Alfabetisch
Bijbels [ingekort] register van de letter N
Naäma – dochter van Lamech, zuster van
Tubel-Kaïn – Naäman betekent
vriendelijkheid [legeroverste {generaal} van koning Benhadad uit Damascus. Hij
ging op aanraden van zijn joodse dienstmeisje naar Samaria naar de profeet
Elisa door Elisa van melaatsheid genezen – 2 Kon.5:1;
Nabal – een rijke veehouder dicht bij
Hebron noemde David een weggelopen knecht en vluchteling; hij weigerde hem eten
te geven; David wilde hem dit betaald zetten maar de vrouw van Abigaïl wist
David om te praten; toen zij haar man dit vertelde wat hem boven het hoofd
gehangen had, stierf deze van schrik. Later huwde zij mt David;
Nadab = edelmoedig, mild – oudste zoon van
Aäron; Lev. 10:1 vertelt hoe hij ‘vreemd vuur’ niet overeenstemmend op het
altaar brengt;
Naamgeving - In Bijbelse tijden kregen de kinderen
nooit de naam van vader en moeder, opa of oma. [1 Samuel 25:25]. Jaspar
betekent bijv. ‘hij zal schrijven’. De namen werden intuïtief gegeven, passend
bij de ziel.
Naastenliefde - De
Heer: ‘Deel de liefde in de mens precies in 666 delen; geef er daarvan 600 aan
God, 60 aan de naaste en 6 aan jezelf! Wil je echter een baarlijke duivel zijn, geef er dan 6 aan God, 60 aan de
naaste en 600 aan jezelf!’ GJE2-77 [3] - Het
eenmaal door Adam verloren paradijs, dat hij in zichzelf weer terug kan vinden
en voor eeuwig kan behouden. Het gebod van de echte en ware naastenliefde moet
ons het verlorene dus weer terugbrengen. GJE2-77 [3] - bron: GJE2-233 -
Heb je naaste lief als jezelf! Luidt een morele wet in het boek der Joden, zei
de opperrechter Faustus tegen de Farizeeën. Want dit heeft uw God aan u
gegeven; hoe houdt u zich daar echter aan? vraagt hij hen. Deze wet geldt nu
nog net zo als dertig jaar geleden, zeiden de 12 Farizeeën tegen de
opperrechter Faustus, om zich te verontschuldigen. Dan moest die (nieuwe) wet
al bestaan hebben in de tijd van Augustus, toen hij enige tijd aan de macht was
en even na de geboorte van de Heer. bron: GJE1-233 - Met opheftitel ‘naastenliefde’ bedoelt de Heer de
goede werken van de ware naastenliefde. De goede daden zullen als een soort
belichaming (vlees) van je ziel zijn en als een volwaardig etherisch
lichamelijk kleed aan gene zijde verschijnen. Petrus reageert: ‘In je vlees zul
je eens je God aanschouwen; houdt het daarom zuiver en verontreinig het niet
door allerlei zonden, anders zul je Hem nooit zien!’ Daarop zegt Jezus: ‘Alleen
in je goede werken van de ziel met haar lichaam als werktuig! Met te weinig
naastenliefde verschaft de ziel nog lang geen geestelijk lichaam en dan kan hij
God ook niet zien. Het gaat niet om het pure weten (kennis), maar vooral
de daden, dat de ware levensbestendigheid geeft. Wel de kennis hebben
maar er niets mee doen is een armoedige zaak. Je kunt dan nog zoveel zuiver
weten en geloof hebben, die beschermen je niet tegen de geestelijke stormen,
maar wel de werken van de naastenliefde. Deze zijn het ware blijvende lichaam
van de ziel, hun echte wereld. Het offer van de ware naastenliefde ziet de Heer
met welgevallen aan’ (GJE5-238)
Naftali = ik heb gestreden – tweede zoon van Jakob en Bilha –
Gen. 30:8 – zijn nakomelingen kwamen bij het Boven-Jordaandal te wonen;
Nahasson – de grootvader van Boaz – Boaz is weer de vader van
Obed – Obed kreeg David als kleinzoon;
Nahor – broer van Abraham – hij is de stamvader van de 2
Aramese stammen – een van zijn achterkleinkinderen was Laban –
Naïn lag ten zuiden van Nazareth op een 500 meter hoge bergtop;
Nahum – betekent ‘getroost’. Een kleine profeet; tussen 662 en
612 v. Chr. Schreef hij zijn bijbelboek en voorspelde de verwoesting van Ninive
Nathan = ‘heeft gegeven’= schrijver van de Kronieken van David
en Salomo; hij was niet bang om de koning af en toe flik de waarheid te zeggen;
zijn beide zoons hadden voorname posities bij koning Salomo;
Nageslacht Jezus - Jacob in Egypte zei al rond 1866 v.
Chr., dat uit hem de Messias zal komen. [Genesis 1:49:10] en ook via Nathan in
1028 v. Chr.
