Alfabetisch register van de letter A-Z
Aardbevingen: An sich is aardbeving een protest
in de onderwereld en dit uit zich met erupties. [vulkanische uitwerpselen op de
aarde, het beven, schokken en splijten]. Aardbeven: De
volledige ontsteltenis van het hart =
geestelijke aardbeving.
Aarde: Een ander woord voor aarde is ‘terra’. Als materiestof
heet het ‘molda’. De feitelijke naam van de aarde is ‘Gea’. Zij is ruim 4,57
miljard jaren geleden ontstaan. Een miljard jaar na het ontstaan ontstond er
voor het eerst ‘leven’ op deze planeet. Het oppervlak is voor 71 procent bedekt
met water. De aarde is een planeet, bedoeld voor leven van microben, planten,
dieren en mensen. Het ‘mens-zijn’ op aarde is de hoogste graad, die bereikt kan
worden en het nut daarvan is de weg door de materie heen terug naar haar
geestelijke oorsprong. Volgens Lorber is de aarde de ‘woning van de mensheid’.
[GJE1-157:4]; De aarde staat beeld voor het deemoedige; het laatste deel aan
het lichaam van de mens is de onderste hoofdzenuwwrat van de kleine teen op de
linkervoet [GE8-76:5,6]; Er bestaat ook
een geestelijke aarde, waar gestorvenen naar toegaan; eveneens bestaat er een
instinctmatig leven onder de aarde; [GJE5-84:4] ‘Zij is voor de mensheid te
zien als een gemeenschappelijke moeder .
Aardebol: De ether houdt de aarde met haar
water samen en drijft rond in het heelal.
Aäron: Broer van Mozes en Mirjam. Hij was deels de spreekbuis
voor Mozes [GJE7-192:12] en naar het volk toe. Aäron werd benoemd tot priester
en droeg de Urim en de Tummin op zijn hart in de borstzak [Exod.2:28:30,
GJE5-86:8]. Zijn ouders waren Amram en Jochebed uit de stam Levi. De houten
staf van Aäron werd bij koning Faraoh in Egypte gebruikt voor een wonder. Aäron
stierf in de buurt van Kades-Barneo op de berg Hor, en mocht het beloofde land
niet in maar wel vanaf een hoogte die bekijken. Zijn naam betekent ‘verlicht’,
[Hebr. ‘Ar’ is licht. Hij was gehuwd met Eliseba en daaruit kwamen vier zonen: Nadab, Abihu,
Eleazar en Itamar. Hij was de drie jaar oudere broer van Moses en zuster Mirjam.
Aartsengelen: Opperboodschappers, hoofdengelen;
zij nemen een bijzondere plaats in. De naam ‘aartsengelwortel’: Lat,: ‘Angelica
= Archangel’ is ervan afgeleid. Michaël incarneerde als hoge geest eerst in
Sehel [ten tijde van Adam], later als Elia en ten tijde van Jezus als
‘voorloper’ in de gestalte van Johannes de Doper. ‘Aarts’ komt uit het Grieks
als ‘eerst’ = [Engels: First – als ‘vorst’] en de eerste, de ‘oerpersonage’ of
‘arch’ als grondbasis; Het woord ‘angel’ is ermee verbonden. Archiël was een
tijdelijke engel4dienaar ten tijde van Jezus op aarde.
Aartsvader: Hebreeuws: אב,
Ab - is in het jodendom en christendom een aanduiding voor Abraham,
Isaak en Jakob. Soms wordt ook wel de term patriarch gebruikt. De verhalen over
de aartsvaders staan in het boek Genesis in de Hebreeuwse Bijbel. Jozef, zoon
van Jakob, wordt niet tot de aartsvaders gerekend, maar de verhalen over hem en
zijn broers worden wel gerekend tot de verhalen over de aartsvaders. Adam is zelfs de stamvader van alle
aartsvaders, maar wordt niet hierbij genoemd.
Aas: Dit kan diverse betekenissen hebben en moet aandachtig in
de context zelf gelezen worden! Enerzijds ‘het luie en ongelovige
Farizeeërdom’. [GJE9-71:4] Anderzijds zegt Jezus zelf ook een ‘Aas’ te zijn
voor de wereld. Het aas is een zeer getrouwe spiegel van de wereld en toont
haar ware gestalte. Het levende woord [de Bijbel] is de wereld tot een afkeer
geworden en de wereld vlucht hiervan weg zoals van de pest.
Abel of Abehl: Een Grieks-Latijnse naamvan het
Hebr. ‘Hebel’ en dat betekent ‘vergankelijkheid’. Hij werd vermoord door zijn
jaloerse broer Kajin. [Gen.4:1-16, Matth.23:35]; de naam Abel betekent ‘zoon
van de goddelijke liefde’. Ahab betekent liefde schenken, houden van. El = geopenbaard goddelijk licht, Aheb
betekent ‘hij houdt van God’, of de ‘zoon van de zegen’. Abel moet 320 n. Adam
zijn doodgeslagen door Kajin. Want Adam zei tegen Eva, dat zij hem al 600 jaar
heeft beweend. Nu is ons nu toch nog Henoch gegeven!’ Abel moet 218 jaar zijn
geweest. Een andere betekenis voor Abel is ‘ademtocht’ of ‘ijdelheid’. Hij was
de tweede zoon van Adam en hij werd schaapherder.
Abgarus: Deze was koning van Edessa. Hij komt
naar de Heer toe, die in Antiochia verbleef en neemt Zijn leer aan.
[GJE6-140]; Later ontstaat er een
briefwisseling tussen beiden. Één van zijn brieven van de koning werd door een
zekere Kado naar Jezus gebracht. [GJE8-171] – Abgarus was de 15e
koning van Edessa, gelegen in het noordelijke Mesopotamië (13-50 n. Chr.). Na
de gebeurtenis van Pinksteren heeft Thomas (één van de 12 leerlingen) en
Thaddeus (één van de 70 leerlingen); deze
koning bezocht. Zijn
correspondentie met Jezus is ook vastgelegd door Eusebius van Cesarea op grond
van Syrische documenten uit het archief van gelovige Essenen, dat in het Grieks
werd meegedeeld. Jezus schreef terug via de jongeling Jakob, de zoon van
Zebedeus.
Abraham: Vader van een machtig godverwant
geslacht, vader van vele grote volken. Sara was zijn halfzus en echtgenote. Hij
had twee bijvrouwen: Hagar en Ketura. Twee broers waren: Haran en Nachar. Zijn
vader Terach of Terah kwam uit het Chaldeeuwse Ur. Abraham kwam in 2140 v. Chr.
aan in Kanaan. Hij stierf met 175 jaar en werd in een grot bij Hebron begraven. ‘Abar’ = machtig zijn, ‘Ach’ = broeder,
vriend, ‘Am’ = moeder, geslacht of volk. Abraham werd 292 jaar na de zondvloed
geboren [volgens Bijbelse telling!] Toen Sara stierf huwde hij met Ketura en
krijgt hiervan nog zes zonen. [Gen.25:1,2, Gen.27:23,27]
Adam: Deze werd
persoonlijk door de Schepper geschapen rond 20-jarige leeftijd [volgens de
joodse overlevering] in het joodse jaar 4151 v. Chr. dat is omgerekend
astronomisch het jaar 4026 v. Chr. Uit hem werd zijn vrouwelijke zielendeel in
de stof geformeerd als vrouwelijk wezen en daaruit ontstond Eva, zijn vrouw.
Daarom wordt nog steeds gezegd bij een echtpaar: ‘mijn wederhelft!’ Uit de rode
vettige leemaarde gevormd. A = Goddelijke wil, Dam = bloed, levensdrager, Dama
= lijkend op, overeenstemmen, evenbeeld van God, mens. Adam, Zoon van erbarming
en genade. Hij werd 930 jaar oud. Hij was de eerste mens op Aarde. Over hem
staat veel beschreven in de ‘Huishouding van God’. [Jakob Lorber]
Adamitische periode: Dat is de
periode van ruim 6.000 jaar geleden. In die tijd was de aarde al bevolkt met
weelderige vegetatie en dierlijke mensenwezens. Deze wezens hadden geen
goddelijke vonk in zich en konden geen besef hebben van een hoger geestelijke
en goddelijk orde. Deze wezens hebben ervoor gezorgd, om de aarde ‘bewoonbaar’
en ‘leefbaar te maken voordat de echte
mensen op aarde eerst vanaf 4026 v. Chr.
[joodse tijd 4151 v. Chr.] konden leven [zie Adam in de
personenregister!]
Aeonen: ongekende tijden.
Afgodtempels: Heidenen, die meer het accent leggen
op uiterlijke rituelen, ceremonieën, relikwieën, dan zich bewust en oprecht te
wijden aan één werkelijke God; zij onderhouden op deze wijze hun
afgodendiensten.
Afrika: Heette oorspronkelijk ‘Ahalas’, het oude land; heeft ruim
1 miljard bewoners en 54 deelstaten. Afrika is de kinderwieg van de zwakken en
de nakomelingen van Adam.
Agricola: Deze was een voorname Romein, die
in gezelschap van Romeinse en Griekse kameraden op zoek was naar de ‘Grote
Profeet’ en hij was naar Jeruzalem gekomen met behulp van Maria Magdalena. Hij
kwam aan in de herberg op de Olijfberg bij Bethanië, waar Jezus Zich ophield.
Hij herkent de Heer. [GJE6-181, 6-188];
Ook begeleidde hij de Heer naar Bethlehem, stootte daar op een troep
Romeinse soldaten, die hem aanspraken als: ‘machtige gewelddrager van de
keizer’. Dit zegt veel over zijn hoge ambt
Ahriman: Ahriman
en Lucifer zijn één en dezelfde persoon. Het zijn geen twee verschillende
personificaties; deze twee worden jammer genoeg door elkaar gehaald of foutief
geïnterpreteerd. Ahriman is een ander woord voor Satan of Lucifer.
Akka: Ook wel Procyon
genoemd; een verre ster in het heelal. De kleine hondsster. Procyon bevindt zich altijd in de buurt
van zijn helderdere broer Sirius. Procyon of Akka is in helderheid de
achtste ster aan de sterrenhemel en in helderheid de zesde die wij vanuit
Europa kunnen zien. [GJE1-213:02] –
Philopold [zie daar!] is daarvan afkomstig en incarneerde naar de aarde om het
kindschap van God te verwerven. [GJE1-214:1] – Op een slechts zeer gering
aantal werelden in het universum is het toegestaan te incarneren op de aarde.
De Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en ook de
karakteristek en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de
verschillende werelden bewonen. De Heer weet het beste of een geest geschikt is
voor de belichaming op deze aarde. Al hetgeen hiervoor geschikt was, werd naar
de aarde gebracht. Het aantal van de naar de aarde gebrachte personen is maar
klein en komt niet noemenswaardig boven de 10.000 uit. [GJE1-215:4,5].
Alexandrië: is
heden een miljoenenstad in het noorden van Egypte, aan de Middellandse Zee. De stad is genoemd naar Alexander
de Grote en is de
op een na grootste stad van Egypte. Ze ligt aan de noordwestpunt van de Nijldelta.
Alfa: Letter voor de hebreeuwse letter Aleph; het eerste [the
first, de vorst of koning; daarom de de koningsletter!
Alfeus: [Alpheus] Betekent: ‘God geeft een
plaatsvervanger!’ Hij was de vader van Levi-Mattheüs [Marc.2:14] – ook vader
van Jakobus de jongere. [Matth.10:3]
Amerika: Geheel Amerika heeft 1 miljard
inwoners - De Heer zegt in het tweede
boek van Hemelse geschenken: ‘Ik zeg jullie nu zonder ‘Daniël’: het land in
de zee zal ondergaan en de trotse koningin van de golven zal worden opgeblazen
als kaf, wanneer ze zich nooit meer zal laten verzachten door de tranen van de
weeën! - Kijk naar Amerika! Daar is de ‘tellende dag’ al begonnen! - Maar daar
breekt hij! - [GJE10-29:06] Het verhaal in Amerika duurt niet lang meer. In
Zuid-Amerika, waar Babylon veel erger wordt vertegenwoordigd dan het nu waar
dan ook op aarde is, zal binnenkort een groot oordeel worden ontketend; want
Babylon moet overal in een nieuw Jeruzalem worden omgevormd, en de zwijnen van
de heidense Gadarenen moeten omkomen in het graf van hun nacht’.
Amethist [12e steen] Bisschopsteen genoemd, omdat het vroeger een geliefde edelsteen
was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Feitelijk een halve
edelsteen en de kleur is violet kwarts. Vroeger geliefd in de joodse tempel als
waardevolle edelsteen.
Amorieten: Bewoners
van onder meer het bergland in Kanaän. Zij zijn afstammelingen van Noachs
kleinzoon Kanaän (Gen. 10:15). Ze waren één van de Kanaänietische
volkstammen.in het land Kanaän. Ze bewoonden daar het bergland ten westen en
vooral ten oosten van de Jordaan (Gen.14:7,13; Num.21:13-26, Deut.3:8;
Richt.1:34-36,11:13). De naam Amoriet betekent 'zegger', 'spreker'. Ze stammen van Noachs kleinzoon af. Hoewel zij van Kanaän
afstammen, een zoon van Cham, maar niet van Sem, worden ze vanwege hun taal en
cultuur in de wetenschap aangemerkt als een 'Semitische' stam.
Analogie: Op basis van overeenkomst of
overeenstemming; identiek of gelijkend op.
Andreas: Betekent ‘manhaftige’; hij
was erg bekend met de sterrenkunde. Broer van Petrus. Hij was de eerste die
Jezus bezocht in Zijn woonhut in de woestijn bij het huidige Had Nes. Andreas woonde in de buurt van Bethabara en
was visser van beroep.
Antichrist: Het berekende verstand, de
algemene overheersende zucht naar wereldse dingen.
Apocalypse: Dit is een onthulling van kennis of openbaring, verwijzend naar
de Openbaring van Johannes uit het Nieuwe Testament. Openbaringen
beschrijft de ultieme overwinning van het goede over het slechte. De diepere
zin van een ‘beschreven’ apocalypse is een uitleg over een schifting tussen goed
en kwaad en er kan weer een nieuwe betere periode aanbreken.
Apocrief: Een verzamelnaam van een niet als
Heilige Schrift beschouwde Hebr. en oud-christelijke godsdienstige boeken. Op
een kerkverzameling in 325 n. Chr. werd bepaald welke religieuze geschriften moesten
opgenomen worden in de Bijbel. De geschriften die niet erkend werden, noemde
men apokrief. Zoals bijvoorbeeld Judith, de boeken der Makabeeën en Tobith,
enzovoorts.
Apostelen: In de Septuagint wordt de gedachte
aangeduid als ‘boodschapper’ of ‘gezant’; In het Hebreeuws aangeduid met termen
die zijn afgeleid van de wortel SHL De term apostéllō wordt ook in
het Nieuwe Testament gebruikt. Aan het gebruik van de term apóstolos in
het NT wordt duidelijk dat deze wordt gebruikt om iemand aan te duiden die met
gedelegeerde autoriteit handelt. De vorm is Grieks, de inhoud Hebreeuws. Vooral
het gebruik in Johannes 13:16 bevestigt dit; Een
eerste historische verwijzing naar ‘de twaalf’ staat in 1 Korintiërs 15:5. Het
betreft de twaalf leerlingen van Jezus in de meest betrokken kring om Hem heen.
Zij waren eerst discipelen en later apostelen, daar zij uitgezonden werden om
te prediken de leer van Jezus. Hun werd ook ‘macht’ gegeven zo nu en dan
‘wonderen’ te doen en mensen te genezen. [Matth.10 en GJE1-134:3,4]; Apostel
betekent: ‘de uitgezonden zendelingen’ en discielen: ‘leerlingen’.
Arabieren: 80 procent van de Arabieren is
Islamitisch. Arabieren zijn afstammelingen van de
oude stammen in Arabië, het waren de vroege bewoners van het Arabische
schiereiland en Syrie; de bedoeïenen Arabieren waren nog steeds nomaden in
de woestijn. In de literatuur van Jakob Lorber treffen we de veelvuldige
beschrijvingen aan van het ‘stenige woestijnachtige’ handelsland met hun karavanen.
Wordt als nomadenvolk genoemd in Jes.13:20 en Jer.3:2.
Arameeërs:
Nakomelingen van Aram, de vijfde zoon van Sem. De volksstammen woonden in Syrië
en Mesopotamië. Het Aramees was de oude Semitische volkstaal, die Jezus ook
sprak in die tijd, dat Hij als Mens op Aarde was. Er zijn enige delen van de
Bijbel in het Aramees geschreven. [Ezra
4:8, 6:18, 7:12 en 26].
Arbel [berg]: Arbela ligt ten Westen van het Meer
van Galilea. [Dan.2:40, 7:28].
Archangel: Oerengel.
Archiël: Deze engel haalt in enkele seconden een boekrol voor
Philopold [zie daar!] van een zeer verre sterrenwereld, waar Philopold eerst
leefde op de ster Prokyon, ook wel Akka
genoemd. [GJE1-213] Hij gebiedt de Satan; [GJE1-225] Helpt de [gestolen] goud- en
zilverschatten van de tempelpriesters van Jeruzalem uit de druipsteengrot te
redden en sluit vervolgens de toegang van deze grote rots toe. [GJE2-4-6]
Ark van Noach: de juiste deemoed van een mens, de
juiste naastenliefde tot God en zijn naaste. De uiteindelijke omvorming van de
goddelijke geest in de ziel: wedergeboorte. De ark die Noach op Gods bevel
bouwde in 150 dagen was van dennenhout [goferhout]. De ark was 150 meter lang,
25 meter breed en 15 meter hoog. De ark verzinnebeeld het geestelijke in de
mens.
Armageddon: Het
woord Armageddon, of Har-Magedon, komt maar één keer in de Bijbel voor,
in Open.16:16. Het profetische boek Openbaring vertelt dat op de plaats
die in het Hebreeuws Har-Magedon wordt genoemd, de koningen van de gehele
bewoonde aarde vergaderd zullen worden tot de oorlog van de grote dag van God
de Almachtige.
Arnon: Als beek genoemd in de Bijbel: Deut.2:24, Num.21:13,
Richt.11:18.
Asia: [Azië] besloeg oorspronkelijk een kleine streek
in Lydië, maar dat ging steeds meer over op een groter gebied op het
werelddeel, wat nu Azië heet. Het
grootste werelddeel op de planeet aarde. Aan de westkant grenst
het aan Europa en Afrika, in het noorden aan de Noordelijke
IJszee, in het oosten en zuidoosten aan de Grote Oceaan en in het
zuiden aan de Indische Oceaan.
Assur: Enerzijds het Papendom, anderzijds komt
Assur van Asher, een Semit.
Assyrië: Een Aramees Rijk. De bevolking
ontstond in de periode van Nimrod. Zij spraken de Aramese taal en stamden af
van Set. [Gen.10:11,22 en Micha 5:5] Vernoemd naar Aram, zoon van Sem. Aram = Syrië.
Het wordt in Genesis 25:20 Paddan-Aram genoemd en ligt tussen de Eufraat en de
Tigris, het vaderland van Abram. In dit gebied lag de stad Haran, waar Laban
eens woonde en deze was een Aramees. Rebekka en de vier vrouwen van Jacob
eveneens.
Astronomie: Sterrenkundig
bijzondere verschijnselen in het heelal bekijken. Astro komt van ster,
sterrenbeeld; astronomie bestudeert de wetmatigheden van sterren en het eigen
zonnestelsel. De natuurkunde wordt hierbij betrokken. Het professionneel
ontdekken van kometen en meteoren is een zijdelings onderdeel hiervan.
Gebaseerd op wiskunde en natuurkunde wordt er veel onderzoek gedaan. Amateuren
doen op de achtergrond eveneens professioneel onderzoek.
Atheope: Dit was Kajin of Kain. Zijn naam en
huidskleur werd door de Heer veranderd, toen hij vluchtte voor zijn zoon Hanoch
en de oversteek deed naar zijn toegwezen land.
Atmosfeer: In de astronomie bezit de
atmosfeer omhullende gassen die zich om een vast hemellichaam bevinden of
dampkring wordt genoemd. Alle andere planeten in
ons zonnestelsel hebben een atmosfeer. De gassen worden aangetrokken
door het zwaartekrachtveld van het aardelichaam, en worden dan
vastgehouden. De lichtere gassen, zoals waterstof kunnen een
snelheidsverdeling hebben. Zulke gassen zullen dan langzaam verdwijnen uit de
atmosfeer. Ook sterren hebben een atmosfeer, bestaande uit
bijvoorbeeld een fotosfeer, chromosfeer, ofwel met een overgangslaag en
tenslotte met een corona. Jakob Lorber beschrijft de drie verschillende ‘overlappende’ geestelijke atmosferen, die
zich boven de natuurlijke aarde bevinden.
Atoom: Atomen zijn de bouwstenen,
de basis van alles hier op aarde. Een elementair deeltje is een deeltje dat
niet meer te splitsen is. De atoom heeft een kern en daaromheen een wolk
van elementaire deeltjes. De kern van de atoom is opgebouwd uit elementaire
deeltjes met de naam proton en neutron. In een mensenhaar passen bijvoorbeeld
ongeveer 500.000 koolstofatomen. Van atomen kan men een atoomwapen of
atoomwapen maken. Atoomaanvallen
in het verleden op Japan kostten naar schatting 300.000 mensen het leven. Het
was voor het eerst (en tot dusver voor het laatst) dat dit verschrikkelijke wapen werd
ingezet.
Augiasstal: Ongeordende rommelige boel. Van
oorsprong een veestal. Lorber spreekt hierover symbolisch, een dergelijke stal
moet weer nodig gereinigd worden.
Augustus, keizer: In 9. v. Chr. is
over hem een inscriptie gevonden. Hij was al 25 jaar keizer en vierde zijn
jubileum 2 v. Chr. In 14 n. Chr. was hij 45 jaar keizer. Jezus was toen 20 jaar
oud. In dat jaar kwam Tiberius aan de macht. Augustus betekent ‘verhevene’. Hij
werd in 27 v. Chr. keizer. [De Romeinse en Joodse kalenders liepen destijds
niet synchroon].
Australië: Een land op het zuidelijk halfrond en een groot
aantal eilanden in de Indische en Grote Oceaan,
waarvan Tasmanië het grootste is. Het ligt ten noordwesten
van Nieuw Zeeland en ten zuiden van Indonesië en oostelijk
Papoea-Nieuw-Guinea. Australië is dunbevolkt. Het op vijf na grootste
land ter wereld. In Jakob Lorber wordt het een aantal keren aangehaald.
Avond: Betekent de aardse geestelijke toestand van de mens, want
zoals het met de schemering geleidelijk donker wordt, zo vergaat het ook met
een materieel mens. [GJE1-157:13] – Mozes noemde de natuurlijke toestand van
zijn volk ‘het diepere in de avond van de nacht’, omdat het volk lonkte naar
wereldse dingen. [GJE1-157:7] Avond verzinnebeeldt de aardse dood en het
vergaan van alle dingen. [GJE6-193:5] Het gaat bij de mens gedurende zijn leven
er net zo aan toe als met het steeds
zwakker wordende schijnsel van de avond. Hoe meer de mens zich met materiële
zaken bemoeit, hoe meer het in zijn hart zwakker wordt met de puur goddelijke
liefde en zijn geestelijke leven. Daarom noemde Mozes een dergelijk licht van
de mens evenwel ook avond. De avond is de wereldse sfeer van de mens. Het is de
analogie van de aardse dood en het vergaan van alle dingen [GJE6-193:5 en
Hemelse Geschenken 1-361:37].
Avondmaal: Jezus vierde het Heilig Avondmaal
eind juni en werd een dag later gekruisigd. Het was toen volle Maan. Men zegt,
dat Hij 33.5 jaar oud werd of 12222 dagen. GJE10-146 schrijft: ‘als Ik voor
bijna 33 jaar te Bethlehem geboren was…’ Zie ook GJE146:1 en 146:3 en
GJE10-116:14.
Avondrood: Het rode in de avond valt vaak samen met helder en rustig weer. De atmosfeer
is dan meestal stabiel van opbouw en stofdeeltjes blijven zweven in de onderste
luchtlagen. Wanneer de zon lager komt te staan als het richting zonsondergang
loopt, moeten de lichtstralen van de zon een langere weg afleggen door de
atmosfeer om bij onze ogen te komen. Tijdens die lange weg 'botst' het licht
tegen de aanwezige stofdeeltjes, stikstof- en zuurstofmoleculen die de
atmosfeer aanwezig zijn waardoor het spectrum van licht verstrooid wordt. De
rode kleuren in het spectrum zijn het minst gevoelig voor deze verstrooiing
waardoor we deze tinten van het spectrum dan ook het beste waarnemen. Hoe
groter de luchtvervuiling, hoe roder het avondrood over het algemeen is - https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/weerweetjes/hoe-ontstaat-avondrood/2934/
Jakob Lorber vergelijkt het avondrood op een
geestelijke wijze in tegenstelling tot het morgenrood. Dat wat de aarde
spiegelt, is tegelijk ook een weerspiegeling in de mens op materieel en
geestelijk vlak.
Azië: In het
midden van Azië, niet ver van het Himalajagebergte, leefde ten tijde van Adam
een klein volkje, afgesneden van
de wereld en hoog in de bergen, conform de leefregels van hun oervader Noach.
De latere Egyptische hieroglyphen waren een vervalste namaak van hun ware
tekens. In het hooggebergte van Azië hebben onze oerouders Adam en Noach
gewoond. Er valt veel te zeggen over dit grootste werelddeel en het wordt vaak
aangehaald in de Nieuwe Openbaringen. Zie ook Asia.
Baäl: Betekent ‘heer’, ‘bezitter’, naam van een Kanaäntische
godheid die op vele plaatsen wordt vereerd.
Babel: Hebreeuwse naam voor Babylon [Gen.11:9], oude stad op de
oostelijke oever van de Eufraat. Ligt ruim 30 km. van Bagdad. Een andere naam
is Babylon.
Babylonische ballingschap: Een gedwongen
vertrek uit eigen omgeving of land betekent ‘leven onder ballingschap’. Deze
heeft veertig jaar geduurd. Het joodse volk werd behandeld als de slechtste
dieren en gevoerd met het voer van varkens en honden; de lieflijke dochters der
joden zijn onder geseling en allerlei martelingen door de overmoedige
Babyloniërs, dag en nacht verkracht, tot de dood volgde, evenals de knapen en
jongelingen die eerst gecastreerd werden! [GJE1-137].
Babylonische spraakverwarring: Volgens de Bijbel in het boek Genesis
werd ooit op aarde één taal gesproken. De mensen in die tijd vestigden zich in
het land Sinear, vlakbij de rivier de Eufraat. Ze spraken af een stad te bouwen
met een toren ´tot in de hemel´. Door hun hoogmoed veroorzaakte de Heer een
grote spraakverwarring onder de mensen. Ze verstonden en begrepen elkaar niet
meer en de bouw van de stad en de toren werd gestaakt. De mensen verspreidden
zich daarna al spoedig over de gehele aarde.
Bagdad = Babylon.
Barnabe: Een uit Nazareth afkomstige
Farizeeër en Leviet vroeg de opperste leiding in de tempel, of het Kindje Jezus
in de tempel mocht spreken …en met goedkeuring. Barnabe was oorspronkelijk
verbonden aan de tempel en werd na een driedaagse redevoering van Jezus in de
tempel herbergier of gastheer in een bergdorp aan de overkant van het meer van
Galilea, wiens kreupele dochter Elisa door de Heer werd genezen. Want toen
Jezus haarfijn bewees dat Hij Zelf de beloofde Messias was, deed Barnabe ertoe
besluiten de tempeldienst definitief de rug toe te keren en zich terug te
trekken in een eenzaam bergdorp: alle bewoners lieten zich bekeren en het dorp
ontvangt van de Heer grote voordelen.
Bartholomeüs: ‘De broederlijke’; [Hand.1:13]; Hij
had twee jaar lang een goed baantje als ‘dode’ bij de Essenen, maar had
uiteindelijk een gelegenheid in het geheim uit hun klooster van deze bedriegers
te komen. [GJE2-98,99].
Bazuin: betekent ‘boodschap’; iets rondvertellen, rondbazuinen.
Bed nemen en wandelen: [Matth.9:6] = ‘In de leer van Jezus onderwezen
worden’.
Beeld van het beest: de wereldse
verloedering en aanbidding van het geld.
Beëlzebub: Uit het Hebreeuws afgeleid van בַּעַל en
betekent letterlijk ‘heer’; is een Bijbelse spotnaam voor Beëlzebul dat ‘heer
van het huis’ betekent; zijn naam en die van Lucifer en nog meer dergelijke
namen duiden hem de satan aan en typeren hem. Lucifer of Lichtdrager was de oorspronkelijke,
hem kenmerkende naam. Satana was de tegenpool van de Godheid.
Begeerte: Is te beschouwen als een daad; deze
twee hangen samen als bloed en vlees, olie en vlam! Begeerte wordt meestal
omgezet in daad, wanneer het in de wil besloten ligt. In het verstand dringt
slechts de verlokking als verzwakking op. In ieder mens is bij de geboorte
een begeerte ingepland.
Begrafenis: De begrafenis van Jezus is het
opbergen en het verwerpen der overresten van moeder Maria van Jozef.
Berg, hoge: symbool
van de bovenste, dus derde hemel.
Bergrede: deze vond plaats aan de voet van de
berg Gerizim. Daar heeft het oudste en echtste huis van God gestaan! Jesaja
voorspelde dit. De hele bergrede staat in Matth.5-7. De prediking duurde drie
uur. [GJE1-39] Jezus sprak toen extra langzaam ten behoeve van de schrijvers.
