten van Jeruzalem; ook was er de beek Kidron die erdoor heen stroomde, vooral tijdens het regenseizoen. Beek oostelijk van Jeruzalem, tussen de stad en de olijfberg, stromend naar de Dode Zee – 2 Sam. 15:23 en Joh. 18:1

Kinneret: vroeger een versterkte stad aan de weg langs de noord-westelijke oever van het Galilese meer en toebedeeld aan de stam van Naftali. In Joz.11:12 heet het ‘Kinarot’ of ‘Kinneret’ en in Matth.14:34 ‘Gennesaret’ en in Marc.6:53 genoemd als centrum van een streek.

Kinnor: een tokkelinstrument, waar o.a. David op speelde;

Kinarot: Cinneroth, Kinneroth = harp = vergelijk de vorm van het meer van Genezareth;

Klappertanden en wenen: wereldse calamteiten over het recht, waarheid en leven [GJE8-195:12]

Kleed, wit:  symbool van onschuld

Klinker [vocaal]: omdat hij de tonage dient; betekent het gevoel of een hiertoe. De klinkers I en E kan men in de derde hemel niet uitspreken, maar daarvoor hebben ze wel de klinker Y en EU [of Ü en Ö]; de letters A, O en U zijn bij hen speciaal in gebruik, omdat ze een volle toon geven

Kloof: er bestaat een grote kloof tussen de hemel en de hel

Komeet: Een komeet aan het uitspansel: dat is niets anders dan een nieuw geschapen wereld in wording! De kern ervan is het vat tot opname van voedende levens­kracht uit Mij. Die levenskracht wordt door een van Mij uitgegaan spe­ciaal vuur zeer krachtig door­gloeit, en lost zich daardoor op in voedende dampen. Maar om nu te voorkomen, dat die dampen, die een reeds enigszins ontwikkelde levens­kracht bezitten, zouden vervluch­tigen, en aan het nieuwe hemel­lichaam zouden worden onttrok­ken, worden ze door ontelbare monaden (etherdiertjes) opgeno­men, en die voegen ze dan weer tot verdere voltooiing aan dat he­mellichaam in wording toe. Kijk dat is nu die gelijkenis, van de echte komeet en onze melkschotel-komeet! (bron: de jeugd van Jezus, hfds.220)

Koningen - Heersers en veldheren moeten er wel zijn; maar begrijp goed, dat deze door God daarvoor zijn uitgekozen en geroepen en voorts rechtstreekse afstammelingen van vroeger gezalfde konin­gen moeten zijn. Die zijn dan geroepen. Maar wee ieder ander, die zijn arme hit verlaat en zich beijvert om door allerlei middelen de heersersstaf te  verkrijgen! Werkelijk, die zou beter nooit geboren kunnen zijn. bron: GJE2-9

Korenschop - De Heer heeft Zijn grote korenschop in Zijn hand; Hij zal Zijn dorsvloer vegen zoals Hij wil en Hij zal het koren in Zijn schuur verzamelen, het kaf echter verbranden met het eeuwige vuur en uit de as maken wat Hij wil. De akker (wereld)  is van Hem en ook het koren (de kinderen van God). Het kaf (kinderen van de wereld of van de duivel). Van Hem is de schuur (de hemel) en van Hem is het vuur (de hel) dat nooit uitgaat.  (GJE 1-24-1-2)

Kosmos: KSM [K=kracht, S=vuur, actief verwekkende geest, M= water, het vormgevende zielselement

Kreta:grootste eiland in de Middellandse Zee – ookdaarheen zijn de joden in de verstrooiing gekomen zoals wij begrijpen uit de volkerenlijst van Hand. 2:9, e.v.

Krokodillen: de begeerten van de hel

Kruis: een beeld van geloof bij de rechtopstaande balk: dat is liefde tot God – de dwarsbalk van het kruis symboliseert de liefde tot de naaste

Kruislijden van Jezus: de verlossing en het lijden aan het kruis zijn twee verschillende dingen die niet mogen worden verward; de mening dat het lijden aan het kruis de verlossing zelf was, is een fundamentele fout van de kerk

Letters: in de geestelijke wereld – dus niet in de hemelrijken – existeren de harde consonanten. Het schrift in de derde hemel bestaat uit omhulde en uit diverse gekromde letters, bij welk ieder letter een bepaald nut heeft. De letters bij de engelen in het geestelijke rijk lijken op onze letters op aarde, en meer nog op de Arabische letters, bij anderen weer op het oud-Hebreeuws; de letters zijn echter van boven en beneden omgebogen en hebben elk een geestelijke betekenis.

Longen: komt overeen met de geest met zijn waarheden

Lichaam van Jezus: het uiterlijke goddelijke woord; het kruis afnemen = het Woord [de Bijbel] bevrijden van de schijnbare tegenstrijdigheden; het lichaam zalven en omwikkelen = waardering en respect voor het goddelijke woord; het lichaam van Jezus begraven = levenloze dorst naar kennis om verworven kennis in het graf van het diepere begrip te plaatsen

Lucht: geen enkele kwaliteit van de lucht kan worden verhoogd tot enige kwaliteit van de ether

Luz: amandel – oude naam van Bethel, door Jakob veranderd. In Joz.16:2 schijnt men twee diverse plaatsen te veronderstellen. Het is is een Knanaänitische naam voor Betel.

Maan: In het evangelie van Jakobus vraagt Jonathan [in Ostracine – Egypte] over de Maan. De Heer zegt hem dan, ‘dat de Maan een nevenaarde is, die eveneens ook bergen, dalen, vruchten, dieren en mensenwezens heeft. Een deel van de Maan, dat wij met het blote oog niet kunnen zien, lijkt op de Aarde. Haar licht komt door de Zon en haar lichtwisseling komt door haar positie en dit verandert elke minuut door de draaiing der Aarde. De vlekken, die wij op de Maan zien, zijn diepere en donkere oorden van beproevingen’. (Jakobus Evangelie 1-174) – Op elke Maan op de van de planeet afgewende kant, voortdurend bewoond door mensen en dieren en is er vegetatie, water, lucht en alles, wat voor ondersteuning van het natuurlijke leven noodzakelijk is. Dit geldt ook voor alle andere Manen van alle andere planeten. Want de mensen, die op een planeet een natuurlijk leven hebben aan de afgewende zijde, zijn in hun natuurlijke gestalte ook veel kleiner, dan zij die wonen op de planeten. [Sat.1-151] - Ook de Geestelijke Zon, deel 2 beschrijft, dat er op de Maan bepaalde leerscholen zijn of verbeteringsinstellingen voor geesten, die daar leven onder erbarmelijke omstandigheden, maar daar ook heel langzaam vooruitgang zullen boeken. Zulke geesten behoren daar van oorsprong niet thuis.

Maanzielen: de zielen van een rijp volk komen, als zij eens in alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der aarde. Want omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij willen en kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan gedaan worden. Alle kwellingen en smarten worden op hen losgelaten om hen los te maken van de materie. En als er een van de materie los komt, dan komt ze in de scholen die op het geestelijke deel van deze aarde bestaan. Pas daarvandaan gaat ze dan verder naar de maan. Als ze daar iedere graad der zelfverloochening heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen. Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige gees­ten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt. Maar totdat een op aarde stoffelijk geworden ziel zover is, kunnen in het gunstigste geval toch altijd wel verscheidene honderden jaren verstrijken. [bron: GJE2-141]

Magdala [Migdal]: vissersstadje aan de westeljke oever van het Galilese meer; een vissersdorp in Galilea, vlak bij de plek waar Jezus 4000 mensen te eten gaf. Maria Magdalena kwam uit deze plaats bij het meer van Gennesareth.

Mallona [aarde]: zij is slecht, ziek [Frans: malade]-  [lat. mallum = het kwaad] on a = ze is

Mammon: is een christelijk symbool voor "het beheerst worden door geld". De Mammon is een afgod, en bekend uit de Bijbel.

Het woord mammon is Syrisch voor geld of rijkdom. In de Willibrordvertaling is het vertaald als geldduivel. Evangelie volgens Matteüs 6:24: "Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon" [geldzuchtig zijn]  Naast de genoemde tekst staat het woord nog in Lucas 16: 9, 11 en 13."

Manna: het levende Woord van de Heer

Materie: is niets anders dan de wil van de almachtige Vader, die voor een bepaalde tijd vaste vorm heeft aangenomen.

Materiële waarden: Waarden en geld in economische recessie - Jezus had zijn leerlingen er opmerkzaam gemaakt, dat er spoedig een tijd zal komen, waarin het geld, goud en zilver de mens regeren zal – het geld zal dus bepalen hoeveel men voor de wereld waard is. Dat zal echter een slechte tijd zijn. Het licht van het geloof zal doven en de naastenliefde zal precies zo hard en koud zijn als het geld. Bron: Mattheus 10:10

Merkteken op de hand: de industrie

Merkteken op de rechter hand: de heerszucht door macht

Merkteken op het voorhoofd: de heerszucht door het wereldse verstand

Metafysiek: metafysica is noodzakelijk in donkere tijden

Migdal: woonplaats van Maria Magdalena – wachttoren, vesting’

Mitsrajim [Egypte]

Morgenkop: deze berg lag eerst bij Genezaret, maar werd verplaatst naar de omgeving van Kis

Morgenland: het koninkrijk van God, dat het juiste koninkrijk van leven is of de eeuwige leer op zichzelf

Morgenschemering: symbool: wanneer de mens het Woord van God hoort

Myriaden: Myriade komt bijvoorbeeld in het Bijbelboek Openbaring voor, als er gesproken wordt over "myriaden en myriaden engelen", onder andere in Openbaring 5:11. Ook in LucasHandelingenHebreeën(Brief van) Judas komt dit woord voor. Het woord "myriaden" wordt gebruikt om aan te geven dat het gaat om een ontelbaar grote groep.

Mythen: de mythen waren overeenstemmingen waaruit de oermensen spraken - de wetenschap van overeenstemmingen werd in Griekenland mythisch; oude mythen hebben betrekking op menselijke zielen

Naamgeving - In Bijbelse tijden kregen de kinderen nooit de naam van vader en moeder, opa of oma. [1 Samuel 25:25]. Jaspar betekent bijv. ‘hij zal schrijven’. De namen werden intuïtief gegeven, passend bij de ziel.

Nadenken: op een natuurlijk wijze nadenken en op een geesteljke wijze nadenken, terwijl men het Woord leest

Nazarener – bijnaam voor Jezus; Nazaret betekent jonge spruit of bewaker; Nazarener of Nazoreeër is de naam voor iemand, die uit Nazareth komt;

Neus, scherpe: een onmiskenbaar beoordelingsvermogen

Neus goed gevormd en zacht: een uiterst delicaat en zeer scherp emotioneel ritme

Nathanaël – betekent: ‘gegeven heeft God’. – discipel of leerling van Jezus- hij wordt genoemd in Joh.21:2 – in de apostellijst komt hij echter niet voor; men speculeert dat hij dezelfde is als Bartolomeüs [maar deze naamdrager betekent geheel iets anders dat inharent is aan Nathanaël]; hij was de derde volgeling van Jezus;

Nicea, kerkelijke vergadering van: ze werd bijeengeroepen om de verdoemde ketterij van Arius te verwerpen; deze vergadering introduceerde de leer van drie goddelijke personen uit de eeuwigheid; dit gaf aanleiding tot het huidige gerechtvaardigde geloof; deze raad begreep geen andere drie-eenheid dan een drieënige Godheid; de christelijke de kerk kende twee tijdperken: de tijd van Jezus tot het Niceense concilie, de andere vanaf dat concilie tot de hedendaagse periode

Nijl – is op één na de langste rivier van de Aarde 96400 km) – Eens veranderde het water in de Nijl tot bloed [bij Mozes]

NO: afkorting voor ‘Nieuwe Openbaringen’

Nieren: vreugde, rustplek van de ziel

Nieuwe Openbaringen - Miljoenen mensen hebben hun oordeel al klaar over de Heer, zelfs nu Hij al lang is teruggekomen op de wolken, zoals voorspeld. Want het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe  Openbaringen (als belangrijke aanvulling op de Bijbel en ook de ontsluiering van het Woord) te kunnen ontvangen van de Heer Zelf. Maar de Heer heeft immers Zelf voorspeld, dat Zijn Woord gehouden zal worden eeuwig en altoos (GJE 1-5-16)

Nod: Ver van God af, Hebr. nod = verbanning en nud = ronddwalen

Noordse ijsbeer Rusland

O, letter:  wordt veel toegepast in de derde hemel omdat het een volle toon geeft

Ofel: een heuvel, zuidelijk van Jeruzalem – de tempelheuvel – de Davidsstad – in diverse Bijbelteksten genoemd.

Olijfberg – De Olijfberg is een bergrug ten oosten van het toenmalige Jeruzalem. Tussen de berg en de stad ligt het Kedrondal.  De olijfberg zal voor Zijn majesteit in tweeën scheuren’. [Zacharias 14:3]  Deze is 804 meter hoog en ligt ten Noord Oosten van Jeruzalem, precies aan de overkant van de Kidron-vallei. De top van deze berg is slechts 54 meter hoger dan de hoogte van Jeruzalem (750 meter). De profeten Haggaï, Zacharias en Maleachie zijn daar begraven. Ook is de Heer van daar opgestegen ten hemel. De Olijfberg ligt buiten Jeruzalem en strekt zich bijna uit tot het voormalige Bethanië. Daar, waar de Heer is opgestegen, moet dus gelegen zijn op de plek van de Olijfberg tussen Jeruzalem en Bethanië. Aan de voet van de berg ligt het hof van Gethsemane. Als Adam en Eva uit het paradijs verdreven waren hadden zij daar in een van de grotten getreurd. Het was een woeste plek. Gethsemane is een half uur van de plek van het avondmaal. [Opmerking: het toenmalige paradijs heeft gelegen in de streek van Bethlehem! Volgens de beschrijvingen van Jakob Lorber]

De top van de olijfberg is ca. 75 meter hoger dan het tempelplein

Oneindigheid: God is oneindig omdat Hij in Zichzelf is en existeert - en omdat Hij vóór de schepping der wereld was, dus voordat ruimtes en tijden werden geschapen; het oneindige is in het eindige zoals in de opnamevaten, en in mensen, die van elkaar evenbeelden zijn; de oneindigheid en de eeuwigheid houden vast aan het goddelijke wezen; het algemeen heersende basisverschijnsel van de wereld zijn de voortdurende typen van de oneindigheid van onze Heer de Schepper; de oneindigheid van God heeft betrekking op het zijn, de liefde op het wezen van Hem;  in het woord is er een oneindigheid, d.w.z. het bevat ontelbare dingen, aangezien zelfs engelen dat bij zichzelf niet kunnen uitputten; de oneindigheid van God in relatie tot de ruimte betekent onmeetbaarheid

Onderaarde:  dat is in de eerste plaats de hel

Onmogelijk: Het is voor God onmogelijk om iemand te veroordelen die rechtvaardig leeft en op de juist wijze gelooft; anderzijds is het ook onmogelijk voor God om iemand zalig te verklaren, wanneer deze slecht leeft en bijgevolg in verkeerde dingen gelooft; dit is tegen de almacht van God; het was ook onmogelijk voor God mensen op een andere manier te verlossen dan door het veronderstelde menselijke

Oorlogen van Jehova: dit was de naam van het historische deel van het Oude Woord. Onder deze oorlogen van Jehovah werd begrepen en beschreven ‘de oorlogen van de Heer’ met de hellen en de overwinning over ze, omdat Hij in de wereld zou komen

Openbaring: zonder openbaring is kennis van God en dus erkenning van God niet mogelijk; door de openbaring kan de mens deze invloed opnemen, en zo een geestelijk mens worden vanuit zijn natuurlijkheid; de oorspronkelijke openbaring heeft zich over de hele wereld verspreid, maar vele mensen hebben het op diverse manieren verdraaid. er vindt tegenwoordig een openbaring plaats met de Afrikanen

Openbaringen, de Nieuwe: Miljoenen mensen hebben hun oordeel al klaar over de Heer, zelfs nu Hij al lang is teruggekomen op de wolken, zoals voorspeld. Want het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe Openbaringen (als belangrijke aanvulling op de Bijbel en ook de ontsluiering van het Woord) te kunnen ontvangen van de Heer Zelf. Maar de Heer heeft immers Zelf al voorspeld, dat Zijn Woord gehouden zal worden eeuwig en altoos. (GJE 1-5-16) - God toont de ziel innerlijk door buitengewone Openbaringen via het Woord, de weg van Zijn orde. [GJE2-210]

Openbaring van Johannes: is voornamelijk geschreven in analoge overeenkomstige dingen; het beschrijft hoe de christelijke kerk tegenwoordig is opgebouwd, en ook dat de Heer dan zal terugkomen, de hellen zal onderwerpen en een nieuwe engelhemel zal scheppen om daarna een nieuwe kerk op aarde te stichten; nu is alles in de Openbaringen geopenbaard en verklaard, ter wille van de nieuwe kerk

Opgravingen - waar een ruïneheuvel [tell] is, daar was vroeger ook vaak een stad.

Oude graven

Oude Poort: - in Jeruzalem – Neh.3:6 en 12:39 – ten westen van de tempel. Hij zou ook de Efraïmpoort geheten hebben

Palestina - is afgeleid van Filistea en het Hebreeuwse woord voor Filistijnen staat in Jesaja 14:29 beschreven. Het heilige land: Zacharia 2:12. Wordt in de Bijbel Kanaän genoemd. Het is een smalle strook land in Zuidwest-Azië, aan de Midellandse Zee, 240 km lang, 140 km breed, met een oppervlakte van 26.000 vierkante km. Nadat de joden het veroverd hadden, noemde men het Israël. Afgeleid van Filistijn.

Palmstad – andere naam voor Jericho

Paradijs: zou gelegen zijn bij Bethlehem, geboorteplaats van Jezus – Paulus had een mystieke ervaring, dat hij weggevoerd werd naar het paradijs [2 Kor. 12:4] – Hebr. Pardes – boomgaard, tuin. Komt voor in Hooglied 4:13, Pred.2:5, Neh.2:8 – het aardse paradijs heet in de Bijbel Eden.

