Daniel 7:25 en 8:24 beschrijft een vorst die zich zal keren tegen de Allerhoogste en
de heiligen zal vervolgen en doden. Hij zal een gruwel die verwoesting brengt,
oprichten op de heilige plaats (8:13; 9:27; 11:31 en 12:11). Hij verheerlijkt
zichzelf boven elke god (11:36) maar wordt na
een tijd, tijden en een halve tijd gedood (7:25; 11:45). De vorst en zijn rijk zullen echter vernietigd worden
door de Vorst der vorsten en wel zonder dat er mensenhanden aan te pas komen
(Dan.7:26; 8:25). Hierna zal het koningschap over de wereld gegeven worden aan
het volk van de heilige van de Allerhoogste (7:27).
Het vierde dier betreft het rijk van
de antigoddelijke vorst van de eindtijd. In Daniel 7:25 en 12:7 wordt er over
tijd gesproken – vergelijk Openb. 12:14; 13:5. – hiervoor gaan we naar Daniel
9:24-27. Dit betreft de tijd van zeventig weken en na de tweeënzestig weken zal
een gezalfde worden uitgeroeid, terwijl er niets tegen Hem is. Wat betreft de
62 ‘zevens’: dit is niet gebaseerd op een of andere tijdhistorische berekening,
maar is ontstaan door een rekensom: 70 – (7+1) = 62. Het gaat in de profetie om
de eerste en de laatste periode. Bij de zevens, zeventallen, weken en jaarweken
gaat het over dezelfde perioden.
In vers 26 lezen we dat na 62
jaarweken, aan het begin van de laatste jaarweek, een gezalfde wordt
uitgeroeid. Hierna komt een vorst die op de helft van de week (drie en een
halve periode = tijd, tijden en een halve tijd) een gruwel van verwoesting
brengt (de antichrist) – zie ook Dan. 8:13; 11:31 en 12:11. Het is van belang
op te merken dat volgens deze profetie van Daniel met de dood va de Gezalfde de
laatste periode (één jaarweek) van de geschiedenis, de eindtijd, aanbreekt.
Deze periode begint met de
gewelddadige dood van een Gezalfde, die (in het midden van de week gevolgd
wordt door het optreden van de antigoddelijke vorst. Daniel zegt dus dat de
eindtijd aanvangt met de dood van de Gezalfde. De tijd die Jezus beschrijft als
het einde, dat er nog niet is (Matth.24:14), is de tijd die Daniel aangaf met
de omschrijving tijden! Dan. 7:25: tweeduizend driehonderd avonden en ochtenden
(8:14) – of een halve jaarweek (9:27). Deze tweeledige eindtijd keert ook in
het boek Openbaring terug. [bron: geplukt van het internet]
UpToDate 2024-2025