Bergruïne: Een geloofskasteel met verweerde,
gespleten en afgebrokkelde overblijfselen van de waarheden. In de Bijbel of
Openbaringen symbolistisch opgevat.
Betfage: Dorp bij de olijfberg ten Oosten van
Jeruzalem met de betekenis: ‘huis der vijgen’.
[Matth.21:1, Marc.11:1, Luc.19:29]; het zou nu Kafr et Tur heten! Van
hieruit zond Jezus twee leerlingen om voor Hem uit om een veulen te halen
vanwege Zijn intocht in Jeruzalem.
Bethabara:
‘Huis van de oversteekplaats’, beschreven in Joh.1:2, Gen.28:19.
Bethanië: Ook wel El-Azariya genoemd. Dorp,
stadje en gelegen in de provincie van Benjamin tegen de oostelijke helling van
de Olijfberg. Woonplaats van Maria, Martha en Lazarus [Luc.10:38, Joh.11:1,18]
Jezus was vaak bij Lazarus. De plaats van Jezus’ hemelvaart in Luk.24:50,51. Deze
plaats lag dichtbij Jeruzalem, bij de Olijfberg, evenals Betfage.dat bijna aan
Jeruzalem grensde op 15 stadiën van de stad. [ca. 2,9 km] – Joh.11:18, waar ook
Simeon de melaatse woonde. [Matth.26:6].
In El-Azariyeh klinkt de naam van Lazarus als het ware door! Vanaf
Bethanië naar het Oosten begint de echte woestijn van Juda, een karig
steppenland. Het ligt aan de weg van Jiricho-Jeruzalem aan de Olijfberg. Het
weer in de bergen kan plotseling veranderen in de maand november; vele mensen
zijn verdronken door het plots opkomende water of omgekomen door dorst.
Bethlehem: Stad in de heuvels van Juda ten
zuiden van Jeruzalem aan de heuvelamweg naar Hebron. In de omgeving van
Bethlehem speelt de geschiedenis van Ruth zich af. [Ruth 1:1,2,19,22 en Ruth
2:4,11]. Het was eveneens de woonplaats van David, waar hij door Samuël werd
gezalfd. Door Micha aangeduid als de plaats vanwaar de Messias zou komen.
[Micha 5:2] De geboorteplaats van Jezus. Huis van het ‘levensbrood’
[Hebr.:‘Lechu’] Dit dorp is ontstaan in de tijd dat de Kanaänieten er woonden,
8 km. ten zuiden van Jeruzalem. Er woonden daar al vroeg de stam der Kalebieten
in Efrata. [Micha 5:1]. De plaats der herkomst van Elimelek en Naomi en Ruth.
Later de woonplaats van Isai en David [1 Sam.16:4]. Tegenwoordig heeft dit
stadje zo’n 32.000 inwoners. Het lijkt veel groter dan het is, omdat drie, vier
aangrenzende gemeentes als het ware een grote stad vormen.
Bethsaïda: Dit stadje werd door Jezus
vervloekt in Matth.11:21 en Luk.10:13.
Betsaïda: Vissersdorp op de noordelijke oever
van het Galilese meer, waar de Jordaan in het meer uitmondt. De woonplaats van
de apostel Filippus, Andreas en Petrus. [Joh.1:45, 12:21] bezocht door Jezus
[Mark.6:45], die er een blinde genas [Mark.8:22]. De spijziging van de
vijfduizend vond bij deze stad plaats. [Luc.9:10]. Ook één van de steden
waarover Jezus Zijn uitspraak deed over de naliggende stadjes. [Matth.11:21 en
Luc.10:13] Volgens Josephus een vissersdorp, dat door de tetrarch Philippus tot
stad werd geheven. Tegenwoordig heet het ‘et-Tell’ en de ruïnes van de vroegere
noordrand van het Galilese meer zouden nog bestaan, oostelijk van de uitmonding
der Jordaan.
Bevolkingsdichtheid: Volgens Jakob
Lorber is er op aarde genoeg ruimte voor de mensheid; op dit moment is dat
onevenredig verdeeld; Er zal voor 2050 een grote schifting komen, waardoor er
zoveel ruimte is, ook al zijn het 50 miljard mensen, wat wij nog niet kunnen
bevatten. Volgens werelds onderzoek woonden er in 2018 al ruim 7,46 miljard
mensen op de wereld. De bevolkingsdichtheid wordt berekend door het inwonertal
te delen door de oppervlakte: bevolkingsdichtheid = inwonertal met oppervlakte;
de bevolkingsdichtheid of de relatieve bevolking geeft de
verhouding aan tussen het aantal der inwoners en de oppervlakte van een bepaald
topografisch gebied. Meestal wordt de bevolkingsdichtheid uitgedrukt in het
aantal inwoners per vierkante kilometer.
Bileam: Ook genoemd Balaäm, was een
vermaard waarzegger uit Mesopotamië, [Syrië-Aram] die, ofschoon door Balak, de
koning van Moab, juist met het tegenovergestelde doel ingehuurd en ontboden, de
Israëliëten nagenoeg zegende (Num.22:1-24:25; Deut.23:3-6). Om echter niet
onbeloond te vertrekken, gaf de heidense ziener aan Balak de raad de
Israëlieten door bekoorlijke vrouwen tot hoererij en afgoderij te verleiden.
Deze schandelijke raad berokkende hem de dood, en deed het nageslacht van
Israël zijn naam altijd met afschuw noemen. Bileam was de zoon van Beor of
Bosor en woonde in Pethor te Mesopotamië (Deut.23:4). Bileam werd ingehuurd om
Israël te vervloeken, maar zegende het. [Num.23:7]
Bingen, Hildegard van: Zij was een
Duitse benedictijnse abdis en geldt als eerste vertegenwoordigster van de
Duitse middeleeuwse mystiek. Zij was onder meer actief op het gebied van
religie, kosmologie, wetenschappen, filosofie, muziek en plantkunde. Zij was de
eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam
bekend is. Haar werd in 2012 de eretitel
van kerklerares verleend. Hildegard werd geboren als tiende kind van graaf
Hildebert van Bermersheim, in een adellijk gezin dat woonde op het slot van
Bermersheim, niet ver van Alzey. Al op haar vijftiende jaar legt zij de gelofte
af. Als Jutta in 1136 sterft, neemt Hildegard de leiding van de vrouwengemeenschap over en wordt abdis. Hildegard besluit in 1147 een zelfstandig
vrouwenklooster te stichten op de Rupertsberg te Bingen, onder anderen gesteund
door de aartsbisschop van Mainz.
Binnenshuis: Geestelijk bekeken het spiegelbeeld
van het innerlijke van de mens [GJE6-136:5].
Bladeren: Bladeren in planten vertegenwoodigen
de plaats van de longen.
Bloed van druiven: Symbool van het Goddelijk ware; [Gen.49:11, Deut.32:14].
Bloed: ‘Bloed’ is evenals onder
meer het Duitse Blut en het Engelse blood, een
oude term voor verwantschap of afstamming die vroeger in het Nederlands vrij
algemeen werd gebruikt, zoals in het volkslied getiteld ‘Wiens Neerlands bloed
door d'aadren vloeit’ van de dichter des vaderlands. Hebr. ‘Dam = 4-40 = 44.
Bloed betekent volgens Lorber het eigenlijke fysieke levensfluïdum, welke het
lichaam het leven geeft, hem voedt en de voortplantingskiem aanreikt. Het is de
drager van de bezigheid. [GJE7-44:20,
HG2-321:8].
Blum, Robert: Robert Blum, geboren op 10-11-1807,
gestorven op 9-11-1848, was een Duitse democratische politicus, publicist,
dichter, uitgever, revolutionair en lid van de Nationale Vergadering van 1848.
Hij werd hij gearresteerd tijdens een verblijf in het hotel ‘Stadt London’ in
Wenen en geëxecuteerd voor zijn rol in de revoluties van 1848 in de Duitse
staten. Zijn leven aan gene zijde wordt uitvoerig beschreven in: ‘Van de Hel
tot de Hemel’ in twee delen van Jakob Lorber.
Boehme, Jakob: Böhme werd geboren nabij Görlitz.
Het enige onderricht dat hij genoot was in de stadsschool in Seidenberg. In
1599 huwde hij Katharina Kuntzschmann en vestigde zich als schoenmaker in
Görlitz. Tussen 1600 en 1611 werden vier zonen geboren. Böhme was een zakenman
die, net als alle andere burgers persoonlijke en economische problemen kende
die het gevolg waren van de Dertigjarige Oorlog. Hij vertoefde vaak in het
gezelschap van vrijdenkers; Hij ontving van de Heer ‘Openbaringen’ die de
moeite waard zijn te lezen. Het boek ‘Aurora’ of ‘Morgenrood in opgang’, is een
van zijn bekendste en vertaalde boeken.
Boek met de zeven zegels: De enige en ware goddelijke leer, welke de Heer
samengevat heeft in twee verkondigde geboden. De zeven zegels corresponderen
met de zeven grondeigenschappen van het goddelijke Ik
Boek, samengerold, een: Betekent zinnebeeldig het [af]sluiten van de geestelijke
betekenis van het woord.
Boeken: Alle boeken waren in de oudste tijd in gelijkenissen of
symbolen [analogieën] geschreven. In de geestelijke wereld heeft de mens de
mogelijkheid de bibliotheken te bezoeken, zoals op aarde.
Bokken: Symbool van de bedenkelijkheden. [bokken [dwarsheden]
gescheiden van de lammeren [gewilligheden].
Boom: ‘Boom’ en ‘schaduw’ in het Hebreeuws hebben met elkaar
te maken. Boom = Ets = 70-90 = 160 en
schaduw = TeSeLeM = 90-30-40 = 160; Een boom geeft schaduw! Boom correspondeert
met de mens. Het zaad van de boom is de wil. De twijg of takken en het loofwerk
is het vestand en de vruchten zijn de werken. Het eten van de boom is de opname
van het eeuwige leven. De weg van de boom is de ingang tot de Heer.
Borus: Arts van Nazareth; de Heer voltrok het huwelijk van
Borus met Sara [dochter van Jaïrus], die voor de tweede keer uit de dood werd
opgewekt; hij is dan aanwezig bij de wederopstanding van Josoe.
Botten: Het hardnekkig geestelijk, zintuigelijke, trotse en
hoogmoedige; het meest gerichte en van alle liefde weerbarstige deel van een
mens.
Boze geest: Dat is een donkere kwaadaardige
geestelijke entiteit, dat zich niet graag in de lichtwereld bevindt, maar graag
in duistere sferen vertoeft; Als een boze geest bezit heeft genomen heeft van
een menselijk lichaam, dan is dat net zo moeilijk om uit het lichaam van zo’n
persoon te komen als om een groot huis te blussen, dat al in al
zijn delen door vuur is gegrepen. Mensen die ‘bezeten’ worden of zijn, gaan
meer en meer eten, zo niet al hun voedingsgedrag zich heeft aangepast aan deze
kwade bewoner van zo’n lichaam. Door te reinigen, te vasten en veel te bidden
kan – hoewel heel moeilijk – een dergelijke boze geest uiteindelijk uit het
lichaam gaan, daar er geen materievoedsel meer aanwezig is, waarin nog
geestelijke substanties zijn, waarvan de geest zich gevoed heeft.
Buitenaards: Een woord dat gebruikt wordt om alle
materie die niet van de aarde afkomstig is te omschrijven. Het kan zowel
verwijzen naar materie die zich buiten de aarde bevindt, als naar materie die
van buiten op aarde is beland. Buitenaards leven is een leven dat niet is
ontstaan op aarde. Er is zeker
‘bovenaards’ leven, een andere vorm van materie, wat het menselijk oog niet kan
zien.
Byblos, Bijbel: Griekse
naam voor de stad Gebal, tegenwoordig ‘Jebeil’; het woord Bijbel komt van de
naam van deze havenstad, waarheen het papyrus uit Egypte werd vervoerd. Biblia.
Het woord Biblion kenmerkt een papyrosrol, één van de oudste schrijfmaterialen.
Het in Egypte geprepareerde Papyrus werd vroeger ingeruild voor het begeerde
ceder van Libanon en overgeladen in de Phönetische havenstad Byblos. Vandaar de
naam Bibel. Oorspronkelijk waren er 77 boeken [en nog wat meer!] in de Bijbel,
heden 66; de overige zijn voor apocrief gehouden. De Latijnse naam Biblia werd
tot het woord Bijbel, dat is een verzameling van Bijbelse boeken. Voor veel
mensen is de Bijbel een boek met zeven zegels [Openb.5:1], geschreven voor de
mens als in een vreemde taal.
Cado: Een welvarend persoon, maar niet op God gericht persoon,
stierf en kwam aan in het geestelijke rijk: na 14 dagen verzocht de Heer Jezus
Zijn apostelen Paulus en Petrus, een gesprek met hem aan te gaan, dat Cado niet
gewenst had. Allengs door zijn grove taal zag hij zich steeds dieper in het
duistere rijk wegzakken, en bij een grot zag hij de vrouwelijke Minerva [Satan
= Lucifer] met een vurige wagen komen en ging een tweegesprek aan. Uiteindelijk
wilde Minerva haar duivelse beulknechten oproepen om Cado vreselijk te
martelen, maar toen laatste alle kracht in zich bundelde en een steen naar haar
en de duivels wierp, en daar de naam Jezus, God de Heer uitsprak, had hij de
macht van Minerva verzwakt en gebeurde hem niets. Tenslotte werd hij naar de
Heer geleid en volgden er vele gesprekken…[Van de hel naar de hemel, deel 2,
hfst.174 – Jakob Lorber].
Caesarea: Dorp ten Westen van Tiberias, waar
Jezus Zich vaak ophield bij de Romein Marcus, naast de berg Arbel [=Tabor]. Dit
stadje lag nauwelijks een half uur van de hoge heuvel van de Romein Marcus,
kameraad van Cyrenius, vlakbij aan de witte zeebaai tussen Tiberas en Migdal [=
Magdela].
Canon: ‘Maatstaf’, ‘regel’; gebruikelijke naam van de lijst der
boeken die de geïnspireerde Heilige Schrift uitmaken.
Cefas,
Cephas of Kefas: Betekent
‘rots’ of ‘houvast’. De Aramese bijnaam van Simon met de Griekse uitgang
Kefa’s. Dit was de naam die de discipel en latere aposel Petrus van Jezus
kreeg. Ook soms aangesproken met Barjona – zoon van Jona. [Matth.16:17]
Cele-Syrië: Oorspronkelijk een dallandschap
tussen Libanon en Anti-Libanon, later het gehele Palestina en Phenicië tot aan
Eleutheros in het Noorden.
Ceremonie: Is een plechtigheid die een
belangrijke gebeurtenis markeert. Tijdens een ceremonie worden [uiterlijke]
rituele handelingen uitgevoerd, vaak uit traditie als belangrijke gebeurtenis
in een mensenleven; soms ook uit gewoonte en bijgeloof.
Chaldeeën: [Gen.22:22] Een Aramees volk, dat in
Mesepotamië leeft, met als hoofdstad Ur. [Gen.11:28, Joh.1:17, Jes.13:19,
Hand.7:4, Dan.4:7, 5:7,11]. Daarom de ‘Wijzen uit het Oosten’. De Chaldeeën
hielden aantekeningen van de loop der sterren nauwkeurig bij. Zonder moderne
hulpmiddelen trokken ze de conclusie, dat een jaar 365, 6 uren, 15 minuten en
41 seconden heeft; deze berekening verschilt met de tegenwoordige berekening
niet meer dan een half uur met de mening die huidige wetenschappers bij ons
sterrenstelsel betrekken
China: Sina of Sihna = Sihin, de naam van een man [GJE8-129:4,
HG1-36:46 en HG1-37:5]- land van Kajn? = Kina – Chinezen.
Chinnereth: [ander woord hiervoor is
Kinnereth].
Chiwar: Zoon van een hogepriester uit Jeruzalem, opgegroeid in
de tempel; deze weet te vertellen hoe het met de ark van het verbond gaat. Uit
de annalen (jaarboeken) van de Schrift is bekend dat elke ongevraagde persoon
zijn leven verloor als hij de ark met niet-toegewijde handen aanraakte; nu kun
je op de ark klimmen en hem aanraken zoals je wilt, en er komt geen dodelijk
vuur uit. De altijd groene staf van Aäron is droog om te verpulveren, en de
stenen tafelen [tabletten] van de wet zijn gebroken; het manna [brood uit de
hemel] bestaat alleen uit het idee! En de vuurkolom, waar is die ?!
[GJE2-53,54]
Chorazin: Dorp tegen een rotswand ten noorden
van het meer van Galilea. Jezus sprak een ‘wee’ uit over dit stadje, in
Galilea, ca. 5 kilometer van Kapernaum; samen genoemd met Betsaïda, dat vroeger
direct aan het Galilese meer lag. [Matth.11:21
en Luc.10:13].
Christus: Komt van het Latijnse woord
Christos, dat ‘Gezalfde’ heet. Grieks: ‘Haristos’, ‘Aristos’: ‘de beste, het
edelste’; ‘Ara-hari’: ‘Heer van licht’; ‘Kh-R-S-T’: ‘Christ’. Betekent
letterlijk: ‚Waarheid uit God’ of ‘de waarlijk Gezalfde van God’ [GJE6:22,
GJE11:21]
Concilie van Nicea: Vergadering
van christelijke bisschoppen in Nicea in
Bithynië [het hedendaagse Iznik in Turkije] door de Romeinse keizer Constatijn
de eerste in 325. Dit eerste oecumenisch
concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk door middel
van een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde. De grootste
verwezenlijkingen van dit concilie waren de regeling van de christologische
kwestie betreffende de aard van Jezus en zijn relatie tegenover God de Vader,
de Heilige Geest, de opstelling van het eerste deel van de geloofsbelijdenis,
het regelen van de datumberekening van Pasen en de afkondiging van het vroege
canoniek recht. Er heeft ook nog een tweede concilie plaatsgevonden vanwege
Arius, die Jezus apart zag van de Godheid en deze dwaling werd verworpen.
Cyrenius: Een machtig persoon met een groot
aanzien; broer van keizer [Cäsar] Augustus. Cyrenius was stadhouder en
vicekeizer over alle Aziatische landen en Egypte. Hij kende Jezus al vanaf
diens kindertijd; hij begeleidde persoonlijk de heilige familie van zijn
residentie in Tyrus per schip naar de Noord-Egyptische stad Ostracine; kocht
voor hen een huis en was daar regelmatig gedurende 3 jaar op bezoek. Hij werd
aanhanger en trouweling van Jezus. Zijn jongere broer Cornelius speelde in de
jeugd van Jezus ook een belangrijke rol, ook later toen Jezus van 25-28 n. Chr.
het land onderwees en predikte in Palestina.
Dagindeling: De
ochtend is het oosten; de ex oriënt lux; De middag is het zuiden; De avond is
het westen; De nacht is het noorden.
Dalai Lama: Een hoofdmagiër [met een groep
magiërs uit de Himalaja] zei tegen de engel Rafaël: ‘wij hebben hetgeen wij nu
gevonden hebben, toch altijd gezocht. Wij zijn toch ook mensen, en hebben God
onder de veelzeggende naam Delailama (schept en vernietigt) ook altijd aanbeden
en vereerd en hebben de leer van Zorouasto niet aangenomen, en toch hebben wij
als priesters nooit enige openbaring gekregen. En dat was dan ook de oorzaak,
dat juist wij, priesters, alle geloof verloren hebben, hoewel wij het volk
voortdurend vast lieten geloven. [GJE7-104:1]
Daleth: ‘Geboorte via de deur’ als geschenk van de schepping.
Daniel: ‘God heeft recht verschaft’. Daniël wordt naast Noach en
Job genoemd. [Ezra 14:14,20]; Zoon van de dag of van het licht; [GJE4-218:4]
Dansers: Dansers van binnen zijn als doden,
die niet meer geadviseerd of geholpen kunnen worden, omdat Satan ze allemaal
bij de voeten neemt en snel met hen in een wervelende cirkel draait, zodat ze
duizelig worden en niet staan, lopen of zitten, noch slapen, rusten, zien,
horen, voelen, ruiken, proeven, noch kunnen voelen [Huish.v.God, deel 1,
hfdst.1:6].
David: 2e koning van de 12 stammen; ‘de neergedaalde
liefde van God.’ [GJE11]
De Highway nr. 90
loopt door het dal van de Jordaan naar Bet shean. Beit Yosef is breed en lang
en werpt zich als een eindeloos landschap op en onderbroken door militaire
straatversperringen en wegcafe’s, die goedkope benzine en droge maisfladen
verkopen. Links zijn dan de hoogten van de Judese woestijn te zien. De grote
scheur van het Jordaandal is wel het merkwaardigste geologisch verschijnsel ter
wereld. Het sterkst in El Ghor. Hemelsbreed is het 100 kilometer lang.
Officieel heet de Jordaan ‘Al Urdun’ en
betekent ‘afdalen’. De breedte is nu
circa 35 meter met soms wel een diepte tot 4 meter; ander woord voor jordaan is
‘jardan’
De menselijke geest is een organisme dat uitloopt in een
natuurlijk organisme; het is gevormd uit drie regio's zoals een huis met drie
verdiepingen, en zoals de woningen van engelen in de drie hemelen existeren. De
menselijke geest groeit verder zoals zijn lichaam, het ene in omvang, het
andere in wijsheid; het gemoed van elke persoon is zijn innerlijkheid, de ware
echte mens en zijn geest wordt van regio tot regio verheven, maar dit vindt
alleen van tijd tot tijd plaats wanneer hij waarheden verwerft en verbinding
maakt met het goede. De geestesgesteldheid van de geest kijkt voornamelijk naar
de geestelijke wereld; hij leeft voort na de dood en wordt dan geest genoemd;
indien goed, dan is hij een engelengeest en wordt nadien een engel; als hij het
kwade of slechte liefheeft, dan wordt hij een satanische geest, en daarna een
satan.
Decapolis: Tienstedengebied, waaruit scharen
kwamen om naar Jezus te luisteren. Grenzend aan het meer van Galilea, gelegen
in het overjordaanse gebied [behalve Skythopolis - Matth.4:25].
Derde hemel: De betekenis hiervan is: de ‘hemel
van de ware liefde’, het hoogste goed; in deze hemel wonen slechts de ware
kinderen van de Vader, die met Hem mogen meescheppen en gezag hebben over alle
universa in het oneindige heelal.
Diamant: Liefde tot God, de zuiverste waarheid zonder smet.
Thummin = wijsheid en de ‘opname tot het goddelijk woord‘ – [GJE5-137:8 GJE5-13:5, GJE5-41:7,8, Geestelijke
Zon2-86:6].
Dierenriem: ‘Zodiak’ ’indeling van het werk’.
Diermensen: Dit waren de dierlijke mensen, die
voordat Adam op de aarde kwam, de aarde voorbewerkten; zij worden de
pro-Adamieten genoemd en hebben miljoenen jaren voor de komst van de mensen de
aarde zodanig bereid, dat het geschikt werd voor de echte mensen.
Discipelen: Met discipelen worden in het
christendom de door Jezus Christus uitgekozen volgelingen aangeduid, en in het
bijzonder de intieme groep van twaalf, de twaalf discipelen of de twaalf
apostelen. Soms heten zij leerlingen.
Dode Zee = Zoutzee.
Doden, geestelijke: De verbinding
met de Godheid verbroken.
Dood: Dood is geen uitsterven, maar een voortzetting van het
leven en slechts een overgang; de toegang tot de geestelijke wereld gebeurt
meestal op de derde dag nadat de mens daarheen is gegaan; hij weet dan niet
anders dan dat hij zich nog in de vorige wereld bevindt; hij wordt daar
voorbereid op de samenleving in de hemel of in de hel waaraan hij is toegewezen
is; dood is het tegendeel van het leven.
Doodstraf: Heeft voor de ziel absoluut geen
zin; de kans van zielengroei op aarde belemmeren, ondanks gevangenschap.
Draak: Symbool van de satan; ‘iemand de draak aansteken’
[spreekwoord!].
Drie: Werkzame wil van God, die uit Zijn liefde [1] en
wijsheid voortkomen; [GJE6-18:6] Het voleindige en volkomene.
Drieenigheid van God: Ik ben de
al-enige God in Mijn drievoudige natuur als Vader van Mijn Goddelijkheid, als
Zoon van Mijn Menselijkheid en als Geest van al het weten, werken en inzicht
[Huish. v. God1-2:10].
Duif: Hebreeuws taw = goed.
Duim: Symboliseert de ‘ik-kracht’ en de ‘naastenliefde’; spreekwoord: ‘ik zal voor je duimen!’
Duisternis: Waar het ‘licht’ niet graag
ontvangen wordt.
Duivel: boosardige demoon, het kwade euvel.
Duivel: Het euvel, het kwade.
Duizendjarig Rijk: Symboliek van de
volledige wedergeboorte van de menselijke geest; De Heer in Zijn persoonlijke
‘menselijkheid’ en in Zijn volheid van de goddelijke drie-eenheid. Dit is binnen het christendom een
begrip gebaseerd op een profetie in het Bijbelboek Openbaring.
Volgens deze profetie zal Jezus Christus na zijn wederkomst op aarde, Satan (de
duivel) opsluiten en een wereldwijd vrederijk stichten dat duizend jaar duurt.
Ebal: Naam van een berg tegenover de berg Gerizim [in Samaria],
waarop gedenkstenen en een altaar werd opgericht. Deut.11:29, 27:4
Economische orde: Zelfzucht.
Eden, paradijs: Vreugde, lust [Ezechiël 27:23];
andere naam voor Beth-Eden; je-den = het
is dag! [GJE5-215:7]; Tuin betekent inzicht en wijsheid uit het Woord.
Edom: Betekent het natuurlijke. ‘Idumea’ is de Griekse vorm
voor Edom [Marc.3:8] – in latere tijd is het de benaming van het oude Edom. Het
geslacht van de Herodussen komt uit Ezau, uit de Idumea. Zie Jesaja 21:11
Een: Liefde in God of de Heer
[GJE7-18:4, GJE11].
Eeuwig, Eeuwigheid: Waarschijnlijk
komt het overeen met de tijdsduur in de materiële werelden, weliswaar in de
geest wat tijd hier is. Eeuwigheid betekent ‘tijd’ van ‘voortschrijden’, dat
door de tijden wordt gemeten, maar eindeloos is; het eeuwige is het oneindige;
[GJE10-155:2] Het eeuwige is het oneindige qua tijd. De eeuwigheid betrekt zich
op tijden. De oneindigheid van God heet eeuwigheid met betrekking op de tijden
Efrath: Vruchtbaar land; Vereenzelvigd met Bethlehem; [Ruth
4:11, Micha 5:1].
Egypte: Andere naam: Misrajim [Mesraïm]; deze was een zoon van
Cham; (Gen. 10.6; 1 Kron. 1.8).
Eigenliefde: Een op zichelf gericht persoon; geen liefde of
interesse tot de naaste.
Eigenliefde: Op zichzelf gericht, geen
naastenliefde.
Eik: Zintuiglijk het IK-goede en het IK-ware van de kerk.
Einde van de wereld: Tot de tijd dat
de mensenwereld tot een volmaakt einde gekomen is [GJE11].
Eindgericht: Een einde van een bepaalde tijd in
een samenleving.
Eindtijd: De eindtijd, het einde der tijden,
de laatste dagen, armageddon en eschaton is een voorstelling van de laatste tijdsperiode
(het einde) maar ook binnen nieuwe geestelijke stromingen en in atheïstische en
seculiere levensbeschouwingen, die erdoor beïnvloed kunnen zijn; ook een
reiniging tijdens een bepaalde periode
in onze samenleving; dat wil zeggen een einde van een periode en een nieuwere
kan aanbreken.
Elementen: etherische natuurwezens.
Elia[h]: Deze profeet wordt door de Heer
geroepen als getuige [samen met Mozes] en verschijnt voor de laatste vier
bekeerde Farizeeën [resp. twee Levieten] van de tempel; zij wensten de eens op
aarde levende twee profeten nu te zien als geest. Hier wordt duidelijk dat Elia ook Johannes de
Doper was. In hem was de geest van de aartsengel Michaël. [GJE7-163,
GJE1-2,GJE4-140; Elia = ‘God is Jaweh, profeet ten tijde van koning Achab; ‘Jah’
betekent de weg van het eeuwige leven’. Grieks woord voor ‘Elias’. ‘El’ betekent ‘Goddelijk licht’.
Elias: De zuivere ziel van de mens, de macht, de juiste wandel
volgens het Goddelijk Woord, de voorstraling van de Goddelijke liefde, het is
de Goddelijke liefde, die vooraf gaat bij ieder gericht. [GJE3-195:4, Hemelse
Geschenken, deel 2, hfdst.111:7]; Elias en Elia zijn dezelfde personen en niet
verwarren met Elisa, zijn opvolger
Elisa: Opvolger van
Elia, een groot wonderdoener. [1 Kon.19:16]
Emmäus: Dorp gelegen ten Zuid-Westen van Jeruzalem 2.000 jaar
geleden [Luk.24:13] Tegenwoordig situeert men haar ligging valselijk ten
Noord-Westen van Jeruzalem met de Romeinse naam ‘Mosa’ of ‘Amwas’, dat 30 km.
van Jeruzalem zou liggen. De verrezen Jezus verscheen aan twee mannen, die op
weg waren van Jeruzalem naar Emmäus. [15 stadiën was vroeger 2,9 km]. Er is in
deze tekst sprake van 60 stadien en dat zou dan bijna 18 kilometer zijn. Een
vlotte wandelaar loopt deze afstand, de heuvels meegerekend, in 5-6 uur. Emmaus
betekent ook bakkersdorp.
