Apostelgeschiedenis
Handelingen 27 & 28
De
mens heeft niet één hand, maar twee handen. Dat kun je ook gemakkelijk natellen
op je vingers, omdat we er in totaal 10 hebben [in iedere hand vijf vingers].
En daarbij zal het getal TIEN een centrale rol spelen in de hele Bijbel alsook
in de gehele hebreeuwse alfabet.
In
de Bijbel heeft tien de
betekenis van ‘restant’[en]’, terwijl de
maatschappij er de betekenis aangeeft van ‘uitstekend’, dus van datgene, wat er
‘[boven uitsteekt’. Hoe klein, nietig en onbeduidend is zo’n klein kommaatje,
de Jod, dat de enigste van het hele hebreeuwse
alfabet is, zo’n belangrijke rol speelt. Het draagt echter de allergrootste
oerkrachten in zich van alle hemelen en Aarden.
De
laatste twee hoofdstukken van het boek Handelingen hebben samen met 27 en 28 de waarde 55 met de uiteindelijke waarde 10, en hier is bijvoorbeeld: 1+2+4+4+5+6+7+8+9+10=55. Ook hier
kunnen we een link vastkoppelen aan tweemaal vijf vingers, want een hand heeft
toch vijf vingers en dat kun je beschouwen als één hand.
Het
Hebreeuwse woord voor tien is dus HAND met de waarde 14 [J=10 en D=4]. In Amsterdam ontstond bij de joodse bewoners, en
later ook in ons Germaans taalgebruik, de woorden ‘jatten’ en ‘joetje’ [10
Gulden]. De verhouding van de duim [1 = Ik tegenover de 4 vingers] legt hier
ook een link naar de 1+2+3+4 = 10.
Nu
pendel ik even van Handelingen 28 [ 2 x 14 !] naar het voorgaande hoofdstuk 27.
In Handelingen 27:27 is namelijk sprake van de 14e nacht. De Matrozen op het schip zijn bij de 14e nacht hun
richtingsgevoel kwijtgeraakt en meenden dat er rond middernacht land in zicht
was. Deze 14e nacht zou natuurlijk nog beter passen in
het volgende boek Handelingen 28, want 2 x 14 geven immers ook twee handen aan,
terwijl in dit Bijbelboek dit thema aan de orde is. De benaming ‘Joden’ kwam
hieruit voort [Jod en twee keer hetzelfde woord geeft
een meervoudsvorm aan: ‘Jod’-en.
Februari
is de enige maand, dat maar 28 dagen kent en het Bijbelboek Handelingen maar 28
hoofdstukken. Misschien gaat er een lichtje branden, want hier wordt wellicht
vermoed, dat het om een schrikkeldag kan
gaan.
Beide
hoofdstukken 27 en 28 hebben betrekking op het getal 14 en beide boekdelen
bezitten precies 365 telwoorden. De tekst in de geschiedenis der apostelen in Hand. 27:27 [Act = handeling, daad, doen, uitvoeren] verklaart wijsgerig, dat
het midden van de nacht een ‘snijpunt’ heeft. Gaan we echter naar de 14e
Hebreeuwse letter NUN dan duidt deze
tevens de middag aan op de hele aardbol, en wel exact om 12.00 uur in de middag
als de Engelse Noon-tijd.
Dat
hier sprake is van een bijzonder wisselspel tussen licht en donker, wordt in
vers 27 en 28 nog wat duidelijker: ‘heen en weer drijven’ of ‘de weg kwijt
zijn’. In Handelingen 14:14 scheuren de apostelen hun kleding.
Getal
28 als 14+14, terwijl in hoofdstuk 27+28 getal 14 besproken word als
[verborgen] (in)deling van de tijd: genoemde hoofdstukken zijn twee ‘gedeelde’
hoofdstukken, die in feite bij elkaar horen, want 27+28=55 en dit kan
aangemerkt worden als 5+5. We namen het ‘midden’ in aanschouwing en konden met
betrekking tot deze 14e nacht gaan ‘tellen’ op onze tien vingers.
Auch im vierten Buch Mose [= Numeri
= Buch der Nummer!] und gerade im 14. Kapitel ist die Rede von reißen der Kleider. Auch dabei sind zwei Personen mit einbezogen: Josua, der Sohn von NUN und Kaleb. {Bemerkung: NUN kann man hier als NOON oder
die Mitte des Tages betrachten, womit der Tag sich spaltet in zwei Teilen!]
Ook in het vierde boek van Mozes [= Numeri = boek van de getallen!] en juist in het
veertiende hoofdstuk, is er sprake over het scheuren van de kleding.
Ook zijn hierbij twee mensen betrokken: Joshua, de zoon van NUN en Kaleb.
{Opmerking: NUN kan hier een
verwijzing zijn naar NOON en beschouwd worden als het midden van de dag; dus de
dag splitst in tweeën!]
De
KALENDER, zoals wij die vandaag nog kennen, was reeds in de Bijbel bekend. In
Genesis 1:4 [duim [vinger 1] tegenover 4 vingers = hand, daar is sprake van de
ZON: ‘en God zag het LICHT’. In de
Hebreeuwse tekst staat dat geschreven met de vier letters JHWH. In Genesis 1:14
worden de ‘lichten’ aangeduid als tekenen van tijden, dagen en
jaren.
TWAALF
UUR IN DE MIDDAG
Nogmaals
de herinnering aan getal 14, dat met
onze handen te maken heeft. Ook aan de Bijbelse David wordt deze waarde
toegekend (D=4 W=6 D=4 - dus met 4+6+4=14).
Zijn naam betekent ‘geliefde’. Het is dan toch wel een opmerkelijk feit dat
uitgerekend op de 14e van de
maand februari, deze dag ooit is uitgekozen als Valentijns-
of vriendendag. Dit hoort bij liefde
of verliefdheid. De maand februari heeft nog steeds 2 x 14 dagen waarvan de 14e het midden is.
De
BOODSCHAP en ANALOGIE in samenhang met onze handen en het getal 14 is, dat met
handen bedoeld is om te geven, te
‘handelen’ en te ontvangen, te bidden en te vragen en daarom ook om te kunnen nemen,
maar alles in alle evenredigheid, want in het midden ligt de mate.
In
het verleden werd de 14e rune als de LAF-rune
als liefdesrune [love]
aangeduid en het hedendaagse LAVENDELkruid getuigt hiervan om
een geliefde aan te trekken. Onze 14e letter N bevat zelfs tweemaal de ‘love-rune’.
Verder symboliseert deze [hebreeuwse] letter Nun 12 uur in het midden van de dag
[middagtijd].
Want
dan heeft het grote licht [de Zon] namelijk zijn hoogste punt bereikt en
straalt ’s zomers de ZON dan ook loodrecht naar beneden. Noontijd! De eerste vier hoofdstukken van de
Hebreeuwse Bijbel hebben precies 28 telwoorden [dat geeft de verhouding 1:4]
want 4-28 verhoudt zich als 1-4 met de optelsom 162 – [als men deze
28 Bijbelse telwoorden bij elkaar optelt] en getal 162 wijst naar de
guldensnede (100:62), terwijl op 21-6, als de officiële zomer begint,
hier dezelfde samenstelling heeft: 21-6 = 162
UpToDate 2023-2024