Nathanaël – betekent: ‘gegeven heeft God’. –
discipel of leerling van Jezus- hij wordt genoemd in Joh.21:2 – in de
apostellijst komt hij echter niet voor; men speculeert dat hij dezelfde is als
Bartolomeüs [maar deze naamdrager betekent geheel iets anders dat inharent is
aan Nathanaël]; hij was de derde volgeling van Jezus;
Naomi – de vrouw van Elimelech – door
hongersnood gedreven uit Bethlehem naar Moab gevlucht – hun beide zonen
trouwden daar met Moabitische meisjes Orpa en Ruth – Toen de hongersnood in
Palestina voorbij was, ging Naomi, die inmiddels weduwe was geworden – met
Ruth, die ook weduwe was, terug naar Palestina, waar Ruth de rijke Boaz
trouwde. Hun kind Obed werd de grootvader van koning David;
Nazarener – bijnaam voor Jezus; Nazaret
betekent jonge spruit of bewaker; Nazarener of Nazoreeër is de naam voor
iemand, die uit Nazareth komt;
Nazareth
= stadje in Noord-Palestina, direct nabij aan het meer van Galilea; het huidige
[onechte Nazareth] ligt 400 meter boven de zeespiegel;
Nazireeër = gewijde; iemand die God beloofd had
zich geheel voor Zijn dienst te geven; deze mannen lieten o.a. hun haar groeien
en dronken geen wijn; [Simson]
Nebo – een 800 meter hoge berg oostelijk
van de Jordaan;
Nebukadnezar – hij regeerde van 605-562 v. Chr. En
was de tweede koning van het nieuwe Babylonische Rijk. Door hem is veel
verdriet over de Israelieten gebracht, want driemaal voerde hij groepen joden
naar Babel, waar ze hem moesten dienen;
Nehemia – zoon van Chakalja – schenker aan
het Perzische hof van Artachsasta – hij krijgt vraagt en krijgt opdracht tot
herstel van Jeruzalem in 445-433 v. Chr. ;hij werd in 445 v. Chr. Landvoogd van
Juda – hij verzorgde de armen, herbouwde de verwoeste muren van Jeruzalem
binnen 52 dagen en deed veel samen met de priester Ezra;
Nieuwe Openbaringen - Miljoenen mensen hebben hun oordeel al
klaar over de Heer, zelfs nu Hij al lang is teruggekomen op de wolken, zoals
voorspeld. Want het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe Openbaringen (als belangrijke aanvulling op
de Bijbel en ook de ontsluiering van het Woord) te kunnen ontvangen van de Heer
Zelf. Maar de Heer heeft immers Zelf voorspeld, dat Zijn Woord gehouden zal
worden eeuwig en altoos (GJE 1-5-16)
Nikodemus = volksoverwinnaar – hij was in de
tijd van Jezus een overste der joden – in de nacht vroeg hij Jezus om raad,
want hij wilde niet dat men hem zag gaan naar Jezus. Toen later Jezus gestraft
zou woirden, zei hij dat het toch wel nodig was iemand te verhoren alvorens
over hem te oordelen – bij de begrafenis van Jezus bracht hij 100 pond
specerijen mee om de dode te balsamen, want zonder het te bekennen stond hij
aan Jezus kant; Joh. 3:7,19
Nineve – het lag aan de rivier Tigris,
hoofdstad van het Assyrische Rijk – lange tijd Koninklijke residentie – het
werd in 612 v. Chr. Verbrand. De stadsmuur was 17 km. lang en 16 meter hoog. Er
woonden meer dan 120.000 mensen; bij opgravingen is van deze belangrijke oude
stad met enorme paleizen een groot gedeelte teruggevonden, o.a. eem bibliotheek
met 22.000 kleitafeltjes;
Nisan, de 14e
van de maand - Jezus
werd op een vrijdag gekruisigd. Volgens de Bijbel op de 14e maand
van de Joodse Nisan. Men zegt dat de 14e van de Nisan slechts kan
vallen in het jaar 27, 30, 33 en 36. Ook toen zou het volle Maan zijn. Pasen
zou ook op een sabbat gevierd zijn, o.a. mogelijk 30 n. Chr. Hoe dit te rijmen
valt met 32 n. Chr. is voor mij nog onzeker. Want het Grote Johannes Evangelie
zegt, dat de kruisiging ongeveer 3 maanden later plaats viel, dan de
gebruikelijke westerse traditie van het Paasfeest in maart of april, dus eind
juni of in het begin van juli. Zie ook Neh.2:1 en Esther 3:7;
Noach
= rust, vrede, troost
– zoon van Lamech, vader van Sem; - hij bouwde de ark en nam dieren en zijn
gezin mee om de zondvloed te overleven – veertig dagen lang regende het totdat
het water 15 el boven de hoogste bergtop stond – toen na 150 dagen het water
zakte, was iedereen verdronken – met zijn zonen Sem, Cham en Jafet leefde hij
nog 350 jaar en stierf met 950 jaar – Gen. 6-9;
Nod = betekent een stad waar men heen kon
vluchten en men zich veilig stelde, zoals Kajin dat deed, toen hij zijn broer
Abel vermoord had; Nod lag ten Oosten van Eden;
Nood - Door de nood
wordt zelfs het dier vindingrijk, laat staan dus de mens. Als de mens door de
nood uitdrukkelijk genoodzaakt wordt om te denken, begint de aarde onder zijn
voeten weldra groen te worden; is hij echter verzorgd, dan gaat hij net als de
dieren op zijn luie vel liggen en denkt en doet niets. Kijk, Ik zou de aarde
maar honderd aaneengesloten zeer gezegende oogstjaren behoeven te geven, en de
gehele mensheid zou van luiheid gaan stinken als de pest. Maar omdat Ik steeds
goede en slechte oogstjaren op Aarde met elkaar laat afwisselen, moet de
mensheid steeds bezig zijn en in het goede oogstjaar voor een mogelijk volgend
slecht oogstjaar voorzorgen nemen, om niet van honger te sterven. En zo blijft
de mensheid tenminste voor het lichamelijke steeds bezig; want daar staat
tegenover, dat de mensheid anders maar al te gauw tot algehele inactiviteit
zou vervallen. bron: GJE2-212
Nun – de vader van Jozua – die de Israelitische leider
Mozes volgde;
Nijl – is op één na de langste rivier van de Aarde 96400 km)
– Eens veranderde het water in de Nijl tot bloed [bij Mozes]
[Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers en Simon Kat,
Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe Openbaringen – Jakob Lorber –
1840]
UpToDate 2023-2024