Patmos: eiland in de Egeïsche zee, waar Johannes zijn visioenen schreef – Openb.1:9

Peleg – de zoon van Heber, familie van Noach; hij werd 209 jaar – zijn naam betekent ‘verdeling’- want in zijn tijd ontstonden de verschillende talen – [peleg als ‘ploeg’, ‘omploegen’]

Piramide = Pira mi dai = geef me wijsheid [GJE4-206:5 en GJE5-72:3] - het geloof, het gerechtigde deemoedige leven van de mens.

Plaatsen in de geestelijke wereld: In de geestelijke wereld zijn er plaatsen zoals in de natuurlijke wereld, maar daar  zijn deze slechts een verschijning van de plaats volgens de staat van liefde en wijsheid; de geest kan van de ene plaats naar de andere worden verplaatst met betrekking tot verder schouwen, terwijl het lichaam in zijn eigen plaats vertoeft; iedereen wisselt vanaf de kindertijd naar het ouderdom van diverse plaatsen en liggingen in de geestelijke wereld

Plagen: de plagen in Egypte worden vergeleken met de plagen in de Openbaring – elke plaag duidt op iets verkeerds in geestelijke zin; zijn verwoesting zal voortzetten totdat ze valt

Pro-adamieten: 6 ½ jaar miljoen geleden werd de Aarde uit de Zon geworpen. Voor Adam bestonden er dierlijke mensen, de Hottentotten en de Papuas, die niet met Gods geest geïnspireerd waren, want zij waren in hun spraak zonder articulatie – voor de geboorte van de Heer op Aarde, nu inmiddels weer 2016 n. Chr. en bijna 6000 jaar geleden.

Profeten – het Hebreeuwse woord voor profeet betekent ‘hij die voor een ander spreekt’.

Pro-consul van Syrie en Cilicië in 7 v. Chr. met de telling begonnen - Munt van Quirinius;

Rafa = reus 

Ram:  lat. Aries en hebr. Ari-es = het lichtvuur; Ind.: ram, oud-Egyp.: Kostron = hij is de kracht van de opstanding; het openbaar worden van het leven.

Rechter: Eenmaal zal ieder volgens zijn geloof leven, en de daden, die hij volgens zijn geloof uit liefde heeft gedaan, zijn rechter zullen zijn! De Heer zal niemand oordelen, maar rechter van ieder mens zal zijn eigen liefde zijn. GJE2-32 [8,9]

Rechter voet - de rechtervoet, geeft de voortgang in de wereld aan. GJE1-44 [2]

Rechts:  de negatieve materiële kant van waaruit het bloed terug naar de longen en later terug naar het hart wordt gepompt

Regulus: kleinere kónig R-G [reg] = prikkelen, in beweging zetten, L = geluid van het geestelijke leven dat verandert in het materiële, R-g-l = opwekker van leven [ReGina = vorstin]

Rip: de bescherming van het innerlijke krachtige liefdesleven van Adam en de mens; de uiterlijke levensether als een krachtigste bescherming van het innerlijk nutuurlijk leven van de ziel; de goddelijke genade en barmhartigheid; hoe koppiger geestelijker, zdes te sensueler, trotser en arroganter van de mens

Rijk van God geweld aandoen: met de juiste inspanning het koninkrijk van God verwerven

Robijn: de liefde van het hart; our = hebr.: licht, vuur = het vuur-licht van de liefde; urim = de liefde voor de natuur; liefde voor de naaste; de werkzaamheid volgens het goddelijke woord;  urim = de vasthoudendheid van de aarde van rouwende Eva, gekleurd evenals haar gerechtigde schaamrood door misbruik van de geheiligde liefde van Adam in haar, als een symbolisch teken van gerechtvaardig verdriet;  Robijn betekent het hemelse ‘goede’, welke het goede van de derde hemel is

Rome Stichting: zou plaatsgevonden hebben rond het 751e  Romeinse jaar, maar zeker is dat niet, omdat destijds diverse jaarkalenders aangehouden werden. Wel is zeker, dat kort na Jezus geboorte [7-1-4151 joodse telling] keizer Augustus enkele weken later op 5 februari -6 v. Chr. zijn 25 jarige jubileum vierde en dit liep blijkbaar niet geheel  met de joodse telling. Rome is niet Babylon. [1 Petrus 5:13]

Roos: symbool der liefde: de zuiverste, geurige liefde tot God uit het hart van de kerk

Rots uitstekende Galilea meer: Richting Kis vanuit Kapernaüm steekt een onbeklimbare hoge rots in het meer uit en vandaar ook, dat het een erg sterke branding veroorzaakte. Direct boven de rots verhief zich destijds een hoog steil gebergte, waarover vanaf deze plaats aan de kust geen weg voerde. bron: GJE1-147

Rozendoorn: alle beproevingen van de vrijheid en de vele verleidingen van de wereld, maar tegelijkertijd ook de vuurzuigers van liefde

Rovers en dieven: wankelmoedig, begeerlijke gedachten in de geest

Rugkant van de mens: zijn geleefde zijde

S : letter: slangenhuid als een symbool van de satanisch gescheidend eigenliefde; eigenliefde van de eigenzinnige satan

Sabbatfeest: de zevende dag van de week = de werkzame genade

Sabbatsreis – dit was een kilometer – de schriftgeleerden beweerden, dat men op een sabbat niet meer dan 1 km. mocht afleggen;

Sadduceeën: dezen geloofden alleen wat in de wet van Mozes stond; ze geloofden niet in Jezus en evenmin in een leven na de dood; deze kwamen meestal voort uit voorname priesterfamilies – ze moesten ook niets van de Farizeeërs hebben, maar toen Jezus moest veroordeeld worden, spanden zij zich met de Farizeeërs samen;

Salem: betekent heel, gaaf – Genesis 14:18; en Gen. 33:18 -  citaat Hebr. 7:1,2 – plaats waar Melchizedek koning is [in Jeruzalem] – Psalm 76:3; - andere naam voor Jeruzalem [Gen.14:18; Psalm 76:3, Hebr.7:1,2] – de stad van koning Mechzedek, door de oudste tradite, reeds in psalm 76:3 met Jeruzalem vereenzelvigd.

Salim:  stad in het oosten van Midden-Samaria. Hier doopte Johannes de Doper. [Joh.3:23] ter localisering van Aenon, waar Johannes doopte omdat daar veel water was. Aenon duidt op een groep bronnen [ain = bron]  - zilk een groep vindt men in het Jordaandal, ruim 12 km. ten zuiden van Beth-Sean [Skythopolis] waarbij de tell Ridgha ligt, die de ruïnes van Salim zou kunnen bevatten

Samaria: betekent ‘waker’ - Semer verkoopt aan koning Omri een berg [terrein]; deze bouwt er een stad op en noemt deze stad Samaria; het wordt de hoofdstad van het Israël van de tien stammen; Samaria werd in de 9e eeuw v. Chr. gebouwd en lag 9 km. van Sichem.

Sanskriet: Sanah scrit:  de Heilige Schrift, ik ben verborgen [Asthera]

Sat:  tijd

Satan: sat = verdichte tijd, in zich verzadigd, wat zowel de geestelijke doorlaatbaarheid van het licht, als ook de uitdrukking van de eigen zelfliefde uitdrukt; an = eeuwig, voortdurend; de te starre stilte en traagheid - de traagheid of het steeds toenemende verlangen naar ledigheid; vrijwel de gehele materiële schepping; samenvatting van de hele materie; kwintessentie van de toorn van God;  de dode materie en de daarin gebonden geesten

Satans terugkeer: Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn opgegaan, zal ook van die e n e [satan] niets meer over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na tijden der tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven aan een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffe­lijke zon en geen stoffelijke aarde meer in de eeuwige einde­loze ruimte rondcirkelen, maar overal zal een wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije wezens de einde­loze eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God en Vader van alle wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze gelukzalige toestand zal daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, eén schaapsstal en eén herder zijn! Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in aardse jaren gemeten nooit te omschrijven! En zou ik je het getal meedelen, dan zou je dat onmogelijk kunnen begrijpen. En zou ik het getal omschrijven door te zeggen dat er duizendmaal duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan, waarbij het aantal periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de zee en op de gehele aarde, vermeerderd met het getal van het aantal grassprietjes in alle landen en op alle bergen der aarde, vermeerderd met het getal van alle druppels in de zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en bronnen, dan zou je dat allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment van de uiteindelijke verlossing te bepalen! Bron: GJE2-63

Saturnus: satur = verzadiging – verzadigde ster

Schapen:  betekenen liefdadigheid

Scheol: Sheoula [hel] – she’,  shei, shea = het dorst; oul, voul = ‘de in zichzelf verlatene mens’  - scholing in eenzaamheid [GJE5-72:2]

Schorpioen: Skora pi on = Hij drinkt schors, scoro = schors, pi, pia = drinken en on = hij

Schrift rond 900 ná Adam: Negen honderd jaar na Adam was er al het Schrift, dat over de Schepping van de wereld ging, dat de Heer aan de Adamieten gaf. Dit schrift is door de stormen des tijds verloren gegaan en het ligt nu in alle rust ergens verborgen in de aarde van Japan. Dit zal echter in de naaste toekomst weer als zichtbare getuigenis van het verleden boven water komen.

Seba: vissersdorp aan het meer van Galilea - In het dorpje Seba, een vissersdorp aan de Galilese zee, zetten de vele bewoners en ook diegenen die Mij uit andere dorpjes daarheen gevolgd waren, grote ogen op over Johannes de doper en zeiden: 'Hoe is het mogelijk dat hij een zonde beging? Want dat hij U, o Heer, nadat hij U toch herkend had, niet gevolgd is, dat was dan toch een hoofdzonde waarvoor hij nu moet boeten!? Heer plegen wij onrecht, als wij zo oordelen?' GEJ1-140:7; [Opmerking. dit moet dan vlak in de buurt zijn van de omgeving van Kis, omdat Kisjona de Heer vroeg bij hem te eten.]

Sekem – Sechem – Sichem = schouder – Num. 26:31 en Joz. 17:2 – zoon van Gilead; stamvader der Sekemieten uit Manasse;

Schriften: er bestaan in de geestelijke wereld evenzo geschriften als op deze wereld

Sferen [scholen]

Sichar – dit is niet de stad Sichem hoewel het dicht bij de Jakobsbron moet liggen – Joh. 4:5; - plaats in Samaria, dicht bij de put van Jakob – Job.4:5

Sichem = betekent ‘schouder’ [360 graden, cirkel]  - Gen. 12:6 – stad in het dal tussen de Ebal en de Gerizim. In deze omgeving, bij More, verschijnt God aan Abraham, die er een altaar bouwt – Gen. 33:18 – later doet Jakob hetzelfde; vers 19 en Joz. 24:32 – Jakob koopt een stuk grond van de zonen van Hemor, de vader van Sichem – Genesis 34:4 – vertelt de geschiedenis van Sichem, de zoon van de Chiwwiet Hemor, en Dina – in de toespraak van Stefanus wordt Sichem genoemd – Hand. 7:16 – Opvallend betekent hier Stefanus ook çirkel = 360 graden – [waarvan wij nog de ringdagen kennen op de 360e dag als kinderspel, waarbij getracht wordt een stok of speer door een ring te werpen, terwijl je op een paard zit!] – zie ook Gen. 23:19, Joz. 24:32; - de grote wegen kruisten elkaar daar – na de ballingschap werd Sichem de hoofdstad der Samaritanen; Sichem: de wijsheid –Sichem =  schouder, nek. Het oude Sichem is de gedeeltelijke uitgegraven Tell Balata

Sfeer - Ieder mens leeft in zijn eigen sfeer. bron: GJE2-61

Sichem:  belangrijke Kanaänitische stad en religieus centrum aan het oosteinde van de bergpas tussen de Ebal en de Gerizzim in het midden van Samaria. Het was de eerste stad waar Abraham in Kanaän kwam [Gen.12:6] – Jakob kwam hier bij zijn terugkeer uit Paddan-Aram. [Gen33:18]. Aangevallen door Simeon en Levi [Gen.34:26] – In deze plaats begroef Jakob de godenbeeldjes [Gen.35:4] en zocht Jozef zijn broers op. [Gen.37:12-14]. Het gebeente van Jozef, dat uit Egypte was meegebracht, werd hier begraven. [Joz.34:32, Hand.7:16] - Vesting Sichar - Omdat het voornamelijk een vesting voor Romeinen is, hebben ze het van Sichar gescheiden, er een wal omheen gelegd en het een eigen naam gegeven. Dit plaatsje is niet groot, met duizend passen zijn we er doorheen. Daarna gaan we naar links en dan is het nauwelijks zeven veldwegen gaans tot aan de eerste huizen van Sichar. bron: GJE1-66

Sion, de berg [har Tsion] - Sion – in de zuidwesthoek van het oude Jeruzalem – daar staat een gebouw als de zaal van het laatste avondmaal (Cenakel) – daar zou ook het graf van David bevinden. Ook 7 synagogen bleven daar overeind. Deze berg lag ten zuidwesten van de ommuurde stad Jeruzalem. De naam Zion werd het eerst gegeven aan de zuidelijke top van de oostelijke heuvel, dus aan de Ofel [2 Samuel 5:7]. Eerst later werd Moria [de tempelberg] Zion genoemd [2 Kronieken 3:1]. Een vlakke rots, een Tafelberg. Andere naam voor Jeruzalem

Sjeool:  waar na de dood alle mensen samenkomen en een schimachtig bestaan leiden; het dodenrijk, dat men zich denkt obder de aarde

Sirius:  Sirjezc [GJE4-199:5]

Skelet: verschijning van de ziel aan gene zijde door zelfmoord

Slang, de oude: Hebreeuws Na-chasch = na = niet, cha = macht, asch = het geestelijke vuur; symbool van alle kwaad; symbool van de satan; zinnelijke verlangens; onze trotsworm; verlangen naar alle hoererij; wellustige verlangens

Sodom en Gomorrah: een van de tien steden in de vlakte rondom het Jordaandal tussen het gebergte van Judea en Jordanië, dat in de tijd van Abraham en Lot werd verteerd door pek en vuur, vanwege de slechtheid van het vol. De zwavelachtige ‘dode Zee’ is hiervan nog steeds getuige. Sodoma – vaak met Gomorra genoemd – de plaats van deze steden is niet precies bekend; misschien in het dal Siddim, o.a. van de Dode Zee – Lot kiest voor deze streek, die hem paradijselijk toeschijnt – Gen. 13:10 – in die tijd is Bera koning van Sodom – het verhaald Abrahams voorbede voor Sodom: als er ook maar tien rechtvaardigen zijn, zal de stad worden gespaard; maar zij worden niet gevonden. Lot en de zijnen vluchten en de steden worden ‘omgekeerd’.

Sowwjet: Russ.: sawjet, gesproken en cowet geschreven als co = de kracht, het vermogen; wet = de wetende geest; wjes = de kenner, de duivel

Span = 22 cm

Spanje:  vermeld in Rom.15:24,28 als land dat Paulus wil bezoeken…

Spijziging der 5.000: Johannes 6:16-21; 5.000 mensen = de wereld die al haar geestelijke voedselvoorraden heeft verbruikt; eenvoudige knaap: = een pure, ongerepte atmosfeer, een beetje kinderlijk geloof; vijf gerstebroden = de nog steeds pure en ongerepte vijf zintuigen, Jezus’ leer aan mensen: over twee vissen = liefde van het goede en het ware geloof is de liefdewarmte en wijsheid van het leven; de twaalf manden = de twaalf stammen van Israël [GJE6-42:2-5]

Spraak:  Er is een universele taal waarin alle engelen en geesten zijn, en dit heeft niets gemeen met de taal van de mensen in de wereld - in deze taal komt elke persoon na de dood terecht, omdat het vanaf de schepping bij iedereen is ingeplant; een ieder spreekt met zijn eigen taal in de geestelijke wereld; zelfs het geluid van de geestelijke taal kan zo verschillend van het geluid van de natuurlijke taal zijn, ja dat zelfs het geestelijke geluid, zelfs de zeer luide, niet eens wordt gehoord door de natuurlijke persoon, noch het natuurlijke spraakgeluid van de geestelijke mensen

Sprinkhanen: roekeloze frivole mensen, die tussen God en de dood heen en weer springen [HG3-124:6]

Steen - Een steen ligt in het diepste gericht.

Stefanus [betekent cirkel!] is identiek met Paulus - Hij houdt een rede voor het Sanhedrin – Hand.7 – tot 4 x toe noemt hij een periode van 40 jaar – opmerkelijk is dat vanaf die toespraak tot de verwoesting van Jeruzalem ook 40 jaar is. [Opmerking: Jeruzalem is in 70 n. Chr. verwoest, dan moet Stefanus Jezus net niet gekend hebben in 28 n. Chr, want Jezus werd in juni 28 n. Chr gekruisigd.

Sterren: de sterren zijn evenwel zonnen, en dienovereenkomstig evenveel werelden - elke samenleving in de hemel schijnt voor degenen die onder de hemel staan soms als een ster

Sterven:  de zielen kunnen in eeuwigheid niet sterven

Sterftedatum Jezus - Jezus in 6. v. Chr. geboren en begon in 25 n. Chr. en is in 26 n. Chr. gestorven en  al in de vroege zomer – want Jezus heeft 33 jaren en 4 maanden geleefd – dat is dus omstreeks 28 juni

Straffen in de hel:  die duren in eeuwigheid; we hebben het hier over de straffen zelf. Het betreft niet de eeuwige duur van mensen in de hel!