Emmaüsgangers: Deze waren de bezoekers aan een
viering van het paasfeest in Emmäus, zoals beschreven door de evangelist Lucas;
Emmaüs was een dorp in Judea op 11½ kilometer van Jeruzalem. Volgens
Luc.24:13-35 zou Jezus daar op Paasdag aan twee discipelen zijn verschenen, die
hem eerst niet herkenden. Een van de Emmaüsgangers, Kleopas, wordt bij name genoemd; De herrezen Jezus uit
de doden wandelde zomaar tussen deze
twee, die op weg waren naar Emmaüs en vroeg het tweetal: ‘Hebben jullie nooit
gelezen wat Christus eens over Zichzelf zei toen de apostelen Hem benaderden om
hun de Vader te tonen? Kijk, staat er niet geschreven: 'Ik en de Vader zijn
één! Wie Mij ziet, ziet ook de Vader; omdat de Vader in Mij is en Ik in de Vader
?!’ Bij deze woorden begonnen de twee erg verbaasd te raken, en vroegen de
vreemdeling een beetje bevreesd: ‘Beste vriend! Vertel ons of je niet een of
andere kluizenaar bent of een of andere vrome man die goed onderwezen is in de
Schrift; want met zulke woorden komt niet zomaar iemand op de proppen!’ [Boek
‘De grote Glockner’, hfdst.12:23,24].
Energie: ‘En’ = ‘binnen’, ‘ergein’ betekent ‘opwekken’.
Engelen: ‘Angelos’, de door het licht verwekte, de
gepersonifiseerde wil van de Heer, de gedachten, ideeën en concepten van de
verlichte geest; de vingers aan de hand van de Heer, het symboliseert de
goddelijke wil. [GJE3-122:5, GJE7-56:15, GJE10-199:5].
Ephata: Openbaar je !
[Epha-t], Doe open! [GJE5-235:3].
Ephraïm van Bethanië: Deze was een
vriend van de familie van Lazarus en was ook aanwezig bij de opwekking van
Lazarus door Jezus.
Ephraïm: Het licht van de liefde en de macht van alle
wijsheid [GJE11] – De persoon Ephraim
komt uit eigen interesse naar de burcht waar Jezus en Zijn leerlingen Zich in
de winter ophielden. Hij wordt overtuigd van Zijn Goddelijkheid, Jezus van
Nazareth. Ephraim wordt als allerlaatste apostel van de aardse werken van Jezus
opgenomen in de kring. [GJE11-57]. Daarmee werd het getal vervuld, voor al
diegenen, die beroepen waren om leraar te worden voor Zijn geestelijke
schoolhuis.
Ephraim: Het Woord begrijpen uit hetwelk zij de kerk is.
Epicuristen: Mensen die op genot uit zijn,
welstand en welzijn.
Esau: Een tweelingbroer van Jakob. Esau verkocht zijn
eerstgeboorterecht voor een bord linzensoep. [Gen.25:29]; Hij was de stamvader
van de Edomieten. Seïr is de naam van een streek, die zij bewoonden.
Esseae: Vanaf de brug over de Jordaan, waar een pad zich splitst;
van daaruit leidt een oude weg naar Jeruzalem, en een nieuwe leidt van daaruit
in de richting van Egypte naar de plaats Essea, die nog een goede dagreis daar
vandaan was.
Essenen of Esseeërs: Joodse sekte ten
tijde van Jezus; zij namen geen deel aan de tempeldienst, maar teruggetrokken
op de westelijke oever van de Dode zee. Zij waren eerst bedrieglijke magiërs.
Jezus legt hun bedrogsels op tafel, ontmaskert hen en vertelt Zijn leer en doet
voor hen grote wonderen. Zij werden bekeerd en gingen later bij Hem in de leer.
Het is een grote dwaling van veel religieuze schrijvers, die beweren, dat Jezus
bij hen ‘de wonderen’ heeft geleerd. Aanvankelijk waren zij bij het joodse volk
bekend als gekunstelde magiër; zij bleven lange tijd aan als de zuiverste
christelijke gemeente na Jezus’ Hemelvaart.
Ethergebied: Toen de Heer het woord uitsprak:
‘Er zij licht!’, begon het door alle onbeperkte etherische gebieden te stralen
en activeerde het materie tot leven, om aan te trekken, af te stoten, te
verenigen, te scheiden, op te staan of te vergaan. Zonder Zijn woord ‘Er zij!’
en ‘Er zij licht!’ kan er geen etherruimte bestaan; ether is het oneindig
krachtveldgebied van de Schepper.
Etherisch lichaam: Hiermee wordt het
zogenoemd energielichaam van de mens bedoeld.
Ethiopië [Atheope]: Ethiopië en Eritrea gebruiken het
oude Ge’ez-schrift, een van de oudste nog in gebruik zijnde alfabetten ter
wereld. De Ethiopische Hooglanden zijn de grootste aaneengesloten
bergketens in Afrika. Kaïn werd, toen hij voor zijn zoon Hanoch vluchtte, samen
met zijn familie, door de Heer veranderd in een donker-zwarte huid met kroesig
haar, zodat hij nooit meer herkend zou worden: ‘land van
verbrand gezicht’, dat ten Zuiden van Egypte ligt [Kush of Koesj] beschreven in
Jesaja 18, Hand.8:27.
Euphrat: Als rivier het onjuiste en slechte van de wereld.
[HG2-270:6].
Eva: Wederhelft van Adam; haar naam betekent: ‘moeder van
alle levenden’ [Hebr. Chawah]; [Gen.3:20] De voorbeeldige verlossing van
egoïsme en uiteindelijke wedergeboorte; Ook wel Caiva genoemd; [HG1-7:11] Caiva
= ‘Heva’of ‘Cha-ji-va’ = kracht, draagster van een ideeweg, levensweg en ‘va’
of ‘fa’ = ‘voortbrengen’. De liefde van Adam. Huish.v.God, deel 1, hfdst.40:32,
hfdst.7:11, en boekdeel 3, hfdst.2:22].
Evangelie: De weg van de eeuwige genade, de
schepping van het licht van God. Vrolijke boodschap. Ev. = eeuwig, angelos =
bode, ang = scheppend verwekken, el = het geopenbaarde licht van God.
Ezechiël (Hebreeuws: יְחֶזְקֵאל, ‘sterk is God’ of ‘hij zal door
God versterkt worden’) is een van de grote profeten uit de Hebreeuwse Bijbel.
Volgens de traditie schreef hij het Bijbelboek Ezechiël in Babylonische
ballingschap. Hij was de zoon van een joodse priester en behoorde bij de eerste
groep Israëlieten die Nebukadnezar-2 in 598 v. Chr. naar Babylon voerde. Hij was
tijdgenoot van Jeremia. In Mesopotamië leefde hij bij het Kebarkanaal [Khabur] het huidige Schatt-en-Nil bij
Babylon, waar hij als profeet optrad. Hij begon zijn profetische werk toen hij
30 was en deed dit 20 jaar lang. Hij werkte alleen als profeet in Babylon,
nooit in Israël of Juda zelf. Het boek Ezechiël bevat aanwijzingen dat hij
belangrijk was in de raad van de oudsten
voor en de hele gemeenschap sprak over hem.
Farao: [Pr-‘a]; Oorspronkelik betekent deze naam ‘paleis’ of
‘het hof’ resp. ‘het grote huis’. In het Hebreeuws ‘vruchtbaar’.
Farizeeërs: ‘Afgescheidenen’; zij vonden de mensen zondig in hun ogen; in
werkelijkheid waren zij schijnheilig! Zij onderscheiden zich door hun
‘wetsgetrouwheid’; Een Farizeeër staat in ambt, waardigheid en
aanzien gelijk met wat nu een kardinaal in Rome is. (GJE 1-18) Farizeeën
interpreteren letterlijk, erkennen de mondelinge overlevering.
Filippenzen: Paulus
heeft een zeer persoonlijke, goede band met hen; [Phil. 4:15].
Filippus: [Paardenvriend]
woonachtig in Bethsaida, aanwezig bij de spijziging van de 5.000; een
rondtrekkende evangelist; woont [later] in Caesarea; één van de twaalf
discipelen; hij bemiddelt voor de Grieken, die Jezus willen zien; hij heeft
vier dochters die profeteren.
Firmament: In de kosmologie van de Bijbel is
het firmament, hemelgewelf of uitspansel, de structuur boven de hemel,
bestaande uit een vaste koepel. God schiep het firmament om de wateren te
scheiden. Water boven het firmament en water onder het firmament. Aan het
firmament zijn de sterren bevestigd en waarachter wind, regen en sneeuw gelegen
waren. Het woord firmament komt van het Latijnse woord firmamentum en
werd gebruikt in het latere Latijn met ‘stevige of vaste structuur’, afgeleid
van het Hebreeuwse Raqia, een woord dat zowel voor hemelgewelf als voor de
bodem van de aarde in het Oude Testament wordt gebruikt.
Franciscanen: Ook wel minderbroeders genoemd; Deze
vormen een kloosterordeorde bestaande uit volgelingen van Fransisci van Assisi.
Franciscus kwam uit Umbrië (Italië) en samen met zijn metgezellen schonk hij al
zijn bezittingen aan de armen om zelf in pure armoede verder te leven. De
Franciscanen behoren tot de bedelorden. Zo proberen zij Jezus Christus na te
volgen.
Frankrijk: = Gallië.
Frankrijk: Officieel de Franse Republiek, is
een land in West-Europa en qua oppervlakte het op twee na grootste Europese
land. Frankrijk ligt tussen het Zeekanaal, de Atlantische Oceaan en de Golf van
Biskaje (in het Westen); Het eiland Corsica in de Middellandse Zee behoort tot
Frankrijk, alsook vele overzeese gebieden. Frankrijk maakt aanspraak op een
deel van Antartica. [Gallië]
Frohnleiten: Een gemeente in de Oostenrijkse
deelstaat Stiermarken, en maakt deel uit van het district Graz en omgeving.
Frohnleiten telt ongeveer 6.500 inwoners.
Gabriël en Zuriël: Deze engelen houden de hele
schepping onder controle. Ieder hemellichaam, elke zon, moet aan hun geringste
wenken gehoorzamen. [Jeugd Jezus 152 – Ook Zuriël en Gabriël.
Gabriël: Een aartsengel, die door de Heer wordt aangesteld.
[GJE9-119]. Hij verschijnt in de gestalte en persoon van de oervader Jared. [mijn kracht is God of God heeft Zich sterk
betoond]; [Dan.8:16, 9:21]; Iemand die er uitzag als een man’, ‘kwam de man
Gabriël in ijlende vlucht tot vlak bij mij’; deze engel gaf aan Zacharias en
daarna aan de maagd Maria een boodschap; Gabriël zei tegen Zacharias: ‘ik ben
een vorst onder de engelen en sta altijd voor het aangezicht van de
Almachtige’. Gabriël en Michaël zijn geen namen van twee mensen in de hemel,
maar met deze naam worden allen in de hemel bedoeld die in wijsheid zijn met
betrekking tot de Heer en die Hem aanbidden.
Gadara: Gadarenen: [Gersenen of Gergesenen] Een plaats oostelijk van
het Galilese meer; de plaats Geresa is identiek met Gadara; [Matth. 8:8] Jezus
heeft eenmaal het gebied, althans het ‘land van de Gadarenen’ (meteen aan de
overzijde van het meer van Galilea) bezocht en daar Legio, de bezetene genezen
(Matth.8:28; Mark.5:1). Na zijn genezing ging deze als een ware evangelist de
gehele streek door waar hij woonde. Men veronderstelt in de omgeving van
Geresa. Dat Jezus de duivelen toestond in de kudde zwijnen te varen en in de
zee te storten, kan erop wijzen, dat in het gebied ook heidenen woonden (Joden
zouden zeker geen kudde van onreine varkens houden) Slechts een enkele keer
(zoals Mark.7:31) kwam Jezus buiten Palestina zoals in Tyrus en Sidon. Ook in
het gebied van Dakapolis genas Hij een dove man met een spraakgebrek. Dit gaan
van Jezus naar een half heidens land was als het ware een voorschot op
Pinksteren. Daar verrichtte Jezus wellicht ook de spijziging van de vierduizend
(Mark.7:32-8:9). Gadara was een hellenistische stad in het Overjordaanse,
waarvan het gebied zich volgens Matth.8:28 uitstrekte tot aan de oevers van het
Galilese meer, tegenover de ruïnes van Muqeis of Umm Qers.
Galgal: Omwenteling van een wiel, werveling; [Ezech.
10:13]. [zie Gilgal]
Galilea, meer van, of Galilese zee: [Galil] Ongeveer het gebied van
Jizreël en Naftali; deze zijn aan hun spraak herkenbaar; De Gallileeërs waren
sterk vermengd met de heidense bewoners, zodat men van het Galilea der heidenen
sprak [Jes.9:1].
Garizim: Onze vaders
zeggen dat men op de berg Garizim, de eerste aartsvaders God al aanbeden
hebben. De joden zeggen echter dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te
aanbidden. [GJE1-66, GJE1-25:4]
Gea: Andere naam voor aarde, onze planeet of ster.
Geboortedag: Jezus
zegt via Jakob Lorber: ‘Wie bijvoorbeeld
eens per jaar de geboortedag van zijn vader viert moest eigenlijk ook iedere
dag het geboorteuur vieren, wat beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse
geboortedag! Ik zeg je, al dat soort herdenkingsfeesten van de mensen hebben
voor Mij geen waarde, tenzij ze dagelijks of liever ieder uur in het hart
doorleefd worden. Overigens wil Ik hiermee de echte herdenkingsfeesten niet
opgeheven hebben, maar ze moeten naast het jaarlijkse ook het dagelijkse in het
hart meebrengen, omdat ze anders als dood en dus zonder uitwerking betracht
moeten worden.’ [GJE2-157]
Gedachte: Gedachten vertegenwoordigen zichzelf concreet; een gedachte komt voort uit
bewustzijn, vervolgens uit neigingen; er is niet het geringste denken dat niet
voortkomt uit een ingegeven plezierprikkel van de wil; al het denken van de geest
is in ruimte zonder ruimte en in de tijd zonder tijd; waar geen denken is, daar
is ook geen idee; daarom is het innerlijk denken een waarneming.
Geest van de mens: De menselijke geest is een ontvanger voor het leven van
zijn gemoed; hij leeft voort na de dood; als hij goed is dan wordt hij een
engelse geest, nadien ook een engel, als hij slecht is, dan een satanische
geest en nadien een satan; de geest van de mens is gemaakt uit eindige dingen,
die geestelijke substanties zijn. Wanneer de mens van het lichaam gescheiden
is, heeft de geest de volledige vrijheid te handelen in overeenstemming met
zijn neigingen en gedachten die daaruit voortkomen; de geest is de innerlijke
mens; het is datgene in hem wat hij denkt, wat hij wil en wat hij liefheeft, en
dit is het aangename deel van zijn leven; Hij staat constant in verbinding met
zijn gelijkenden in de geestelijke wereld; aangezien het stoffelijke lichaam
waarmee zijn geest omringd is, in de natuurlijke wereld is; hij weet echter
niet dat hij naar zijn gemoedstoestand in het midden van zijn gelijkende
geesten staat, dus ook tegelijk aan genezijde, terwijl hij nog op de aarde
leeft. De geest komt voort uit het feit dat de geesten met wie hij in de
geestelijke wereld gemeenschap heeft, geestelijk spreken, maar de geest van de
mens, zolang hij in een materieel lichaam is, op natuurlijke wijze spreekt
handelt; Engelgeesten worden in de geestelijke wereld voorbereid voor de hemel
als engel.
Geest van de wijn: De eeuwige
waarheid [GJE3-225:18].
Geestelijke: Het meest innerlijkste en het alles
doordringendste.
Geestenwereld: De geestenwereld is tussen hemel en hel; alle
samenlevingen hier, die ontelbaar zijn, zijn wonderbaarlijk gerangschikt
volgens de natuurlijke neigingen, goed en slecht; die samenlevingen zijn gerangschikt
volgens de goede natuurlijke neigingen en zijn gerelateerd aan de hemel;
samenlevingen die gerangschikt zijn volgens de slechte natuurlijke neigingen
zijn verbonden met de hel; er zijn verschillende toestanden waar de pas
aangekomen geest doorheen gaat voordat hij de hemel of de hel binnengaat; De
geestenwereld verschijnt aan degenen die daar zijn als een grote aardomvang.
Vanaf de kindertijd tot de ouderdom
verandert iedereen van situatie in die wereld; allen die in die tussensfeer
zijn, zijn innerlijk verbonden met de engelen van de hemel of met de duivels
van de hel; ieder mens komt na de dood in de geestenwereld en is volledig
dezelfde als voorheen. Iedereen kan bij binnenkomst met zijn overleden ouders,
broers, familieleden en vrienden praten.
Geheugen: Het menselijk geheugen is het fundament van haar wetenschap, inzicht en
wijsheid; ieder mens denkt vanuit de inhoud van zijn / haar geheugen; het
menselijk geheugen is als de herkauwers bij vogels en dieren; het menselijke
verstand is de echte maag, die de spijzen verteerd; wat niet ook in het verstand wordt opgenomen,
blijft niet in de herinnering aan dingen.
Geld: Darius de
Grote [522-486 v. Chr.] was de eerste vorst die gouden en zilveren geldstukken
liet maken; voorheen gebruikte men staven, ringen en stukken gewogen metaal,
die een bepaalde waarde vertegenwoordigden, om er zaken mee te doen; graan en
andere goederen waren als betaalmiddel. De Israëlieten leerden in hun
ballingschap echt munten [geld] kennen; hun eigen Hebreeuwse munten zagen we
pas circa 160 v. Chr. verschijnen en dan niet met de beeltenis van een vorst
erop, maar symbolen van vruchtbaarheid; in de geestelijke wereld hebben ze ook
gouden en zilveren munten; de grote geldzakken gevuld met zilver duiden in
grote hoeveelheden kennis van de waarheid aan, geestelijk beschouwt.
Gelijkenissen: Ik zal spreken in gelijkenissen
en zal vertellen, wat vanaf het begin der wereld voor alle mensen een geheim
was, zei Jezus. (Matth.13:35 en GJE1-192]; ‘Hebben de profeten dan niet bijna
allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in
gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen. Eerst als de geest wakker is, zullen
wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n overeenkomstig beeld of in
gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft, en juist daarin zal Zijn
goddelijk woord eeuwig van ons menselijk woord onderscheiden. [GJE1‑42].
Gemoed: Het gemoed van de mens bestaat uit de wil en het
verstand. Als deze twee één uitmaken, heet het ‘ gemoed’. Omdat verstand de
ontvanger van het goddelijke ware is en de wil die van het goddelijke goede, is
het menselijke gevoel niets anders dan een geestelijk en natuurlijk
georganiseerde vorm van het goddelijke ware en het goddelijke goede.
Genealogie: Een verzameling van alle individuen
met hun afstamming; Zo bevinden broers
of zusters bij de eerste betekenis zich in dezelfde generatie. Het is mogelijk
dat een persoon met dier oom een kind krijgt; hierbij is het duidelijk dat de
ouders van dat kind niet bij beide betekenissen in dezelfde generatie behoren.
[zie ook generatie]
Genezareth, Gennesaret: Oftewel geschreven als: ‘Chinneret’,
‘genne’saret’; een Romeinse naam voor ‘Kinneret’ [Matth.14:34, Marc.6:53]. Stad op de noord-westelijke oever van het meer van Galilea: Wordt ook wel ‘zee van Tiberias’ of ‘zee van
Galilea’ genoemd; het meer is ca. 21 km lang en 12 km breed; de jordaan stroomt
er van noord naar zuid doorheen; Jezus ging bij Genezareth aan land na Zijn
wandeling over het water. [Matth.14:34]
Genezijde: ‘Na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt,
of het nu goed of slecht is, het duurt even lang’, zegt Jezus. [GJE1-148:2]
Georgië: Dit land
bevindt zich precies in het gebied, dat historisch en door de Bijbel wordt
aangeduid als Gog, Mesech en Tubal. [zie verder Ezechiël 38,39]
Geplaagden door God: de diverse
beproevingen of verzoekingen.
Gerazim, Gerizim of
Gerizzim: Een tweelingberg met de Ebal in het gebergte van Efraïm ten
noordoosten en zuidoosten van Sichem; zie ook Richteren 9:7, Joh.4:20; deze
berg is 870 m hoog en ligt tegenover de berg Ebal; het dal daartussen pronkt
met de mooie naam Sichem; hier maakte God een verbond met Jozua, zoals dat
verteld wordt in Joz. 24; de Samaritanen vieren elk jaar het paasfeest zo dicht
mogelijk bij de top [de plaats heet nu NABLOES] De berg heet tegenwoordig Jebel
et-Tor.
Geresa, Gerasa: Ook wel
geschreven als ‘Jerasj’; ‘eén der steden van de Dekapolis. Niet ver van de
rivier de Jabbok, waar Jakob zijn worsteling had. [Jabbok en Jakob zijn bijna identiek!] Bij deze stad genas Jezus een bezetene
[Marc.5:1, Luc.8:26] maar volgens Matth.8:28 vond een dergelijke gebeurtenis
daarentegen plaats in Gadara.
Geresa: Stad van de Decapolis; de naam zelf
wordt niet zozeer in de Bijbel genoemd. De Gerasenen daarover wel! [Luc.8:26,
Marc.5:1] Niet te verwarren met de Girgasieten, dat verwisseld wordt met
de Gadarenen, de bewoners van Gadara.
[Matth.8:28]
Gericht: Het oordeel dat na de dood over de
mens komt, hangt af van het gebruik van zijn vrije wil in geestelijke zaken;
want onder het oordeel wordt verstaan de veroordeling tot de hel,
dat is de verdoemenis; maar voor de zaligmaking wordt de uitdrukking gericht
helemaal niet gebruikt, maar wel voor opstanding tot leven.
Germanus: Latijn: broeder;
2.000 jaar geleden waren de Germanen
nog heidenen en er was geen enkel spoor meer over van geestelijke ontwikkeling.
Toch waren de Germanen van die tijd,
eens in Azië, de wieg van het mensengeslacht en hadden uit de hemelen de
rechtstreekse opvoeding genoten. [GJE2-211,212]
Geroepenen: zij, die gevolg geven aan de wijze
adviezen van onze Heer en ernaar handelen.
Getal van het beest: In negatieve zin
‘zelfzucht’, in positieve zin: ‘dienstbaarheid’; het getal 666 verzinnebeeldt
de geest of het leven enerzijds als dier, waarbij de eigenliefde, hebzucht bij
alle groten der aarde haar hoogste top bereikt heeft; daar betekent dat getal
666 in haar negatieve volheid, waarbij ‘eigenliefde’ voor de 600 staat,
‘gestolen hemelse vuur’ voor de 60 [dat wil zeggen het goddelijk gebod is
tienvoudig voor het eigene toegepast] en slechts de 6 voor de ‘naastenliefde’:
de meest volkomendste slavernij.
Gevoel: Het gevoel zet de toon aan, de gedachte de rede; het
louter natuurlijke gevoel is begeerte; gelijkwaardige houdingen verenigen zich,
ongelijksoortige scheiden zich af; wat tot liefde behoort, wordt neiging
genoemd; de neiging van liefde is in de hemel de warmte; de gedachte is een
vorming van het gevoel; de uitstroming van liefde wordt gevoel genoemd.
Geweten: Het geweten op zichzelf is niet zomaar een pijn, maar
een geestelijk verlangen te handelen in overeenstemming met de gebruiken der
religie en overtuigingen; de emotionele pijn, die sommigen als geweten
beschouwen, is niet het feitelijke geweten, maar een verzoeking die een strijd
van geest en lichaam is en wanneer dit geestelijk is, komt dit voort uit het
geweten; Is zij daarentegen natuurlijk, vindt het zijn oorsprong in ziekten; en
allen die een geweten hebben, spreken vanuit hun hart van wat ze zeggen en doen
vanuit hun hart.
Gewichten en maten: Een
efa is 3,6 liter; een dagreis is 20 mijlen; een mijl is 1.480 meter; een el is
50 centimeter; een juk is 50 are; een sabbatsreis is 2000 el; een stadie is 185
meter.
Gezond: Ge-zond is ‘sound’ [Engels] en betekent ‘klinken’, ‘gezond doordklinken’.
Ghemela: De vijf maagden, waaronder Ghemela
werden uit het dal, zonder dat zij het bemerkten, naar de hoge hoogten van Adam
naar Abedam verplaatst. Ghemela in gesprek met Abedam [de Heer Jehovah] en
aanschouwt Zijn wonderen. De Heer sprak tot haar en zei: Kijk, mijn beste
Ghemela, Ik hou van je alsof Ik niemand anders had dan jou in de oneindige
oneindigheid waarvan Ik zou kunnen houden! Maar kijk, zo is het niet; want de
oneindigheid bevat ontelbare wezens die van Mij houden zoals jij en daarom ook
weer door Mij worden bemind zoals jij - en iedereen die van Mij ontvangt, heeft
meer dan wat hij van Mij heeft ontvangen genoeg voor alle leeftijden! [Huish.
v. God, deel 1-182].
Gilead (Hebreeuws:גִּלְעָד) was een stad en een streek in de
Hebreeuwse Bijbel. Gilead lag vanuit Israël gezien aan de overzijde van de
Jordaan. De richters Jaïr en Jefta woonden in deze stad. Jefta werd echter
verstoten omdat hij een buitenechtelijk kind was. De stad en het omliggende
gebied waren bekend om haar geneeskrachtige kruiden. Gilead betekent ‘de
wijsheid of het licht’, die veranderlijk en onvast is. Laban zei tegen Jakob:
Deze hoop zij vandaag een getuige tussen mij en tussen u! Daarom noemde men
zijn naam Gilead [Gen.31:48].
Gilgal: Steenkring in de omgeving van
de Jordaan [2 Kon.2:1]; Bekend op het gebergte van Efraïm of aan de voet van de
Gerizim [2 Kon.2:1, Deut.11:30]; Gilgal betekent feitelijk ‘incarnatie’. Een
offerplaats bij Jericho in het zuidelijk deel van het jordaandal. De Hebreeërs
waren hier gelegerd, nadat ze over de Jordaan Kanaän waren binnengetrokken.
[Joz.4:19, Mich 6:5] Ze plaatsten twaalf gedenkstenen, die ze van de droge
rivierbedding hadden verzameld [Joz.4:20]. Waarschijnlijk vond de overtrek van
de jordaan in de zomer of nazomer plaats. Zij werden tijdens hun kampement
besneden. Steenhoop genoemd, ten oosten van Jericho [Joz.4:19] waar de
Israelieten na hun vertrek uit Sittim bij de wonderbare overtocht kampeerden.
[Micha 6:5]
Gloed: Symboliseert de volledige eigenliefde.
God: De liefde, de eindeloze wijsheid van de Algeest!
Godheid: De van eeuwigheid afkomstig van alle
oneindigheid der oneindigheden doordringende kracht, welke was en is en eeuwig
zal zijn in het oneindige Zelf.
Gods kinderen:
Deze komen overeen met het hart van God.
Godshuizen: Waarin
broeders en zusters samenkomen om dan die Ene, alleen de ware God de eer te
geven. Hun kinderen zullen in de godshuizen onderwezen worden in de leer die Ik
nu aan de mensen geef voor hun tijdelijke en eeuwige heil, zei Jezus
[GJE2-172].
Gog: Gog en Magog zijn een persoon en een land
genoemd in de Hebreeuwse Bijbel in Ezechiël 38. Gog is de heerser van het land
Magog die de uiteindelijke strijd zal voeren tegen het volk van God. In de
Openbaring van Johannes 20:8 worden Gog en Magog genoemd als twee landen onder
de heerschappij van Satan.
Golangebergte: 5-30 kilometer noord-oostelijk
gelegen van het meer van Galilea. [Golanhoogten]
Golgotha: Calvarië, Kalvariën of
schedelplaats, schedelvorm; op deze plaats zou [volgens de legende] de schedel
van Adam zijn begraven; vroeger een plaats even buiten Jeruzalem; Hebr.
13:12; [Gulgul-ta = schedel] Herken
hierin het woord ‘gilgal’. De naam van een heuveltje bij Oost-Jeruzalem, dat de
vorm van een schedel had en gebruikt werd voor executies.
Gomorra: [Gomor’ra]; Voormalige stad in het
dal van Siddim in het zuidelijk Dode-Zee gebied. Werd verwoest om zijn
verdorvenheid. [Gen.10:19 en Gen.13:10]; Symbool van het kwaad. [Deut.32:32];
Wordt samen met Sodom genoemd; Zuid-oostelijk van de Dode Zee of onder dit
meer; stad van de Pentapolis.
Gouden kalf: Toen de Israëlieten ongeduldig 40
dagen op Mozes wachtten, die op de berg Horeb was, maakten zij een gouden kalf
en aanbaden het; De Heer noemde Zijn volk toen niet meer ‘Mijn volk’, maar zei
tegen Mozes: ‘uw volk’; En Mozes vermorzelde daarop het gouden kalf tot pulver
en wierp het in de zee en liet het volk daarvan drinken als homeopathische
remedie.
Graal: Komt van het Arabisch ‘kerel’ = kelk, ker of cer [cor] =
hart en ‘el ‘ is het licht van God; In het Latijn: calix ca = kracht lix
[spreek lich] = licht [Lat. lux].
Griekenland: Het land van JAVA in het Oude
Testament. Hebreeuwse equivalent van ons Jonië. [Gen.10:2,4 = 1 Kron.1:5,7];
Wordt naast Tubal genoemd in Jes.66:19, Ezech.27:1, Joël [3] 4:6; De Joniërs
[Zach.9:13, Dan.8:21, 10:20, 11:2].
Grijsaard: Grijsaarden als ‘ouden van dagen’
stonden bij de oude oervaders in het de teken van wijsheid.