Sukkot:  stad in het jordaandal bij de monding van de Jabbok

T, letter:  volgens de handeling, gepaard gaande met het kruis op-zich-nemen, en het volbrengen ervan

Tabor [berg]: de hoogste en tegelijkertijd diepste kennis van God in geest en in waarheid

Tandengeknars:  tandenknarsen: werelds geruzie over rechthebberij, waarheid en leven; betekent in het Woord een samensmelting van het slechte [onware] onderling

Tartarië:  het Oude Woord, dat voor de tijd van Israel zich in Azië bevond en het is nog bewaard gebleven in het grote Tartarië

Taurus = stier [denk aan het middel Taurine!] – Ti a our sat = de tijd van de stier om op zijn achterpoten te gaan staan ​​- zat = tijd

Teken van de Mensenzoon:  de nieuwe ontwaakte liefde met al haar hemelse attributen

Tellurisch: aards [aardse]

Tempelbouw:  'Zes en veertig jaren had men voor het bouwen van deze tempel nodig, en u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de tempel van Zijn lichaam sprak.  Joh. 2:20-2; - GJE1-13 [2] -  De tempel stelt de mens voor, waarin ook het allerheiligste is. Dit mag nooit ontheiligd worden. (zie zonde, hogepriester of tempelreiniging) Salomo bouwde de tempel in het 480e jaar na de uittocht van Egypte;

Terach – stamt af van Sem – is de vader van Abraham – hij trekt met zijn familie weg uit Ur en gaat naar Haran waar hij sterft – Hand.7:4 – Lucas 3:4 – Terah vertrok met zijn kinderen uit Ur, dicht bij de Perzische Golf. Hij stierf te Haran;

Terugkomst Jezus - Als je met z'n tweeën bent en beiden zo'n grote angst voor de mensen hebt, ontvlucht dan een stad waar men jullie zal vervolgen en ga naar een andere! Want voorwaar Ik zeg jullie: Je zult lang niet in alle steden van Israël gepredikt hebben, voordat Ik als de Zoon des mensen weer bij jullie zal komen (Matth. 10:23) als Degene, die voor ieder het gericht, een verwoestend vuur in zijn hart, ontsteken zal, en de kwade worm in de borst van de boosdoener zal wekken; en het vuur zal niet doven en de worm zal niet sterven; jullie zullen daardoor echter gerechtvaardigd worden. Want wee degenen, die jullie hebben vervolgd en de hand aan jullie geslagen hebben!' GJE 1-138 [15] - De Heer zal terugkomen op de 3e werelddag [tussen 2.000-3.000 n. Chr.] – GJE2-63

Testament: wat het verschil maakt tussen het oude en het nieuwe testament, is dat de Heer liefde en liefdeactiviteit in het nieuwe testament leerde

 

Tien: betekent alles

Tijd = gericht; de tijden in de geestenwereld zijn niet verdeeld in dagen, weken, maanden en jaren omdat de zon daar niet opkomt en ondergaat, noch lijkt zij zich te bewegen, maar blijft in het oosten onwrikbaar op haar plek stralen

Theologie:  er is geen theologie zonder waarheden, en waar deze niet zijn, daar is ook geen kerk; de erkenning van God ingevolge de kennis van God is het feitelijke wezen en zielsmatigheid van alle dingen in de gehele theologie; alle theologie is tegenwoordig getransformeerd van een geestelijk naar een natuurlijk lager niveautrap

Therapeut: In het Grieks betekent het ‘genezer’ komt van het Aramese Essaya – Jezus [Iosis]

Tiberias: Het meer van Galilea lag 2000 jaar geleden niet zover van het toenmalige Nazareth. Er is een berg aan het uiterste topje van dit meer. [GJE2-170] - Tegenwoordig is het meer 9,5 km. breed, 21 km. laag, en 50-70 meter diep en de totale oppervlakte bedraagt 170 km. Twee uur te voet van Magdala en drie uur van de stad Tyrus vanaf het puntje van de Galilese zee. Dat zou dan 10 kilometer zijn en 15 kilometer naar Tyrus. Elders staat 1 dag te voet. [GJE2-169,175]. De stad Tiberias is door een aardbeving verwoest. Er zijn nog wel resten overgebleven. Het heeft warme bronnen aan de breukranden onder water. Het ligt 205 m. beneden de zeespiegel. [dode zee 400 meter] - naar de regerende keizer Tiberius genoemd – Joh. 6:1,23 en 21:1 – de stad is door Herodes Antipas gebouwd en genoemd baar keizer Tiberius – Romeinse keizer 14-37 n. Chr.

Toekomst geloof mensheid – Een overste zei tegen Jezus in 25 n. Chr.: ‘Ja, ik zou bijna met zekerheid durven zeggen, hoewel ik geen profetische gave heb, dat afgaande op mijn kennis van de mensheid uit de vrij verre omtrek van Azië, Afrika en Europa, van nu aan gerekend, binnen twee duizend jaar nog lang niet de helft van de aardse mensen zich in het licht van deze leer van U zal zonnen! - Heb ik gelijk of niet?' De Heer zei: 'In de aard van de zaak heb je volstrekt geen ongelijk. GJE1-81 [9,10]

Toren: hebr. Migdal = zinbeeld voor hoogmoed en overtreffends, mi gadol = mijn eigen grootte

Tranendal:  berouw over begane zonden

Thummin: Hebr. Thum = gerechtigheid, waarheid; symbool van terugkerende gehoorzaamheid door oprecht berouw; Adams tranen van berouw, bewaard in de boezem van de aarde om tot een vertroostend teken te zijn van de toekomstige wedergeboorte, zoals het zou moeten zijn; deze Adamstranen die in staat zijn om het onverdeelde mooiste te ontvangen; uit het grote licht uit de zee van genade en de barmhartigheden van de eeuwige liefde en elke ontbering van de verleidingen van de wereld zou men moeten weerstaan

Trojaanse paard: De soldaten in de buik van het houten Trojaanse paard. Bron: GJE2-198

Twaalf: betekent de volledigheid van het ware uit het goede

Tyrus: = rots – Joz. 19:29 – vaak samen genoemd met Sidon; de beroemde Fenicische stad, gebouwd op een rots – Ezech. 26:4; het heet nu Es-Soer;

U, letter: een vergaarbak voor al het goddelijke dat van boven naar de aarde komt en ook voor de mensen - het drinkvat voor het ware leven, aangezien het de lijn van de buitenkant van een open hart als symbool vertegenwoordigt

Uitspansel - Want er is maar één uitspansel in de eindeloze vrije ruimte, en dat is de wil van God, die door Zijn eeuwige onveranderlijke wet de hele ruimte en alles wat daarin is vervult. GJE1-160 [9]

Ur der Chaldeeën - Laban woonde vlak bij het Ur der Chaldeeën. Nu heet het Urfa, waar ook eens de oervader Abraham woonde. [Hand.7:4] – Het Ur lag zo’n 50 km. ten noorden van Haran, aan de overkant van de Eufraat. [Joz.24:2,3] – Daar woonde ook eens Heber, de stamvader der Hebreeën. Het latere Babylonië kwam uit het land der Chaldeeën. Het grootste deel van Daniël is geschreven in het Syrisch (Aramees) – [Dan.2:4] – In Noord West Syrië, in de oude stad Ebla, is in 1964 op een kleitablet een inscriptie gevonden met de naam Ur in het gebied van Haran. Gen.24:4-10, Joz.24:2, Jes.23:13 [dit betreft niet het Ur in Babylon] – Assyrische stad – Gen.11:28,31 en 15:7 en Neh.9:7; Ur had in de tijd van Abraham reeds een hoog peil van beschaving en ontwikkeling bereikt

Uriël = ‘mijn licht is God’; een naam van een aartsengel

Urka: oercentrale zon = ur-ka, draagster en lichtkracht: ouriza [creator van het licht]

Vaticaan: De Vaticaanstad is een klein staatje in Rome. Het is het kleinste staatje van heel de wereld en wordt geregeerd door de Paus. Ooit bezat de paus als kerkelijke staat een groot gebied in centraal en oost Italië. Het Vaticaan begon als onafhankelijke staat. Volgens Jakob Lorbers geschriften zal zij voor 2030 aan haar ‘wereldse macht’ een einde zien komen

Veld: betekent de leer

Venus:  Ve-nuz, Ve-niz: ze weet niets, ze weet niets - dwaze vrouwelijke schoonheid; de godin van de schoonheid is identiek aan Naehme, een kleindochter van Lamech, de zoon van Hanoch en kleinzoon van Kaïn

Verlorene - Een verlorene te vinden is meer waard dan 99 rechtvaardigen, die volgens hun geweten geen boete behoeven te doen, omdat ze menen dat ze op iedere sabbat God dienen op Garizim. bron: GJE1-29  - De Heer heeft de almachtige onwrikbare wil, om ieder mens voor tijd en eeuwigheid te helpen. Het is Zijn bedoeling, Zijn plan en Zijn wil om het verlorenen te zoeken, het zieke te genezen en alles wat gevangen zit te bevrijden, maar toch moet ook ieder mens zijn onaangetaste vrije wil behouden. bron: GJE2-113

Verinnerlijking:  in-zichzelf-gaan = de stralen van de wil naar zich toetrekken = de geest of de liefde trekt haar vrije wil aan en richt zich uitsluitend op datgene wat Gods wil is.

Versplintering van de ziel Kan de ziel van de mens zich nog sterker met het vlees verbinden dan bij mensen, waarvan de ziel niet alleen geen enkel besef meer heeft van de goddelijke geest, maar zichzelf tenslotte zo zeer verliest dat zij zelfs in volle ernst haar eigen bestaan begint te ontkennen en er niet meer van te overtuigen is dat zij bestaat!? Ja, als die toestand eenmaal intreedt bij de wereldse mensheid, is een mens ook geheel opgehouden mens te zijn. Hij is dan slechts een instinctmatig, verstandig dier en voorlopig helemaal niet in staat tot enige verdere ontwikkeling van de ziel en de geest. Daarom moet dat vlees gedood worden en vergaan, samen met de te vast met het vlees verbonden ziel, opdat misschien na vele duizenden jaren een geheel vrij van het vlees geworden ziel weer de weg van haar eigen ontwikkeling en zelfstandig ­wording kan volgen, hetzij nog op deze aarde of op een andere. GJE3-11 [1-3]

Verraad: het verraad van Judas betekent, dat de Heer door de joden werd verraden, bij wie destijds het Woord was; want Judas staat voor ieder volk beeld

Vissen – vissen worden in de Bijbel verdeeld in ‘reine’ en ‘onreine’ vissen; De eerste mocht je eten, de tweede niet. ‘Alles wat schubben heeft’, was rein, maar wat ‘geen vinnen en schubben heeft van wat in het water wemelt’, was onrein;

Voedsel – vlees mocht men alleen eten wanneer dit van reine dieren was. De wet van Mozes had dit precies omschreven. Melk mocht vers of zuur zijn. Boter en kaas hiervan maken was die volkeren uit de Bijbelverhalen wel toevertrouwd. Men at driemaal per dag. De vruchten, groenten, gebakken brood vulden de maaltijd aan. In de OT –tijd zat men meestal op de grond bij het eten; in het NT at men liggend op de banken, vandaar het woord ‘aanliggen’. De gastvrijheid was in Palestina altijd bijzonder groot.

Volkstelling Romeinen - Er zou volgens een inscriptie van keizer Augustus in Ankara [Ancyra] gevonden zijn die een overzicht geeft over al zijn daden; een geleverde bewijs uit het Romeinse jaar 746, dat is 8 v. Chr. - De keizer was van plan het gehele joodse volk te tellen en te registreren. Dit had veel onrust bij de joden veroorzaakt, omdat het de joden verboden was mensen te tellen.  

Voorbeschikking:  God kan niemand voorbestemmen voor de eeuwige dood - iedereen is voorbestemd om naar de hemel te gaan en niemand naar de hel, maar de mens

geeft zichzelf aan de hel door misbruik van zijn vrije wil

Voormensen:  de pro-Adamieten, waren dierlijke mensen zonder enig besef van een hogere macht, die de aarde miljoenen jaren hebben voorbrwerkt, totdat de echte mensen er mochten leven, 6000 jaar geleden en op aarde kon rondwandelen,

Vorst: de vorst van deze wereld betekent de hel [Joh.12:31]

Vos: vertegenwoordigen verlangens van de hel

Watergeesten - Marcus de Romein wilde zijn net uitwerpen op het meer van Galilea, maar Jezus zei: we zijn nog geen half uur op het water en willen daarom niet meteen de rust verstoren en haar geesten wekken die ons vervolgens erg zouden kunnen plagen. bron: GJE2-187

Wedergeboorte:  - De ziel moet eerst met het water der deemoed en der zelfverloochening worden gereinigd en kan daarna pas de geest van de waarheid opnemen, omdat een onreine ziel die nooit bevatten kan, want een onreine ziel is als de nacht, terwijl de waarheid een volle zon is, die overal het sdaglicht om zich heen verspreidt. Degene, die zo de waarheid opneemt in zijn door de deemoed gereinigde ziel, en die waarheid als zodanig herkent, wordt door deze waarheid vrijgemaakt in de geest, en deze vrijheid van de geest, ofwel het ingaan van de geest in die vrijheid, is dan het eigenlijke binnengaan in het Rijk van God. (Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' Joh.3:5 - (bron: GJE1-18:3)

Weersgesteldheid: De mens is er zelf altijd voor verantwoordelijk als zijn bestaan moeilijker wordt, zoals hij het ook aan zich zelf te wijten heeft als in een bepaald land de oogst vaak slechter is dan zij normaal zou moeten zijn, want de weersgesteldheid hangt niet helemaal van de wil van God af, maar ook van de wil van de mensen. [GJE2-225:4,5]

Wereldgericht: Een wereldgericht bestaat niet uit bijvoorbeeld oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel, dat alle heidenen verteert. (GJE 1-21-4)

Wereldsituatie blijft hetzelfde - De wereld zal nooit veranderen en blijft altijd als de woestenij van Bethabara, waar Johannes de Doper doopte. Maar ook de Heer blijft Dezelfde en zal nooit veranderen. (GJE 1-5-20)

Wijnwonder te Kana: Zoals Ik het water in de wijn veranderde, zo zal het menselijk natuurmatige en zintuiglijke ook in de geest worden omgezet door het woord uit Mijn mond, als hij er dan naar leeft [GJE1-11:19]

Werelds geluk [=zielendood]

Westen: in het Westen van de geestelijke wereld zijn zij, die in het slechte zijn

Westenwind - Een tamelijk harde westenwind heeft volgens Petrus een ongunstige invloed op de vissen, die dan naar de bodem gedreven worden. bron: GJE2-43

Wezens: Toen God eenmaal uit Zichzelf, op Hem gelijkende vrije wezens wilde scheppen, moest Hij ze ook voorzien van de strij­dende tegenstellingen, die Hij in Zichzelf eeuwig in de na­tuurlijk beste en zuiverst afgewogen verhouding bezat en bezitten moest, omdat Hij anders nooit iets had kunnen doen. Dus, de wezens werden nu volledig naar Zijn evenbeeld gevormd, en als laatste kregen zij noodzakelijkerwijs ook het bezit over het vermogen om zichzelf sterker te maken door de strijd met de in hen door God meegegeven strijdende tegenstel­lingen. Ieder wezen kreeg geheel in zichzelf de beschikking over rust en beweging, luiheid en ijver, duister en licht, liefde en toorn, opvliegendheid en zachtmoedigheid en nog duizenden andere mogelijkheden; alleen de mate waarin was verschillend. In God waren al de tegenstellingen al eeuwig volmaakt in balans. Maar bij de geschapen wezens moesten zij pas door de vrije strijd uit zichzelf, dus door de bekende zelfwerkzaamheid, in de juiste orde komen. bron: GJE2-229

Wil: de wil op zichzelf beschouwd is de neiging van elke liefde - de wil of het streven wordt als handeling beschouwd, omdat het constant streven is te handelen, wat een uiterlijke daad  wordt zodra de beslissing is genomen; de bedoelingen van de wil moeten worden onderzocht, omdat liefde zijn zetel heeft in de wil; de menselijke wil is tweevoudig, een innerlijke en een uiterlijke, of die van de innerlijke en die van de uiterlijke mens; de innerlijke wil is de mens zelf, omdat het zijn wezen, de essentie van zijn leven is; de wil van de natuurlijke mens neigt tot allerlei soorten kwaad, en het denken van hem neigt ook tot allerlei soorten slechtheden;  het denken wordt aan niemand aangerekend, maar wel de wil; in de geestelijke wereld kan niemand iets doen tegen zijn wil; de wil van de Heer is de beoefening van liefde volgens de waarheden van het geloof

Wil, vrije: de mens, zolang hij in de wereld leeft, wordt gehouden in het midden tussen hemel en hel, en is hier in geestelijk evenwicht, wat vrije wil is – ook het vermogen te willen en te doen, en zodanig te denken en te praten, alsof het zichzelf betreft. De oorsprong van de vrije wil komt uit de geestelijke wereld waarin het gemoed van de mens wordt gehouden door de Heer. God is constant aanwezig en streeft en werkt continu in mensen, en triggert ook hun vrije wil, maar beïnvloedt hen nooit. Krachtens de vrije wil is de mens menselijk en niet dierlijk. Zonder de vrije wil in het kleinste, zou de mens niet meer ademen dan een standbeeld. De mens heeft een vrije wil in geestelijke en natuurlijke zaken

Windhosen: Daar - precies in het midden van de Stille Oceaan, op dezelfde plaats waar ook ooit de Maan van de Aarde werd gescheiden - gaan deze geesten, bevrijd uit hun gevangenschap, over in de lichter beweeglijke lucht om daar hun verdere ontwikkeling tegemoet te gaan. Daar scholen ze samen, en waar de luchtzuil met zuivere natuurgeesten kegelvormig neerdaalt om de lagere geesten langzamerhand in hun rijk op te nemen, daar verheft zich eveneens kegelvormig een waterberg, bezwangerd met deze natuurelementen.

Wodan:  Uodan = waterman

Woestijn - De verblijfplaats die de Heer in de woestenij bij Bethabara had uitgekozen was een ruime grot zonder geheime uitgangen. Deze grot lag tamelijk hoog en het geboomte stond er dicht omheen. Voor de grot was ook een heel ruim vrij plateau waarop voor enige duizenden mensen meer dan genoeg plaats was, en op dit plateau hadden zich dan ook de mensen met hun zieken een plaats gezocht. bron: GJE2-95

Veertig jaar voerde Jehova zichtbaar de kinderen uit Egypte; ze zagen Hem dag en nacht; in de woestijn waar Hij de wetten gaf, voedde Hij hen op wonderbaarlijke wijze gedurende 40 jaar. bron: GJE1-168 - Jezus heeft na veertig dagen in de woestijn en de Heer werkte ook daar en er staat geschreven: ‘Toen de satan zich terug moest trekken, kwamen de engelen tot Hem en dienden Hem. De Heer heeft ook na de doop van Johannes Zich enige tijd opgehouden bij de omgeving van Johannes de Doper bij de Jordaan. (GJE 1-7-3) – GJE 1-47-7

Wraak - Wraak moet je uit je hart weren. Ban alle toorn en wraak uit je hart. bron: GJE2-122

Yoga:  yog = sanskr.: yong = verbinden – lat.: jungo = ik verbind – yo = gaan, de weg, dus de scheppende weg

Zaad:  Gr. sperma = Hebr. s-p-r [sepher] = scheppen, creëren, het uit zichzelf halen, ma = maken, vorm geven

Zaligheid: Eeuwige gelukzaligheid hangt niet af van de plaats, maar van de toestand van de persoon; de genotprikkels van de ziel, de gedachten van troost en de gewaarwordingen van het lichaam gewaarworden een eeuwige gelukzaligheid; de gelukzaligheid van de gevoelens van het lichaam zijn niset eeuwig, maar tijdelijk, waaraan een einde komt en soms ongelukkig maken

Zes: het hoogste goddelijke geduld, als de moeder van de barmhartigheid

Zeven [geesten van God]: het volledige aantal van de goeden en waren van hemel van God, de zeven geesten van God; de volmacht van de zeven geesten van God, die overeenkomst hebben met de zeven kleuren en daarom ook met het leven van ieder mens

Ziekten aan het zielenlichaam: het vleselijke en werelds zinnelijke hartstochten

Ziel: Altgerm saiwalo, Hebreeuws oerwoord voor Scheola = hel, in het Latijn schola = school

sheoula = het dorst naar buiten, voul = de zichzelf verlatene mens; A = volgens de consistentie van wat de innerlijke wijsheid en kennis vormt; het lichtetherische substantie-lichaam van de geest - het etherische lichaam van de geest, dat volledig doordrongen zou moeten zijn van de oorspronkelijke liefde erin, zodat het daardoor in al zijn delen tot leven zou komen; de ziel van de zoon komt van de vader, het lichaam van de moeder; het lichaam komt van de ziel; de mens begint met de ziel, wat de ware essentie van het zaad is; dat menselijke zielen zijn geschapen sinds het begin van de wereld en dan in lichamen ingaan en mensen worden, is een der mythen van de ouden; na de dood werpt elke mens het natuurlijke van zich af dat hij van zijn moeder had en bewaart het geestelijke die hij van zijn vader had, tegelijkertijd met een zekere omlijsting van de puurste of zuiverste delen van de natuur eromheen

Zion:  Z’e on = Hij wil, de berg, de Heer of de kerk

Zohar: De Joodse Zohar schreef 700 jaar geleden al, dat er in het Joodse jaar 5773 ‘de koningen der Aarde’ zich zullen verzamelen. Lorber schrijft dat de valse stoel nog lang zal aanhouden, maar zal de 2000 jaar na de uitspraak van Jezus in 28 n Chr. niet meemaken. [2021>>>>>2030]

Zomerdag - 172 is de 172e dag, de eerste zomerse dag bij ons. Dan is het bij ons de lichtste dag. Het Hebreeuwse woord AWR heeft de waarde 1-6-200 en visueel 162. De uitspraak lijkt op ‘aura’, dat ook met licht heeft te maken.

Zon, uitleg over de - Dat de zon in de ochtend als ze opstaat rood ziet, komt vanwege de koude en de vochtigheid van de lucht, omdat de vochtigheid en de koude die er dan heersen, een rode kleur brengen – ook in de ogen van de mensen. Hetzelfde geldt voor het avondrood. De zon ziet dan rood door de koude van de lucht omdat de zon dan daalt om onder te gaan. opm. Occiduus betekent ondergaand (westelijk) de dood nabij. Waar de zon ondergaat en terneer gaat, sterft ze als het ware, daar, waar is het westen. bron: Causea et Curae

Zondvloed De zondvloed was ontstaan, omdat de orde en daarna ook de doelmatigheid verstomd was. De Hanochieten bliezen de bergen op, waardoor de onderaardse waterbekkens vrij kwamen en een groot deel der aarde overstroomde.  (GJE11-54)

Zoon: het woord dat wordt uitgesproken door de Vader of de Vader Zelf die zich in wezen Zich openbaart in de Zoon

Zoutzee – meestal genoemd Dode Zee – heet officieel Zoutzee – Gen. 14:3 = dal Siddim;

Zuurstof  -  De lucht, die voor het inademen van mensen en dieren geschikt is, reikt niet tot aan de sterren, maar op het hoogste punt slechts tot zo ver boven de aarde als viermaal de hoogte van deze berg, gerekend vanaf de zee. Op die hoogte is de aardse lucht scherp begrensd, als water en lucht, en heeft daar evenals het water een heel glanzende, gladde op­pervlakte, die zoals de zee regelmatig golft. GJE2-148 [4]

 

Personagelijst    [A-Z]

Aäron: broer van Mozes en Mirjam. Hij was deels de spreekbuis voor Mozes [GJE7-192:12] naar het volk toe. Aäron werd benoemd tot priester en droeg de Oerim en de Toemmin op zijn hart in de borstzak – Exod.2:28:30 – GJE5-86:8. Zijn ouders waren Amram en Jochebed uit de stam Levi. De staf van Aäron werd bij koning Faraoh in Egypte gebruikt voor een wonder. Aäron stierf in de buurt van Kades-Barneo op de berg Hor, en mocht het beloofde land vanaf die berg bekijken. Aäron betekent ‘verlicht, [Hebr. ‘ar’ is licht. Hij was gehuwd met Eliseba en  daaruit kwamen vier zonen: Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar. Hij was drie jaar oudere broer.

Abel of Abehl: is een Grieks-Latijnse naamvan het Hebr. ‘Hebel’ en betekent ‘vergankelijkheid’. Hij werd vermoord door zijn jaloerse broer Kajin. [Gen.4:1-16, Matth.23:35] – de naam Abel betekent ‘zoon van de goddelijke liefde’. Ahab = liefde schenken,  el = geopenbaard goddelijk licht, al = God of Aheb betekent ‘hij houdt van – dus ‘hij houdt van God, of de ‘zoon van de zegen’

Abel moet 320 n. Adam zijn doodgeslagen door Kajin. Want Adam zei tegen Eva: ‘moeder Eva, ze, naar datgene, die jij 600 jaar hebt beweend, is ons nu toch nog Henoch gegeven!’ Abel moet 218 jaar zijn geweest. Een ander betekenis vooor Abek is ‘ademtocht’ of ‘ijdelheid’. Hij was de tweede zoon van Adam en werd schaapherder.

Abgarus: deze was koning van Edessa. Hij komt naar de Heer toe, die in Antiochia verbleef en hij neemt Zijn leer aan. [GJE6-140] – Later ontstaat er een briefwisseling tussen beiden. Één van zijn brieven van de koning werd door een zekere Kado naar Jezus gebracht. [GJE8-171] - Hij was de 15e koning van Edessa, gelegen in het noordelijke Mesopotamië (13-50 n. Chr.). Na de gebeurtenis van Pinksteren heeft Thomas (één van de 12 leerlingen van Jezus) en Thaddeus (één van de 70 leerlingen van Jezus) – deze  koning bezocht.  Zijn correspondentie met Jezus is ook vastgelegd door Eusebius van Cesarea op grond van Syrische documenten uit het archief van de gelovge Essenen, dat in het Grieks werd meegedeeld. Jezus schreef terug via de jongeling Jakob, de zoon van Zebedaeaus.

Jezus schreef de koning via de jongeling Jakob van Zebedeus. In het jaar 31 zei Johannes tegen de koning Abgarus, dat zijn zoon wel sterven zal, maar vanwege de grote liefde , in de hemel opgenomen zal worden. De laatste brief ontving de koning in het jaar 32 op 16 maart, enkele maanden voor de kruisiging van Jezus. Koning Abgarus was verwant met keizer Tiberius en hij was een roemrijke heerser over de volkeren aan de andere zijde van de Eufraat.

Hij werd gekweld door een verschrikkelijke ziekte.

Abraham: vader van een machtig godverwante geslacht, vader van vele grote volken – Sara was zijn halfzus en echtgenote. Hij had twee bijvrouwen: Hagar en Ketura. Twee broers: Haran en Nachar. Zijn vader Terach of Terah kwam uit het Chaldeeuwse Ur. Abraham kwam in 2140 v. Chr. aan in Kanaan. Hij stierf met 175 jaar en werd in een grot bij Hebron begraven.  Abar = machtig zijn, Ach = broeder, vriend, Am = moeder, geslacht volk.

Abraham wordt 292 jaar na de zondvloed geboren [volgens Bijbelse telling!] Toen Sara stierf huwde hij met Ketura en krijgt hiervan nog zes zonen. [Gen.25:1,2, Gen.27:23,27]

Adam:  werd persoonlijk door de Schepper geschapen rond 20 jarige leeftijd [volgens de joodse overlevering] in het joodse jaar 4151 v. Chr. [dat is omgerekend astronomisch het jaar 4026 v. Chr.] – Uit Adam werd zijn vrouwelijke zielendeel in de stof geformeerd als vrouwelijk wezen en daaruit ontstond Eva, zijn vrouw. Daarom wordt nog steeds gezegd bij een echtpaar: ‘mijn wederhelft!’ - Uit de rode vettige leemaarde gevormd. Geestelijk levensvat volgens de wil van God. A = goddelijke wil, Dam = bloed [levensdrager], dama = lijkend op, overeenstemmen, evenbeeld van God, mens. Zoon van erbarming en genade. Adam werd 930 jaar oud. Hij was de eerste mens op Aarde. Over hem staat veel beschreven in de ‘Huishouding van God’. [Jakob Lorber].

Agricola: hij was een voorname Romein, die in gezelschap van Romeinse en Griekse kameraden op zoek was naar de ‘Grote Profeet’ en hij was naar Jeruzalem gekomen met behulp van Maria Magdalena. Hij kwam aan in de herberg op de olijfberg bij Bethanië, waar Jezus Zich ophield. Hij herkent de Heer. [GJE6-181, 6-188] – Ook begeleidde hij de Heer naar Bethlehem, stootte daar op een troep Romeinse soldaten, die hem aanspraken als: ‘machtige gewelddrager van de keizer’. Dit zegt veel over zijn hoge ambt.

Ahriman:  Ahriman en Lucifer zijn één en dezelfde persoon. Het zijn geen twee verschillende personificaties; deze twee worden jammer genoeg door elkaar gehaald of foutief verwisseld. Ahriman is gewoon een ander woord voor Satan of Lucifer.

Alfeus: [Alpheus] betekent: ‘God geeft een plaatsvervanger!’ – ‘vader van Levi-Mattheüs [Marc.2:14] – ook vader van Jakobus de Jongere [Matth.10:3]

Andreas: ‘manhaftige’ – hij was erg bekend met de sterrenkunde. Broer van Petrus. De eerste die Jezus bezocht in Zijn woonhut in de woestijn bij Had Nes.  Hij woonde in de buurt van Bethabara en was visser.

Archiël:  Deze engel haalt in enkele seconden een boekrol voor Philopold [zie daar!] van een zeer verre sterrenwereld [waar hij eerst leefde op de ster Prokyon, ook wel Akka  genoemd [GJE1-213] Hij gebiedt de Satan;  [GJE1-225] Helpt de schatten uit de druipsteengrot te redden en sluit vervolgens de toegang van deze grote rots toe. [GJE2-4-6]  - Archiël was o.a.: ook degene, die de toegang van een grote rots toesloot, nadat ze het goud van de tempelpriesters borgden.

Atheope = Kajin of Kain – ijn naam en huidskleur werd door de Heer veranderd, toen hij vluchtte voor zijn zoon Hanoch en de oversteek deed naar zijn toegwezen land.

Augustus, keizer Als keizer gaf hij in 2 v. Chr. een feest, maar dat zou evenwel plaatsgevonden kunnen hebben in 8 v. Chr. 0mdat het millennium steeds 6 jaar achterloopt.  In 9. V. Chr. is over hem een inscriptie gevonden. Hij was toen al 22 jaar keizer. Terugrekenend was hij 25 jaar keizer – en toen vierde hij zijn jubileum – dan moet dit geweest zijn in 6 v. Chr. En hij liet dit iedereen weten. In 14 n. Chr. was hij 45 jaar keizer. Toen was Jezus 20 jaar oud. In dat jaar kwam ook Tiberius aan de macht. Augustus betekent ‘verheven’. Hij werd in 27 v. Chr. keizer.

Barnabe: Een uit Nazareth afkomstige Farizeeër en Leviet. Deze vroeg de opperste leiding in de tempel, of het Kindje Jezus in de tempel mocht spreken …en met goedkeuring.

Barnabe was oorspronkelijk verbonden aan de tempel en hij werd na een driedaagse redevoering van Jezus in de tempel herbergier of gastheer in een bergdorp aan de overkant van het meer van Galilea, wiens kreupele dochter Elisa door de Heer werd genezen. Toen Jezus haarfijn bewees dat hij Zelf de beloofde Messias was, deed Barnabe ertoe besluiten de tempeldienst definitief de rug toe te keren en zich terug te trekken in een eenzaam bergdorp: alle bewoners zijn bekeerd en het dorp ontvangt van de Heer grote voordelen.

Bartholomeüs:  ‘de broederlijke’ – [Hand.1:13] Hij had twee jaar lang een goed baantje as ‘dode’ bij de Essenen, maar had uiteindelijk een gelegenheid in het geheim uit het klooster van deze bedriegers te komen. [GJE2-98,99]

Bileam, ook genoemd Balaäm, was een vermaard waarzegger uit Mesopotamië, die, ofschoon door Balak, de koning van Moab, juist met het tegenovergestelde doel ingehuurd en ontboden, de Israëliëten zegende (Num.22:1-24:25; Deut.23:3-6). Om echter niet onbeloond te vertrekken, gaf de heidense ziener aan Balak de raad de Israëlieten door bekoorlijke vrouwen tot hoererij en afgoderij te verleiden. Deze schandelijke raad berokkende hem de dood, en deed het nageslacht van Israël zijn naam altijd met afschuw noemen. Bileam was de zoon van Beor of Bosor en woonde in Pethor te Mesopotamië (Deut.23:4). Hij werd ingehuurd door Balak, de koning van Moab, die hem uit Syrië (Aram) liet halen (Num.23:7) om Israël te vervloeken,

Bingen, Hildegard van:  zij was een Duitse benedictijnse abdis en geldt als eerste vertegenwoordigster van de Duitse middeleeuwse mystiek. Zij was onder meer actief op het gebied van religie, kosmologie, wetenschappen, filosofie, compositie en muziekbeoefening, poëzie, plantkunde en linguïstiek. Zij was de eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam bekend is.  Haar werd in 2012 de eretitel van kerklerares verleend. Hildegard werd geboren als tiende kind van graaf Hildebert van Bermersheim, in een adellijk gezin dat woonde op het slot van Bermersheim, niet ver van Alzey. Voor haar opvoeding werd ze op haar achtste overgedragen aan de zorg van Jutta von Sponheim, abdis van het klooster te Disibodenberg, dat ressorteerde onder een groter klooster van benedictijner monniken. Ze leerde van Jhaar Latijn, enkele van de middeleeuwse artes, het lezen en interpreteren van de psalmen en andere Bijbelteksten, de liturgie. Al op haar vijftiende jaar legt zij de gelofte af. Als Jutta in 1136 sterft, neemt Hildegard de leiding van de  vrouwengemeenschap over en wordt abdis.  Hildegard besluit in 1147 een zelfstandig vrouwenklooster te stichten op de Rupertsberg te Bingen, onder anderen gesteund door de aartsbisschop van Mainz. In 1150 betrekken de nonnen hun nieuwe onderkomen en in 1152 wordt de bij het klooster behorende kerk door de aartsbisschop gewijd. De onenigheid tussen de abt van Disibodenberg en Hildegard zou jaren voor problemen zorgen.

Blum, Robert: Robert Blum (10 november 1807 - 9 november 1848) was een Duitse democratische politicus, publicist, dichter, uitgever, revolutionair en lid van de Nationale Vergadering van 1848. In zijn strijd voor een sterke, verenigde Duitsland verzette hij zich etnocentrisme en het was zijn sterke geloof dat niemand de mensen boven de andere zou moeten regeren. Als zodanig was hij een tegenstander van de Pruisische bezetting van Polen en in contact stond met de revolutionairen daar. Blum was een criticus van antisemitisme, steunde de Duitse katholieke sekte , en geagiteerd voor de gelijkheid van de seksen. Hoewel beweren immuniteit als lid van de Nationale Vergadering, werd hij gearresteerd tijdens een verblijf in het hotel "Stadt London" in Wenen en geëxecuteerd voor zijn rol in de revoluties van 1848 in de Duitse staten

Boehme, Jakob: Böhme werd geboren nabij Görlitz. Het enige onderricht dat hij genoot was in de stadsschool in Seidenberg. In 1599 huwde hij Katharina Kuntzschmann en vestigde zich als schoenmaker in Görlitz. Tussen 1600 en 1611 werden vier zonen geboren. Böhme was een zakenman die, net als alle andere burgers persoonlijke en economische problemen kende die het gevolg waren van de Dertigjarige Oorlog. Hij vertoefde vaak in het gezelschap van vrijdenkers en was absoluut niet kerkelijk gezind.

Borus: arts van Nazareth; de Heer voltrol het huwel van Borus met Sara [dochter van Jaïrus], die voor de tweede keer uit de dood werd opgewekt; hij is dan aanwezig bij de wederopstanding van Josoe

Cefas: Kefas – betekent ‘rots’ of ‘houvast’.  De Aramese bijnaam van Simon met de Griekse uitgang Kefa’s. Dit was de naam die de discipel en latee aposel Petrus van Jezus lreeg. Ook wel aangesproken met Barjona [Matth.16:17]

Christus: komt van het Griekse woord Christos, dat ‘Gezalfde’ heet. Lat.: Gezalde, Grieks: Haristos, Aristos = de Beste, het edelste, Ara-hari = Heer van licht, Kh-R-S-T = Christ

Cornelius: De Heer zei tegen hem: ‘over een aantal jaren zullen Mijn met Gods geest vervulde leerlingen bij jullie komen en je dopen met de geest van God. Je zult daardoor alles krijgen wat je nodig hebt… Over enige jaren, wanneer je gedoopt wordt met de heilige geest uit God, zal deze geest jou en alle anderen inwijden in alle hemelse wijsheid. Dan pas zul je alles heel duidelijk zien, wat je nu nog donker en verward voor je ziet.! Maar bewaar hetgeen je nu geopenbaard is alleen voor jezelf. [GJE2-63:6 en GJE2-47:14] – Cornelius was de jongste broer van de hoofdstadhouder Cyrennius. Zijn persoon komt na lange tijd weer ter sprake in Sichar, zonder hem bij naam te noemen. Hij was ten tijde van de dertigjarige Jezus overste in Kapernaum [GJE1-87] – zijn dochter wordt door Jezus opgewekt [1-128]. Zijn leeftijd wordt genoemd, tegen de zestig jaar. [GJE3-167] - Schoonzoon van Cornelius, broer van Cyrenius en keizer Augustus - Kisjonah had een dochter en die huwde met Cornelius en dus een schoonzoon van Cornelius. bron: GJE2-56

Christus: betekent letterlijk: ‚Waarheid uit God’ of ‘de waarlijk Gezalfde van God’ [GJE6:22, GJE11:21]

Cyrenius: een machtig persoon met groot aanzin; broer van keizer [Cäsar] Augustus. Cyrenius was stadhouder en vicekeizer over alle Aziatische landen en Egypte. Hij kende Jezus al vanaf diens kindertijd – begeleidde persoonlijk de heilige familie van zijn residentie in Tyrus per schip naar de Noord-Egyptische stad Ostracine – kocht voor hen een huis en was daar regelmatig gedurende 3 jaar op bezoek. Hij werd aanhanger en trouweling van Jezus. Zijn jongere broer Cornelius speelde in de jeugd van Jezus een belangrijke rol, ook later toen Jezus van 25-28 n. Chr. leerde en predikte in Palestina.