Groen: De hoop, het vertrouwen; Deze kleur is de intensiefste
en ook de krachtigste kleur.
Gymnasium: Ook aan gene zijde bestaan scholen
of hoge scholen.
H: [Hebr.] letter: dat bij de naam van Abram en Saraï
bijgevoegd werd; het betekent het oneindige en eeuwige.
Haardracht van Jezus: Dit zou krullig zijn, toen Hij
nog als zoon van Jozef werkte in het timmermansvak. [GJE2-49].
Had Nes: Dichtbij gelegen aan de Jordaan,
waar Johannes doopte; circa 35 minuten te voet.
Hades: De Hades
heeft een vorst, die de boze engel des doods tot dienen ondergeschikt zijn.
Deze zoeken alle afgescheiden geesten op, die in de donkere tussensferen
aankomen en nog niet hun einde vol gemaakt hebben, dat wil zeggen, die nog niet
deemoedig, zachtmoedig en liefdevol genoeg zijn tot het burgerschap van de
hemel, of het christendom nog niet helemaal hebben tot zich toegetrokken hebben,
op allerlei wijze verleiden, verwarren, betoveren, of ook wel tot kwellen
bereidt. Intussen, wanneer zij het slechts verlangen, worden zij steeds
begeleid door goede engelen, die hen zo lang met onderricht begeleiden, tot zij
het nog achterstallige van het menselijke verderf volledig hebben afgelegd door
de werking van de Heilige Geest.
Hagar: Bijvrouw van Abraham, de tweede vrouw van Abraham; deze
kreeg ruzie met Sara en vluchtte de woestijn in op weg naar haar vaderland
Egypte; in de woestijn liet God haar weten, dat ze terug moest gaan en Hij
beloofde haar een zoon, de latere Ismaël en de stamvader der Arabieren. Later
kreeg Sara een zoon en om de vrede te bewaren stuurde Arbaham haar weg met haar
zoontje. Ze verdwaalden in de woestijn en stierven bijna van dorst; maar een
engel wees hun een waterput aan en zo werd hun leven gered. Ze gingen in de
woestijn Paran wonen, ten zuiden van Palestina. Ismaël huwde een Egyptische
vrouw. [Gen. 16 en 21]; Van haar stammen de Hagarieten; [Galaten 4:24]; Paulus
geeft hierover een allegorisch verhaal.
Hagel: Betekent in de geestelijk wereld ‘het helse slechte’.
Hand: De
linkerhand komt overeen met de liefde (hartkant), de rechterhand met wereldse
bezigheden. Zoals de ene hand de andere
wast, zo ook hier; de ene dienst is de andere waard! De Heer geeft dat altijd
zelfs weer dwars en dubbel terug! [GJE1-34, GJE
1-44:2); Hand = de wil, de daad [goed of
slecht]; Hand, linker: de wil van de liefde.
Handel: Waar
handel wordt gedreven, daar hebben geloof en liefde afgedaan en daar waar
geloof en liefde verdwenen zijn, daar kan de Heer weinig of niets doen. (GJE 1-12-5)
Hanoch, stad:
Gebouwd door Hanoch, niet te verwarren met ‘Henoch’. Een zekere Kisehel
nodigt Lamech uit om met hem – en om speciale redenen – in de grote stad rond te trekken en maakte
het koningschap van Lamech aan alle bewoners duidelijk dat hij nu een goede,
door God gezalfde koning was.
[H]armageddon: Centrum
van de Apocalyps, 4 kilometer lang gaat de Serpentines omhoog, smal en stijl;
[Open.1:17, Richt.4:14 en 5:1]; Berg van Megiddo [2 Kon. 23:29, 2 Kron. 35:22,
Openb.16:16]; Hebreeuws gebergte van Giddo. Vooral sinds de dood van Josia werd
bij deze plaats de naam een symbool van ongeluk voor de legers die zich daar
verzamelden. [Zach.12:11]; Harmaggeddon duidt de staat en impuls aan om te
strijden vanuit vervalste waarheden, voortkomend uit machtswellust.
Haran, Harran of Charan: Belangrijkste
handelsstad en karavaancentrum in het noord-westen van Mesopotamië aan de
Balikh, waarbij Abrahams familie gevestigd was. De ruïnes bij het dorp Haran
bestaan nog! Hier vestigde Terach, de vader van Abraham zich met zijn familie
en deze stierf daar later [Gen.11:31,32]
Haran: Charan,
een broer van Abraham, de vader van Lot. Zijn dochter Milka huwde met haar oom
Nahor en deze Milka werd de grootmoeder van Rebekka.
Hart en longen: Twee essentiële
onderdelen die ontstaan en bestaan in het menselijk
lichaam; deze twee zijn in elk van hen werkzaam, omdat het hart overeenkomt met
liefde; de longen met wijsheid; het hart correspondeert met de wil en het
goede, inclusief de activiteit van liefde; de ademhaling van de longen met het
verstand en diens waarheden en het geloof.
Heber, [Eber]: Genoemd als 4e van de 10e
generatie tussen Sem en Abraham. [Gen.11:14]; Sem wordt de vader van alle zonen
genoemd, terwijl in Gen.10:25 Arabische stammen met Heber in verband worden
gebracht. Later komt Heber als persoonsnaam voor in Neh.12:20.
Hebreeën: Zie ook Heber. Specifieke benaming
der oude Israëlieten, het meest gebruikt in de verhalen van Joseph en Mozes,
vooral waar een Egyptenaar over de Israëlieten spreekt. Door niet-Israëlieten
werd deze naam met verachting gebruikt.
Hebreeër: Die van
de overkant [van de Eufraat], bevolking van Mesopotamië; [Gen. 10:21] Eber,
zoon van Sem wordt beschouwd als stamvader. De naam wordt het eerst vóór
Abraham gebruikt. [Gen.40:15]; Jozef
vertelt dat hij ontvoerd is uit het land der Hebreeën. Jona 1:9 zegt, dat hij
een Hebreeër is. Ook Paulus noemt zich in 2 Kor.11:22 een Hebreeër [Aramees].
Open.16:16 betreft deze taal.
Hebron, He’bron of El-Khalil: Kanaänitische
koningsstad in het bergland van Juda. Hier woonde Abraham [Gen.13:18] en hij
begroef zijn vrouw in de grot van Makpela. [Gen.23:9,19]; Hebron wordt ook Kirjath-Arba
genoemd; de eerste residentie van David.
Heer [onder de mensen, de]: De Heer zou in het jaar 919 na de schepping van Adam gedurende
anderhalve maand lang Zich opgehouden hebben bij de Adamieten onder de berg
Libanon in Phoenicië; de nakomende moeder van Noach is dit gezegd, dat de Heer
Zelf als Redder in de Messias weer Zich belichamen zal; In die tijd leefde ook
Maria onder de naam Pura en de
eerste keer op deze wereld.
Heerwegen: Een heerweg of heerstraat was een
verharde lange-afstandsweg in het Romeinse Rijk. Het Romeinse wegennet was van
cruciaal belang, omdat het troepenbewegingen, koerierdiensten en bevoorrading
drastisch sneller maakte. Daarnaast bevorderde het wegennet de handel. Het
spreekwoord ‘Alle wegen leiden naar Rome’ verwijst naar de eeuwenlange faam van
de Romeinse wegen.
Heidenen: Het
industriële en de dienaren van de afgoderij [HG3-454:6 en GJE9-40:7]
Heilig Avondmaal: Het brood wordt
het goddelijk goede in de hemel genoemd, de wijn het goddelijk ware; het Heilig
Avondmaal is het allerheiligste van de godsdienst. Het is een sacrament van
boete en daarom tot inleiding tot de hemel.
Heilige Geest: De hoogste kracht van de goddelijke
liefde, de machtigste wil van God waardoor de werken en wezens hun volledige
bestaan krijgen; het is het grote uitgesproken woord 'worde!' Het
is daar wat de liefde en de wijsheid in God besloten heeft; In de woorden van
het Oude Testament wordt de Heilige Geest nooit als God genoemd, maar alleen de
Geest van de Heiligheid op drie plaatsen; het leven dat van de Heer uitgaat,
wordt de geest van God genoemd en in de Bijbel de Heilige Geest.
Heilige Schrift: Het Woord is het
goddelijke ware Zelf; De hele Heilige Schrift profeteert over de Heer en
voorspelt Zijn komst; de Bijbel werd gedicteerd door de Heer Zelf; de Heilige
Schrift is als een spiegel, waarin men God ziet, maar ieder op zijn eigen
manier; de Bijbel is de volheid van God.
Hel: Een overmaat aan dingen [GJE2-185:12,13]; De hel wordt
gevormd door mensen met hun slechte gebruikmaking tegen God en worden na hun
sterven duivels en satans; de hel bestaat uit myriaden van myriaden van
geesten, en vanwege al diegenen die geschapen zijn door de schepping van de
wereld, het kwaad in het leven en onwaarheden hebben gediend en van het geloof
en God verwijderd zijn. De hellen zijn gerangschikt in ontelbare samenlevingen
of verenigingen volgens alle diversiteiten in de liefde voor het kwaad. Toen de
Heer in de wereld kwam, overwoog de macht van de hel de macht van de hemel te
overtroefen. In die tijd van Jezus waren de hellen zo vol en hoog geworden,
zodat ze de gehele geestenwereld opvulden, die zich in het midden tussen hemel
en hel bevindt, en niet alleen de onderste hemel in beroering brachten, maar
zij kwamen ook tot de middelste hemel en veroorzaakten op duizend manieren
twist. In de hel zijn degenen die zichzelf hebben liefgehad en vooral de
wereld. De hel is onder de aarde van de geestelijke wereld, die van geestelijke
oorsprong is en de hel is daarom niet in het uitspansel, maar in het schijnbare
verlengde ervan. De hel bestaat uit grotten en tuchthuizen. De rook die men in
de hellen ziet, bestaat uit de onwaarheden, veroorzaakt door geraffinneerheid
en het vuur is de woede die oplaait tegen de tegenstrijdigen; het helse vuur is
vijandschap, haat en wraak.
Helena: Deze naam betekent ‘de stralende’, de lichtgevende; zij,
die licht geeft of die licht uitstraalt. Dochter van Ouran, koning over Pontus,
een wijze Griek. Zij wordt door de Heer met Malhael verbonden in den echte
[huwelijk], nadat deze door de koning tot zijn vicekoning wordt benoemd.
[Gen.3-82, GJE3-188]
Helena: Dochter van de Griekse waard aan de straat tussen Essea
en Jericho. Zij werd door de Heer van het koorts genezen en de gehele familie
van de waard werd bekeerd. [GJE9-3]
Heli: De zwager van Zacharias uit Hebron (een jaar ervoor werd
in zijn huis (in Hebron) de dood van Johannes bekend gemaakt). Zijn zoon, was
een vriend van Lukas (ook een Leviet).
Hemel, de grote: Het is een wet
dat de mens zijn natuurlijke wereld in het klein moet regeren vanuit zijn
innerlijke hemel, of vanuit zijn geestelijke wereld, zoals God vanuit Zijn
grote hemel de grote wereld regeert.
Hemelbibliotheek: In het
geestelijke rijk bestaan ook bibliotheken, zoals hier op aarde.
Hemellichamen: De
hoogmoedige mens werd tijdelijk in een vast gericht geplaatst, waardoor de
vorming van hemellichamen kwam. Deze aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke
hemel met haar zonnen, manen en alle werelden, zullen eenmaal vergaan, als al
de daarin door het oordeel gevangen gehouden geesten via de vleselijke weg
zuivere geesten zijn geworden; maar de zuivere geesten blijven voor altijd, en
zullen en kunnen, net als Ik en Mijn woord, in der eeuwigheid niet ophouden te
bestaan. [GJE1-165:10, GJE1-4:4]
Henoch: Een voorvader van Noach en werd op 365-jarige
leeftijd 'door God weggenomen'. Het leven van Henoch wordt beschreven in Genesis 5:18-24. Hij was 65 toen
hij Methusalem verwekte. Daarna kreeg
hij meer zonen en dochters. Henok, nakomeling van Seth, een vroom man; Hij
wandelde met God, die hem plotselingwegnam. Zijn naam betekent ‘toegewijd’,
‘leraar’; Chenoq [Henoch] betekent genade van het geestelijk zien, de wil van
Jehova; ‘cha’ = drager v.h. idee; ‘Noq’ of ‘Nox’ = de nacht; [N-ok = het niet
zien, de duisternis.
Herodus: Koning ten tijde van Jezus’ geboorte; Hij regeerde van
37 v. Chr. tot 4. v. Chr. Hij was erg streng en wreed. Hij had tien vrouwen en
ging letterlijk over lijken. Van hem is bekend de kindermoord uit Bethlehem
[kinderen van 0-2 jaar]. Hij stierf een verschrikkelijke dood met een
luizenziekte als straf op zijn wrede handelingen tijdens zijn geliefde
verbliijfplaats in Jericho.
Hersenen: Het menselijk brein is een
geestelijk en natuurlijk georganiseerde vorm van het goddelijke ware en het
goddelijke goed; de hersenen zijn georganiseerd en het gemoed zit erin;
activiteit en interactie in het geestelijk organisme van de hersenen samen met
het leven, dat vanuit de Heer
binnenstroomt; de mens heeft twee hersens; één in de achterkant van het hoofd,
dat de kleine hersenen wordt genoemd, en de andere in het voorhoofd, die de
grote hersenen wordt genoemd; de liefde van de wil woont in ons kleine brein,
en het denken van de geest in het grote brein.
Het beviel de Heer om het gezicht van zijn geestt bij hem
te openen en hem zo de geestelijke wereld binnen te leiden; Hij mocht bij de
engelen en geesten in hun wereld zijn; Hij sprak met de apostelen, met
overleden pausen, keizers en koningen, met de hervormers van de huidige kerk,
zoals Luther, Calvijn en Melanchthon, en met anderen uit afgelegen gebieden;
met zijn familie en vrienden evenals met geleerden die waren overleden, en dat
zevenentwintig jaar lang onafgebroken; Hij mocht degenen zien die zich op de
planeten van deze zonnewereld bevinden, ja, zelfs ook degenen die zich op
planeten in andere werelden buiten dit zonnestelsel bevinden; hij was
tegelijkertijd in de geestelijke als in de natuurlijke wereld; het werd hem
vaak toegestaan met mensen te spreken aan gene zijde [met hun geest], terwijl
deze nog op aarde leefden; sommigen in het hemelse gebied, anderen in het
helse; hij mocht ook dagenlang met hen praten; Swedenborg zwierf door
verschillende gebieden in de geestelijke wereld met de bedoeling de
voorbereidende scholing van hemelse dingen te observeren die op sommige
plaatsen daar worden weergegeven; hij was in de staat waarin de profeten waren,
toen ze geestelijke dingen zagen, met het verschil dat hij tegelijkertijd in de
geest en in het lichaam was, en slechts een paar keer buiten het lichaam; de
Heer openbaarde hem de geestelijke betekenis van het Woord waarin de goddelijke
waarheid in haar licht is; de Heer had hem vanaf zijn vroegste jeugd op dit
ambt voorbereid.
Hij was Farizeeër, half-blind, wordt
door de Heer van zijn blindheid genezen en ziet daardoor ook geestelijk; hij
instrueert scherp zijn Farizeeër-collega's, maar wordt door drie engelen tegen
hun woede beschermd [GJE1-174, 172].
Hippos: Paard, in het Aramees: ‘Soesitha’, geheten merrie.
Tegenwoordig heet het ‘Qala’at el; Op één van de uitstekende rotshellingen aan
de Oostkust van het Galilese meer.
Hoer[erij]: Dat is de liefde van de wereld
[HG2-155:7]
Hond: Symbool van trouwheid.
Hor, de berg: Op deze berg [op de grens van Edom] stierf Aäron,
toen hij er met zijn volk langs kwam op weg van Egypte naar Kanaän [één van de
laatste legerplaatsen op de Uittocht].
Horeb, berg: Berg van de wetgeving en als
zodanig voorkomend in Ex.17:6.
Huis van de Heer: Liefde van de
Vader [HG3-11:15]
Huis van God: Het goddelijk woord en de goddelijke
leer; de mensen, die het woord van God horen, en het met vreugde in zich
opnemen en ernaar leven [GJE7-171:14 en GJE8-122:16]; de liefde van de Vader; [
HG3-11:15].
Huis: Voor de meeste nieuwkomers in de geestenwereld zal een
huis worden voorbereid dat lijkt op het huis waarin ze in de wereld verbleven.
Huisraad: Wereldse voordelen [GJE9-70:7].
Huizen bouwen, duur uitziende: Jezus zegt: ‘Bouw in
de toekomst geen duur uitziende huizen, maar ga in armelijke hutjes wonen, en
dan zal er niemand van jullie belasting eisen behalve de koning van Rome, die
daar alleen het recht toe heeft; en hij vraagt slechts twee tot drie
honderdsten. Als je dan wat hebt, dan kun je het geven, en heb je niets, dan
ben je vrij.’ [GJE1-132:9,10]
Hulplichaam: Dat is een fijnstoffelijk lichaam,
dat nodig is om zich plotseling te manifesteren als een niet-aardse wezen, om
materiële wezens tijdelijk gedienstig te zijn; en vaak is dat een engel, maar
dan niet in een hemels lichtgestalte, maar lijkend op een mens zoals wij, en
vaak zichtbaar in jeugdige leeftijd.
Hut van Jezus: Deze
lag tamelijk ver in de woestijn bij Had Nes, circa 35 minuten lopen van de
Jordaan. De hut was uit leem en biezen, op een onherbergzame plek. In deze hut
kon je net in staan en niet zo ver van de plek waar Johannes de Doper predikte.
I of
J-letter: Hebr. Jod, ‘het
levenswiel’, ‘van het leven’.
Ibri: Hebreeër [van gene zijde!].
IJdelheid: Iedere ijdelheid is het zaad van
hoogmoed, waaruit al het kwaad in de wereld gekomen is, nog komt en altijd zal
komen. GJE2-206, GJE1-108
IJsbeer: De ijsbeer of poolbeer is een grote
geelwitte beer, die langer en groter is dan de andere beren De ijsbeer komt enkel voor in en rond het
noordpoolgebied. Hij is het meest vleesetend van alle beren, en leeft vooral
van zeehonden.
IJsland: In Jezus tijd werd men bij ernstige
schennis [in Palestina] verbannen naar de ijslanden van Europa!.
Immanuel: Betekent ‘God met ons!’ [Jes.7:1,
Jes.7:14, Jes.8:8]; Matth.1:23 ziet de belofte vervuld in Jezus. ‘Im-Manu-El’
= in de mensengeest is het licht van
God; ‘Ym’, Im, Em = binnen en ‘Manu’ = mens;
‘El’ = de zich in de schepping en in de mens openbarende Godheid of God in ons. El = Gods licht, dat is de
Goddelijke geest in de mens, het Goddelijk Christuslicht in de mens. God de
Heer zei met ons. [GJE5-107:5]
Immuniteit van de ziel: De grotere
ongevoeligheid (van het lichaam) is alleen maar een gevolg van de door allerlei
zelfverloochening en vrijer van het lichaam geworden ziel, waardoor dan ook de
juiste harding van het lichaam tot stand komt. [GJE3-12-2]
In het jaar 31 zei Johannes tegen koning Abgarus, dat
zijn zoon wel sterven zal, maar vanwege de grote liefde, in de hemel opgenomen
zal worden. De laatste brief ontving de koning in het jaar 32 op 16 maart,
enkele maanden voor de kruisiging van Jezus. Koning Abgarus was verwant met keizer
Tiberius was een roemrijke heerser over de volkeren aan de andere zijde van de
Eufraat. Hij werd gekweld door een verschrikkelijke ziekte.
Incarnatie:
Betekent letterlijk vleeswording en is afkomstig uit het Latijn: in, carn komt
van van caro, carnis: vlees en atie van ‘atio’ is ingaan. Het Latijnse
werkwoord is incarnare (in het vlees komen).
India: Uit het Oude Woord en het Israëlische Woord verspreidden
de religieuze leringen zich naar India en hun eilanden - degenen die daar in
een God geloven en volgens de voorschriften van hun religie leven, worden
ingevolge hun geloof en handelwijze zalig.
Industrie[tijdperk]: De industriële
revolutie is de overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen die
gepaard ging met grootschalige organisationele en sociale veranderingen. De
industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en vervolgde begin
negentiende eeuw in de rest van Europa.
Intelligentiedeeltjes: Zielspartikelen;
Ook wel intelligentiepartikels genoemd. Maar zijn wezen wat betreft de vorm,
dat is de ziel, en die moet tot op het laatste atoom datgene weer in zich
verenigen, wat haar eens uit de volheid van Gods Zijn vormende idee werd
verleend. Dit gegeven bestaat uit eindeloos veel intelligentiedeeltjes, die
vanzelfsprekend bij het sterven van de mens niet in één ogenblik vrij gemaakt
kunnen worden. Daar zijn delen van zijn lichaam en specifica, die hij tijdens
zijn leven in- en uitgeademd heeft; ook alles wat van zijn lichaam afkomstig
is, zijn tranen en andere afscheidingen van het lichaam. Zelfs zijn kleding,
zijn behuizing; kortom alles wat hij op de een of andere manier met zijn kracht
heeft voortgebracht en gedaan, moet mettertijd als het ware als gelouterd,
psychisch specificum door de ziel worden opgenomen. Daardoor kan de geest in
zichzelf een totale beschouwing hebben en hierdoor een duidelijke herinnering
heeft aan alles, wat er met zijn complete wezen is gebeurd. Vervolgens hoe die
hele, lange weg er uitzag, waarlangs hij [de mens] nu weer in zijn oereerste
volkomenheid terug is gekomen.
Intrede in het geestelijke rijk: Meestal direct
na het overlijden waarna men nog drie dagen een proces te doorstaan heeft.
Isaäk: ‘Hij lacht’; de enige
zoon van Abraham; hij wordt 180 jaar te Hebron, waar hij begraven werd; de
voorvader van Jezus; Hij werd geboren toen zijn moeder Sara 92 werd; Isaak
huwde toen hij veertig was met Rebecca; twintig jaar later kregen zij een
tweeling: Esau en Jacob. Isaak leefde ca. 1700 v. Chr. en stierf op 180 jarige
leeftijd; [Gen.17] ; Isaäk is afkorting
van Yishaq-El = God moge toelachen, zoon van Abraham en Sara. Hij was gehuwd
met Rebecca. [Gen.21]; Vader van Ezau en Jakob [Gal.4].
Isaï = Jessai, Jesse; [1 Sam. 16:1]; hij woont te Bethlehem, kleinzoon van Ruth en Boaz, de
vader van David. Zijn dochters Zerja en Abigaïl werden de moeders van twee
beroemde militairen Joab en Amasa. In Jes.11:1-2 wordt verteld dat de Heer zal
komen uit de stam van Isai. [Jes. 9:5]
Ish en Isha: [Hebr.] Man en vrouw; Adam, de man
(Hebr. ish) noemde haar aanvankelijk naar zichzelf, Isha (ook overgeschreven
als Iesja), door de Statenvertalers in de 17e eeuw heel treffend met een nieuw
Nederlands woord, 'Manninne', vertaald.
Want zij was vlees van zijn vlees en been van zijn gebeente. Zij was gelijk hem
en uit hem. Isha, het Hebreeuwse woord voor 'vrouw', is de vrouwelijke vorm van
Ish, het Hebreeuwse woord voor 'man'.
Iskarioth: Man uit Keriot, bijnaam van Judas.
Islam: onderwerping aan God, een monotheïstische godsdienst en
een van de drie grote(re) zogenoemde abrahamitische religies. Het Arabische
woord islam betekent letterlijk overgave aan God of onderwerping en wijst op
het fundamentele, religieuze principe dat een aanhanger van de islam (moslim)
zich overgeeft aan Gods wil en wetten.
Ismaël: God hoort, zoon van Abraham en
Hagar. Ismaël is wel zelf aanwezig op de begrafenis van zijn vader; [Gen.
25:19]; Josmaël, dat God hore, zoon van Abraham en Hagar. [Gen.16]; voorgesteld
als vader van twaalf stammen [Gen.21].
Israël: [Jakob]: Bijnaam van
Jakob, ‘strijder van God’ of ‘dat God Zich
sterk tone!; Israël is het middenpunt van de Aarde; Het land Israël ligt
in het midden van de wereld (uit de oude Midrasch) en Jeruzalem ook weer
daarvan in het midden van dat land. Het heiligdom ligt in het midden van
Jeruzalem en daarin weer het allerheiligste in het midden en de lade weer in
het midden van het allerheiligste; de steen voor de lade heeft te maken met de
7e dag = Shetia, uit deze zou de wereld gegrond zijn; Israel
betekent: ‘uit de heerschappij van God’.
Israël: Betekent in geestelijke zin de geestelijke kerk; Wat haar
geschiedenis aangaat, sinds de oprichting in 1948 is de staat Israël verwikkeld
in een Arabisch-Israëlisch conflict over het grondgebied van Palestina. Na de
oorlog van 1948/1949 veroverde Israël in 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog het overige gebied van Palestina en begon in
1973 de Jom Kipoeroorlog waarin Israël meerdere gebieden veroverde. Dit alles
leidde tot grote spanning met de Palestijnse bevolking. Sinds 1967 worden de
Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem, Gazstrook en de Syrische Golanhoogten
door Israël bezet.
Jaar van de
schepping: Het jaar 4151 na de schepping van Adam werd het
Kindje Jezus geboren in 6 v. Chr. De opbouw van Jeruzalem duurde 7 x 70 jaren =
490 jaar, tot de Messias kwam bij Jeruzalem in Bethlehem; [Hebr. B=2 - I=10 - Th=400 – L=30 – Ch=8 - M = 40].
Jaargetijden of seizoenen: Lente = het eerste leven van liefde in de
mens; zomer = de volste energie uit het leven van de liefde; herfst = vruchten
van de werken van de liefde en genade ; winter = koude in rust, maar daardoor
het meest ontvankelijk voor de warmte.
Jaartijd: In
het rijk van de reine geesten zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag. En
in het rijk van de onreine geesten zullen één dag duren als 1.000 jaar. Dan komt de Heer
weer terug op de 3e werelddag, dat wil zeggen ná 2000 n. Chr. [bron: GJE2-63].
Jabes: Plaats waar de eerste koning van
Israël met zijn zonen [koning Saul] is begraven.
Jacob in Egypte in 1866 v. Chr.
Hij zei eens, dat uit hem de Messias komt. Gen. 1:49:10 en via Nathan in 1028
v. Chr werd dit bij David nog eens benadrukt in 1028 v. Chr.; Jakob leefde 1866
v. Chr.; Hij kwam 125 jaar vóór de uittocht in het land van Gosen; zijn
nakomelingen vertrokken 235 jaar later vanuit Gosen naar Kanaan. De periode van
Jozef tot Mozes duurde 60 jaar. Precies 80 jaar ná de geboorte van Mozes kwam
de uittocht.
Jacobus, de
visser: Was een zoon van Zebedeüs en
een ‘neef’ van Jezus. Zijn moeder heette Salome. Hij was één van de twaalf
apostelen. Niet lang na de stichting van de eerste christengemeente werd hij
gedood. Jacobus en Johannes waren broers. Hun vader was Zebedeus. Zij waren
vissers en visten in het meer van Galilea, niet ver van de monding van de
Jordaan, ook niet ver van de visplaats van Petrus en Andreas; Volgens Papias,
bisschop van Hiërapolis, zou Johannes gestorven zijn in 44. [Gal.2:9]. Jacobus
en Johannes besloten om leerlingen van Jezus te worden, om dan samen met Hem de
volkeren der aarde te beheersen! Ook zij waren al veel vergeten van wat Ik hen
vaak als kind reeds behoorlijk duidelijk voorspeld had. (GJE 1-12-3 en 1-103)
Jacobus, Jakobus, broeder
van Jezus: Schrijver van ‘De Jeugd van Jezus’. Jacobus was een van de vier
zonen van Jozef van Maria. Hij was even oud als Maria, toen deze het Kindje
Jezus baarde met 14 jaar!
JaHeWeH: Hebreeuwse Godsnaam; In Exodus 3:4
uitgelegd als ‘Ik ben, die Ik ben!’
Jaïrus: Griekse vorm van Jaïr [hij verlicht, vos];
een tempeloverste van de synagoge, wiens twaalfjarig dochtertje wordt genezen.
Jaïrus: Hoofd van de synagoge van Kapernaum, wiens dochter Sarah
door Jezus uit de dood werd opgewekt; de laster van Jaïrus en daarom een
hernieuwde dood van zijn dochter Sarah; de tweede opwekking van Sarah door de Heer;
Jaïrus’ neerlegging als hoofd van de familie.
Jairuth; Koopman in Sichar; als vriend van de Messias in Sichar,
en in Kis.
Jakob [Israël]: Aartsvader en zoon van Isaäk; Hij heeft twee vrouwen, de
zusters Rachel en Lea en twee bijvrouwen, de slavinnen Bilha en Zilpa. Jakob
was de jongste van de drie aartsvaders, samen schenken de vrouwen hem 12 zonen
en een dochter; hij leefde ca. 1600 v. Chr. Na zijn dood werd hij gebalsemd en
na 70 rouwdagen bijgezet in de spelonk van Machpela, bij zijn ouders en grootouders
[Hebron]; In Gen.25:26 wordt de naam afgeleid van Ageb = ‘hiel, maar in
Gen.27:36 en Hos.12:4 van het werkwood ‘Ágab’ = bedriegen.; Jakob-El = ‘dat God
bescherme!’
Jakobs put: Bij Sichem [in de provincie Samaria]; [Joh.4:5,
Gen.33:18,19, Joz.24:32] Tegenwoordig is er een kerk overheen gebouwd.