Dalai Lama: schept en verstoort [GJE7-104:1]

Daniel: ‘God heeft recht verschaft’. Hij wordt naast Noach en Job genoemd. [Ezra 14:14,20] – Zoon va de dag of van het licht – [GJE4-218:4]

David: 2e koning van de 12 stammen – ‘de neergedaalde liefde van God.’ [GJE11]

Ebal: naam van een berg tegenover de andere berg Gerizim [in Samaria], waarop gedenkstenen en een altaar werd opgericht. Deut.11:29, 27:4

Einde der wereld: tot de tijd dat de mensenwereld tot een volmaakt einde gekomen is [GJE11]

Eliah: Deze profeet wordt door de Heer geroepen als getuige [samen met Mozes] en verschijnt voor de laatste vier bekeerde Farizeeën [resp. twee Levieten] van de tempel; zij wensten de eens op aarde levende twee profeten nu te zien als geest.  Hier wordt duidelijk dat Elia ook Johannes de Doper was. In hem was de geest van de aartsengel Michaël. [GJE7-163, GJE1-2 en GJE4-140 – Elia = ‘God is Jaweh, profeet ten tijde van koning Achab.  – ‘Jah’ = de weg van het eeuwige leven’. Het Griese woord voor ‘Elias’.  ‘El’ = Goddelijk licht

Elias: de zuivere ziel van de mens, de macht, de juiste wandel volgens het Goddelijk Woord, de voorstraling van de Goddelijke liefde, het is de Goddelijke liefde, die vooraf gaat bij ieder gericht. [GJE3-195:4, Hemelse Geschenken, deel 2, hfdst.111:7]

Elisa:  opvolger van Elia, een groot wonderdoener. 1 Kon.19:16

Energie: ‘en’ = ‘binnen’ - ‘ergein’ betekent ‘opwekken’.

Emaüsgangers: Zij waren de bezoekers aan een viering van het paasfeest in Emmäus, zoals beschreven door de evangelist Lucas; Emmaüs was een dorp in Judea op 11½ kilometer van Jeruzalem. Volgens Luc.24:13-35 zou Jezus daar op Paasdag aan twee discipelen zijn verschenen, die hem eerst echter niet herkenden. Een van de Emmaüsgangers, Kleopas,  wordt bij name genoemd.

Engelen: Angelos, de door het licht verwekte, de gepersofiseerde wil van de Heer, de gedachten, ideeen en concepten van de verlichte geest; de vingers aan de hand van de Hheer, de goddelijke wil. [GJE3-122:5, GJE7-56:15, GJE10-199:5]

Ephata: openbaar je !  [Epha-t], Doe open! [GJE5-235:3]

Ephraïm:  het licht van de liefde en de macht van alle wijsheid  [GJE11] – De persoon Ephraim komt uit eigen interesse naar de burcht waar Jezus en Zijn leerlingen Zich in de winter ophielden. Hij wordt overtuigd van Zijn Goddelijkheid, Jezus van Nazareth en Ephraim wordt als allerlaatste apostel van de aardse werken van Jezus opgenomen in de kring. [GJE11-57]. Daarmee werdd het getal vervult, voor al diegenen, die beroepen waren om leraar te worden voor Zijn geestelijke schoolhuis.

Ephraïm van Bethanië: deze was een vriend van de familie van Lazarus en was ook aanwezig bij de opwekking van Lazarus door Jezus.

 

Esau: tweelingbroer van Jakob. Esau verkocht zijn eerstegeboorterecht voor een bord linzensoep. [Gen.25:29] – Hij was de stamvader van de Edomieten. Seïr is de naam van een streek, die zij bewoonden.

Eva: wederhelft van Adam – haar naam betekent: ‘moeder van alle levenden’ [Hebr. Chawah] – Gen.3:20 - de voorbeeldige verlossing van egoïsme en de resulterende wedergeboorte – ook wel Caiva genoemd – [HG1-7:11] – Caiva = Heva – Cha-ji-va = kracht, draagster van een ideeweg, levensweg en ‘va’ of ‘fa’= ‘voortbrengen’. De liefde van Adam. Caiva = de voorbeeldige verlossing van egoïsme en de uiteindelijke wedergeboorte. De moederliefde. [Huish.v.God, deel 1, hfdst.40:32, hfdst.7:11, en boekdeel 3, hfdst.2:22]

Farao: [pr-‘a] – oorspronkelik betekent deze naam ‘paleis’ of ‘het hof’ resp. ‘het grote huis’. In het Hebreeuws ‘vruchtbaar’.

Filippus:  [paardenvriend] woonachtig in Betsaida, aanwezig bij de spijziging van de 5000; een rondtrekkende evangelist; woont [later] in Caesarea; één van de twaalf discipelen;hij bemiddelt voor de Grieken, die Jezus willen zien; heeft vier dochters die profeteren;

Gabriël: de aartsengel, door de Heer aangesteld. [GJE9-119]. Hij verschijnt in de gestalte en persoon van de oervader Jared. [mijn kracht is God of God heeft zich sterk betoond] – Dan.8:16 en 9:21 – ‘iemand die er uitzag als een man’- ‘kwam de man Gabriël in ijlende vlucht tot vlak bij mij’ – deze gaf aan Zacharias en daarna aan de maagd Maria een boodschap; Gabriël zei tegen Zacharias: ‘ik ben een vorst onder de engelen en sta altijd voor het aangezicht van de Almachtige’. Gabriël en Michaël zijn geen namen van twee mensen in de hemel, maar met deze naam worden allen in de hemel bedoeld die in wijsheid zijn met betrekking tot de Heer en die Hem aanbidden

Gabriël en Zuriël: Deze engelen houden de hele schepping onder controle. Ieder hemellichaam, elke zon, moet aan hun geringste wenken gehoorzamen. [Jeugd Jezus 152]

Gloed: de volledige eigennliefde

God: de liefde, de eindeloze wijsheid van de Algeest!

Godheid: de van eeuwigheid afkomstig van alle oneindigheid der oneindigheden doordringende kracht, welke was en is en eeuwig zal zijn het oneindige Zelf

Gods kinderen:  deze komen overeen met het hart van God

Hagar: bijvrouw van Abraham, de tweede vrouw van Abraham – deze kreeg ruzie met Sara en vluchtte de woestijn in op weg naar haar vaderland Egypte; in de woestijn liet God haar weten, dat ze terug moest gaan en Hij beloofde haar een zoon, de latere Ismaël en de stamvader der Arabieren. Later kreeg Sara een zoon en om de vrede te bewaren stuurde Arbaham haar weg met haar zoontje. Ze verdwaalden in de woestijn en stierven bijna van dorst; maar een engel wees hun een waterput aan en zo werd hun leven gered. Ze gingen in de woestijn Paran wonen, ten zuiden van Palestina. Ismaël huwde een Egyptische vrouw. [Gen. 16 en 21] – Van haar stammen de Hagrieten – Galaten 4:24 – Paulus geeft hierover een allegorisch verhaal.

Haran – of Charan, een broer van Abraham, de vader van Lot. Zijn dochter Milka huwde met haar oom Nahor en deze Milka werd de grootmoeder van Rebekka.

Hazaël: koning

Hebreeër – die van de overkant [van de Eufraat] – door de bevolking van Mesopotamië. – Gen. 10:21 Eber, zoon van Sem wordt beschouwd als stamvader. De naam wordt het eerst voor Abraham gebruikt. Gen. 40:15. Jozef vertelt dat hij ontvoerd is uit het land der Hebreeën.Jona 1:9 zegt, dat hij een Hebreeër is. Ook Paulus noemt zich in 2 Kor.11:22 een Hebreeër [Aramees]. Open. 16:16 betreft deze taal.

Heer onder de mensen, de: De Heer zou in het jaar 919 na de schepping van Adam gedurende 1 ½ maand lang zich opgehouden hebben bij de Adamieten onder de berg Libanon in Phoenicië – de nakomende moeder van Noach is dit gezegd, dat de Heer Zelf als Redder in de Messias weer zich belichamen zal – toen in die tijd leefde ook Maria onder de naam Pura en de eerste keer op deze wereld.

Helena - Deze naam betekent de stralende, de lichtgevende; zij, die licht geeft of die licht uitstraalt. Dochter van Ouran, koning over Pontus, een wijze Griek. Zij wordt door de Heer met Malhael verbonden in den echte [huwelijk], nadat deze door de koning tot zijn vicekoning wordt benoemd. [Gen.3-82, GJE3-188]

Helena, dochter van de Griekse waard aan de straat tussen Essea en Jericho. Zij werd door de Heer van het koorts genezen en de gehele familie van de waard werd bekeerd. [GJE9-3]

Heli - De zwager van Zacharias uit Hebron (een jaar ervoor werd in zijn huis (in Hebron) de dood van Johannes bekend gemaakt). Zijn zoon, was een vriend van Lukas (ook een Leviet).

Henoch: Een voorvader van Noach en werd op 365-jarige leeftijd 'door God weggenomen'. Het leven van Henoch wordt beschreven in Genesis 5:18-24. Hij was 65 toen hij Methusalem verwekte. Daarna kreeg hij meer zonen en dochters. Henok – nakomeling van Seth, een vroom man – Hij wandelde met God, die hem op 365-jarige leeftijd wegnam. Zijn naam betekent toegewijd, leraar – Chenoq = genaade van het geestelijk zien, de wil van Jehova – cha = drager v.h. idee, noq of nox = de nacht [n-ok = het niet zien, de duisternis]

Herodus: [koning ten tijde van Jezus’ geboorte] Hij regeerde van 37 v. Chr. tot 4. v. Chr. Hij was erg streng en wreed. Hij had tien vrouwen en ging over lijken. Van hem is bekend de kindermoord uit Bethlehem [kinderen van 0-2 jaar]. Hij stierf een verschrikkelijke dood met een luizenziekte als straf op zijn wrede handelingen op zijn geliefde verbliijfplaats in Jericho..

Immanuel: Jes.7:1 – betekent ‘God met ons!’  zie ook Jes.7:14, Jes.8:8 - En Matt.1:23 ziet de belofte vervuld in Jezus. Im-Manu-El =  in de mensengeest is het licht van God – Ym, im, em = binnen en Manu = mens, El = de zich in de schepping en in de mens openbarende Godheid = God in ons. El = Gods licht, Gods geest, dat is de Goddelijke geest in de mens, dus het Goddelijk Christuslicht in de mens. God de Heer zei met ons. [GJE5-107:5]

Isaäk: Hij lacht de enige zoon van Abraham – Isaak wordt 180 jaar te Hebron, waar hij begraven werd; de voorvader van Jezus; Hij werd geboren toen zijn moeder Sara 92 werd; Isaak huwde toen hij veertig was met Rebecca – twintig jaar later kregen zij een tweeling: Esau en Jacob – Isaak leefde ca. 1700 v. Chr. En stierf op 180 jarige leeftijd – [Gen.17] – Isaäk is afkorting van Yishaq-El = God moge toelachen, zoon van Abraham en Sara. Hij was gehuwd met Rebekka [Gen.21 – Vader van Izau en Jakob [Gal.4]

Isaï = Jessai, Jesse – 1 Sam. 16:1 – hij woont te Bethlehem, kleinzoon van Ruth en de vader van David. Isaï, de kleinzoon van Ruth en Boaz. Zijn dochters Zerja en Abigaïl werden de moeders van twee beroemde militairen Joab en Amasa. Jesaja 11:1-2 wordt verteld dat de Heer zal komen uit de stam van Isai – zie ook Jesja 9:5

Iskarioth: man uit Keriot, bijnaam van Judas;

Ismaël = God hoort – zoon van Abraham en Hagar. Ismaël is wel zelf aanwezig op de begrafenis van zijn vader; [Gen. 25:19]; - [Josmaël, dat God hore – zoon van Abraham en Hagar. [Gen.16] – voorgesteld als vader van twaalf stammen [Gen.21]

Israël: [Jakob] – bijnaam van Jakob - strijder van God  of ‘dat God Zich sterk tone! - Israël middenpunt van Aarde - Het land Israël ligt in het midden van de wereld (uit de oude Midrasch) en Jeruzalem ook weer daarvan in het midden van het land. Het heiligdom ligt in het midden van Jeruzalem en dan weer het allerheiligste in het midden van dat heiligdom en de lade weer in het midden van het allerheiligste – de steen voor de lade heeft te maken met de 7e dag = Shetia – en uit deze zou de wereld gegrond zijn. – Israel betekent: ut de heerschappij van God.

Jaïrus: Griekse vorm van Jaïr [hij verlicht, vos] – een tempeloverste der synagoge, wiens twaalfjarig dochtertje wordt genezen;

Jakob [Israël]: aartsvader en zoon van Isaäk. – hij heeft twee vrouwen, de zusters Rachel en Lea en twee bijvrouwen – hun slavinnen Bilha en Zilpa – Jakob was de jongste der drie aartsvaders – samen schenken de vrouwen hem 12 zonen en een dochter; hij leefde ca. 1600 v. Chr. – na zijn dood werd hij gebalsemd en na 70 rouwdagen bijgezet in de spelonk van Machpela, bij zijn ouders en grootouders [Hebron]; In Gen.25:26 wordt de naam afgeleid van Ageb = ‘hiel, maar in Gen.27:36 en Hos.12:4 van het werkwood ‘Ágab’ = bedriegen.  – Jakob-El = ‘dat God bescherme!’

Jacob in Egypte in 1866 v. Chr. Hij zei eens, dat uit hem de Messias komt. Genesis 1:49:10 en via Nathan in 1028 v. Chr werd dit bij David nog eens benadrukt in 1028 v. Chr. - Jacob leefde 1866 v. Chr. - Jakob, aartsvader - Jakob kwam 125 jaar vóór de uittocht in het land van Gosen; zijn nakomelingen vertrokken 235 jaar later vanuit Gosen naar Kanaan. De periode van Jozef tot Mozes duurde 60 jaar. Precies 80 jaar ná de geboorte van Mozes kwam de uittocht.

Van Izaak tot de uittocht duurde het 400 jaar [in de woestijn 40 jaar – en tot de dood van Jozua 10 jaar – in totaal dus 450 jaar] – zie ook Hand.7:6, 13:17-21, Exod.12:40, 15:16 en Gal.3:17. Het manna hield precies 40 jaar ná de uittocht op. [Num.14:38] - Verantwoording van de 235 jaar: Mozes (40), Jozua (10), Othniel (40), Eglon (80), Debora (40), Abimelech (3) en Thola (23) met een totaal van 236 jaar.

Jakobs put: bij Sichem [in de provincie Samaria] – Joh.4:5 – Gen.33:18,19, Joz.24:32 – Tegenwoordig is er een kerk overheen gebouwd.

Jacobus, broeder van Jezus – ook schrijver van “de Jeugd van Jezus’. Jacobus was een van de vier zonen van Jozef van Maria. Hij was even oud als Maria, toen deze het Kindje Jezus baarde met 14 jaar!

Jacobus – de visser: was een zoon van Zebedeüs en een ‘neef’ van Jezus. Zijn moeder heette Salome. Hij was één van de twaalf apostelen. Niet lang na de stichting van de eerste christengemeente werd hij gedood. Jacobus en Johannes - Jacobus en Johannes waren broers. Hun vader was Zebedeus. Zij waren vissers en visten in het meer van Galilea, niet ver van de monding van de Jordaan, ook niet van de visplaats van Petrus en Andreas. - Volgens Papias, bisschop van Hiërapolis, zou Johannes gestorven zijn in 44. Zie ook Galaten 2:9, waar het gaat over het zogenaam,de apostelconcilie in het jaar 48. Daarom besloten Jacobus en Johannes ook om leerlingen van Mij te worden, om dan samen met Mij de volkeren der aarde te beheersen! Want ook zij waren al veel vergeten van wat Ik hen vaak als kind reeds behoorlijk duidelijk voorspeld had - Jacobus en Johannes, vissers en zonen van Zebedeus. (GJE 1-12-3 en 1-103)

Jakobus [broer van Judea]

Jakobus Alphaus [Kleophus]

JaHeWeH: Hebreeuwse Godsnaam – In Exodus 3:4 uitgelegd als ‘Ik ben, die Ik ben!’

Jaïrus: hoofd van de synagoge van Kapernaum, wiens dochter Sarah door Jezus uit de dood is opgewekt; de laster van Jaïrus en daarom de hernieuwde dood van zijn dochter Sarah; de tweede opwekking van Sarah door de Heer; Jaïrus’ neerlegging als hoofd van de familie

Jairuth; koopman in Sichar; als vriend van de Messias in Sichar - en in Kis

Jara: jongste dochter van de rijke eigenaar en gastheer Ebahl aan het meer bij Genezareth; haar eerste ontmoeting met Jezus; ze kijkt naar de open hemel; en krijgt de aartsengel Raphael als haar leraar en gids

Jared [jara] = ontzag voelen, de gave God om ontzag te hebben voor God

Jehovah: de eigennaam van Israëls God als de joden van de eerste eeuwen van onze jaartelling de vier medeklinkers van de naam JHWH tegenkwamen, lazen zij het in heilige vrees. De algemene naam Adonaj = de Heer, waarvan de eerste a bijna als een stomme e klonk. Rond de 9e eeuw werd deze naam van klinkers als leesteken voorzien en zette men het als Adonaij, dat moest worden uitgesproken. Later werd het niet meer begrepen en las men de 4 letters JHWH met de klinkers van EDoNaij als Jehowah. JHVH = de weg van het leven. j = de weg en HVH = het steeds evoluerende creatieve leven [Hewe, Eva en Gr. Hebe]

Jered of Jared -  betekent dienaar – zoon van Mahalel – de latere aartsengel Gabriël ! - de vader van Henoch – ook de voorvader van Jezus; hij werd 962 jaar oud!