Jakobsbron: De
oude Jacobsbron lag nauwelijks veertig passen voor het oeroude dorpje van
Jacob, richting Sichar. Deze bron stond op een zeer goede waterader, er omheen
bevond zich een ouderwetse sierlijk gemetselde rand en ernaast groeiden
schaduwrijke bomen. Het gesprek vond plaats op een hete zomerse dag met een
Samaritaanse vrouw. Het was hoogzomer! De inwoners van dit dorpje sloten zich
af voor de joden, dus ook toen Jezus en de Zijnen het dorp binnentrok. Datzelfde,
zei Jezus Zijn leerlingen, zal ons lichamelijk en vooral geestelijk nog heel
vaak overkomen, als wij door de dorst van onze liefde gedreven aan de deuren
(harten) van de mensen zullen kloppen om een kruik te zoeken voor het putten
van het levende water; maar wij zullen de harten gesloten en leeg vinden. (GJE 1-25-7,11, 1-29-2)
Jakobsladder: De zielsmatige ontwikeling van een
gevallen oergeest via de minerale wereld, planten en dieren tot uiteindelijk
gevormd tot een waardige mensenziel.
Jakobus Alphaus: dat is Kleophus.
Jakobus: broer van Judea.
Jammeren: Klagen.
Japan: Andere naam is
Nippon, Ihypon [een zekere tuin].
Jara[h]: Jongste dochter van de rijke
eigenaar en gastheer Ebahl aan het meer bij Genezareth; haar eerste ontmoeting
met Jezus; ze kijkt naar de open hemel; krijgt de aartsengel Raphael als leraar
en gids.
Jared: Ontzag voelen, de gave God ontzag te hebben voor Hem.
Jaren: In het rijk van de reine geesten zullen duizend jaar
voorbijgaan als één dag en voor de onreinen duurt één dag als 1.000 jaar. De Heer komt weer
terug op de derde werelddag, dat wil zeggen
na 2000 n. Chr., dat is ruim 6000 n. Adam [3 x 2.000]; we leven nu in
het wereldjaar 6047. De verwachting dat Jezus werkelijk komt, dat is vóór 2030 door eerst een ‘grote
schoonmaak’op de wereld te laten plaatsvinden! [GJE2-63]
Jebus: Kanaänitische naam voor Jeruzalem [Joz.18:28,
Richt.19:10,11, 1 Kron.11:4,5, Richt. 19:10] Een oude naam van Jeruzalem waar
de Jebusieten wonen; De Kanaänieten waren de nakomelingen van Cham, een zoon
van Noach. De Jebusieten waren leden en oude bewoners van Jeruzalem en van een
Kanaänitische volksstam, die in Palestina woonden, toen de Israëlieten ca. 1300
v. Chr. deze stad veroverden. [Joz.15:8. Joz.18:16, Richt.1:21, Num.13:29,
Ezr.9:1, Zach.9:7]; Zolang de Jebusieten de baas waren in Jeruzalem, heette de
stad Jebus. In de dagen der Jebusieten bestond er al een waterschacht. Op de
oostelijke heuvel van het oude Jeruzalem was er al een bron. De beek Gihon op
de Ofelheuvel. Ook de heuvel Moria (tempelberg) en Bezetha. Jeruzalem
geschreven als URU SALIM of URU-SILIM-MA. De Kalvarieberg is in het midden
gespleten. De helling van de Ofelheuvel is steil. [2 Samuel 5:6]. Hierna heette de vesting
Jebus de burg Zion en de stad van David. Het oudste Jeruzalem lag op de
oostelijke heuvel.
Jehovah: Eigennaam van Israëls God toen de joden uit de eerste
eeuwen van onze jaartelling de vier medeklinkers van de naam JHWH tegenkwamen,
daarom lazen zij het in heilige vrees. De algemene naam Adonaj = de Heer,
waarvan de eerste A bijna als een stomme E klonk. Rond de 9e eeuw
werd deze naam van klinkers als leesteken voorzien en zette men het als
Adonaij, dat moest worden uitgesproken. Later werd het niet meer begrepen en
las men de 4 letters JHWH met de klinkers van EDoNaij als Jehowah. JHVH = ‘de
weg van het leven’. J = de weg en HVH = ‘het steeds evoluerende creatieve
leven’ .
Jered of
Jared: Betekent dienaar, zoon van Mahalel, de latere aartsengel Gabriël !
Vader van Henoch, ook de voorvader van Jezus; hij werd 962 jaar oud!
Jeremia: Één van Israëls grootste profeten,
werkte in Juda onder de laatste koningen en ook nog na de val. ‘Hij die
verhogen doet; een priesterzoon uit Anatot; zijn vader heet Chilkia [Hilkia];
hij profeteert 40 jaar, voor en na de val van Jeruzalem zijn de profetieën van
hen opgetekend door zijn secretaris Baruch; [2 Kron.35:25, Ezra 1:1, Dan.9:2,
Matth.2:17, 27:9, Zach.16:14]; Jeremia leefde van 645-587 v. Chr. In zijn tijd
vochten Assyrië en Babylonië met Egypte om de wereldmacht. Het boek
Klaagliederen is door hem geschreven. [staat niet helemaal vast]; Het woord ‘jeremiëren’, dat jammeren
betekent.
Jericho: Een oude oasestad [Deut.34:3]; In de onderste
Jordaanvallei,soms Palmenstad genoemd. De Israëlieten lagen vóór hun intocht
voor deze eerste stad door hen veroverd en als zodanig zeer vaak genoemd in de
Bijbel en weer herbouwd onder Achab [1 Kon.16:34]; bezocht door Elia. Elisa
maakte het water van de bron gezond; [2 Kon.2:4]; Tegenwoordig heet het Tell
es-Sultan met de rijk stromende Elisabron, 2 kilometer ten noordwesten van het stadje Riha, dat de naam bewaart,
terwijl de ruïnen van het Herodiaanse Jericho, dat Jezus bezocht, nog
zuidelijker lagen. Stad aan de wadi Qilt, die de weg naar Jeruzalem bewaakte. Herodes
de Grote stierf in het paleis dat hij hier bouwde. Jezus riep bij Jericho
Zacheus uit de vijgenboom naar beneden. [Luc.19:1] Een barmhartige Samaritaan
hielp een reiziger op weg naar Jericho [Luc.10:30]; Maanstad; Stadje aan de
benedenloop van de Jordaan; de oudtestamentische stad lag op de puinheuvel waar
nu de bron van Elisa is bij de heuvel Tell-er-Sultan; 3 km daar vandaan lag het
het Nieuwtestamentische Jericho. Er zijn stadsmuren gevonden. Men vond de
resten van een wijdere buitenmuur, die om de voet van de heuvel liep en daarbinnen een dubbele muur. In de
tijd van Jezus bestond er een dubbele Jericho, het oude en het Herodiaanse. Het
moderne Jericho is het dorp, dat de Arabische naam Er-Riha draagt, ten Oosten
van het nieuwe Jericho, meer naar de Jordaan toe. Van Jericho naar Jeruzalem is
het een steile klim. Een andere weg is korter, maar door Samaria. Een stenige
weg, hoog en laag kronkelland. Zelfs voorbij Bethel [Jakobsladder]. Geestelijk bezien betekent Jericho: de
geestenwereld van de maan.
Jeruzalem: Sinds de verovering door David de
hoofdstad van zijn en Salomo’s rijk, later van Juda. Door de Arabieren, ook wel
el-Qudds genoemd, dat is de heilige stad. Stad van Salem = vredestichting. Een
zeer oude stad met als eerste naam Salem [Gen.14:18]; daarna bekend als Jebus;
ligt 53 kilometer van de Middellandse Zee en ruim 20 kilometer van de Dode Zee.
Het rotsplateau waarop het is gebouwd was 765 meter hoog. Jeruzalem werd
toegedeeld aan Benjamin, die de Jebusieten niet kon verdrijven. [Joz.15:8,
Joz.18:28, Richt.1:21, Richt.19:10]; Later ingenomen door David, die er de
hoofdstad van zijn rijk maakte. Het wordt ook Jebus en stad van David genoemd
[1 Kron.11:4,5,7]; David bracht de ark van het verbond hierheen om dit tot
middelpunt van het land te maken. De stad wordt ook wel Sion genoemd. Hoofdstad
van Juda, na de scheuring van de monarchie na de dood van Salomo. Jezus van
Nazareth werd in Jeruzalem gekruisigd in 28 n. Chr. [Matth.16:21]; Ruha =
residentie, Sa = voor de; Jeruzalem is de stad van God en geestelijk betekent
het: ‘het Goddelijk Woord’ of de ‘Goddelijke leer’. Jeruzalem met zijn 12
poorten [12 stammen v. Israël]. Het eeuwige rijk van God en het ware leven.
Jeruzalem betekent in geestelijke zin de kerk. Volgens het gericht wordt onder Jeruzalem
de kerk verstaan met betrekking tot de leer waarin alleen de Heer
wordt vereerd.
Jesaja: Betekent ‘Jaweh is heil’. Één van Israëls
grootste profeet, werkend ca. 740-700 v. Chr., naar wie het eerste profetenboek
is genoemd. Profeet van de toekomst; Jesaja profeteerde in 718 over het 7e
woord; [Jes.63:1-9, Jes.53:4]. ‘Zie deze man is een echte profeet’. Ik geloof
dat wat hier heeft plaatsgevonden, de vervulling is van wat de profeet Jesaja
heeft voorspeld toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen en onze
ziektes heeft Hij gedragen. Jesaja is de
profeet voor alle tijden – Jesaja bericht in 723 en 717 v. Chr. dat de Heer
lijden zal; [Jes. 53:5, Jes.46:4,13, Jes.52:13]; Jesaja heeft terecht over het
volk Israël of de joden geschreven en ook voorspeld volgens Matth.15:7: Dit
volk naderde Mij met zijn mond en eert Mij met zijn lippen, maar zijn hart is
verre van Mij. (Matth.15:8); Opdat daardoor ook vervuld wordt, wat Jesaja, Mijn
profeet, voor alle tijden en voor Mijn nu op te richten Rijk op Aarde over de
domme koningen voorspeld heeft. [Jes.32:6-20,
GJE1-137 [13], 1-102, 2-123,137]; hij werkte ca. 60 jaar in Juda onder
de koningen Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, vader van Itiël, uit Benjamin.
Jezuïeten: Deze vormen een religieuze orde.
Zij leven doorgaans niet in kloosters, wel in gewone huizen, jezuïetenhuizen
genaamd. Zij hebben geen eigen ordekleed. Net als veel andere orden leggen zij
geloften af van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid. Zij onderscheiden zich van
andere orden vooral door een bijzondere gelofte van gehoorzaamheid aan de paus
voor de zending, en vallen niet onder het gezag van een bisschop; De jezuïeten
richtten zich in het verleden vooral op onderwijs en missie (bekering).
Jezus in Egypte: De totale
woonperiode van Jezus heeft op één week na, drie jaar geduurd. Op 27 januari 9
v. Chr. kwam het Kindje Jezus aan in Ostracine [Noord-Egypte] en keerde terug
op 20 januari 6. v. Chr.
Jezus uiterlijk: Hoewel Hij uiterlijk [heus] geen knappe man was, want Hij
was wat klein van postuur, en Zijn handen waren ruw en hadden lidtekens van het
werken, maar Zijn hoofd was waardig en Zijn ogen waren wel het mooiste. Ook om
de mond had Hij een bijzonder vriendelijke, hoewel tevens ook waardig, ernstige
trek. De stem van Zijn mond kon men echter werkelijk manlijk in verrukking
brengend noemen, want die klonk tenminste voor mijn oren als het mooiste en
zuiverste gezang. [GJE2-240]
Jezus: Hebr.: Jeshua, afkorting van Jehoshua [Jozua]; Jaweh
redt. Mozes opvolger was Jozua, een voorvader van Jezus. [Hand.7:45, Hebr.4:8,
Luc.3:29, Matth.1:21, Col.4:11] Zijn naam betekent ‘Redder’, uit de stam van
Juda. Zijn stiefbroeders: Jakobus, Joses, Simon en Juda. Jezus heeft 3
paasvieringen meegemaakt, dat men kan opmaken uit: [Joh.1: 2:13,23, Matth.
21:21,2 [5:1] 6:4, 3:11:55, 12:1,13:1, Matth. 26:1]; Jezus is de Goddelijke kracht, het levende
Woord en de liefde in God. De naam Jezus is zo heilig dat het door geen enkele
duivel in de hel kan worden genoemd. De naam Jezus betekent de gehele zaligmaking
door de verlossing. Naar Zijn priesterambt wordt Hij ‘Heer Jezus’ genoemd, en
naar Zijn koninklijk ambt ‘Christus’.
JHWH: De
onuitsprekelijke naam van God; men zegt: ‘de Eeuwige’; ‘Ik zal zijn die Ik zal
zijn’; meestal en uit eerbiedigheid, wordt Adonai wel uitgesproken.
Job, Bijbelboek: Het boek van de
oude kerk en geschreven vol met overeenstemmingen.
Johannes Marcus: Zoon van Petrus, de Evangelist die Petrus ook naar
Bagdad begeleidde.
Johannes, schrijver:
Johannes komt van het Hebr. ‘Jehochanan’: ‘God is
genadig’; zoon van Zebedëus en Salome, broer van Jacobus de oudere; de leerling
die Jezus liefhad. [Joh.13:23]; Ook de auteur van het boek Openbaringen en de
drie brieven van Johannes. Ook hij
was visser en werd een van de eerste discipelen na Andreas en Petrus; Johannes
= de weg van de eeuwige genade [Jo=de
weg, of ‘hij; ‘Chan’=genade en ‘An’ = voortdurend.].
Jona: Jonas, lieveling, duif; hij was de 5e profeet onder de
kleine profeten. [Matth.12:39, 16:4 en Lucas 11:29]; Zoon van Amotthai, uit
Gath Hefer, die optrad onder Jerobeam-2. Zoals Jona drie dagen en drie nachten
in de buik van een walvis zat, zo zal ook de Mensenzoon drie dagen en drie
nachten in het midden van de Aarde zijn. (Matth. 12:40) - Met het midden
van de Aarde wordt in de eerste plaats het graf aangeduid; maar in geestelijke
zin betekent het, dat de Ziel van de Mensenzoon af zal dalen naar gevangen
zielen van gestorvenen en ze dan vrij zal maken. [GJE1-186]; De profeet die
naar Nineveh werd gestuurd om de ondergang te voorspellen; Een apart verhaal met de walvis, die hem
opslokte gedurende 3 dagen, nadat Jona naar Spanje per schip vluchtte; Ook
Joppe heeft ermee te maken.
Jonaël: Een bekeerde hogepriester in Sichar [Samaria]; eerst
aangesproken als opperhogepriester. Uitvoerige gesprekken met hem; hier voor de
eerste keer met zijn naam. Hij werd aangesteld om het evangelie te verspreiden.
Hij komt tot de Heer in Kis [noordwestelijke deel van het Tiberiasmeer].
Jonaël: Hogepriester in Sichar bij Samaria; hij ontmoet Jezus
o.a. bij het voormalig kasteel van Ezau;
De Heer zegent hem en zijn maagdelijke zuivere dochters tussen 12-21 jaar.
Jonatha: Deze was visser in Ostraïne [Egypte] en ontmoet het
Kindje Jezus gedurende drie jaar. Hij was zeer groot van gestalte [reusachtig],
ongehuwd en heeft het Kindje Jezus ettelijke malen over het water gedragen. Hij
verhuisde later van Egypte naar Palestina in Kis aan het meer van Galilea en
huwt op aanraden van de dertigjarige Jezus, een weduwe.
Jongste dag: De dag waarop de menselijke ziel
uit zijn lichaam wordt gehaald; wanneer de mens zijn lichaam zal verlaten, zal
en de Heer hem verlossen uit het gericht van de materie; dit is het ontwaken op
de jongste als laatste dag.
Joodse
jaartelling: Deze begint vanaf Adam. De gangbare joodse telling
geeft echter een verschil aan van 391 jaar. Het feitelijk joodse scheppingsjaar
vanaf Adam is 4151 v. Chr. [dat is onze
wereldtelling 4026] Jezus is geboren in 4151 resp. in 4026. Het joodse jaar wordt
niet aangegeven als ‘Anno Domini’; AD: ‘in het jaar van de Heer’, met het
geboortejaar 0 van Jezus als beginpunt, maar als ‘Anno Mundi’; AM: ‘in het jaar
van de wereld’, met het scheppingsjaar 4151 resp. 4026 als beginpunt.
Joram: Arts in Sichar,
hij ontvangt van de Heer de Samaritaanse Irhael als vrouw [GJE1-33].
Jordaan: De feitelijke rivier van Israël
[Palestina] aan de voet van de berg Hermon door samenvloeiing van bergbekens en
bronwateren 43 meter boven Middellandse zeeniveau. Stroomt door het Hulemeer
[circa 2 meter boven de zeespiegel], dat zuidelijker van de berg H. is gelegen.
Bereikt na 16 kilometer het meer van Galilea [circa minus 212 meter onder de
zeespiegel], stroomt vervolgens 350 kilometer na een bochtig verloop, de Dode
Zee in. [circa minus 392 meter beneden de normale zeespiegel]. Jordaan betekent
‘het afdalende’;
zij ontspringt tussen de Libanon en de Hermon met een lengte van wel 400
kilometer, terwijl de afstand slechts
200 kilometer is. De Jordaan was in de tijd van Jezus zo’n 200-300 meter
breed, feitelijk een geologisch fenomeen.
Josafat, dal van:
Toestand van de innerlijke rust van de ziel, wanneer de handelwijze een juiste
was.
Josafatdal: De
aardbeving en de duisternis bij de dood van Jezus aan het kruis, en daarna de
geopende graven in de vallei van Josafat hebben daar werkelijk plaatsgevonden.
Jozef van Arimathia: Hij symboliseert het weetgierige geloof in de Heer.
Jozef van Maria: Echtgenoot van Maria; hij stierf
in de handen van Jezus op circa 99-100 jarige leeftijd. Jozef zag tijdens de geboorte
van het Kindje Jezus de
opkomende volle Maan en de sterren, zowel de opkomende als de ondergaande, allemaal
stilstaan! De Maan kwam niet los van de horizon en de sterren wilden er niet
achter verdwijnen! En er was ook
nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water
stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond of hing stil in zijn bedding!
Jozefs huis stond 900 meter ten zuiden
van Nazareth. Dit lag vrij dicht aan de hoofdweg
[ca. 300 meter er vandaan]. Het huis of hof van Jozef van Maria lag ca. 1
kilometer van Nazareth vandaan. Tegenwoordig is op de plek, waar ooit Nazareth
heeft gestaan, een afvaldepot geworden.
Jozef: Lievelingszoon van Jakob en Rebecca; aartsvader, door
zijn broers uit afgunst [naar Egypte] verkocht, waar hem een roemvol bestaan
wachtte. [Gen.37-50] Hij was gehuwd met Asna, een Egyptische en later
begraven in Sichem.
Jozua: Zoon van Nun, dienaar van Mozes, wordt 110 jaar en begraven te Timnat-Serach;
hij was een hoge bevelhebber.
Juda: Zoon van de aartsvader Jakob en Lea, stamvader van de
belangrijkste Israëlitische stam, wiens naam Yehúdah in Gen.29:35 populair
wordt verklaard met het werkwoord ‘Hódah’, lofprijzen. De belangrijke provincie
Judea komt hier vandaan en werd pas in de Romeinse tijd gebezigd. De
toekomstige generaties, die door de aanvaarding van Jezus’ leer naar de stam
van Juda geteld worden.
Judas: Judas Iskarioth, die zijn meester veraadde voor 30
zilverlingen en zich daarna verhing. Iedereen die zichzelf verrijkt met wat dan
ook [eigenliefde], of het nu met wetenschap of met goud is. Als men dit niet
allemaal van de Heer ontvangt of op zijn minst zo'n grote liefde voor Hem en
zijn beste vrienden krijgt, is hij net zo goed een Judas Iskariot, een dief en
een rover, aangezien hij al deze dingen bezit. En zo maakt en zondigt Judas op
kosten van Jezus. Judas vertegenwoordigd het joodse volk; het feit dat Jezus
werd verraden door hem was een teken dat dit werd gedaan door het joodse volk
aan wie het Woord in die tijd was gericht; Judas was een handelaar in vis en
aardewerk, wat hij zelf ook produceerde; hij werd door Thomas als een nieuwe
leerling voorgesteld; zijn tweezijdige karakter; hij heeft een verklarende
mening over Jezus; zijn politieke plannen over Jezus, gemotiveerd door Herodus;
zijn verraad, zijn verkeerde beoordeling over de doelstelling van Jezus, zijn
late inzicht, wanhoop en zelfmoord.
Julel: Één van de acht broers, [onder andere van Henoch], die
het dal van Lamech bezochten en op de terugreis op de berg door de kracht van
de Heer slechts zevenduizend passen werden ingehaald buiten de stad, waar
Lamech woonde, en waar de hoge grond [berg] begon. Zij moesten de Heer alles
vertellen, een voor een, wat er in de diepte met hen was gebeurd en hoe Lamech
zich gedragen had en al het goede dat daar gebeurde!
Kaïro: Kahi Roug: Een van de
grootste stieren van deze omgeving, de hoorn dat ‘geheiligd’ was.
Kajafas: [Hebreeuws: יוֹסֵף בַּר
קַיָּפָא, was hogepriester in de joodse tempel tot drie jaar [31 n.
Chr.] na het sterven van Jezus; hij was vooral bekend geworden omdat hij
volgens het Nieuwe testament samenspande om Jezus te doden; volgens dit verhaal
was Kajafas voorzitter van het Sanhedrin tijdens het proces tegen Jezus.
Kajafas was getrouwd met een dochter van Annas die eerder hogepriester was
geweest (en tot aan zijn dood nog als zodanig werd aangesproken). Ook vijf van
zijn zwagers hebben dit ambt bekleed. Zijn invloed was erg groot; Hij bleef 18
jaar in functie in Jeruzalem, wat opmerkelijk lang was en erop wijst dat hij
capabel was en nauwe banden onderhield met het Romeinse bestuur.
Kajin of Cahin: Betekent doodsbrenger. Hij is het
gevolg van een drievoudige ongehoorzaamheid tegen God en is de dood van Adams
en Eva’s lichaam, want Kajin werd gewekt
door hun begeerdheid in de zelfzucht. Kaïn = smid; naar de klank verwant
met ‘verweven’. [Num.24:22]; land van de Kenieten, afstammend van Kaïn; Kaïn bouwde echter al, door influistering van
de satan, voor zijn zoon Hanoch een stad met diezelfde naam; en hij heeft
daardoor de basis gelegd voor alle kwaad op aarde. [GJE3-10-2]; Nathánaël, die
zelden of nooit iets ze tegen Judas: 'In jou woont de geest van Kaïn, begrijp
je wel? En deze geest verbetert zich op deze Aarde niet; want de wereld is de
geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering verwachten!' [GJ1-114: 17]
Kalender, joodse:
De joodse kalender rekent met maanmaanden en een jaar duurt 354 dagen
Kalvarië: Golgotha,
ook deze heuvelrots is samen met de muren en huizen van Jeruzalem ingestort tot
volledig puin door een aardbeving; inwoners in het nu huidige deel van
Oost-Jeruzalem [oud-Jeruzalem] beweren, dat deze heuvel nu in privébezit is.
Kana: Dorp in Galilea.
Geboorteplaats van Natanaël [Joh.21:2, Joh.4:46].
Kanaän: Afstammeling van de ‘zoon van Cham’, betekent
‘handelaar’, ‘kramersvolk’ [Zef.1:11] en ‘koopman’ in Zach.14:21; ‘A-nou-an’
betekent de ‘kracht van het geestelijk nieuwe land’; het beloofde land, de naam
voor Palestina, dat tussen de Jordaan en de Middellandse Zee ligt. Als in het
Oude Testament over Kanaän wordt gesproken, bedoelt men het gebied tussen
Egypte tot Syrië. Het ‘purperen’ land met haar purpurkleurige rotsen; de
purperverf komt uit Fenicië; de verklaring ‘laagland’ slaat alleen op de
kuststreek; verder is Palestina [het huidige Israël] een bergland; het land
wordt bewoond door vele volken, voornamelijk afstammend van Cham. De spraak van
Kanaän was Hebreeuws; [Jes.19:18, Hos.12:8]; gebruikt als scheldwoord voor
Israël; Ka-Nani betekent ‘land van de welstand’; het land ziet er op het eerste
gezicht stenig uit, waar eens mogelijk het hof van Eden heeft gelegen bij
Jeruzalem, de stad van God [Bethlehem].
Kapernaum: [Kafar’naum]; Een vissersdorp of
stadje op de noordwestelijke oever van het Galilese meer, 10 kilometer boven
Tiberias. Tegenwoordig: Tell Hum. Hier begon Jezus zijn prediking in Galilea
[Matth.4:13] en Hij onderrichtte in de synagoge [Joh.6:59]; Jezus weeklaagde
over Kapernaum [Matth.11:23, Luc.10:15]. Er was daar een beschermmuur in een loodrechte
rotswand circa 40 meter over de Jordaan in de hoogte van het tegenoverliggende
Kapernaum. Daar moet 2.000 jaar geleden traptreden bestaan hebben en men
kon toen zo naar beneden lopen. Niet ver van deze plek werd ook Jezus gedoopt;
verderop lag een bergvlakte waar Jezus de zaligpredikingen verkondigde; kort
boven de Eremosgrot opent zich vandaag nog een bepaalde vorm van terras die met
de berg (1200 meter hoog) in de rug het karakter heeft van een amfibietheater;
op deze plek vermoedt men de bergprediking; zijwaarts over de Tagha kan men
deze betoverende plek opzoeken; de bergprediking met 7 geboden; het midden van
de bergprediking is een gebed met 7 verzoeken en de 4e is onder meer
brood; bij Tell-Hum liggen ruïnes van K. Het feitelijke Kapernaüm heeft
noordelijker en westelijker gelegen, omdat 2.000 jaar geleden het meer van
Galilea 1/3 groter was dan nu. Alle steden en dorpjes moeten historisch verder
landinwaarts gezocht worden, hoewel daar geen of nauwelijks sporen van
overgebleven zijn. Dorp van Nahum;
Kafarnaum moet heel mooi gelegen hebben in de omgeving van het meer; dit
hebben uitgravingen bevestigd. [1Kor 9:5].
Kasteelruïne Ezau: Dit kasteel
heeft echt bestaan in de buurt van Sichem-Sichar en werd indertijd door Jezus
[2000 jaar geleden] plotseling in een oogwenk ‘gerestaureerd’ en dit bijzonder
gebeuren wordt vooral weergeven in het eerste deel van de Grote Johannes
Openbaringen, deel 1.
Katten: De ogen van katten verschijnen als lichten ingevolge hun brandende
begeerte naar muizen.
Kefas, Cefas
of Cephas: In het Aramees en Grieks: ‘rots;’ dezelfde betekenis als Petra
[Joh.1:43]
Kelk: De kelk
waaruit Jezus later gedronken heeft was altijd in bezit geweest van de kinderen
van Noach. De kelk is zelfs in Egypte geweest. Misschien heeft Jozef, de
onderkoning daaruit gedronken en deze drinkbeker expres in de korenzakken van
zijn broers gedaan. Dat is echter een gissing. Ook Mozes bezat de kelk. Haar
massa was zo dik als die van een klokkenschaal. De kelk is ook bewaard gebleven
bij Jakobus, de stiefbroer van Jezus [Jacob de kleinere]. Melchizedek bracht
deze uit het land van Semiramis naar Kanaan. De kelk heeft bovenop de ark
gestaan. Na het offer van Melchizedek bleef de kelk bij Abraham. De kelk zal
eens voor de dag komen.
Kenieten: Afstammelingen van Kaïn; deze nomaden trokken op het
Sinaï-schiereiland rond en leefden van smidswerk. De Chinezen zijn de
afstammelingen van Kajin. De C kan ook als een K worden uitgesproken, dus als
Kina.
Kerit: Dat betekent beek.
Kerk, de ware: dat is ware de liefde tot God en
zijn naaste.
Kerstfeest: Dit feest wordt regulier op 25 december gevierd; de
Grieks-orthodoxe kerk doet dit op 9 januari, hoewel Jezus in het echt geboren
was in het joodse jaar 4151 na de schepping van Adam op 7 januari en voor onze
wereldse tijd was dit in 4026 n. Adam.
Kidron, Kedron: Een diep dal tussen Jeruzalem en de Olijfberg;
een 5 kilometer lang diep dal ten oosten van Jeruzalem; de beek Kidron stroomde
erdoorheen, vooral tijdens het regenseizoen. De beek lag [en ligt] oostelijk
van Jeruzalem, tussen de stad en de olijfberg, stromend naar de Dode Zee. [2 Sam.15:23, Joh.18:1]
Kinarot: Cinneroth, Kinneroth = harp = vergelijk de vorm van
het meer van Genezareth, dat erop lijkt.
Kindschap van
God: De voorwaarden hiervoor wordt
in de Bijbel zowel in de Nieuwe Openbaringen [of het Nieuwe Woord] speciaal
benadrukt; Om het kindschap van God te bereiken, moet de mens
‘volmaakt’ zijn zoals de Heer Zelf, wil je het zoonschap voor de eeuwigheid
bereiken! Want wie de liefde heeft overwonnen, heeft ook het kindschap
overwonnen, aangezien liefde en kindschap een en dezelfde zijn.
Kinneret: Vroeger een versterkte stad aan de
weg langs de noord-westelijke oever van het Galilese meer en toebedeeld aan de
stam van Naftali. In Joz.11:12 heet het ‘Kinarot’ of ‘Kinneret’ en in
Matth.14:34 ‘Gennesaret’ en in Marc.6:53 als centrum van een streek genoemd.
Kinnor: Een tokkelinstrument, waar onder andere David op
speelde.
Kis: Een voormalig dorpje ten west-noorden tussen Kapernaum
en Migdal aan het meer van Galilea
Kisehel: Deze was een moedig persoon ten tijde van Adam op de
grote berghoogte; toen hij een vreemdeling
bekeek, die gekomen was uit het lager gelegen dal, en niet wetende dat
het de Heer Zelf was in de persoon van Abedam. Zo bekeek hij Hem eerst van top
tot teen, maar vond niets over Hem dat zijn aandacht had kunnen trekken,
behalve een oprecht vriendelijk karakter, en daarom moedigde hij Hem
onmiddellijk aan! Want het was bijna onmogelijk om die grote berg hoogte, waar
zij leefden, deze zonder enig gevaar te beklimmen en dat kon zelfs een wonder
genoemd worden.
Kisjonah: Rijke
eigenaar van het dorp Kis dat een tolstation had. Hij biedt moeder Maria en de
lijfelijke zonen van Jozef een nieuw huis aan met wat land. [GJE1-146,
230]
Klappertanden en wenen: Wereldse
calamiteiten over het recht, waarheid en leven [GJE8-195:12].
Kleed, wit: Symbool
van onschuld.
Klinkers [vocalen]: Omdat de klinker
de tonage dient; betekent het gevoel. De klinkers I en E kan men in de derde
hemel niet uitspreken, daarvoor hebben ze wel de klinkers Y en EU [of Ü en Ö];
de letters A, O en U zijn bij engelen speciaal in gebruik, omdat ze een volle
toon geven.
Kloof: Er bestaat een grote kloof tussen de hemel en de hel.
Komeet: Een komeet aan het uitspansel
is niets anders dan een nieuw geschapen wereld in wording! De kern ervan is het
vat tot opname van voedende levenskracht uit de Heer. Die levenskracht wordt
door een van de Heer uitgegaan speciaal vuur zeer krachtig doorgloeit, en
lost zich daardoor op in voedende dampen. Maar om nu te voorkomen, dat die
dampen, die een reeds enigszins ontwikkelde levenskracht bezitten, zouden
vervluchtigen, en aan het nieuwe hemellichaam zouden worden onttrokken,
worden ze door ontelbare monaden (etherdiertjes) opgenomen, en die voegen ze
dan weer tot verdere voltooiing aan dat hemellichaam in wording toe. [De jeugd van Jezus, hfdst.220].
Koningen: Heersers en veldheren moeten er wel zijn; maar begrijp
goed, dat deze door God daarvoor zijn uitgekozen en geroepen en voorts
rechtstreekse afstammelingen van vroeger gezalfde koningen moeten zijn. Die
zijn dan geroepen. Maar wee ieder ander, die zijn arme hit verlaat en zich
beijvert om door allerlei middelen de heersersstaf te verkrijgen! Werkelijk, die
zou beter nooit geboren kunnen zijn. [GJE2-9]
Korenschop: De Heer
heeft Zijn grote korenschop in Zijn hand; Hij zal Zijn dorsvloer vegen zoals
Hij wil en Hij zal het koren in Zijn schuur verzamelen, het kaf echter
verbranden met het eeuwige vuur en uit de as maken wat Hij wil. De akker
(wereld) is van Hem en ook het koren (de
kinderen van God). Het kaf (kinderen van de wereld of van de duivel). Van Hem
is de schuur (de hemel) en van Hem is het vuur (de hel) dat nooit uitgaat. (GJE
1-24-1-2).
Kosmos: KSM - [K=kracht, S=vuur, actief verwekkende geest, M=
water, het vormgevende zielselement.
Kreta: Grootste eiland in de Middellandse Zee; ook daarheen zijn
de joden in de verstrooiing gekomen zoals wij begrijpen uit de volkerenlijst
van Hand. 2:9, en volgende.
Krokodillen: De begeerten van de hel [geestelijk
opgevat].
Kruis: Een beeld van geloof bij de rechtopstaande balk: dat is
als liefde tot God; de dwarsbalk van het kruis symboliseert de liefde tot de
naaste.
Kruislijden van Jezus: De verlossing en
het lijden aan het kruis zijn twee verschillende dingen die niet mogen worden
verward; de mening dat het lijden aan het kruis de verlossing zelf was, is een
fundamentele fout van de kerk. Wat is dan wel de verlossing? [de volledige uitleg hiervan is te lezen in
het nog uit te geven nieuwe boek: ’Het Kruislijden van Jezus’ en mogelijk al in
2022].’
L’Rabbas: [Mattheüs]: De feitelijke
schrijver v.h. Mattheüsevangelie.
Lamech: De uitvinder van de doodstraf.
Lazarus: De zoon van een rijke landheer in Bethanië, later zelf
eigenaar van een herberg in Bethanië en een herberg op de Olijfberg. Een trouwe
vriend van Jezus, Die daar vaak verbleef. Zijn zusters waren Martha en Maria
van Bethanië. Lazarus neemt 120 bedelaars en andere arme mensen uit de omgeving
van Jeruzalem en Bethehem aan, die hij aanstelde als landarbeiders op zijn
grootbezit grond. Hij werd door Jezus genezen. Toen hij stierf en al een paar
dagen dood was, riep de Heer tot zijn ziel en stond hij op uit het graf.
Lazarus: Een groep joodse tempelpriesters werd in het verblijf
van Lazarus in Bethanië bekeerd; zijn zusters waren Martha en Maria; Lazarus
neemt 120 bedelaars op die genezen worden door Jezus en andere arme mensen uit
het gebied rond Jeruzalem en Bethlehem als landarbeiders; zijn dood en opstanding
door Jezus.
Leer Jezus: Zonder de leer van Jezus wordt de
Bijbel niet begrepen; Degenen die de Bijbel of het Woord lezen zonder de leer
van Jezus, tasten in het duister wat betreft alle waarheden; De Heer leert
iedereen door het Woord [de Bijbel en de Nieuwe Openbaringen] en weliswaar via
de aanwezige kennis die bij hem is. De leer van Jezus wordt speciaal in het
Evangelie van Johannes [in de Bijbel] beschreven, naast het Evangelie van
Marcus en Mattheus.
Leeuw: Symbool van de Heer Zelf; ‘Le o wa’ = ‘het kwaad vlucht
voor de zon’; Le’’ = het slechte of zijn
nakomelingen; ‘El’ = de goede of goede zoon; ‘O’= de zon van de God; ‘Wa’ of ‘Wah’ = vlucht; Leeuw = de kracht of
almacht van God.
Leopold Engel: Maakte het elfde deel van de Grote
Johannes Openbaringen af, jaren na Lorbers dood.
Letters: In de geestelijke wereld, dus niet
in de hemelrijken, existeren de harde consonanten. Het schrift in de derde
hemel bestaat uit omhulde en uit diverse gekromde letters, bij welk ieder
letter een bepaald nut heeft. De letters bij de engelen in het geestelijke rijk
lijken op onze letters op aarde, en meer nog op de Arabische letters, bij
anderen weer op het oud-Hebreeuws; de letters zijn echter van boven en beneden
omgebogen en hebben elk een geestelijke betekenis.
Levi: Derde zoon van Jakob en Lea [Gen.29:34]; ‘Ji-llaweh’;
‘hij zal zich aan mij hechten’.
Levi: In het NT is het de tollenaar Mattheus, die Levi heet.
Leviathan: Naam van een mythologisch monater,
type van de chaos. In Job 40 en volgende geconcretiseerd in de krokodil.
Betekenis voor Satan.
Lezen, veel:
teveel informatie is niet goed voor het hart, omdat veel ‘kennis’ de
harten ‘koud’ maakt.
Libanon: Witte bergen, bergketens van ca. 170 kilometer lengte
ten noorden van Israël, evenwijdig aan de kust, met toppen tot boven de 3.000
meter en eeuwige sneeuw.
Lichaam van Jezus: Het uiterlijk
goddelijk Woord; het kruis afnemen betekent ‘het Woord’ en het bevrijden van de
schijnbare tegenstrijdigheden; het lichaam zalven en omwikkelen = waardering en
respect voor het goddelijke Woord; het lichaam van Jezus begraven = levenloze
dorst naar kennis om verworven kennis in het graf van het diepere begrip te
plaatsen.
Lijden: Terwijl het lichaam lijdt, lijdt niet de ziel, maar heeft
het alleen leed; maar God neemt dit lijden na de overwinning weg, zoals men de
tranen van de ogen veegt.
Lijst toelichtende onderwerpen [A-Z]
Linker kant lichaam: Hartzijde, van
waaruit het bloed het hele lichaam binnenstroomt, het is de positieve of
geestelijke kant.
Lithostrotos: Het geplaveide plein, Gabbatha
genoemd, waarop Pilatus’ rechterstoel stond [Joh.19:13] Indien Jezus
veroordeeld werd in het voormalige paleis van Herodus, dan moet L. het publieke
plein daarvoor hebben aangeduid. Zo kan Gabbatha, bult of hoogte, de oorspronkelijke
benaming zijn geweest van de Zuid-West-heuvel met de bovenstad; later beperkt
tot het paleiscomplex, dat dit hoogste staddeel beheerste. Localiseert men het
Praetorium in de Antonia, dan moet men Gabbatha anders verklaren, en het
Lithostrotos vereenzelvigen met het burchtplein, waarvan een indrukwekkend
gedeelte in het begin van de vorige eeuw is ontdekt.
Lompen: Symboliseert het eigenlijke aardse slechte.
Longen: Komt overeen met de geestelijke waarheden.
Lorber, Jakob: geboren op 22 juli 1800 en stierf in Graz op 24 augustus 1864). Hij was een mysticus uit Stiermarken die,
naar eigen zeggen door goddelijke inspiratie,
een groot aantal boeken schreef over Jezus en
Zijn leer onder de noemer: ‘De Nieuwe Openbaringen of ‘Het Nieuwe Woord’.
Lorber, profeet: Zoon van het
licht, die het licht van leven en liefde uitdraagt; ‘Or’ = licht, vlam; ‘Ber’ =
scheppen, bevallen; ‘Bara’ = scheppen; In het Aramees: ‘Bar’ = zoon, het
geschapene; in het Engels: ‘Bare’ = dragen, uitvoeren. L’or-ber.
Lot en zijn vrouw: (Hebreeuws: לוט) Lot is een persoon in de Bijbel, wiens verhaal wordt verteld in
het boek Genesis. Lot was een neef van Abram (later Abraham geheten), de zoon
van Abrams broer Haran. Abram en Lot trokken weg uit het Ur der Chaldeeën, om
te gaan naar het land Kanaän. Vanwege een hongersnood weken zij gedurende enige
tijd uit naar Egypte. Beiden beschikten over grote rijkdommen en veel vee. Er
ontstond onenigheid tussen de beide mannen over het gebruik van het land en zij
besloten uit elkaar te gaan. Lot kreeg van Abram de eerste keus en koos voor de
vruchtbare vlakte van de Jordaan. In Genesis 14 wordt verhaald hoe Lot tijdens
oorlogshandelingen in zijn woonplaats Sodom gevangen werd genomen, waarop hij
bevrijd werd door Abram. Over de vrouw van Lot is alleen bekend, dat zij werd
tot een pilaar, toen ze omkeek naar de regen van vuur en zwavel op de stad
Sodom.
Lucas: Reisgezel van Paulus, die, mede uit Paulus’ prediking,
zijn [derde] evangelie samenstelde, en tevens de Handelingen der apostelen
schreef. Lukas, de evangelist, was een schilder en dichter en schreef zijn
evangelie pas vijftig jaar na Jezus, evenzo als het door de apostel geschreven
evangelie, verzameld uit verschillende onderzoekingen en verzamelingen.
Meerdere onjuiste toevoegingen in beide teksten [Lucas en Handelingen] gaan
terug naar Lukas’ vriend Theophilus in Athene. Het blijft speculatief dat Lucas
arts was, omdat hij veel over ‘zieken’schreef; tenslotte weten we uit de
Lorberliteratuur dat hij dichter en kunstenaar was, want hij
schilderde.
Lucht: Geen enkele kwaliteit van lucht kan verhoogd worden tot
enige kwaliteit van de hogere gelegen ether.
Luchtreis: De twaalf discipelen werden
uitgezonden door Jezus en na enige tijd ook weer ‘teruggeroepen’; hun ervaring wordt uitvoerig in het eerste
deel van het Grote Johannes Evangelie beschreven, hoofdstuk 164.
Lucifer: In Jesaja opgevat als degenen die uit Babylon komen, in
het bijzonder de Jezuïeten, wanneer ze worden meegesleept door een ijver die
velen vanuit een helse liefde hebben.
Luz: Amandel, een oude naam van Bethel, door Jakob veranderd.
In Joz.16:2 schijnt men twee diverse plaatsen te veronderstellen. Het is is een
Knanaänitische naam voor Betel. [Hebr. AWR = 1-6-200 = licht.
M: Hebr. letter van het water, uitdrukking van het
moederlijke, het idee van de vorm die iets innerlijks, levends omsluit, het
vloeibare golvende, het ‘wiegende’.
Maan: In het evangelie van Jakobus [Jeugd van Jezus – Jakob
Lorber] vraagt een zekere Jonathan [Ostracine in Egypte] over de Maan. De Heer
zegt hem dan, ‘dat de Maan een nevenaarde is, die eveneens ook bergen, dalen,
vruchten, dieren en mensenwezens heeft. Een deel van de Maan, dat wij met het
blote oog niet kunnen zien, lijkt op de Aarde. Haar licht komt door de Zon en
haar lichtwisseling komt door haar positie en dit verandert elke minuut door de
draaiing der Aarde. De vlekken, die wij op de Maan zien, zijn diepere en
donkere oorden van beproevingen’. (Jakobus Evangelie 1-174); De maan van de
aarde met haar afgewende kant, wordt voortdurend bewoond door mensen en dieren;
er is vegetatie, water, lucht en alles, wat voor ondersteuning van het
natuurlijke leven noodzakelijk is. Dit geldt ook voor alle andere manen van
alle andere planeten. Want de mensen, die op een planeet een natuurlijk leven
hebben aan de afgewende zijde, zijn in hun natuurlijke gestalte ook veel
kleiner, dan zij die wonen op de aardeplaneten. [Sat.1-151]; Ook de Geestelijke Zon,
deel 2 beschrijft, dat er op de maan bepaalde leerscholen zijn of
verbeteringsinstellingen voor geesten, die daar leven onder erbarmelijke
omstandigheden, maar daar ook heel langzaam vooruitgang zullen boeken. Zulke
geesten behoren daar van oorsprong niet thuis; aanvankelijk was de Maan in de
aarde opgenomen en is op een zeker moment door haar gebaard; ze cirkelt nu
steeds nog als een groot kind om haar moeder heen, maar heeft geen ik, zoal de
aarde en ze kan dan ook niet om haar eigen as heen draaien; daarom zien wij
altijd dezelfde kant van de maan, het monotone.
Maanzielen: Zielen
van een rijp volk komen, als zij eens in alle slechtheid zijn gestorven, door
hun eigen wil in de diepte der aarde. Want omdat zij pure materie zijn
geworden, is dat hun element, en zij willen en kunnen daarvan niet scheiden.
Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan gedaan worden om alle kwellingen en
smarten op hen loslaten om hen vervolgens los te maken van de materie. En als
er dan een van de materie loskomt, komt deze in de school die op het
geestelijke deel van deze aarde bestaat. Pas daarvandaan gaat ze dan verder
naar de maan. Als ze daar iedere graad van zelfverloochening heeft doorgemaakt
en daarin sterk is geworden, wordt ze naar een volmaaktere planeet verheven en
daar in de ware wijsheid onderwezen. Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is
opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het
geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te
verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die
liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte
innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en
stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen
kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij dan als een
kind weer verder opgevoed wordt. Maar totdat een op aarde stoffelijk geworden
ziel zover is, kunnen in het gunstigste geval toch altijd wel verscheidene
honderden jaren verstrijken. [GJE2-141].
Magadan: Gebied aan de westelijke oever van
Galilea, waarheen Jezus Zich begaf na de 2e broodvermenigvuldiging;
wordt ook wel vergeleken met Migdal, de woonplaats van Maria Magdalena. [Matth.15:39]
Magdala [Migdal]: Vissersstadje aan
de westeljke oever van het Galilese meer,vlak
bij de plek waar Jezus 4.000 mensen te eten gaf. Maria Magdalena kwam uit deze
plaats bij het meer van Gennesareth.
Magdala of Migdal: Dorpje, stadje
aan de westelijke oever van het Galilese meer; slechts genoemd ter bepaling van
een der Maria’s, die Magdalena heette. Magdalena is identiek met Maria
Magdalena, die een andere was. Magdalena gold als de ‘koningin van de deernen’.
Mallona: Een vorig bestaande aarde; het
betekent: ‘zij is slecht, ziek’ [Frans: malade]; [Lat. mallum = het kwaad] ‘on
a’ = ‘ze is’.
Mammon: Een christelijk symbool voor
‘het beheerst worden door geld’. De Mammon is een afgod, bekend uit de Bijbel. Het woord mammon in het Syrisch staat
voor ‘geld of rijkdom’. In de Willibrordvertaling is
het vertaald als ‘geldduivel’. In het Evangelie volgens Mattheüs 6:24
staat: ’Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de
tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere
verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon’ [= geldzuchtig
zijn] Naast deze genoemde tekst staat
het ook nog in Lucas 16:9,11,13 vermeld.
Mamre, Mambre: Eiken of terebinthea van Mamre in de
omgeving van Hebron, waar Abraham zijn tent opgeslagen had. [Gen.13:18, 18:1,
18:4,8]; het betrof één boom! De grafspelonk van Machpela zou er tegenover
moeten liggen. [Gen.35:27]
Manna: Het levende Woord van de Heer.
Marcus de Romein: Oud-soldaat die gediend heeft onder vicekeizer Cyrenius en er bevriend mee
raakte, woonde in een armelijk huisje. Hij naderde God steeds via het hart
volgens de leer van Jesaja. Marcus, de spraakzame oude rechtschapen krijgsman
kon op een smeuïge manier vertellen. Zijn woning stond vlak aan de oever van
het Galilese meer, ongeveer 500 passen van zijn woning. [GJE2-183,193]
Marcus de Romein: Romeinse veteraan
bij het meer nabij Caesarea Philippi; [Er waren in die tijd meerdere
Caesareas!]; zijn verhaal; De Heer komt voor het eerst naar zijn arme hut; daar ook een bezoek van Cyrenius; nadat
Markus een veel groter en rijker bezit kreeg door het wonder van de Heer
[kuuroord], stelt Cyrenius hem als stadshoofd aan over Caesarea en de omgeving.
Marcus: Zoon van de apostel Petrus [Simon Juda] en wordt door
Petrus aanbevolen als schrijver en hij komt naar de Heer [GJE1-89]; een
voorlopige beschrijving van zijn late missionarisresidentie met zijn vader naar
het toenmalige Nieuwe Babylon, de latere Arabische Bagdad; Petrus’
martelaarschap in Babylon zelf; wat Markus in een notendop weergeeft, heeft hij
voornamelijk geput uit de leringen en geschriften van apostel Paulus, en hij
wist ook al veel van zijn vader. Markus de schrijver is unaniem de zoon van
Petrus.
Maria Johanna: Magdalena zag eerst Jezus en daarna
ook Maria Johanna, en Magdalena
wilde Hem toen meteen omhelzen maar werd afgewezen. Daarna zag Maria
Johanna Hem en viel toen neer met Magdalena aan Zijn voeten en deze werden
door hen beiden vastgehouden;
(Matth.28:9). Maria, Jacob en Salome zagen niets (Marc.16:1), maar
voelden alleen de nabijheid van de Geest van de Heer. De drie weer anderen
merkten echter niets van de verschijning van de Heer en probeerden onderweg
zelfs heel hard om hun twee gezichten te presenteren als puur werk van hun
verhitte verbeelding. Wat de eerste melding aan Petrus betreft, was het
eigenlijk alleen Magdalena die de boodschapper was, en alle anderen bleven in
de tuin waar het graf in een rots was uitgehouwen.
Maria Magdalena: Zij staat beeld
voor de Rooms katholieke kerk; De Farizeeërs dachten als volgt over Jezus: ‘In
één woord, wij weten nu genoeg, en het is hoog tijd dat we bij hem weggaan;
anders behekst hij ons nog en zijn we reddeloos aan de duivel overgeleverd!
Kijk nu toch eens, hoe hij de vijf dochters van die gehate tollenaar vleit, en
hoe ze hem letterlijk aanbidden! Ik zet duizend pond tegen een stater, dat deze
profeet en heiland, als hij nu naar Jeruzalem komt, maar al te gauw met de
koningin van alle hoeren, de wereldberoemde Maria van Magdalon, zeer intiem
kennis zal maken en met haar een hele hartelijke vriendschap onderhouden zal,
en misschien ook nog wel met Maria en Martha van Bethanië, waarvan men zegt dat
die na Maria van Magdalon de meeste bezoekers krijgen!' [GJE1-146:12] Maria
Magdalena is dus niet Maria van Magdalon! Haar naam is weliswaar identiek aan
Magdalena von Magdalon; zij leidt een groep Romeinen en Grieken in Jeruzalem
naar de herberg op de Olijfberg, waar Jezus met de Zijnen logeert; zij wordt
soms 'de meid' genoemd; haar genezing van bezetenheid door Jezus; vermelding
van de ware naam en oorsprong van het kasteel Magdalon en haar rijkdom; later
komt zij weer bij hetzelfde gezelschap op de Olijfberg; zij maakt de voeten van
Jezus nat met haar tranen en droogt deze met haar haren; in Bethanië zalft ze
de voeten van Jezus.
Maria van Bethanië: Zuster van
Lazarus; zij zalft de voeten van Jezus.
Maria van Jozef: Lichamelijke
moeder van Jezus [zonder conceptie!], zij was de tweede vrouw van Jozef
[GJE1-189]; Gabriel's getuigenis over Maria tijdens haar aanwezigheid in het
gezelschap van de Heer bij Kisjonah [GJE9-130]; deze bood moeder Maria een huis
aan met een klein landgoed waar ze de arme kinderen van Kis les gaf [GJE1-230];
Over haar bescheidenheid lezen we in GJE9-195.
Maria van Jozef: M-ar-jah = M =
mijn, Ar =licht, Jah = ik [mijn lichtkleed]; De Heer Zelf noemde Maria NOOIT
Zijn moeder; Jezus kwam via Maria ter wereld; nadat Hij echter Zijn Godheid in
zijn menselijk lichaam had verworven, legde Hij al het menselijke van haar af.
Onder Zoon van Maria wordt het menselijke begrepen, dat Hij aannam.
Mars: Planeet, symbool van strijd en oorlog [GJE3-102:19].
Martha von Bethanïe: Zuster van Lazarus.
Materie: Is niets
anders dan de wil van de almachtige Vader, dat voor een bepaalde tijd vaste
vorm heeft aangenomen. Huis van de dood, materiedeel van de goddelijke toorn,
getemperd door genade; materie is een samenstelling van substanties; in de
geestelijke wereld is alles substantieel en niet materieel.
Materiële waarden: Waarden en geld in economische recessie; Jezus had Zijn leerlingen er
opmerkzaam op gemaakt, dat er spoedig een tijd zal komen, waarin het geld, goud
en zilver de mens regeren zal; Het geld zal bepalen hoeveel men voor de wereld
waard is. Dat zal een slechte tijd zijn. Het licht van het geloof zal doven en de
naastenliefde zal evenzo hard en koud zijn als het geld. [Mattheus 10:10]
Mathael: Hij was een van de vijf bezeten straatrovers die door de Romeinen onder de
hoofdman Julius gevangen werd genomen en bij Markus, de oude soldaat en
kameraad van Cyrenius in de buurt van Tiberias, genezen. Hij, Mathael zal
spoedig tot grote wijsheid komen [zijn wedergeboorte is hem beloofd door de
engel Raphael tijdens dit aardse leven]. Hij wordt door de Heer aan koning
Ouran als leraar gegeven; door Ouran aangesteld als zijn onderkoning en
getrouwd met Ouran's nobele dochter Helena. Zijn roeping was de voorloper van
Paulus onder de heidenen.
Mattheus: Douanebeambte, Griek van geboorte en
Romeins staatsburger; hij was de eigenaar van het tolstation bij Sibara aan de
noordelijke oever van de Galilese zee; hij verzorgde de Heer in zijn herberg,
want Jezus genas zijn oom, die aan jicht leed, en werd Zijn leerling; Mattheus
is mogelijk identiek aan Matthias, herbergier bij Kapernaum waar de Heer meerdere
keren verbleef.
Mattheus: Naam van een apostel en evangelist; [Marcus 3:18, Luc.6:15, Hand.1:13,
Matth.10:3]; Mattheus de tollenaar: [Matth.9:9]; in parallelteksten heet hij
Levi: [Marc.2:14, Luc.5:27]; Hij was apostel en evangelist, een Galileeër;
douanebeambte in dienst van de Romeinen in Sichar [bij de grote tolmuur aan het
meer van Genezareth]; hij maakte aantekeningen van de Jeugd van Jezus; zijn
roeping door Jezus om de leerprediking op de berg van Garazim bij Sichar op te
nemen; later werd hij de apostel van India; zijn evangelie kwam nooit naar
Europa, maar hij was wel de creator van het echte Matthaus-evangelie, dat we
kennen onder de naam L'Rabbas; hij schreef pas na de aardse tijd van Jezus dit
alles op in Sidon volgens verschillende bronnen en ooggetuigenverslagen.
[GJE1-38]
Mayerhofer: Volgens lezers
van Lorber zou hij een incarnatie zijn van Jafet, de zoon van Noach [of de
geest van Jafet leefde in hem]. Hij leefde als Duits gepensioneerde en Griekse
majoor in Triest. [Dld]
Medicijn: Het medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en niet omgekeerd.
[GJE2-154]
Meer van Galilea:
Dit meer had 2.000 jaar geleden een veel meerzeer uitgestrekte en diepere
zee met een totale doorsnede van 4.000 klafter. [GJE2-134]
Melchizedek: Hij was God Zelf; de koning [priester] van Salem –
Hij was er ineens en leefde in de tijd van Abraham en Zijn naam betekent:
‘Koning der gerechtigheid!’ Abraham bracht Hem eens het tiende van een
veroverde buit [Genesis 14:18-20]..
Mensenzoon Jezus: Dat is de Heer betreffende het Woord; het teken van de Zoon des Mensen in
de hemel is de verschijning van de goddelijke waarheid in het woord van Hem.
Menswording: Dat is een wezenlijk kenmerk van het christelijk
geloof: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus werkelijk
mens is geworden, die is van God’ (1 Joh.4:2). God heeft Zich ten
volle geopenbaard in het vlees [lichaam] door een menselijke gestalte aan te
nemen en heeft de Menswording aangenomen en gestreden tegen allerlei
verleidingen als Mens.
Merkteken op de [rechter]hand: De
industriewereld, de heerszucht door macht.
Merkteken op het voorhoofd: Heerszucht door
het wereldse verstand.
Messias: Middelaar tussen het puur menselijk
verstand en de goddelijk-geestelijke waarheid; een ander woord voor Messias is
Heiland of Verlosser. [Messias in het hebreeuws: M=40 Sh=300 I=10 Ch=8 – De
Sephardische joden hebben deze titel verbonden met de 358ste dag van het jaar,
dat is 25 december].
Metafysiek: Metafysica in donkere tijden is
noodzakelijk.
Methusalem: Deze
stierf volgens de overlevering van de Rabbijnen één week voor de zondvloed. Ook
Methusalah genoemd en zijn naam betekent ‘doodsoverwinnaar’; hij werd 969 jaar
oud. Daarom zegt men wel eens: ‘zo oud als Methusalem’. Hij was een zoon van
Henoch.
Micha: De 6e van de kleine profeten.
Michael: Deze oerengel symboliseert het
hemelse gezelschap; Gabriel en Michael zijn allen in de hemel, die in de
wijsheid van de Heer zijn en Hem aanbidden; De
aartsengel Michael en de satan vochten om het lichaam van Mozes, dat wil zeggen
om de dode materie van zijn leer. De aartsengel Michaël, de machtigste hemelgeest - na God,
heeft met al zijn kracht en macht toch drie dagen en nachten een harde strijd
moeten strijden om het lichaam van Mozes.
En Michael heeft na een gevecht van drie dagen het lichaam van Mozes aan
de satan moeten afstaan! GJE1-131, GJE1-67, GJE2-89].
Middellandse Zee: De
middenzee van alle zeeën. Het echte midden is daar, waar de Heer is. Het land
Israel ligt ook in het midden van de wereld [uit de oude Midrash]. Jeruzalem is
daarvan weer het midden. De
Middellandse zee kan als zee bij uitsluiting de Middenzee heten, omdat het
echte midden daar is, waar de Heer is! En omdat de Heer hier bij deze zee is,
daarom is dit de Middellandse Zee, het midden der zeeën! [J.J. 218]
Migdal: Woonplaats van Maria Magdalena’ betekent ‘wachttoren,
vesting’; tegenwoordig existeert daar in het woeste landvlakte nog een brokstuk
van een poort, wellicht van 2.000 jaar geleden.
Milt: Een vuurhaard, vuurkachel.
Mitsrajim: Betekent Egypte.
Mohammed: Eertijds werd hij boven de
Mohammedanen geplaatst, maar omdat hij als ‘God’ over alle dingen van hun
religie wilde regeren, werd hij van zijn zetel verstoten.
Moren: Dat zijn
de Ethiopiërs’.