Jeremia: één van Israëls grootste profeten, werkte in Juda onder de laatste koningen en nog na de val.  Hij die verhogen doet – priesterzoon uit Anatot – zijn vader heet Chilkia [Hilkia] – hij profeteert 40 jaar, voor en na de val van Jeruzalem zijn profetieën zijn opgetekend door zijn secretaris Baruch – zie ook 2 Kr. 35:25, Ezra 1:1 en Dan. 9:2, Matth. 2:17, 27:9 en Zacharia 16:14; Jeremia leefde van 645-587 v. Chr. In zijn tijd vochten Assyrië en Babylonië met Egypte om de wereldmacht. Het boek Klaagliederen is door hem geschreven. [staat niet vast] – Het wordt ‘jeremiëren’, dat jammeren betekent.

Jesaja: betekent ‘Jaweh is heil’. Één van Israëls grootste profeet, werkend ca. 740-700 v. Chr., naar wie het eerste profetenboek is genoemd. profeet van de toekomst - Jesaja profeteerde in 718 over het 7e woord – Jesaja 63:1-9 - Jesaja 53:4. Zie deze man is een echte profeet. Ik geloof dat wat hier heeft plaatsgevonden, de vervulling is van wat de profeet Jesaja heeft voorspeld toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze ziektes heeft Hij gedragen.  - Jesaja is de profeet voor alle tijden – Jesaja bericht in 723 en 717 v. Chr. dat de Heer lijden zal – Jes. 53:5 en Jes. 46:4,13 – Jes.52:13 - Jesaja heeft terecht over het volk Israël of de joden geschreven en ook voorspeld volgens Matth. 15:7: Dit volk nader­de Mij met zijn mond en eert Mij met zijn lippen, maar zijn hart is verre van Mij (Matth. 15:8) - Later, als Ik weer naar de hemelen ben opgevaren om eeuwige;: woningen voor jullie gereed te maken in het huis van de Vader, zal men jullie ter wille van Mijn naam wel voor vorsten en koningen sleuren tot een getuigenis over hen en over de heidenen (Matth. 10:18), opdat daardoor ook vervuld wordt, wat Jesaja, Mijn profeet, voor alle tijden en voor Mijn nu op te richten Rijk op Aarde over de domme koningen voorspeld heeft, toen hij zei: zie: Jesaja 32:6-20 - GJE1-137 [13] en 1-102, 2-123, 137 – Jesaja betekent:  – heil – grote schriftprofeet – werkte ca. 60 jaar in Juda onder de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia – vader van Itiël – uit Benjamin – Jesaja ca 800 v. Chr.;

Jezus: Hebr.: Jeshua, afkorting van Jehoshua [Jozua] – Jaweh redt. Mozes opvolger was Jozua, een voorvader van Jezus. [Hand.7:45, Hebr.4:8, Luc.3:29, Matth.1:21, Col.4:11] Zijn naam betekent; betekent Redder – Jehosjoea – uit de stam van Juda – (zijn stiefbroeders: Jakobus, Joses en Simon en Juda] – Hij heeft 3 paasvieringen meegemaakt, dat men kan opmaken uit: Joh.1: 2:13,23 – Matth. 21:21, 2 [5:1] – 6:4 – 3: 11:55, 12:1 en 13:1 en Matth. 26:1;  Jezus is de Goddelijke kracht, het levende woord en de liefde in God. De naam Jezus is zo heilig dat het door geen enkele duivel in de hel kan worden genoemd. De naam Jezus betekent de gehele zaligmakng door de verlossing. Naar Zijn priesterambt wordt Hij Heer Jezus genoemd, en naar Zijn koninklijk ambt Christus

Jezus in Egypte - De totale woonperiode van Jezus heeft op één week na, drie jaar geduurd. Op 27 januari 6 v. Chr. kwam het Kindje Jezus aan, en Het Kindje Jezus keerde terug op 20 januari 3. v. Chr.

Jezus uiterlijk: Hoewel Hij uiterlijk [heus] geen knappe man is, want Hij is wat klein van postuur, en Zijn handen zijn ruw en hebben lidtekens van het werken, maar Zijn hoofd is waardig en Zijn oog is wel het mooiste wat ik ooit zag. Ook om de mond heeft Hij een bijzonder vriendelijke, hoewel tevens ook waardig, ernstige trek. De stem van Zijn mond kan men echter werkelijk manlijk in verrukking brengend noemen, want die klonk tenminste voor mijn oren als het mooiste en zuiverste gezang. Bron: GJE2-240

JHWH = de onuitsprekelijke naam van God – men zegt: de eeuwige – Ik zal zijn die Ik zal zijn – meestal – en uit eerbiedigheid – wordt Adonai wel uitgesproken

Johannes, schrijver:  Johannes komt van het Hebr. Jehochanan: ‘God is genadig” – zoon van Zebedëus en Salome, broer van Jacobus de oudere – de leerling die Jezus liefhad. [Joh.13:23] – ook de auteur van het boek Openbaringen en de drie brieven van Johannes. Ook hij was visser en werd een van de eerste discipelen; Johannes =  de weg van de eeuwige genade [jo=de weg, chan=genade en an = voortdurend.]

Johannes Marcus – deze was de zoon van Petrus, de Evangelist die Petrus ook naar Bagdad begeleidde

Jona: duif [Jonas], lieveling; hij was de 5e profeet onder de kleine profeten. Zoon van Amotthai, uit Gath Hefer, die optrad onder Jerobeam-2. Zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een walvis zat, zo zal ook de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het midden van de Aarde zijn (Matth. 12:40) - Met het midden der Aarde wordt in de eerste plaats het graf aangeduid; maar in geestelijke zin betekent het, dat de ziel van de mensenzoon af zal dalen naar de gevangen zielen van de gestorvenen en ze dan weer vrij zal maken. [GJE1-186] Jona was een profeet en zoon van Amittai uit Gat-Hachefer – [Matth.12:39, 16:4 en Lucas 11:29]; de profeet die naar Nineveh werd gestuurd om de ondergang te voorspellen;  Een apart verhaal met de walvis, die hem opslokte gedurende 3 dagen, nadat Jona naar Spanje per schip vluchtte; Ook Joppe heeft ermee te maken;

Jonaël: Een bekeerde hogepriester in Sichar [Samaria], eerst aangesproken als opperhogepriester. Uitvoerige gesprekken met hem; hier voor de eerste keer met zijn naam Jonael. Hij is aangesteld om het evangelie te verspreiden. Hij komt tot de Heer in Kis [noordwestelijke deel van het de Tiberiasmeer]

Joram: arts  in Sichar, hij ontvangt van de Heer de Samaritaanse Irhael als vrouw [GJE1-33]

Josafat,  dal van: toestand van de innerlijke rust der ziel, als de handelwijze een juiste was

Jozef: lievelingszoon van Jakob en Rebecca – aartsvader – door zijn broers uit afgunst naar Egyte verkocht, waar hem een roemvol bestaan wachtte. [Gen.37-50] Hij was gehuwd met Asna, een Egyptische en begraven te Sichem

Jozef van Arimathia: het weetgierige geloof in de Heer

Jozef van Maria: echtgenoot van Maria; hij stierf in de handen van Jezus op ca. 99 jarige leeftijd. deze zag tijdens de geboorte van het Kindje Jezus de opkomende volle Maan en de sterren, zowel de op­komende als de ondergaande, al­lemaal stilstaan! De Maan kwam niet los van de horizon en de ster­ren wilden er niet achter verdwij­nen!  En er was ook nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond­ of hing ­stil in zijn bedding! Jozefs huis stond 90o meter ten zuiden van Nazareth. Dit lag vrij dicht aan de hoofdweg [ca. 200 meter er vandaan]. Het huis of hof van Jozef van Maria lag dus 10-15 minuten van Nazareth vandaan. Tegenwoordig is op de plek, waar ooit Nazareth heeft gestaan, een afvaldepot geworden.

Jozua – zoon van Nun, dienaar van Mozes – wordt 110 jaar en begraven te Timnat-Serach; hij was een hoge bevelhebber;

Juda: zoon van de aartsvader Jakob en Lea, stamvader van de belangrijkste Israëlitische stam, wiens naam yehúdah in Gen.29:35 populair wordt verklaard met het werkwoord hódah, lofprijzen. De belangrijke provincie Judea komt hier vandaan en werd pas in de Romeinse tijd gebezigd. De toekomstige generaties, die door de aanvaarding van Jezus’ leer naar de stam van Jud geteld worden; het is de liefde van het levendige woord vanaf de eeuwigheid, omdat alle dingen zijn geschapen

Judas: Judas Iskarioth, die zijn meester veraadde voor 3 zilverlingen en zich daarna verhing. Iedereen die zichzelf verrijkt met wat dan ook [eigenliefde], of het nu met wetenschap of met goud is. Als men dit niet allemaal van de Heer ontvangt of op zijn minst zo'n grote liefde voor Hem en zijn beste vrienden krijgt, is hij net zo goed een Judas Iskariot, een dief en een rover, aangezien hij al deze dingen bezit. En zo maakt en zondigt Judas op kosten van Jezus. Judas vertegenwoordigd het Joodse volk; het feit dat Jezus werd verraden door hem was een teken dat dit werd gedaan door het joodse volk aan wie het Woord in die tijd was gericht; Judas was een handelaar in vis en aardewerk, wat hij zelf ook produceerde; hij werd door Thomas als een nieuwe leerling voorgesteld; over zijn tweezijdige karakter; hij heeft een verklarende mening over Jezus; zijn politieke plannen over Jezus, gemotiveerd door Herodus; zijn verraad, zijn verkeerde beoordeling over de doelstelling van Jezus, zijn late inzicht, wanhoop en zelfmoord. Hij was een handelaar in vis en aardewerk, dat hij bij gelegenheid ook zelf maakte. Hij werd door Thomas aan de Heer voorgesteld als nieuwe leerling. Over zijn dubbelzinnige karakter geeft de Heer een verklarende getuigenis. Zijn politieke plannen over Jezus, en steunend op Herodus met zijn verraad. Hij schatte zijn mening daarover verkeerd in en pleegde uit wanhoop zelfmoord, want hij begreep de doelstelling van Jezus niet.

Kaïro: Kahi Roug =  van de Kahi, een van de grootste stieren van deze omgeving, de hoorn dat ‘geheiligd’ was.

Kajin: = Cahin = doodsbrenger. Hij is het gevolg van een drievoudige ongehoorzaamheid tegen God en is de dood van Adas en Evas lichaam, want Kajin werd gewekt  door hun begeerdheid in de zelfzucht. Kaïn = smid; naar de klank verwant met ‘verweven’. Num. 24:22 – land van de Kenieten, afstammend van Kaïn;  Kaïn bouwde echter al, door influistering van de satan, voor zijn zoon Hanoch een stad met diezelfde naam; en hij heeft daardoor de basis gelegd voor alle kwaad op Aarde. GJE3-10-2 - Nathánaël, die zelden of nooit iets ze tegen Judasi: 'In jou woont de geest van Kaïn, begrijp je wel? En deze geest verbetert zich op deze Aarde niet; want de wereld is de geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering verwachten!' GJ1-114 [17]

Kefas = Cefas, Cephas – Aramees = rots; dezelfde betekenis als Petra, grieks = rots – vgl. Joh. 1:43;

Kisjonah:  rijke eigenaar van het dorp Kis dat een tolstation had. Hij biedt moeder Maria en de lijfelijke zonen van Jozef een nieuw huis aan met wat land. [GJE1-146, 230]

Lazarus: de zoon van een rijke landheer in Bethanië, later zelf eigenaar van een herberg in Bethanië en de herberg op de Olijfberg. Een trouwe vriend van Jezus, Die daar vaak verbleef. Zijn zusters waren Martha en Maria van Bethanië. Lazarus neemt 120 bedelaars en andere arme mensen uit de omgeving van Jeruzalem en Bethehem aan, die hij aanstelde als landarbeiders op zijn grootbezit grond. Hij werd door Jezus genezen. Toen hij stierf en al een paar dagen oud was, riep de Heer tot zijn ziel en stond hij op uit het graf.

Lorber, Jakob: geboren op  22 juli 1800 en stierf in  Graz op 24 augustus 1864). Hij was een mysticus uit Stiermarken die, naar eigen zeggen door goddelijke inspiratie, een groot aantal boeken schreef over Jezus en Zijn leer onder de noemer: ‘De Nieuwe Openbaringen of ‘Het Nieuwe Woord.’

L’Rabbas: [Mattheüs]: de feitelijke schrijver v.h. Mattheüsevangelie

Lamech: de uitvinder van de doodstraf

Lazarus: die bij de rijke deur stond, duidt de heidenen aan die door de joden werden veracht; Zijn zweren betekenen het verkeerde voor de heidenen vanwege de onwetendheid over het ware - de heidenen werden door Lazarus aangeduid omdat de Heer hen liefhad, zoals Lazarus, die Hij uit de dood opwekte; Lazarus, de zoon van de bovengenoemde, rijke landheer in Bethanië en eigenaar van een herberg in Bethanië en de herberg op de Olijfberg; trouwe vriend van Jezus; verblijf van Jezus in Bethanië; een groep joodse tempelpriesters werd daar bekeerd; de zusters van Lazarus zijn Martha en Maria; Lazarus neemt 120 bedelaars op die genezen zijn door Jezus en andere arme mensen uit het gebied rond Jeruzalem en Bethlehem als landarbeiders; zijn dood en zijn opstanding door Jezus

Leer Jezus: zonder de leer van Jezus wordt de Bijbel niet begrepen; door middel van de leer van Jezus wordt de Bijbel niet alleen begrepen, maar straalt ze ook in het verstand! Degenen die de Bijbel of het Woord lezen zonder de leer van Jezus, tasten in het duister wat betreft alle waarheden; De leer wordt niet verworven door de geestelijke betekenis van het Woord, maar alleen doordat verheldert, belicht en bevestigt. De Heer leert iedereen door het Woord [de Bijbel en de Nieuwe Openbaringen] en weliswaar via de aanwezige kennis die bij hem is

Lijden: terwijl het lichaam lijdt, lijdt niet de ziel, maar heeft het alleen leed; maar God neemt dit lijden na de overwinning weg, zoals men de tranen van de ogen veegt

Leeuw: de Heer Zelf; ‘Le o wa’ = ‘het kwaad vlucht voor de zon’; le = het slechte of zijn nakomelingen; el = de goede of de goede zoon; O = de zon van de God;  wa of wah = vlucht; Leeuw = de kracht of almacht van God

Levi: 3e zoon van Jokob en Lea [Gen.29:34] – Ji-llaweh: ‘hij zal zich aan mij hechten’

Levi: in het nNT is het de tollenaar Mattheus die Levi heet

Leopold Engel: maakte het elfde deel van de Grote Johannes Openbaringen af, jaren na Lorbers dood

Leviathan: naam van een mythologisch monater, type van de chaos doe door Jahweh bij zijn ordenend scheppingswerk is overwonnen en die men niet moet wekke. In Job 40 e.v. geconcretiseerd in de krokodil. Betekenis voor satan

Libanon: witte bergen, bergketen van ca. 170 kilomeer lengte ten N. van Israël, evenwijdig aan de kust, met toppen tot boven de 3000 m. en eeuwige sneeuw

Linker kant lichaam: hartzijde, van waaruit het bloed het hele lichaam binnenstroomt, het is de positieve of geestelijke kant

Lithostrotos:  het geplaveide plein – ook Gabbatha genoemd, waarop Pilatus’ rechterstoel stond [Joh.19:13] – Indien Jezus veroordeeld werd in het voormalige paleis van Herodus, dan moet L. het publieke plein daarvoor hebben aangeduid. Zo kan Gabbatha, bult of hoogte, de oorspronkelijke benaming zijn geweest van de Zuid-West-heuvel met de bovenstad; later beperkt tot het paleiscomplex, dat dit hoogste staddeel beheerste. Localiseert men het Praetorium in de Antonia, dan moet men Gabbatha anders verklaren, en het L. vereenzelvigen met het burchtplein, waarvan een indrukwekkend gedeelte in het begin van de vorige eeuw is ontdekt

Lompen: het eigenlijke aardse slechte

Longen: er is als het ware een tweede maag, een tweede keuken, waardoor voedsel essentieel wordt toegevoegd aan de gerechten die in de eerste voorkeuken worden bereid, zodat de gerechten van de eerste keuken levendig en nuttig zijn om het leven te ondersteunen

Lorber, profeet: zoon van het licht van liefde of die het licht van leven en liefde uitdraagt; L = volgens de liefde en het leven; Or = licht, vlam; Ber = scheppen, bevallen; Bara = scheppen; Aram: Bar = zoon, het geschapen; in het Engels: bare = dragen, uitvoeren.  L’or-ber = de zoon van het licht

Lucas: reisgezel van Paulus, die, mede uit Paulus’ prediking, zijn [het derde] evangelie samenstelde, en tevens de Handelingen der apostelen schreef. Lukas, de evangelist, was een schilder en dichter - hij schreef zijn evangelie pas vijftig jaar na Jezus, evenzo als het door de apostel geschreven evangelie, verzameld uit verschillende onderzoeken en verzamelingen. Meerdere onjuiste toevoegingen in beide teksten [Lucas en Handelingen] gaan terug naar Luke's vriend Theophilus in Athene. Het blijft speculatief dat Lucas arts was, omdat hij veel over ‘zieken’schreef; tenslotte weten we uit de Lorberliteratuur dat hij dichter was.