Morgenkop: Deze zeer hoge berg lag eerst bij
Genezaret, maar werd 2.000 jaar geleden verplaatst naar een veel meer
noordelijk gelegen omgeving van Kis in een heuvelig gebied en als berg veel
lager en afgevlakter.
Morgenland: Het koninkrijk van God, het juiste koninkrijk
van het leven; betekent de eeuwige leer.
Morgenschemering: Het symboliseert
de mens, die het Woord van God begint te horen.
Morgenster: Symboliseert Jezus Christus.
Moslims: [Islam] Er zullen tijden komen, waarin men de
verontreinigde leer van de Heer te vuur en te zwaard aan de volkeren zal
prediken, maar dat zal een grote ramp voor de mensen zijn [GJE2-59].
Mozaïsche wet: (Hebreeuws: תֹּורַת
מֹשֶׁה, in de Septuagint, ‘woord van Mozes’, ‘leer van Mozes’) is de
naam die in de Hebreeuwse Bijbel wordt gegeven aan de religieuze wet van de
Israëlieten. Het is in bredere zin ook een aanduiding van de eerste vijf boeken
van de Hebreeuwse Bijbel, omdat deze traditioneel aan Mozes werden
toegeschreven. Deze vijf boeken van Mozes staan in het Jodendom bekend als de
Thora (‘Wet’).
Mozes [Moisez]: In Exodus 2:10 wordt zijn naam
populair verklaard; Mozes betekent: ‘mijn opname’: Moi ie sez.
Murahel: Zie Philopold.
Myriaden: Dit woord komt voor in het
Bijbelboek Openbaringen, als er gesproken wordt over ‘myriaden van engelen;
[Openb. 5:11, Lucas, Handelingen en Hebreeën, Brief van Judas.] Het woord ‘myriaden’ wordt gebruikt om
aan te geven dat het gaat om een ontelbaar grote groep.
Mythe: Het woord ‘mythe’ betekent
‘overlevering’, maar het Latijnse woord ‘Fabula’ betekent ‘fabel’. Fa = vuur en Bel = bol, dus vuurbol.
Een dergelijke betekenis zal men niet in een woordenboek aantreffen. Magie in
een woord kan een etymologische achtergrond hebben. Zoals piramiden de naam
‘chammajim’ dragen, zo heeft schoorsteen de naam ‘cheminee’. Beiden hebben met
vuur te maken. Mythen
waren overeenstemmingen waaruit de oermensen spraken; de wetenschap van
overeenstemmingen werd in Griekenland mythisch; oude mythen hebben op
menselijke zielen nog een samenhang.
Naamgeving: In
Bijbelse tijden kregen de kinderen nooit de naam van vader en moeder, opa of
oma. Jaspar betekent bijvoorbeeld ‘hij zal schrijven’. De namen werden destijds
intuïtief gegeven, passend bij de ziel. [1 Samuel 25:25].
Nadenken: Op een
natuurlijke en geestelijke wijze nadenken, terwijl men het Woord leest.
Nahim: Het eerste leerjaar van Jezus was ook die van Naïn in
Galilea, maar het volgende vond plaats in Nahim in Judea: er bestaan twee soortgelijke
dorpjes, die met elkaar geen verband houden,om verwarring te voorkomen.
Naïn [Nain]: (Hebreeuws: ניין, ligt circa 20 kilometer zuidwestelijk van het meer van
Genezaret en 7 kilometer zuidwestelijk van de foutieve Taborberg, in een
bergachtige regio, aan de zuidelijke grens van Galilea naar Samaria. Naïn wordt
in het Nieuwe Testament van de Bijbel vermeld, het stadje geniet vooral
bekendheid wegens een van de wonderen van Jezus. Gedurende de tijd nam Naïn in
betekenis af. Op een bepaald moment was het niet meer dan een gehucht, waar
slechts enkele families woonden. Aan het eind van de 19e eeuw werd Naïn
beschreven als een klein dorp. Naïn wordt tegenwoordig regelmatig door pelgrims
en toeristen bezocht. Volgens het Lukasevangelie 7:11-17 ging Jezus samen met
de apostelen en een grote mensenschare naar Naïn. Net voor de stadspoort kwam
Hij een grote rouwstoet tegen, het betrof de begrafenis van de enige zoon van
een weduwe. Jezus kreeg medelijden met de vrouw en beval de dode jongen op te
staan. In aanwezigheid van de weduwe en een grote menigte stond de dode jongen
op en begon te spreken. Jezus moet ook via Naïn gereisd hebben, toen Hij
volgens het evangelieboek Mattheüs, vanuit Nazareth komend, onderweg was naar
Kapernaüm.
Nathanaël: Betekent ‘gegeven heeft God’. Discipel of leerling van
Jezus-; hij wordt genoemd in Joh.21:2 ; in de apostellijst komt hij echter niet
voor; men speculeert dat hij dezelfde is als Bartolomeüs [maar deze naamdrager
betekent geheel iets anders; Nathanaël was de derde volgeling van Jezus; hij
was visser in het gebied van Bethabara aan de Jordaan, ook goed bekend met
Petrus en Philippus; hij werd geroepen door de Heer. En was aanwezig toen Jezus
werd gedoopt door Johannes en hoorde zijn getuigenis over de Heer; was ook de schrijver
van het Grieks evangelie [GJE1-149]; hij rapporteert over de wonderen van de
Heer en concludeert: het grootste en eeuwig blijvend wonder is Zijn woord.
Natuurgeesten: Dat zijn voor het menselijke oog onzichtbare lucht-
een aardewezens, bekleed met een niet-999 stoffelijk lichaam.
Nazarener: Dat is de bijnaam voor Jezus; Nazaret betekent
‘jonge spruit’ of ‘bewaker’; Nazarener of Nazoreeër is de naam voor iemand, die
uit Nazareth komt.
Nazareth: (Hebreeuws: נצרת -
Natsrat, Arabisch: Elnasrat,) was een stadje in het voormalig
Palestina; het bestaat allang niet meer
en werd na de val van Jeruzalem tussen 65-75 n. Chr. door de Romeinen, zoals
ook met ieder joods dorpje en stadje, met de grond gelijk gemaakt. Enkele
vrienden van de geschriften van Jakob Lorber weten af van de juiste ligging,
want de plek ligt vlak aan de Jordaan en is enkele uren te voet van het
voormalige Kapernaüm.
Neus goed gevormd en zacht: Een uiterst
delicaat en zeer scherp emotioneel ritme.
Neus, scherpe: Onmiskenbaar beoordelingsvermogen.
Nicea, kerkelijke vergadering van: Deze
werd bijeengeroepen om de verdoemde ketterij van Arius te verwerpen; die
vergadering introduceerde de leer van drie goddelijke personen uit de
eeuwigheid; dit gaf aanleiding tot het huidige gerechtvaardigde geloof; de raad
begreep geen andere drie-eenheid dan een drieënige Godheid.
Nicodemus: Betekent ‘volksoverwinnaar’;
de verborgen liefde tot de Heer; hij was in de tijd van Jezus een overste der
joden; in een nacht vroeg hij Jezus om raad, want hij wilde niet dat men hem
zag gaan naar Jezus. Toen later Jezus gekruisigd zou worden, zei hij dat het
toch wel nodig was iemand te verhoren alvorens over Hem te oordelen; bij de
begrafenis van Jezus bracht hij 100 pond specerijen mee om zijn lichaam te
balsamen; maar zonder het te bekennen stond hij aan Jezus’ kant; [Joh.3:7:19];
Nicodemus was ook tempelhoofd en de hoogste burgemeester van Jeruzalem, een
geheime aanhanger van Jezus. In zijn volgende bezoek komt hij aan bij Lazarus
op de Olijfberg tijdens een lichtverschijning van 12 twaalf pilaren, waar hij
de Heer ontmoet met de leerlingen; hierna verblijven Jezus en de leerlingen in
de herberg van Nicodemus in Emmaus, waar ook de zeven Nubiërs arriveren; laat op de avond van de dag van de ‘intocht
van Jezus’ in Jeruzalem gaf Hij Zijn laatste leerprediking in de tempel, en
komt Nicodemus opnieuw naar Hem toe met drie stadsoversten die bij Lazarus in
Bethanië verblijven en Jezus hulp aanbieden om te vluchten naar het buitenland
[GJE11-68].
Nieren: Vreugde, rustplek van de ziel.
Nieuwe
Openbaringen: Miljoenen mensen hebben hun oordeel al klaar over de
Heer, zelfs nu Hij allang is teruggekomen op de wolken, zoals voorspeld. Want
het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe Openbaringen als belangrijke aanvulling
op de Bijbel voor geldig te houden, maar toch kan de NO beschouwd worden als
een zeer goede ontsluiering van het Woord. De Heer heeft immers Zelf voorspeld,
dat Zijn Woord eeuwig en altoos gehouden zal worden [GJE 1-5-16].
Nijl: Op één na de langste rivier van de Aarde,
namelijk 6.650 km; het water in de Nijl veranderde eenmaal tot bloed bij Mozes.
NO: Afkorting voor ‘Nieuwe Openbaringen’.
Noach: Deze was een oprecht gelovig mens en trouw aan de Heer.
Hij speelde een belangrijke rol bij de bouw van de ark in 1656 n. Adam vanwege
de komende zondvloed. Noach = ‘rust’,
‘vrede’, ‘troost’; zoon van Lamech, vader van Sem; hij nam dieren en zijn gezin
mee in de ark om de zondvloed te overleven; veertig dagen lang regende het
totdat het water 15 el boven de hoogste bergtop stond; toen na 150 dagen het
water zakte, leefde hij met met zijn zonen Sem, Cham en Jafet nog langer en
hijzelf 350 jaar en hij stierf met 950 jaar; [Gen. 6-9].
Nod: Betekent ‘ver van God af’; in het Hebr. is Nod is
‘verbanning’ en Nud ‘ronddwalen’. Betekent
verder een stad waar men heen kon vluchten en men zich veilig stelde, zoals
Kajin dat deed, toen hij zijn broer Abel vermoord had; Nod lag ten Oosten van
Eden.
Noha: ‘Nou’ = nieuw, ‘Ha’ = hebr. van ‘Cha’ = leven, het
‘overleven’, ‘Nou-aha’ = nieuwe liefde, nieuw verbond; nieuw huwelijk van God
met de mensheid; de gerechtigde zoon.
Noorden: De wereld in de sfeer van haar beproevende deemoediging.
Noordse ijsbeer: Dat is Rusland.
Nostradamus: Geboren op 23-12-1503 (of op 14
december volgens de juliaanse kalender); hij was een Frans apotheker. Volgens vele bronnen zou hij
ook een arts zijn geweest, hoewel hij uit de Faculteit der Geneeskunde van
Montpellier is gezet. Zoals veel van zijn collega's uit de tijd der Renaissance
beoefende hij ook de astrologie. Hij heeft vele toekomstvoorspellingen gedaan.
Het belangrijkste wat ons nog te wachten zou staan is de komst van de persoon
Chiren. Dit zou een Europeaan zijn, die langdurige wereldvrede zou brengen. Hij
heeft zijn eigen sterftedatum voorspeld.
Nubië: Noua Bia: Nieuwe
woonplek.
O, letter: De volledige Godheid in haar
zuiverheid of reinheid; het oog der Godheid. Wordt veel toegepast in de derde
hemel omdat het een volle toon geeft.
Obadja: De profeet van heden en toekomst, profeet van het
uiterlijke en innerlijke, zoals het uiterlijk geloof en innerlijke liefde.
Octavianus
Augustus: Keizer Augustus ten tijde van
Jezus, broer van Cyrenius en Cornelius.
Oertijd: Ontstaan met de ‘oerknal’ of big
bang is een populaire benaming van de kosmologische theorie, die op basis van
de algemene relativiteitstheorie aannemelijk maakt dat 13,8 miljard jaar
geleden het heelal ontstond uit een enorm heet punt, met een bijna oneindig
grote dichtheid. Tegelijkertijd met de oerknal zouden ruimte en tijd zijn
ontstaan. De theorie is onder meer
gebaseerd op de waarneming van het voortdurend uitdijende heelal, en er blijkt
geen grens te zijn aan dit oneindige.
Ofel: Een heuvel, zuidelijk van Jeruzalem; de tempelheuvel; de
Davidsstad; wordt in diverse Bijbelteksten genoemd.
Olav Rodge: Pater Olav
Rodge uit Bergen [Noorwegen], gedateerd was uit 1952. In dit schrijven gaat het
over een toekomstige wegvoering van deze aarde. Zijn artikel kan men downloaden
onder: https://www.gloria.tv/media/nsk1kMAwMm5; het betreft een thema
over ‘wegvoeringen’.
Olijfberg: De
Olijfberg is een bergrug ten oosten van het toenmalige Jeruzalem. Tussen de
berg en de stad ligt het Kedrondal. ‘De olijfberg zal voor Zijn majesteit in
tweeën scheuren’. [Zacharias 14:3] Deze
is 804 meter hoog en ligt ten Noord
Oosten van Jeruzalem, precies aan de overkant van de Kidron-vallei. De top van
deze berg is slechts 54 meter hoger dan
de berghoogte van Jeruzalem (750 meter). De profeten Haggaï, Zacharias en
Maleachie zijn daar begraven. De Heer is van daar opgestegen ten hemel. De
Olijfberg ligt iets buiten Jeruzalem en strekt zich bijna uit tot het
voormalige Bethanië. Daar, waar de Heer is opgestegen, moet gelegen zijn tussen
Jeruzalem en Bethanië. Aan de voet van de berg ligt het hof van Gethsemane. Als
Adam en Eva uit het paradijs verdreven waren hadden zij daar in een van de grotten
getreurd. Het was destijds een woeste plek. Gethsemane is een half uur van
de plek van het avondmaal. Volgens de beschrijvong van Lorber moet het
toenmalige paradijs gelegen hebben in de streek van Bethlehem! De top van de
olijfberg is circa 75 meter hoger dan het tempelplein.
Onderaarde: Dat is in
de eerste plaats de hel.
Oneindigheid: God is oneindig omdat Hij in
Zichzelf is en existeert en omdat Hij vóór de schepping der wereld was, dus
voordat ruimtes en tijden werden geschapen; het oneindige is in het eindige
zoals in de opnamevaten, en in mensen, die van elkaar evenbeelden zijn; de
oneindigheid en de eeuwigheid houden vast aan het goddelijke wezen; de
oneindigheid van God heeft betrekking op het zijn, de liefde op het wezen van
Hem; in het Woord is er een oneindigheid, dat wil zeggen het bevat ontelbare
dingen, aangezien zelfs engelen dat bij zichzelf niet kunnen overzien; de
oneindigheid van God in relatie tot de ruimte betekent onmeetbaarheid.
Onmogelijk: Het is voor God onmogelijk iemand
te veroordelen die rechtvaardig leeft en op de juist wijze gelooft; anderzijds
is het ook onmogelijk voor God iemand zalig te verklaren, wanneer deze slecht
leeft en bijgevolg in verkeerde dingen gelooft; dit is tegen de almacht van
God; het is ook onmogelijk voor God mensen op een andere manier te verlossen
dan door het veronderstelde menselijke.
Oorlogen van Jehovah: Dit was de naam
van het historische deel van het Oude Woord. Onder deze oorlogen van Jehovah
werd begrepen en beschreven ‘de oorlogen van de Heer’ met de hellen en de
overwinning over ze, omdat Hij in de wereld zou komen.
Openbaring van Johannes: Voornamelijk geschreven in analoge overeenkomstigheden;
het beschrijft hoe de christelijke kerk tegenwoordig is opgebouwd, en ook dat
de Heer dan zal terugkomen, de hellen zal onderwerpen en een nieuwe engelhemel
zal scheppen, om daarna een nieuwe kerk op aarde te stichten; Alles is nu in de
Openbaringen geopenbaard en verklaard, ter wille van de nieuwe kerk.
Openbaring: Zonder openbaring is kennis van God
en erkenning van God niet mogelijk; door de openbaring kan de mens deze invloed
opnemen, en zo een geestelijk mens worden vanuit zijn natuurlijkheid; de
oorspronkelijke openbaring heeft zich over de hele wereld verspreid, maar vele
mensen hebben het op diverse manieren verdraaid.
Openbaringen, de Nieuwe: Zie ‘Nieuwe
Openbaringen’; Zijn Woord zal eeuwg en altoos gehouden worden [GJE1-5-16]; God
toont de ziel innerlijke beschouwingen via de buitengewone Openbaringen, dat is
Zijn Nieuwe Woord, de weg naar Zijn orde. [GJE2-210]
Opgravingen: Waar een ruïneheuvel [tell] is, daar was
vroeger vaak een stad.
Oren: symboliseert de voeten van het hoofd, waarop men loopt.
Oriënt: Betekent het ‘Oosten’Orion: (Afkorting Ori) is een
opvallend sterrenbeeld aan de hemelequator In de Griekse mythologi was Orion
een jager die de Plejaden achtervolgde. Op het noordelijk halfrond is Orion in
de winter niet te missen. Hij lijkt op een zandloper met linksboven een heldere
ster en er
omheen nog een paar. Samen worden ze de Gordel vaan Orion, Driekoningen of de
Jakobsstaf genoemd.
Orion: symboliseert de Liefde van God.
ornelius: De Heer zei tegen hem: ‘Over een
aantal jaren zullen Mijn met Gods Geest vervulde leerlingen bij jullie komen en
je dopen met de Geest van God. Je zult daardoor alles krijgen wat je nodig
hebt… Over enige jaren, wanneer je gedoopt wordt met de Heilige Geest uit God,
zal deze Geest jou en alle anderen inwijden in alle hemelse wijsheid. Dan pas
zul je alles heel duidelijk zien, wat je nu nog donker en verward voor je
ziet.! Maar bewaar hetgeen je nu geopenbaard is alleen voor jezelf. [GJE2-63:6
en GJE2-47:14]; Cornelius was de jongste broer van de hoofdstadhouder en
vicekeizer Cyrenius. Zijn persoon komt na lange tijd weer ter sprake in Sichar,
zonder hem bij naam te noemen. Hij was ten tijde van de dertigjarige Jezus
overste in Kapernaum [GJE1-87]; Zijn dochter wordt door Jezus opgewekt
[GJE1-128]. Zijn leeftijd wordt genoemd, tegen de zestig jaar. [GJE3-167] Broer van Cyrenius en keizer Augustus; Kisjonah
had een dochter en die huwde met Cornelius en dus werd Cornelius schoonzoon van
Kisjonah uit Kis. [GJE2-56]
Oude Poort: Bekend in Jeruzalem [Neh.3:6, 12:39]
ten westen van de tempel. De poort zou ook de Efraïmpoort geheten hebben.
Oud-Hebreeuws: לשון הקודש: 'De heilige taal' is de taal van
het jodendom. Er bestaan verschillende historische perioden: achtereenvolgens
het Hebreeuws van de Thora. Op diverse manieren heeft het Hebreeuws invloed
uitgeoefend op de Nederlandse woordenschat. Een deel van de woorden is via het
Jiddisch gekomen; hiervan worden veel woorden niet in Vlaanderen gebruikt. Een
ander deel is rechtstreeks aan het Hebreeuws ontleend, voornamelijk onder
invloed van het jodendom. Verder is een groot deel via talen als het Grieks en
Latijn aan het Hebreeuws ontleend. Voorbeelden van woorden van Hebreeuwse
oorsprong, die via het Jiddisch in de Nederlandse taal kwamen: bajes (van bajit
= huis), gabber (van chaver = vriend), goochem (van chacham =
wijze), jajem (van jajin = wijn), jat, jatten (van jad = hand;
ook het aanwijsstokje met een handje, de 'jad'), lef (van lev
= hart), mesjogge (van mesjoega' = gek), smeris (van sjmirot =
patrouilles van beveiliging), sores (van tsarot = zorgen) en tof (van tov
= goed).
Palestina: Afgeleid
van Filistea en het Hebreeuwse woord voor Filistijnen staat in Jesaja 14:29
beschreven. Het heilige land: Zacharia 2:12. Wordt in de Bijbel Kanaän genoemd.
Het is een smalle strook land in Zuidwest-Azië, aan de Midellandse Zee, 240
kilometer lang, 140 kilometer breed, met een oppervlakte van 26.000 vierkante
kilometer. Nadat de joden het veroverd hadden, noemde men het Israël.
Palmstad: Andere naam voor Jericho.
Paradijs, het: Dit zou gelegen zijn bij Bethlehem,
geboorteplaats van Jezus. Paulus had een mystieke ervaring, dat hij weggevoerd
werd naar het paradijs [2 Kor.12:4]; Hebr.: ‘Pardes’ = ‘boomgaard, tuin’. Komt
voor in Hooglied 4:13, Pred.2:5, Neh.2:8; het aardse paradijs heet in de Bijbel
Eden.
Patmos: Eiland in de Egeïsche zee, waar Johannes zijn visioenen
beschreef. [Openb.1:9].
Paulus: Saulus van Tarsus (Cilicië), ca. 29 n.
Chr. Leider van de vroege christelijke kerk en
speelde een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van
het christendom in de gebieden rondom
de Middellandse Zee,
in het bijzonder in Klein-Azië en Griekenland. Zijn naam wordt het eerst
gebruikt bij zijn ontmoeting met de landvoogd Sergius; zijn Hebr. naam Saul,
die in de Griekse vorm Saulus de lachlust kon opwekken.
Peleg: Zoon van Heber, familie van Noach; hij werd 209
jaar; zijn naam betekent ‘verdeling’; want in zijn tijd ontstonden de
verschillende talen; zie peleg als ‘ploeg’, ‘omploegen’.
Pella: Stad van de Decapolis, door de overlevering aangewezen als
de wijkplaats der christengemeente van Jeruzalem bij de ondergang van de
‘Heilige’ stad.
Pentapolis: Het vijfstedengebied. [Gen.13], nl.
Sodom, Gomorra, Adaa, Zeboïm en Bela [di. Zoar]; zij worden voltallig genoemd in
Gen.14:1,8, terwijl in de volgende verzen slechts de koningen van Sodom en
Gomorra nadrukkelijk worden vermeld als verslagen, de eerstgenoemde Abraham
tegemoet gaat. Lot woonde in Sodom, dat zeer slecht was. Lot vlucht daarna naar
het ‘kleine’ Zoar, dat gespaard blijft van een vernietiging der vier steden
zonder Zoar [Gen.10:19], hiervan is alleen sprake in Deut.29:22. Over de Adama
en Zeboïm spreekt slechts Hos.11:8. Klaagliederen 4:6 heeft het over Zoar. Ook
Gen.19:23,30 wordt verder één keer genoemd in de gebiedsbeschrijvingen. Men kan
de resten van Zoar vermoeden in de ruïne van Ba bed-Dra.
Personagelijst
[A-Z]
Personagelijst
[A-Z]
Petrus was de zoon van Jona in
Bethsaïda, van beroep visser, later ‘mensenvisser’. Petrus = Kephas, Kepha =
‘fundament’, ‘hoeksteen’.
Petrus: Bar Jona in Matth.16:17; De apostel Petrus was
enige jaren na de hemelvaart van Jezus bij Jozef van Arimathea. De brieven der
Hebreeën zijn niet door hem geschreven, maar waarschijnlijk door Paulus. In
Geschenken uit de Hemel, 3-64-22 zegt de Heer, dat Petrus zelf, voordat hij nog
van Jeruzalem wegging, waar hij zich enige tijd ophield, in een van de huizen
van Lazarus, Nicodemus, of van Jozef van Arimathea, het klaarblijkelijk nodig
achtte in Jeruzalem een zogenaamde kerkvolkverzameling te houden.
Pharao: Vare on = ‘hij hoedt’, ‘hij is de herder’ [Varaonen, Varion; Phar = vruchtbaar.
Pharizeeër: Varizaer betekent ‘hoeder’,
‘herder’; een Farizeeër is ook een soort ‘koning’ op de troon, die met zijn
scepter regeert.
Philippus was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de
Schrift wist gaf hij onderwijs aan de arme vissers. Hij kende Jozef van
Nazareth persoonlijk, en kende Jezus ook en wist daarom veel van wat er bij
Zijn geboorte en in Zijn jeugd was voorgevallen. Hij was ook een van de
weinigen, die in Zijn persoon heimelijk de Messias verwachtte; Philippus en nog
enkelen hadden een zekere hoop behouden, want ze kenden de voorspelling van
Siméon en Anna, die bij Zijn besnijdenis in de tempel uitgesproken werd, en
daar verwachtten ze veel van. [GJE1-9:3-5, GJE 1-9-2) Philippus. [=zijn naam betekent paardevriend].
Philippus: ‘Langs de weg, die nog enige tijd langs de oevers van de
Jordaan slingerde, troffen wij Philippus aan, eveneens geboortig uit Bethsaïda,
die in alle vroegte met een slecht net in de golven van de Jordaan een ontbijt
zocht. Petrus vestigde de aandacht op de Heer en zei: 'O Heer! Deze man lijdt
veel en is zeer arm, maar tevens is hij een zeer eerlijk en een godvruchtig
mens. Wat zou U er van denken, als U hem ook met ons mee liet gaan?' Op zo'n
hartverwarmend voorstel van Petrus kan Ik alleen maar antwoorden met:
'Philippus, volg Mij!' Deze laat zich dat geen tweemaal zeggen, laat zijn net
op de grond vallen en volgt Mij, zonder te vragen waarheen. Pas onderweg zegt Petrus
tegen hem: 'Degene, die wij volgen, is de Messias!' Philippus zegt dan: 'Op het
moment, dat Hij mij zo liefderijk geroepen heeft, heeft mijn hart mij dat al
ingegeven'.
Philopold: Deze was een Griek en koppig
stoïcijns. Hij ontvangt van de Heer een herinnering aan zijn eerdere leven op
een andere wereldlichaam [planeet]. De engel Archiel brengt hem het bewijs met
een boekrol uit een zonnewereld van de ster Procyo [daar Akka genoemd], want
hij woonde eertijds daar en werd toen Murahel genoemd. In Kana in het dal werd
hij bekeerd, bezoekt daar de Heer en later beschrijft hij een biografie van de
goddelijkheid van Jezus van Nazareth.
Phoikas: Een Griekse jeugdnaam van de latere koopman Agamelom,
die later werd geadopteerd door een barmhartige jood in Tyrus en bekeerd werd
tot het Jodendom. Later ontmoet hij de Heer in een herberg in het Jordaandal.
[GJE11-7]
Pilatus
procedure: 26-36 n. Chr. Zijn vrouw is gevlucht naar het huis van
Lazarus en Stefanus een nog niet bekende jongeling bracht haar in het geheim
voeding. Toen Jezus ruim 30 jaar was,
regeerde de landvoogd Pontius Pilatus met een harde hand. [GJE1-150] Pontius Pilatus, de verwijfde slappe
landvoogd, was al aan de macht toen Jezus een half jaar met Zijn prediking
begonnen was. En dat was al in het jaar 25 n. Chr. Pilatus regeerde tot 30 n. Chr. Als Jezus in het jaar
28 n. Chr. gekruisigd werd, dan zou Pilatus nog 2 jaar geregeerd hebben! Het
14-jarige meisje Jarah droomde tevoren, dat de zwakke Romeinse landvoogd Jezus
tot de dood aan het kruis laat veroordelen. En Jezus heeft bij al die pijnlijke
martelingen niet één kreet van pijn gegeven. Ze spijkerden de Heer aan het
dwarshout. Met Pontius Pilatus is echter niets te beginnen (zei de hoofdman uit
Genezareth). Hij is een natuurvorser, een boezemvriend van de geleerden van
Pompeji en Herculanum, en hij bekommert zich weinig om regeringszaken. Hij laat
Herodes en de tempelpriesters hun willekeur maar botvieren, als zij hun schatting aan Rome
maar op tijd en op de juiste wijze betalen. Gelukkig behoor ik hier niet bij de
staf van Pontius Pilatus, maar bij die van Cornelius en die staat weer onder de
wijze en heel rechtvaardige oude vader Cyrenius.
Piramide: ‘Pira mi dai’ betekent: ‘geef me
wijsheid’ [GJE4-206:5, GJE5-72:3] het geloof, het gerechtigde deemoedige
leven van de mens.
Plaatsen in de geestelijke wereld: In de
geestelijke wereld zijn er plaatsen, steden zoals in de natuurlijke wereld,
maar daar zijn deze slechts een
verschijning van de plaats volgens de staat van liefde en wijsheid; de geest
kan van de ene plaats naar de andere worden verplaatst met betrekking tot
verder schouwen, terwijl het geestelijk lichaam in zijn eigen plaats vertoeft;
iedereen wisselt vanaf zijn kindertijd naar de ouderdom naar diverse plaatsen
en liggingen [verhuizingen] in de
geestelijke wereld.
Plagen: De plagen in Egypte worden vergeleken met de plagen in
de Openbaring; elke plaag duidt op iets verkeerds in geestelijke zin; de
verwoesting zal voortzetten totdat ze valt.
Pontius Pilatus was een trage landvoogd.
[GJE2-86,120,163,192]; Zijn naam betekent: ‘met een speer’; zijn residentie was
in Caesarea [vlakbij Tiberias] aan het Galilese meer; ‘Pileatus’= met een hoed,
nl. de wolk om de top bij goed weer; Pilatus is de wereld. Tegenwoordig heet de
heuvel naast de berg Arbel ‘hoed’, dat zou de voormalige heuvel moeten zijn van
de Romein Marcus, aan het meer.
Pro-adamieten: 5 ½ jaar
miljard jaar geleden werd de aarde uit de centrale zon geworpen. Vóór Adam
bestonden er dierlijke mensen, de Hottentotten en de Papuas, die niet met Gods
geest geïnspireerd waren, want zij waren in hun spraak zonder articulatie.
Pro-consul van
Syrie en Cilicië: Deze was in 7 v. Chr. met de telling
begonnen; Munt van Quirinius = Cyrenius.