Lucifer: wordt in Jesaja opgevat als degenen die uit Babylon komen, en in het bijzonder de Jezuïeten, wanneer ze worden meegesleept door een ijver die velen hebben vanuit een helse liefde

M: Hebr. Letter van het water, uitdrukking va n het moederlijke, het idee van de vorm die iets innerlijks, levends omsluit

Magadan: gebied aan de westelijke oever van Galilea, waarheen Jezus zich begaf na de 2e broodvermenigvuldiging; worddt ook wel vergeleken met Migdal, de woonplaats van Maria Magdalena. [Matth.15:39]

Magdala of Migdal: dorpje, stadje aan de westelijke oever van het Galilese meer; alleen genoemd ter bepaling van een van de Maria’s die Magdalena heette. Magdalena is identiek met Maria Magdalena, die een andere was. Magdalena gold als de ‘koningin van de deernen’

 Mamre, Mambre: eiken of terebinthea van Mamre in de omgeving van Hebron, waar Abraham zijn tent opgeslagen had. [Gen.13:18, 18:1, 18:4,8]; het betrof één boom! De grafspelonk van Machpela zou er tegenover moeten liggen. [Gen.35:27]

Marcus de Romein: een oud-soldaat die gediend heeft onder vicekeizer Cyrenius en er bevriend mee raakte, woonde in een armelijk huisje. Hij naderde God steeds via het hart volgens de leer van Jesaja. Marcus, de spraakzame oude rechtschapen krijgsman kon op een spraakzame smeuïge manier vertellen. Zijn woning stond vlak aan de oever van het Galilese meer, ongeveer 500 passen van zijn woning. bron: GJE2-183,193

Maria van Bethanië: zuster van Lazarus; zij zalft de voeten van Jezus

Maria van Jozef: de lichamelijke moeder van Jezus [zonder conceptie!], zij was de tweede vrouw van Jozef [GJE1-189]; Gabriel's getuigenis over Maria tijdens haar aanwezigheid in het gezelschap van de Heer bij Kisjonah [GJE9-130]; deze bood moeder Maria een huis aan met een klein landgoed waar ze de arme kinderen van Kis les gaf [GJE1-230]; Over haar bescheidenheid lezen we in GJE9-195

Maria Magdalena: staat beeld voor de rooms katholieke kerk; De Farizeeërs dachten als volgt over Jezus: ‘In één woord, wij weten nu genoeg, en het is hoog tijd dat we bij hem weggaan; anders behekst hij ons nog en zijn we reddeloos aan de duivel overgeleverd! - Kijk nu toch eens, hoe hij de vijf dochters van die gehate tollenaar vleit, en hoe ze hem letterlijk aanbidden! Ik zet duizend pond tegen een stater, dat deze profeet en heiland, als hij nu naar Jeruzalem komt, maar al te gauw met de koningin van alle hoeren, de wereldberoemde Maria van Magdalon, zeer intiem kennis zal maken en met haar een hele hartelijke vriendschap onderhouden zal, - en misschien ook nog wel met Maria en Martha van Bethanië, waarvan men zegt dat die na Maria van Magdalon de meeste bezoekers krijgen!' GJE1-146 [12] Maria Magdalena is dus niet Maria van Magdalon! - Zij is dus identiek aan Magdalena von Magdalon; zij leidt een groep Romeinen en Grieken in Jeruzalem naar de herberg op de Olijfberg, waar Jezus met de Zijnen logeert – zij wordt soms 'de meid' genoemd - haar genezing van bezetenheid door Jezus - vermelding van de hare naam en oorsprong van het kasteel magdalon en haar rijkdo; later komt zij weer bij hetzelfde gezelschap op de olijfberg – zij maakt de voeten van Jezus nat met haar tranen en droogt deze met haar haren - in Bethanië zalft ze de voeten van Jezus

Maria van Jozef: M-ar-jah = M = mijn, ar=licht, jah = ik [mijn lichtkleed]; Maria

De Heer Zelf noemde Maria NOOIT Zijn moeder; Jezus kwam via Maria ter wereld; nadat Hij echter Zijn Godheid in zijn menselijk lichaam heeft verworven, legde Hij al het menselijke van haar af. Onder Zoon van Maria wordt het menselijke begrepen, dat Hij aannam

Marcus: zoon van de apostel Petrus [Simon Juda] en wordt door hem aanbevolen als schrijver en hij komt naar de Heer [GJE1-89] – een voorlopige beschrijving van zijn late missionarisresidentie met zijn vader na het toenmalige Nieuwe Babylon, de latere Arabische Bagdad - en Petrus’ martelaarschap in Babylon zelf; Wat Markus in een notendop weergeeft, heeft voornamelijk geput uit de leringen en geschriften van aposel Paulus, en hi wist ook al veel van zijn vader Petrus. Markus de schrijver is dus unaniem de zoon van Petrus.

Marcus de Romein: Romeinse veteraan naast het meer nabij Caesarea philippi; zijn verhaal - de heer komt voor het eerst naar zijn arme hut - daar ook een bezoek van cyrenius - nadat markus een veel groter en rijker bezit kreeg door het wonder van de heer [kuuroord], stelt cyrenius hem in als stadshoofd over Caesarea en de omgeving.

Mars: planeet – symbool van strijd en oorlog [GJE3-102:19]

Martha von Bethanïe:  zuster van Lazarus

Materie: het huis van de dood, het deel van de goddelijke toorn getemperd door genade; materie is een samenstelling van substanties; in de geestelijke wereld is alles substantieel en niet materieel

Mathael was een van de vijf bezeten straatrovers die door de Romeinen onder de hoofdman Julius gevangen werd genomen en bij Markus, de oude soldaat en kameraad van Cyrenius in de buurt van Tiberias, genezen. Hij, Mathael zal spoedig tot grote wijsheid komen [zijn wedergeboorte is hem beloofd door de engel Raphael tijdens dit aardse leven. Hij wordt door de Heer aan koning Ouran als leraar gegeven, door deze aangesteld als zijn onderkoning en getrouwd met Ouran's nobele dochter Helena. Zijn roeping was de voorloper van Paulus onder de heidenen te zijn.

Mattheus: naam van apostel – Marcus 3:18, Luc.6:15, Hand.1:13, Matth.10:3; Mattheus de tollenaar: Matth.9:9; in parallelteksten heet hij Levi: Marc.2:14, Luc.5:27-  Hij was apostel en evangelist, een Galileeër; was douanebeambte in dienst van de Romeinen in Sichar [bij de grote tolmuur aan het meer van Genezareth]; hij maakte aantekeningen van de jeugd van Jezus; zijn roeping door Jezus om de leerprediking op de berg van Garazim bij Sichar op te nemen; later werd hij de apostel van India; zijn evangelie kwam nooit naar Europa, maar hij was wel de creator van het echte Matthaus-evangelie, dat we kennen onder de naam L'Rabbas; hij schreef pas na de aardse tijd van Jezus dit alles op in Sidon volgens verschillende bronnen en ooggetuigenverslagen. [GJE1-38]

Mattheus: een douanebeambte, een Griek van geboorte en een Romeins staatsburger; hij was de eigenaar van het tolstation bij Sibara aan de noordoever van Galilese zee; hij verzorgd de Heer in ijn herberg, want Jezus genas zijn oom, die aan jicht leed, en werd Zijn leerling; Mattheus is mogelijk identiek aan Matthias, een herbergier bij Kapernaum waar de Heer meerdere keren verblijft

Mayerhofer: Volgens lezers van Lorber zou hij een incarnatie zijn van Jafet, de zoon van Noach [of de geest van Jafet leefde in hem]. Hij leefde als Duits gepensioneerde Griekse majoor in Triest. [Dld]

Medicijn: Het medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en niet omgekeerd. bron: GJE2-154

Melchizedek:  was God Zelf; de koning [priester] van Salem – Hij leefde in de tijd van Abraham en Zijn nam betekent: ‘Koning der gerechtigheid!’ Abraham bracht Hem eens het tiende van een veroverde buit [Genesis 14:18-20].

Meer van Galilea - Dit meer had 2.000 jaar geleden een zeer uitgestrekte en diepere zee met een totale doorsnede van 4000 klafter [GJE2-134]

Mensenzoon Jezus:  dat is de Heer betreffende het Woord; het teken van de Zoon des mensen in de hemel is de verschijning van de goddelijke waarheid in het woord van Hem

Messias: Middelaar tussen het puur menselijk verstand en de goddelijk-geestelijke waarheid

Methusalem - Deze stierf volgens de overlevering der Rabbijnen één week voor de zondvloed. Ook wel Methusalah genoemd. Hij betekent “doodsoverwinnaar’’; hij werd 969 jaar oud. Daarom zegt men wel eens: ‘zo oud als Methusalem’. Hij was een zoon van Henoch.

Micha – is de 6e van de kleine profeten;

Michael: De oerengel symboliseert ook het hemelgezelschap; Gabriel en Michael zijn allen in de hemel, die in de wijsheid van de Heer zijn en Hem aanbidden; De aartsengel Michael en de satan vochten om het lichaam van Mozes, d.w.z. om de dode materie van zijn leer. De aartsengel Michaël, de machtigste hemelgeest - na God, heeft met al zijn kracht en macht toch drie dagen en nachten een harde strijd moeten strijden om het lichaam van Mozes.  En Michael heeft na een gevecht van drie dagen het lichaam van Mozes aan de satan moeten afstaan! bron: GJE1-131, GJE1-67, GJE2-89

Middellandse Zee - De middenzee van alle zeeën. Het echte midden is daar, waar de Heer is. Het land Israel ligt ook in het midden van de wereld [uit de oude Midrash]. Jeruzalem is daarvan weer het midden. De Middellandse zee kan als zee toch bij uit­sluiting de Middenzee heten, omdat het echte midden daar is, waar de Heer is! En omdat de Heer hier bij deze zee is, daarom is dit de Mid­dellandse Zee, het midden der zeeën! (bron: [J.J. 218]

Moslims: Er zullen tijden komen, waarin men de verontreinigde leer van de Heer te vuur en te zwaard aan de volkeren zal prediken, maar dat zal een grote ramp voor de mensen zijn [GJE2-59]

Milt: een vuurhaard, vuurkachel

Mohammed: Eertijds werd hij boven Mohammedanen geplaatst, maar omdat hij als God over alle dingen van hun religie wilde regeren, werd hij van zijn zetel verstoten

Moren – dat zijn de Ethiopiërs’;

Mozes [Moisez]: In Exodus 2:10 wordt zijn naam populair verklaard; Mozes betekent: ‘mijn opname’:  Moi ie sez

Murahel: zie Philopold

Mythe - Het woord "mythe" betekent "overlevering", doch het Latijnse woord "fabula" betekent in deze zin "fabel". Fa = vuur en bel = bol, dus vuurbol. Zo,n betekenis zal men niet in een woordenboek aantreffen. Magie in een woord kan zijn etymologische achtergrond hebben. Zoals de piramiden de naam "chammajim" dragen, zo heeft onze schoorsteen nog de naam "cheminee". Beiden hebben dus met vuur te maken.

Nahim = Naïn

Nathanaël – betekent: ‘gegeven heeft God’. – discipel of leerling van Jezus- hij wordt genoemd in Joh.21:2 – in de apostellijst komt hij echter niet voor; men speculeert dat hij dezelfde is als Bartolomeüs [maar deze naamdrager betekent geheel iets anders dat inharent is aan Nathanaël]; hij was de derde volgeling van Jezus; hij was visser in het gebied van Bethabara aan de Jordaan, ook goed bekend met Petrus en Philippus; hij werd geroepen door de Heer. En was aanwezig toen Jezus werd gedoopt door Johannes en hoorde zijn getuigenis over de Heer; is ook de schrijver van het Grieks evangelie [GJE1-149] - hij rapporteert over de wonderen van de Heer en concludeert: het grootste en eeuwig blijvend wonder is Zijn woord

Nicodemus: betekent volksoverwinnaar’ – de verborgen liefde tot de Heer; hij was in de tijd van Jezus een overste der joden – in een nacht vroeg hij Jezus om raad, want hij wilde niet dat men hem zag gaan naar Jezus. Toen later Jezus gestraft zou worden, zei hij dat het toch wel nodig was iemand te verhoren alvorens over hem te oordelen; bij de begrafenis van Jezus bracht hij 100 pond specerijen mee om zijn lichaam te balsamen; zonder het te bekennen stond hij aan Jezus kant; Joh. 3:7,19 – hij was tempelhoofd en de hoogste burgemeester van Jeruzalem, een geheime aanhanger Jezus. In zijn volgende bezoek komt hij aan bij Lazarus op de Olijfberg tijdens een lichtverschijning van 12 twaalf pilaren, waar hij de Heer ontmoet met de Zijnen; daarna verblijven Jezus en Zijn leerlingen in de herberg van Nicodemus in Emmaus, waar ook de zeven Nubiërs arriveren;  laat op de avond van de dag van de intocht van de Heer in Jeruzalem gaf Jezus Zijn laatste leerprediking in de tempel, en komt Nicodemus opnieuw naar Hem toe met drie stadsoversten die bij Lazarus in Bethanië verblijven en Jezus hulp aanbieden te vluchten naar het buitenland [GJE11-68]

Noach: Hij was een oprecht gelovig mens en trouw aan de Heer. Hij speelde een belangrijke rol bij de bouw van de ark in 1656 n. Adam bij de zondvloed.  Noach = rust, vrede, troost – zoon van Lamech, vader van Sem; - hij bouwde de ark en nam dieren en zijn gezin mee om de zondvloed te overleven – veertig dagen lang regende het totdat het water 15 el boven de hoogste bergtop stond – toen na 150 dagen het water zakte, was iedereen verdronken – met zijn zonen Sem, Cham en Jafet leefde hij nog 350 jaar en stierf met 950 jaar – Gen. 6-9;

Nod = betekent een stad waar men heen kon vluchten en men zich veilig stelde, zoals Kajin dat deed, toen hij zijn broer Abel vermoord had; Nod lag ten Oosten van Eden;

Noha = nou = nieuw  ha = hebr. cha = leven, het ‘overleven’ nou-aha = nieuwe liefde, nieuw verbond – nieuw huwelijk van God met de mensheid; de gerechtigde zoon

Noorden: de wereld in de sfeer van haar beproevende deemoediging

Nubië:  Noua Bia: nieuwe woonplek

O: letter – de volledige Godheid in haar zuiverheid of reinheid; het oog der godheid

Obadja: de profeet van het heden en de toekomst, de profeet van het uiterlijke en innerlijke, evenals het uiterlijke geloof en de innerlijke liefde

Octavianus Augustus – dit was de keizer Augustus ten tijde van Jezus, broer van Cyrenius en Cornelius;

Olav Rodge: Pater Olav Rodge uit Bergen [Norwegen], gedateerd was uit 1952. In dit schrijven gaat het over een toekomstige wegvoering van deze aarde. Zijn artikel kan men  downloaden onder: https://www.gloria.tv/media/nsk1kMAwMm5  - Het betreft het thema ‘wegvoeringen’.

Oren: de voeten van het hoofd, waarop hij loopt

Orion: de liefde van God

Paulus: “Saulus van Tarsus (Cilicië), ca. 29 n. Chr. – Hij was een leider van de vroege christelijke kerk en speelde een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het christendom in de gebieden rondom de Middellandse Zee, in het bijzonder in Klein-Azië en Griekenland. Deze naam wordt het eerst gebruikt bij zijn ontmoeting met de landvoogd Sergius – zijn Hebr. naam Saul, die in de Griekse vorm Saulus de lachlust kon opwekken.

Pella: een stad van de Decapolis, door de overlevering aangewezen als de wijkplaats der christengemeente van Jeruzalem bij de onderganf van de H. stad

Pentapolis: het vijfstedengebied. Gen.13, nl. Sodom, Gomorra, Adaa, Zeboïm en Bela [di. Zoar] – zij worden voltallig genoemd in Gen.14:1,8, terwijl in de volgende verzen alleen de koningen van Sodom en Gomorra uitdrukkelijk worden vermeld als verslagen, waarna de eerstgenoemde Abraham tegemoet gaat. Lot woonde in Sodom, dat zeer slecht was. Lot vlucht daarna naar het ‘kleine’ Zoar, dat gespaard blijft Van een vernietiging der vier steden zonder Zoar [Gen.10:19] is alleen sprake in Deut.29:22. Over de Adama en Zeboïm spreekt slechts Hos.11:8. Klaagiederen 4:6 heeft het over Zoar. Ook Gen.19:23,30 wordt verder alleen genoemd in gebiedsbeschrijvingen. Men kan dan de resten van Zoar vermoeden in de ruïne Ba bed-Dra.

Petrus: Bar Jona in Matth.16:17; De apostel Petrus was in het jaar 48 bij Jozef van Arimathea, waar hij mogelijk de brieven der Hebreeën schreef (meer waarschijnlijker is dat echter Paulus). In Hemelse geschenken3-64-22 zegt de Heer, dat Petrus zelf, voordat hij nog van Jeruzalem wegging, waar hij zich ophield in een van de huizen van Lazarus, Nicodemus, of van Jozef van Arimathea, het klaarblijkelijk nodig achtte in Jeruzalem een zogenaamde kerkvolkverzameling te houden, van waaruit hij aan diverse gemeentes brieven schreef, die gedeeltelijk zich nog als joden of christen streng aan de regels hielden; deze bijeenkomst is nog kort genoemd door de evangelist Lukas; bij een samenkomst van Paulus werd Petrus scherp veroordeeld, omdat hij met de joden nog volkomen jood wilde zijn en met hun regels, die de Heer opgeheven had, toch nog daarop grote waarde legde. bron: GJE2-176  Petrus was de zoon van Jona in Bethsaïda, van beroep visser, later ‘mensenvisser’.

Petrus: Kephas, Kepha = fundament, hoeksteen  [quepha = q [kh] = geestelijk leven, geestelijke  zon [ph] als symbool van de verkondiging van de manifestatie van een geestelijk idee; een echte rots waarop de Heer zijn ware kerk de ware liefde en wijsheid uit hem kan opbouwen; ook de uiterlijke mens, die echter zijn hele wezen door allerlei beproevingen naar binnen keert

Pharao: Vare on = hij hoedt, hij is de herder  [Varaonen, Varion – Phar = vruchtbaar

Pharizeeër: Varizaer = hoeder, heder – een Farizeeër is ook een soort ‘koning’ op de troon, die met zijn cepter regeert, hoedt

Philippus - De Heer: ‘Langs de weg, die nog enige tijd langs de oevers van de Jordaan slingerde, troffen wij Philippus aan, eveneens geboortig uit Bethsaïda, die in alle vroegte met een slecht net in de golven van de Jordaan een ontbijt zocht. - Petrus vestigde Mijn aandacht op hem en zei: 'O Heer! Deze man lijdt veel en is zeer arm, maar tevens is hij een zeer eerlijk redelijk en godvruchtig mens. Wat zou U er van denken, als U hem ook met ons mee liet gaan?' Op zo'n hartverwarmend voorstel van Petrus kan Ik alleen maar antwoorden met: 'Philippus, volg Mij!' Deze laat zich dat geen tweemaal zeggen, laat zijn net op de grond vallen en volgt Mij, zonder te vragen waarheen. Pas onderweg zegt Petrus tegen hem: 'Degene, die wij volgen, is de Messias!' Philippus zegt dan: 'Op het moment, dat Hij mij zo liefderijk geroepen heeft, heeft mijn hart mij dat al ingegeven'. Philippus was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de Schrift wist gaf hij onderwijs aan de arme vissers. Hij kende Jozef van Nazareth persoonlijk, en kende Mij ook en wist daarom veel van wat er bij Mijn geboorte en in Mijn jeugd was voorgevallen. Hij was ook een van de weinigen, die in Mijn persoon heimelijk de Messias verwachtten; Philippus en nog enkelen hadden een zekere hoop behouden, want ze kenden de voorspelling van Siméon en Anna, die bij Mijn besnijdenis in de tempel uitgesproken werd, en daar verwachtten ze veel van. (bron: GJE1-9:3-5) - (GJE 1-9-2) Philippus. [=zijn naam betekent paardevriend]. [Philopold had vaak rake opmerkingen. Hij was ook welbespraakt!] bron: GJE2-56

Philopold:Hij was een Griek en koppig stoïcijns. Hij ontvangt van de Heer een terugherinnering van zijn eerdere leven op een andere wereldlichaam. De engel Archiel brengt hem het bewijs met een boekrol uit de zonnewereld van de ster Procyo [daar Akka genoemd], want hij woonde eertijds daar en werd toen Murahel genoemd. In Kana in het dal werd hij bekeerd, bezoekt de Heer daar en later beschrijft hij een getuigenis [biografie] van de goddelijkheid van Jezus van Nazareth.

Pilatus procedure 26-36 n. Chr. Zijn vrouw is gevlucht naar het huis van Lazarus en Stefanus de nog niet bekende jongeling bracht haar in het geheim voeding. Toen Jezus ruim 30 jaar was, regeerde de landvoogd Pontius Pilatus met een harde hand. bron: GJE1-150 - Pontius Pilatus, de verwijfde slappe landvoogd, was al aan de macht toen Jezus een half jaar met Zijn prediking begonnen was. En dat was al in het jaar 22-23 n. Chr. Pilatus  regeerde tot 36 n. Chr. Als Jezus in het jaar 26 n. Chr. gekruisigd werd, dan zou Pilatus nog 10 jaar geregeerd hebben? Het 14-jarige meisje Jarah droomde, dat de zwakke Romeinse landvoogd Jezus tot de dood aan het kruis laat veroordelen. En Jezus heeft bij al die pijnlijke martelingen niet één kreet van pijn gegeven. Ze spijkerden de Heer aan het dwarshout. Met Pontius Pilatus is echter niets te beginnen (zei de hoofdman uit Genezareth). Hij is een natuurvorser, een boezemvriend van de geleerden van Pompeji en Herculanum, en hij bekommert zich weinig om regeringszaken. Hij laat Herodes en de tempelpriesters hun willekeur botvieren, als zij hun schatting aan Rome maar op tijd en juist betalen. Gelukkig behoor ik hier niet bij de staf van Pontius Pilatus, maar bij die van Cornelius en die staat weer onder de wijze en heel rechtvaardige oude vader Cyrenius. Pontius Pilatus was dus een trage landvoogd. bron: GJE2-86,120,163,192 – zijn naam betekent: ‘met een speer’; zijn residentie was in Caesarea [vlakbij Tiberias] aan het meer; ‘pileatus’= met een hoed, nl. de wolk om de top bij goed weer; Pilatus is de wereld

Phoikas: Een Griekse jeugdnaam van de latere koopman Agamelom, die later werd geadopteerd door een barmhartige jood in Tyrus en bekeerd werd tot het Jodendom. Later ontmoet hij de Heer in een herberg in het Jordaandal. [GJE11-7]

Pura: pur = met overvloed, puur [lat.] = het pure, het onberispelijke; Pura leefde ten tijde van Adam, incarneerde ca. 3300 jaar later in de latere Maria van Jozef, die het Kindje Jezus baarde.

Rafaël: Deze engel zegt: ‘Zelf heb ik reeds verscheidene werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En al deze werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van jullie. Alles plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar net als hier een grote volmaaktheid bereiken. En waarom zouden zij dat niet kunnen? Uiteindelijk komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen van de toekomstige gewassen nu al verscheidene miljarden jaren uit de kiemen van eerdere zaden gereproduceerd zijn’. Rafael  is de leider en beheerser van alle werelden en zonnen. Hij ziet eruit als een knaap van 16 jaar. Hij is net zo stil als een zacht verkoelend avondbriesje en zo zacht als de zachtste wol van een lam. GJE2-140,166,145

Roklus: Hij was een Griek en leider van een deputatie van Caesarea Philippi op weg naar gouverneur Cyrenius, met onrechtmatigee vastgoedpromoties; om deze redenen benoemt Cyrenius zijn eerste en vroegere wapenbroeder, kameraad Markus, tot stadskolonel over deze stad en haar omgeving; Roklus en zijn groep worden ontmaskerd als Essenen die de wonderen van de Heer bij Markus willen bespioneren; maar allen worden geleidelijk door de Heer zelf bekeerd; later ontving de Heer in Bethanië een delegatie van drie Essenen; spoedig daarna gaat Jezus Zelf naar Essea; Roklus ontvangt van de Heer de kracht en genade voor echte wondergenezingen, waarvan hij als eerste der Essenen  in Zijn aanwezigheid werkt

Ruth – betekent ‘vriendin, gezellin’ – de hoofdpersoon van het gelijknamige Bijbelboek. Zij is een moabitische, trouwt met haar losser Boaz, wordt moeder van Obed en komt zo voor in de geslachtslijst van Jezus;

Salome: vriendin van Cornelius [broer van vicekeizer-stadhouder Cyrenius]

Salomo: 3e koning in Israël

Salomo’s tempel  was gebouwd op de tempelheuvel 724 m. boven de zeespiegel - Salomo bouwde de tempel in het 480e jaar na de uittocht van Egypte;

Sarah: dochtertje van Jaïrus; haar vader was als hoofdman gestationeerd in Kapernaum, noordelijk gelegen van het Galilese mee. Deze Sarah werd door Jezus opgewekt uit de dood. Ze wordt twee keer uit de dood opgewekt door de Heer – tussentijds vond er nog een tweede keer bij haar een sterfte plaats - later getrouwd met Borus, de arts van Nazareth.

Sarah: echtgenote van Abraham - vorstin – de negentigjarige Sarai in Sara – vrouw van Abraham en tevens zijn halfzuster – omdat zij zelf geen kinderen krijgt, geeft zij haar slavin Hagar als bijvrouw aan Abraham, om via haar kinderen te krijgen. Later wordt Sara zelf een zoon beloofd – Jesaja 51:2 noemt Sara samen met Abraham als stamouders van Israel. Paulus gebruikt haar verhaal als voorbeeld in Romeinen 4:19, 9:9, Gal. 4:22 – Verder Hebr. 11:11 en 1 Petr. 3:6; Sara werd 127 jaar en werd begraven in de spelonk van Machpela bij Hebron. Gen. 11.

Satan: [Satanas] – Hebreeuws: tegenstander;

Satanswater: Er wordt wel verteld, dat ongeveer dertig jaar geleden een paar mensen [Jozef en Maria] uit Galilea na het genot van het satanswater [door de tempel] niet gestorven zouden zijn. [opmerking: dat is nu dus 2045 jaar geleden] - bron: GJE2-237

Swedenborg: Het beviel de Heer om het gezicht van zijn geest te openen en hem zo de geestelijke wereld binnen te leden; Hij mocht als een van hen bij de engelen en geesten in hun wereld zijn; Hij sprak met de apostelen, met overleden pausen, keizers en koningen, met de hervormers van de huidige kerk: Luther, Calvijn en Melanchthon, en met anderen uit afgelegen gebieden; met zijn familie en vrienden en ook met degenen die hier kwamen, evenals met geleerden die waren overleden, en dat zevenentwintig jaar lang onafgebroken; Hij degenen zien die zich op de planeten van deze zonnewereld bevinden, ja, zelfs ook degenen die zich op planeten in andere werelden buiten dit zonnestelsel bevinden; hij was tegelijkertijd in de geestelijke als in de natuurlijke wereld; het werd hem vaak toegestaan met mensen te sreken aan gene zijde [met hun geesr], twrwijl deze nog op aarde leefden; sommige in het hemelse gebied, anderen in het helse; hij mocht ook dagenlang met hen praten; Swedenborg zwierf door verschillende gebieden in de geestelijke wereld met de bedoeling de voorbereidende scholing van hemelse dingen te observeren die op sommige plaatsen daar worden weergegeven; hij was in de staat waarin de profeten waren, toen ze geestelijke dingen zagen, met het verschil dat hij tegelijkertijd in de geest en in het lichaam was, en slechts een paar keer buiten het lichaam; de Heer openbaarde hem de geestelijke betekenis van het woord waarin de goddelijke waarheid in haar licht is; de Heer had hem vanaf zijn vroegste jeugd op dit ambt voorbereid.

Sehel: degene die het goddelijke licht ziet, seh = zien, schouwen; el = goddelijk licht en seh-el = glashelder goddelijk licht

Simon Juda [Petrus] – Simon van Juda; ook Simon Jona; Kephas genoemd Petrus; hij was een apostel, en broer van Andreas, en werd door hem naar de Heer gebracht; over zijn latere zendingswerk met zijn zoon Markus in Bagdad - destijds het nieuwe Babylon - en het martelingschap van Petrus aldaar - volgens GJE11 en andere bronnen uit Lorber heeft hij de stad Rome nooit gezien.

Simon von Kana: ook wel Koban genoemd, is de huisbaas op wiens bruiloft de Heer voor het eerst water in wijn veranderde. Hij wordt een leerling van de Heer en wordt voor het eerst met de anderen uitgezonden [GJE1-134]

Stalin: gecomprimeerd innerlijk licht, d.w.z. geestelijke duisternis

Stammen van Israël, twaalf: de totaliteit van het goddelijke, nooit bereikbare perfectie in alles

Steen: symbool van alle liefdeloosheid, wereldgeleerde beredeneren zonder hartgevoelens

Ster, vallende: degenen die uit de genade worden geworpen en verstoten worden vanwege hun ongerechtigheid en verteerd worden door de roven der genade

Swedenborg: Een van de grootste zieners en schrijfprofeet allertijden. (Geboren in Stockholm, op 29 januari 1688 – Hij verbleef vaak in Engeland en Nederland. Gestorven op 29 maart 1772.

Hij was een Zweedse wetenschappermysticusfilosoof en theoloog. De familie Swedenborg was van adel. Zijn vader Jesper Swedenborg was bisschop en professor aan de universiteit van Uppsala.

Taddeus of Thaddeus – betekent ‘moedig’ in het aramees – één van de twaalf discipelen;  - Matth. 10:3 en Marc. 3:18 – Judas 2; Hij was een van de zeventig discipelen - Thaddeus was bij koning Abgarus in Mesopotamië met Pontos en Perzië.

Theophilus  - vriend van God  - Lucas 1:3 en Hand. 1:1 – een onbekende aan wie Lucas zijn beide geschriften opdraagt; zie elders uitgebreid onder Evangelisten [Lukas]

Thomas: De derde discipel van Jezus. Hij droeg Judas voor aan de Heer. Later is hij de scherpste criticus van Judas en krijgt hij ruzie met hem

Tobias: De oude Tobias heeft in zijn leven psalm na psalm gezongen. Tobias voorspelt zijn collega's de eeuwige vloek over de Joden, dat ze op Aarde nooit meer een thuis zullen hebben en dat hun naam, waar zich zelfs de heidenen voor gebogen hebben, walging zal opwekken bij mensen. Zo waar God leeft, zo waar zal dit ook gebeuren.

Hij was Farizeeër, en half-blind, afstammeling van de bijbelse Tobias, en wordt door de Heer van zijn blindheid genezen en ziet daardoor ook geestelijk; hij instrueert scherp zijn Farizeeër-collega's, maar wordt door drie engelen tegen hun woede beschermd [GJE1-174, 172]

Veronika = Seraphia – zij had dezelfde leeftijd als Maria en was 48 ½ jaar bij de kruisgang van Jezus (15+33 ½ ) – Veronika heeft Jezus als knaap vaak te eten gegeven. De drinkbeker werd van haar gehaald. Lucas 23:27; in de traditie de vrouw die het gelaat van Jezus op de kruisweg met een doek afdroogt; de afbeelding op het doek is echter een illusie; de maagd, die de Heer het zweetdoek aanreikte [GJE11-74]

Zacharias – Griekse vorm van Zekarja en betekent: ‘Jaweh gedenkt’. Profeet ten tijde van Zerubbabel, ongeveer tegelijk met Haggaï = Zekarja – Nehemia 12:16; Matth. 23:35 en Lucas 11:51 – ook vader van Johannes de Doper; er waren meer Zachariassen – ook Zacharias de 11e van de 12 kleine profeten; Het is echter een bewezen feit dat de vuurzuil na de gruwelijke moord op priester Zacharias tussen het offeraltaar en het allerheiligste plotseling verdween, en sindsdien ondanks alle bidden en smeken niet meer te voorschijn kwam. Vooral daarom heeft men toch ook de prediker Johannes, die een aantal jaren bij Bethabara werkte, in de gevangenis gebracht. Want men was bang, dat hij als zoon van Zacharias, die beslist geen goed getuigenis over de priesters in Jeruzalem gaf, gemakkelijk iets over de namaak ark zou kunnen weten en dat aan het volk zou kunnen vertellen! Daarom wordt ook de timmerman zo vervolgd, omdat men hem moet vrezen vanwege zijn duidelijke profetische gave, waarmee hij het volk in zou kunnen lichten. Rond Mattheus 15:10 speelt zich het verhaal af van de hoofdman in Genezareth. Deze zegt: dat nauwelijks dertig jaar geleden - zeg maar een kleine 30 jaar (Jezus was al een half jaar met Zijn leerlingen aan het prediken! Dan moet Jezus bijna 29,5 jaar zijn geweest toen Hij begon te prediken). bron: GJE2-52,124 - Zacharias werd in de tempel vermoord. bron: GJE1-117 - Zacharias de profeet profeteerde in 465 v. Chr. dat de Messias voor 30 zilverlingen zal verkocht worden – Zach.11:12,12. Zacharias = Jaweh herinnert zich – hij was hogepriester tot de afdeling van Abia (Jaweh is vader) - Hij werd in de ochtendschemering vermoord en de kinderen van Israel wisten het niet. Na zijn dood viel het lot op Simeon. Hij zou eerst de Christus mogen zien voor hij sterven zou.

Zacheus – de belastinginspecteur van de Romeinen, wilde Jezus zien en horen; hij klom in een boom, want hij was klein van gestalte. Hij bekeerde zich en beloofde alles wat hij teveel had genomen viervoudig terug te zullen geven; Lukas 19; een hoofddouanebeambte uit Jericho [op de verkeerswegader naar Nahim in Judea], beklom een ​​moerbeiboom om bij et passeren van Jezus en de Zijnen Hem beter zijn eigen ogen te kunnen zien; de Heer echter komt naar hem toe en geneest zijn krankzinnige en bezeten zoon [GJE9-28]

Zebadeus: vader van de apostel Jakobus en Johannes; Zebedeüs Griekse vorm van Sebadja – betekent: ‘Jaweh schenkt’ – vader van de discipelen/apostelen Jakobus (de jongere) en Johannes; toen hij op een keer met zijn beide zonen Jacobus en Johannes viste, lieten ze hem plotseling alleen in de boot achter, want Jezus riep hen en ze volgden Hem.

Zebadja – deze was poortwachter of koster in de tempel – er was ook een Zebadja, die officier was bij de koning David.

Ziel, wat is zij?- Swedenborg beschrijft de ziel van mens en dier. Dieren hebben niet een specifieke wil en verstand, zoals bij mensen, hoewel identiek. Bij de vrouw overheerst de wil, bij de man de intelligentie. Vandaar in een goed huwelijk van beide eigenschappen geen oppergezag. Het denken is nauw verbonden met de ziel. Het denken is weggedreven door ruimte en tijd, vandaar dat de mens op een natuurlijke wijze denkt. De ziel voelt en neemt waar, ze is de mens zelf! En zelfs de koningin van de mens. De ziel is feitelijk vrouwelijk. Het gemoed gaat uit van de ziel en staat dus onder de ziel. Ook het lichaam staat onder de ziel en de gemoedsgesteldheid. Lorber schrijft dat onze gedachtewereld als een registratieboek is. Een soort paspoort waarop alles genoteerd staat en waarin men zichzelf herkend. In de geestelijke wereld zal dit later bepalend zijn in het verdere leven.  De ziel kan gemakkelijk iets oproepen en associëren, bijv. bij geuren en bij smaken in bepaalde omstandigheden. Het specifieke daarvan blijft achter op de hiervoor bedoelde hersenplaatjes. Vandaar ook, dat de ziel alles registreert. Salomo zei al, dat je in je hart de wijsheid kunt vinden, daarin woont het geestelijk orgaan, dat steeds openstaat, namelijk het geweten. Het gevoel zetelt dus in het hart. In het rijk der heerlijkheid, zoals in alle hemelen, worden de zielen samengebracht, alles volgens hun karakter en identiek gedrag.

Zinka: leider van de dertig spionnen van Herodus bij Markus, hij herkent de Heer - is door de Heer met Gamiela verbonden en getrouwd, de oudste dochter van Cyrenius - de Heer zegt over hem: ’Na Mathael is Zinka de grootste in ons gezelschap’.

Zorel: Een doodvermoeide burger uit Caesarea Philippi, komt naar de gouverneur Cyrenius met het indienen van een niet bepaald eerlijk verzoekschrift. Op de heuvel bij Markus geneest en versterkt de Heer de ziel van Zorel door middel van hypnotische slaap. Dan wordt Zorel geïnstrueerd en bekeerd door Johannes en de Heer, en wordt dan een instrument later als missie de leer van de Heer te verkondigen aan de Grieken in Klein Azië en Europa. De naam Zorel betekent in het hebreeuws: zo-rel = beperkt licht