Profeten: Het Hebreeuwse woord voor profeet betekent
‘hij die voor een ander spreekt’.
Projectielen: Dat zijn voorwerpen, die door een
kracht wordt afgeschoten of weggeslingerd. Het doel van het afschieten van
projectielen is meestal om iets of iemand (het doel) zo te raken dat het
doel wordt uitgeschakeld (vernietigd, beschadigd, of gewond of gedood). Een projectiel wordt meestal als wapen
gebruikt. In ruimere zin kunnen brokstukken van een ontploffing of botsing
bedoeld, of onbedoeld, zoals bij een ongeluk, projectielen vormen. Projectielen
verplaatsen zich alleen door de snelheid die ze bij het afschieten hebben
meegekregen. Ze worden onderscheiden van voorwerpen met eigen aandrijving,
bijvoorbeeld raketten en vuurpijlen.
Pura: Pur = met overvloed, puur [lat.] = het pure, het
onberispelijke; Pura leefde ten tijde van Adam, incarneerde ca. 3.300 jaar
later in de latere Maria van Jozef, die het Kindje Jezus baarde.
Quepha = Q [kh] = geestelijk leven,
geestelijke zon [Ph] als symbool van de
verkondiging van de manifestatie van een geestelijk idee. Een echte rots waarop
de Heer zijn ware kerk de ware liefde en wijsheid uit hem kan opbouwen. Ook de
uiterlijke mens, die echter zijn hele wezen door allerlei beproevingen naar
binnen keert.
Rafa: betekent ‘reus‘.
Rafaël: Deze engel zegt: ‘Zelf heb ik reeds verscheidene
werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En al deze
werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van jullie. Alles
plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar net als hier
een grote volmaaktheid bereiken. En waarom zouden zij dat niet kunnen? Uiteindelijk
komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen van de toekomstige
gewassen nu al verscheidene miljarden jaren uit de kiemen van eerdere zaden
gereproduceerd zijn’. ‘Rafael is de leider en beheerser van alle werelden en
zonnen. Hij ziet eruit als een knaap van 16 jaar. Hij is net zo stil als een
zacht verkoelend avondbriesje en zo zacht als de zachtste wol van een lam.’
GJE2-140,166,145
Ram: Lat. ‘Aries’ en Hebr. ‘Ari-es’ dat ‘lichtvuur’ betekent;
in het Ind.: ‘ram’, oud-Egyp.: ‘Kostron’ = ‘hij is de kracht van de
opstanding’; ‘het openbaar worden van het leven’.
Rechter voet: De rechtervoet geeft de voortgang in de wereld aan
GJE1-44 [2].
Rechter: Eenmaal zal ieder volgens zijn geloof,
leven en de daden die hij volgens zijn geloof uit liefde heeft gedaan, zijn
eigen rechter zijn! De Heer zal niemand oordelen, maar rechter van ieder mens
zal zijn eigen liefde zijn. [GJE2-32:8,9]
Rechts: De
negatieve materiële kant van waaruit het bloed terug naar de longen en later
terug naar het hart wordt ge pompt.
Regulus: ‘Kleine koning’; R-G [reg] =
‘prikkelen’, ‘in beweging zetten’, L = ‘geluid van het geestelijke leven dat
verandert in het materiële’; R-g-l = ‘opwekker van leven’; ReG van ‘regent’;
reguleren.
Rijk van God geweld aandoen: Met de juiste
inspanning het koninkrijk van God veroveren.
Rip: Bescherming van het innerlijke; krachtig liefdesleven van
Adam als mens; Goddelijke genade en
barmhartigheid.
Robijn: Liefde van het hart; Hebr. ‘Our’ = licht, vuur , het
vuurlicht van de liefde; ‘Urim’ = liefde voor de natuur; liefde voor de naaste;
Werkzaamheden volgens het goddelijke woord; Urim = de aardse vasthoudendheid
van de rouwende Eva; zij is symbolisch te verstaan evenals haar gerechtigde
schaamrood, dat gekleurd is via het misbruik van de geheiligde liefde van Adam
in haar; Robijn betekent het hemels
‘goede’, welks goede van de derde hemel is.
Roklus: Hij was een Griek en leider van een deputatie uit
Caesarea Philippi op weg naar gouverneur Cyrenius, met onrechtmatigee
vastgoedpromoties; om deze redenen benoemt Cyrenius zijn eerste en vroegere
wapenbroeder, kameraad Markus, tot stadskolonel over deze stad en haar
omgeving; Roklus en zijn groep worden ontmaskerd als Essenen die de wonderen
van de Heer bij Markus willen bespioneren; maar allen worden geleidelijk door
de Heer zelf bekeerd; later ontving de Heer in Bethanië een delegatie van drie
Essenen; spoedig daarna gaat Jezus Zelf naar Essea; Roklus zich veel grondbezit
toegeëigend in Tyrus en Sidon en kon wat dat betreft zich zowaar met Cyrenius
grondbezit meten; Roklus kende Jezus van Nazareth al uit Diens jeugd en
beschreef dit in het bijzijn van Zinka en de engel Rafael. Roklus ontvangt van
de Heer de kracht en genade voor echte wondergenezingen, waarvan hij als eerste
der Essenen in Zijn aanwezigheid werkt.
Rome, Stichting: Dit zou
plaatsgevonden hebben rond het 753e
Romeinse jaar. Jezus geboorte vond plaats in het joodse jaar
7-1-4151. Keizer Augustus vierde enkele weken later op 5 februari 6 v. Chr.
zijn 25 jarige jubileum.
Roos: Symbool der liefde, de zuiverste, geurigste liefde tot
God uit het hart van de kerk.
Rots uitstekende in Galilea meer: Richting Kis vanuit Kapernaüm steekt een onbeklimbare
hoge rots uit het meer zodat het een erg sterke branding veroorzaakt. Direct
boven deze rots verhief zich 2.000 jaar geleden een hoog steil gebergte,
waarover vanaf die plek aan de kust geen weg meer voerde. [GJE1-147]
Rozendoorn: Symbool van alle beproevingen van de
vrijheid en de vele verleidingen van de wereld, tegelijkertijd ook de
vuurzuigers van de liefde.
Rugkant van de mens: Dat is zijn
geleefde zijde.
Ruth: Betekent ‘vriendin, gezellin’; de hoofdpersoon van
het gelijknamige Bijbelboek. Zij is een Moabitische, trouwt met haar losser
Boaz, wordt moeder van Obed en komt zo voor in de geslachtslijst van Jezus.
S : letter: Symboliseert de slangenhuid van de
eigenzinnig satanisch gescheiden eigenliefde.
Sabbatfeest: De zevende dag van de week symboliseert
de werkzame genade.
Sabbatsreis: 2.000 jaar geleden was een sabbatsreis circa 1
kilometer; de schriftgeleerden beweerden, dat men op een sabbat niet meer dan
1.000 meter mocht afleggen.
Sadduceeën: Deze tempelregeerders zonder enige
godsdienst geloofden alleen wat in de wet van Mozes stond; ze geloofden niet in
Jezus; evenmin in een leven na de dood; zij kwamen meestal voort uit voorname
priesterfamilies maar moesten niets hebben van de Farizeeërs; toen Jezus echter
veroordeeld moest worden, spanden zij zich met de Farizeeërs samen.
Salem: Betekent ‘heel’, ‘gaaf’ [Gen.14:1, Gen.33:18,
Hebr.7:1,2]; plaats waar Melchizedek koning in Jeruzalem is [Psalm 76:3]; Salem
is een andere naam voor Jeruzalem [Gen.14:18; Psalm 76:3, Hebr.7:1,2], de stad
van koning Mechzedek met Jeruzalem vereenzelvigd.
Salim: Stad in het
oosten van Midden-Samaria. Daar doopte Johannes de Doper. [Joh.3:23] ter
localisering van Aenon, waar Johannes later doopte omdat daar veel water was.
Aenon duidt op een groep bronnen [ain = bron, een dergelijke groep vindt men in
het Jordaandal, ruim 12 km. ten zuiden van Beth-Sean [Skythopolis] waarbij de
tell Ridgha ligt, die de ruïnes van Salim zou kunnen bevatten.
Salome: Vriendin van Cornelius [broer van vicekeizer-stadhouder
Cyrenius].
Salomo: hij was de derde koning in Israël [de eerste was Saul,
de tweede David].
Salomo’s
tempel: Deze was gebouwd op de tempelheuvel 724 m. boven
de zeespiegel; Salomo bouwde de tempel in het 480e jaar na de
uittocht van Egypte.
Samaria: Betekent ‘waker’; ‘Semer’ verkoopt
aan koning Omri een berg [terrein]; deze bouwt er een stad op en noemt deze
stad Samaria; het wordt de hoofdstad van het Israël van de tien stammen;
Samaria werd in de 9e eeuw v. Chr. gebouwd en lag 9 kilometer van
Sichem.
Samuël (hebreeuws שְׁמוּאֵל, betekent ‘naam van God’ of God
werd gehoord’; hij was volgens de traditie een profeet die sterk betrokken was
bij de vorming van het koninkrijk Israël, in de periode rond 1000 v.Chr. Hij
was naast profeet ook richter over het volk en priester. Hij was een zoon van
Elkana en Hanna. Hanna was lange tijd
kinderloos en bad God om een zoon. Als Hij haar gebed zou verhoren zou Hanna
haar zoon aan God teruggeven. Toen Samuël oud genoeg was bracht zij hem naar de
priester Eli in Silo om dienst te doen in de tabernakel.
Sanskriet: Sanah scrit: De Heilige Schrift, ‘ik ben verborgen
[Asthera].
Saracenen: Een Noord-Arabisch volk dat zich
lange tijd verzette tegen de Oost-Romeinse keizers zich al vroeg (8e
eeuw) bekeerde tot de islam. In de loop van de middeleeuwen werd de term
uitgebreid naar alle moslims en later alle tegenstanders van de christenen, of
ze nu Arabisch, Perzisch of Turks waren. De Saracenen waren in de middeleeuwen
berucht in Europa als piraten en plunderaars. De Saracenen speelden een belangrijke
rol bij de kruistochten.
Sarah: Dochtertje van Jaïrus; haar vader was als hoofdman
gestationeerd in Kapernaüm, noordelijk gelegen van het Galilese meer. Deze
Sarah werd door Jezus opgewekt uit de dood. Ze wordt zelfs twee keer uit de
dood opgewekt; later getrouwd met Borus, arts van Nazareth.
Sarah: Echtgenote van Abraham; ‘vorstin’; de negentigjarige
Sarai in Sarah; vrouw van Abraham en tevens zijn halfzuster; omdat zij zelf
geen kinderen krijgt, geeft zij haar slavin Hagar als bijvrouw aan Abraham, om
via haar toch kinderen te krijgen. Later wordt Sara zelf een zoon beloofd;
Jesaja 51:2 noemt Sara samen met Abraham de stamouders van Israel. Paulus
gebruikt haar verhaal als voorbeeld in [Rom.4:19, 9:9, Gal. 4:22; Hebr. 11:11, 1 Petr. 3:6]; Sara werd 127 jaar
en begraven in de spelonk van Machpela bij Hebron. [Gen. 11]
Sat: Betekent tijd.
Satan: [Satanas]; Betekent ‘tegenstander’.
Satan: Sat: ‘Verdichte tijd’, ‘in zich
verzadigd’, wat zowel de geestelijke doorlaatbaarheid van het licht alsook de
uitdrukking van de eigen zelfliefde uitdrukt; ‘an’ = eeuwig, voortdurend; de
satan is de te starre stilte en traagheid, het steeds toenemende verlangen naar
ledigheid; de satan is vrijwel de gehele materiële schepping, de samenvatting van
de hele materie; de kwintessentie van de toorn van God; de dode materie en de
daarin gebonden geesten.
Satans terugkeer: Jezus zei: ‘Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn
opgegaan, [dus de opklimming via de wereld der mineralen, planten en dieren
tot uiteindelijk een mensenziel] zal ook van die ene [satan] niets
meer over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na
tijden van tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven
aan een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffelijke zon en geen
stoffelijke aarde meer in de eeuwige eindeloze ruimte rondcirkelen, maar
overal zal een wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije
wezens de eindeloze eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God
en Vader van alle wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze
gelukzalige toestand zal daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, één
schaapsstal en eén herder zijn! Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in
aardse jaren gemeten nooit te omschrijven! En zou Ik je het getal meedelen, dan
zou je dat onmogelijk kunnen begrijpen. En zou Ik het getal omschrijven door te
zeggen dat er duizendmaal duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan,
waarbij het aantal periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de
zee en op de gehele aarde, vermeerderd met het getal van het aantal
grassprietjes in alle landen en op alle bergen der aarde, vermeerderd met het
getal van alle druppels in de zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en
bronnen, dan zou je dat allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment
van de uiteindelijke verlossing te bepalen! [GJE2-63]
Satans terugkeer: Jezus zei: ‘Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn
opgegaan, [dus de opklimming via de wereld der mineralen, planten en dieren
tot uiteindelijk een mensenziel] zal ook van die ene [satan] niets
meer over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na
tijden van tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven
aan een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffelijke zon en geen
stoffelijke aarde meer in de eeuwige eindeloze ruimte rondcirkelen, maar
overal zal een wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije
wezens de eindeloze eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God
en Vader van alle wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze
gelukzalige toestand zal daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, één
schaapsstal en eén herder zijn! Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in
aardse jaren gemeten nooit te omschrijven! En zou Ik je het getal meedelen, dan
zou je dat onmogelijk kunnen begrijpen. En zou Ik het getal omschrijven door te
zeggen dat er duizendmaal duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan,
waarbij het aantal periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de
zee en op de gehele aarde, vermeerderd met het getal van het aantal
grassprietjes in alle landen en op alle bergen der aarde, vermeerderd met het
getal van alle druppels in de zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en
bronnen, dan zou je dat allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment
van de uiteindelijke verlossing te bepalen! [GJE2-63]
Satanswater: Er wordt verteld, dat Jozef en Maria de verplichting
door de tempel was opgelegd om het dodelijke satanswater te drinken, of zij de
waarheid spraken; [GJE2-237].
Saturnus: Satur = verzadiging, verzadigde
ster.
Schapen: Betekent
liefdadigheid.
Scheol: Sheoula [hel] ‘She’,
‘Shei’, ‘Shea’ = het dorst; ‘Oul’, ‘voul’ = de in zichzelf verlatene
mens, scholing in eenzaamheid [GJE5-72:2].
Schorpioen: ‘Skora pi on’ = Hij drinkt schors,
‘scoro’ = schors, ‘pi’, ‘pia’ = drinken en ‘on’ = hij.
Schrift rond 900
ná Adam: Negen honderd jaar na Adam was er al het Schrift, dat
over de Schepping van de wereld ging, dat de Heer aan de Adamieten gaf. Dit
Schrift is door de stormen des tijds verloren gegaan en het ligt nu in alle
rust ergens verborgen in de aarde van Japan. Dit zal echter in de naaste
toekomst weer als zichtbare getuigenis van het verleden boven water komen.
Schriften: Er bestaan in de geestelijke wereld
evenzo geschriften als op deze wereld.
Scythen of Skythen: (Oudgrieks];
Latijn: (Scythae) waren Iraanse ruiterstammen die tussen de 7e
eeuw v. Chr. en de 4e eeuw n. Chr. grote gebieden in de eurazatische
steppe bewoonden.
Seba: Vissersdorp aan het meer van Galilea; In het dorpje
Seba, een vissersdorp aan de Galilese zee, zetten de vele bewoners en ook
diegenen die de Heer uit andere dorpjes daarheen gevolgd waren, grote ogen op
over Johannes de Doper en zeiden: 'Hoe is het mogelijk dat hij een zonde
beging? Want dat hij U, o Heer, nadat hij U toch herkend had, niet gevolgd is,
dat was dan toch een hoofdzonde waarvoor hij nu moet boeten!? Heer plegen wij
onrecht, als wij zo oordelen?' [GEJ1-140:7]; vlak in de buurt van Kis.
Sehel: Degene die het goddelijke licht ziet, ‘Seh’ = zien,
schouwen; ‘El’ = goddelijk licht en ‘Seh-el’ = glashelder goddelijk licht.
Sehel: Deze was de jongste en laatste zoon van Seth. Ook een van de
twaalf die een visioen uit Abedam hadden. Hij zag de naderende zondvloed en de
nieuwe aardse tijd die daarop volgde. Hij ontving het getuigenis van Abedam [de
Heer] dat hij al in de baarmoeder een onsterfelijke afstammeling was van de hoogste
van alle hemelen, die hem eeuwen geleden had herkend als zijn lieve, heilige
Vader en aan zijn zijde stond toen de eerste zon werd geschapen, waardoor Sehel
heeft ook bijgedragen. Sehel was allesbehalve welsprekend, maar niet toevallig,
maar opdat de naam van God door zijn harde tong zou worden verheerlijkt. Omdat
Sehel een ongehuwde man bleef en zijn vader Seth geen kleinkinderen had, werd
de laatste boos op hem en verbande hem naar het zuiden. Seth had daar spijt van
nadat Abedam de hoge oorsprong van Sehel had onthuld. Na de bekering van Lamech
werd Sehel door God getransfigureerd en geautoriseerd om zijn grote
werelddienst te doen. Dit gebeurde voor de ogen van de kinderen van God van de
primitieve mensheid - ze zagen echter alleen hoe Sehel plotseling verdween.
Sekem: Sechem,
Sichem betekent ‘schouder’ [Num.26:31, Joz.17:2]; zoon van Gilead, stamvader
der Sekemieten uit Manasse.
Serrhe: Daar verbleef Jezus en de Zijnen een nacht en de
volgende dag gingen zij onder veel betuigingen van liefde weer te voet
stroomopwaarts.
Sethlahem: Hij was een van de middagkinderen
uit de lijn van Seth en Enos en kwam naar Henoch toe, boog diep voor hem en
zei: 'Henoch, zie, hier sta ik voor je in de naam van iedereen; mijn naam is
Sethlahem (dat wil zeggen: 'Een zoon van Seth begiftigd met wijsheid'). Maar
Henoch stond onmiddellijk op en zei: 'Hoor, Sethlahem, waarom die
opschepperij?! Hebt u dan de wijsheid ontvangen dat u met haar bent uitgegaan
om op te scheppen wat niet de moeite waard is om op te scheppen, en weet u niet
hoe u moet opscheppen over hem aan wie alle eer toekomt?! Of denk je dat het
leven ook geleerd kan worden als zo'n wijsheid die je met een koud hart hebt
geleerd, zodat je een meester in wijsheid zou worden ?! O Sethlahem, Sethlahem,
zorg ervoor dat je niet stikt in je ijdele honger naar kennis!
Sfeer: Dat is een omgeving waar men zich prettig of onprettig
voelt; het is een situatie of toestand maar geen locatie. Ieder mens leeft in zijn eigen sfeer. [GJE2-61]
Sferen: dat zijn tevens ook leerscholen.
Sichar, vesting: Omdat het voornamelijk een vesting
voor Romeinen is, hebben ze het van Sichem gescheiden, er een wal omheen gelegd
en het een eigen naam gegeven. Het plaatsje was niet groot. Vanaf de Jakobsbron
was het maar 1000 passen, daarna even links en dan was het nauwelijks zeven
veldwegen gaans tot aan de eerste huizen van Sichar. [GJE1-66]
Sichar: Dit is niet de stad Sichem hoewel het dicht bij de
Jakobsbron lag. [Joh.4:5]; plaats in Samaria, dicht bij de put van Jakob.
[Job.4:5]
Sichem: Betekent ‘schouder’ en 360 graden of cirkel [Gen.12:6]; stad in het dal tussen de Ebal en
de Gerizim. In deze omgeving, bij More, verschijnt God aan Abraham, die er een
altaar bouwt. [Gen.33:18]; later doet Jakob hetzelfde; [Gen.33:19, Joz.24:32];
Jakob koopt een stuk grond van de zonen van Hemor, de vader van Sichem.
Gen.34:4 vertelt de geschiedenis van Sichem, de zoon van de Chiwwiet Hemor en
Dina; in de toespraak van Stefanus wordt Sichem genoemd. [Hand.7:16] Stefanus
betekent ook çirkel waarvan wij nog de ringdagen kennen op de 360e
dag als kinderspel, waarbij getracht wordt een stok of speer door een ring te
werpen, terwijl je op een paard zit. [Gen.23:19, Joz.24:32]; de grote wegen
kruisten elkaar daar; na de ballingschap werd Sichem de hoofdstad van de
Samaritanen; Sichem betekent ‘de wijsheid’. Het oude Sichem is de gedeeltelijke
uitgegraven Tell Balata.
Sichem: Een belangrijke Kanaänitische stad en religieus centrum
aan het oosteinde van de bergpas tussen de Ebal en de Gerizzim in het midden
van Samaria. Het was de eerste stad waar Abraham in Kanaän kwam [Gen.12:6]
Jakob kwam hier bij zijn terugkeer uit Paddan-Aram. [Gen33:18]. Aangevallen
door Simeon en Levi [Gen.34:26] In deze plaats begroef Jakob de godenbeeldjes
[Gen.35:4] en zocht Jozef zijn broers op. [Gen.37:12-14]. Het gebeente van
Jozef, dat uit Egypte was meegebracht, werd hier begraven. [Joz.34:32,
Hand.7:16]
Simon Juda [Petrus]: Simon van Juda;
ook Simon Jona; Kephas genoemd Petrus; hij was een apostel en broer van Andreas
en werd door de laatste naar de Heer gebracht; over zijn latere zendingswerk
met zijn zoon Markus in Bagdad; [destijds het nieuwe Babylon] en het
martelingschap van Petrus aldaar; volgens GJE11 en andere bronnen uit Lorber
heeft hij de stad Rome nooit gezien.
Simon von Kana: Ook wel Koban genoemd, een huisbaas
op wiens bruiloft de Heer voor het eerst water in wijn veranderde. Hij wordt
een leerling van de Heer en voor het eerst met de anderen uitgezonden
[GJE1-134].
Sion, de berg
[har Tsion]: Zion in de zuidwesthoek van het
oude Jeruzalem; daar staat een gebouw met een zaal voor het laatste avondmaal
(Cenakel); daar zou ook het graf van David bevinden. Zeven synagogen bleven
daar overeind. Deze berg lag ten zuidwesten van de ommuurde stad Jeruzalem. De
naam Zion werd het eerst gegeven aan de zuidelijke top van de oostelijke
heuvel, dus aan de Ofel. [2 Sam.5:7]. Eerst later werd Moria [de tempelberg]
Zion genoemd [2 Kron.3:1]. Een vlakke rots, een soort tafelberg.
Sirius: Sirjezc
[GJE4-199:5].
Sjeool: Waar na de dood alle ‘demonische’ mensen samenkomen en
een schimachtig bestaan leiden; het dodenrijk, dat men zich denkt onder de
aarde bevindt; de schimachtige wezens kunnen in gestalte variëren van
menselijke vorm tot dierlijke schrikbarende wezens.
Skelet: Verschijning van de ziel aan gene zijde door zelfmoord.
Slakkenomhulling: Dat zijn de
laatste materiële restanten van bijvoorbeeld van het allerlaatste wezen in alle
universa.
Slang, de oude: Hebr. ‘Na-chasch’
= ‘na’ = niet, ‘cha’ = macht, ‘asch’ = het geestelijke vuur; symbool van alle
kwaad; symbool van de satan; zinnelijke verlangens; onze trotsworm; verlangen
naar alle hoererij; wellustige verlangens.
Sodom en Gomorrah: Een van de tien
steden in de vlakte rondom het Jordaandal tussen het gebergte van Judea en
Jordanië, dat in de tijd van Abraham en Lot werd verteerd door pek en vuur,
vanwege de slechtheid van het volk. De zwavelachtige ‘Dode Zee’ is hiervan nog
steeds getuige. ‘Sodoma’, vaak met Gomorra genoemd;
de plaats van deze steden is niet precies bekend; misschien in het dal van
Siddim. Lot kiest voor deze streek, die hem paradijselijk toeschijnt.
[Gen.13:10]; in die tijd is Bera koning over Sodom; het zegt iets over Abrahams
voorbede voor Sodom: ‘als er ook maar tien rechtvaardigen zijn, zal de stad
worden gespaard’; maar deze worden niet gevonden. Lot en de zijnen vluchten en
de steden worden ‘omgekeerd.
Sowjet: Russ.: ‘Sawjet’, gesproken en ‘Cowet’ wordt geschreven
als ‘Co’, de kracht, het vermogen; wet = de wetende geest; ‘Wjes’ = de kenner,
de duivel.
Span, Spanne: 22 centimeter.
Spanje: Vermeldt in
Rom.15:24,28 als land dat Paulus bezoeken wil.
Spijziging der 5.000: Johannes
6:16-21; ‘5.000 mensen’betekent de wereld die al haar geestelijke
voedselvoorraden heeft verbruikt; ‘eenvoudige knaap’: een pure, ongerepte
atmosfeer, een beetje kinderlijk geloof; ‘vijf gerstebroden’: de nog steeds
pure en ongerepte vijf zintuigen, Jezus’ leer aan mensen: ‘over twee vissen’:
liefde van het goede en het ware geloof is de liefdewarmte en wijsheid van het
leven; ‘de twaalf manden’: de twaalf stammen van Israël [GJE6-42:2-5].
Spraak: Er is een universele taal waarin alle engelen en geesten
spreken; dit heeft niets gemeen met de taal van de mensen in de wereld; in deze
taal komt elke persoon na de dood terecht, omdat het vanaf de schepping bij
iedereen is ingeplant; een ieder spreekt met zijn eigen taal in de geestelijke
wereld; zelfs het geluid van de geestelijk taal kan zo verschillend zijn van
het geluid van de natuurlijke taal, ja dat zelfs het geestelijke geluid, zelfs
de zeer luide, niet eens wordt gehoord door een natuurlijke persoon, noch het
natuurlijk spraakgeluid van geestelijke mensen.
Sprinkhanen: Symboliseert roekeloze frivole
mensen, die tussen God en de dood heen en weer springen [HG3-124:6].
Stammen van Israël, twaalf: De totaliteit van
het goddelijke, de nooit bereikbare perfectie in alles.
Steen: Symbool van alle liefdeloosheid, wereldgeleerd
beredeneren zonder hartgevoelens. Een steen ligt in het diepste gericht.
Stefanus: Volgens Handelingen was Stefanus de eerste van zeven
door de apostelen aangestelde diakenen. Hun taak was om de aalmoezen eerlijk te
verdelen onder de weduwen. De apostelen konden zich zo concentreren op preken
en lesgeven. Hij werd gestenigd na in Jeruzalem de hogepriester en oudsten te
hebben beschuldigd van moord op Jezus. De latere apostel Paulus stemde met zijn executie in. Zijn naam betekent cirkel en is identiek aan
Paulus. Deze houdt een rede voor het Sanhedrin [Hand.7]; tot 4 x toe noemt hij
een periode van 40 jaar; opmerkelijk is dat vanaf deze toespraak tot de duur
van de verwoesting van Jeruzalem ook 40 jaar was. [Jeruzalem is in 70 n. Chr.
verwoest; Stefanus heeft Jezus niet gekend in het jaar 30 n. Chr, want Jezus
werd eerst in juni 25 n. Chr. gekruisigd.
Ster, vallende: Symboliseert
degenen die uit de genade worden geworpen en verstoten vanwege hun
ongerechtigheid en daarom worden verteerd.
Sterftedatum
Jezus: Jezus werd in 9. v. Chr. geboren en begon in 22 n. Chr.
en is in 25 n. Chr. gestorven en al in de vroege zomer; want Hij heeft 33 jaren
en 5 maanden geleefd op aarde, dat omstreeks 29 juni was.
Sterren: Sterren zijn evenwel zonnen, en
dienovereenkomstig vele werelden; elke samenleving in de hemel verschijnt voor
degene die onder de hemelse lucht staat soms als een ster.
Sterrenhemel: Ook wel
uitspansel genoemd, is de benaming voor de hemel die men ziet als men omhoog
kijkt op heldere en donkere nachten. Objecten die waargenomen kunnen worden
zijn de maan, sterren, kometen, planeten en zelfs verre nevels en
sterrenstelsels. Een in het oog vallend verschijnsel is de Melkweg, een dikke
band van sterren en interstellair stof die over de nachtelijke hemel loopt.
Deze melkweg is feitelijk een spiraalarm van het sterrenstelsel waar onze eigen
zon en aarde zich in bevinden. In de meeste delen van Europa zijn door
lichtvervuiling en smog als gevolg van verstedelijking van het landschap steeds
minder van deze sterren te zien. Op plekken met weinig lichtvervuiling en
weinig vocht in de lucht zijn wel veel sterren te zien. Dit is vaak op grote
hoogte in woestijnen, ver van de bewoonde wereld. Op deze plekken zijn vaak
grote observatoria te vinden die de sterrenhemel bestuderen.
Sterven: Zielen kunnen
in eeuwigheid niet sterven.
Stichting stad Rome: De stad Rome is
genoemd naar haar eerste koning. Dit zou hebben plaatsgevonden op 21 april 753
v. Chr. Het ontstaan van Rome is een gebeurtenis waarover meerdere
verhalen de ronde doen. Keizer Augustus had opdracht gegeven om een verhaal over het ontstaan van
Rome te maken. Rome werd volgens een beroemde legende gesticht op 21 april 753
v. Chr. in de landstreek van Latium in Italië.
Straffen in de hel: Die duren in
eeuwigheid; we hebben het hier over de straffen zelf. Het betreft niet de
eeuwige duur van mensen in de hel!
Sukkot: Stad in
het Jordaandal bij de monding van de Jabbok.
Sundar Singh: Hij stamde uit een welgestelde
familie. De eerste keer dat hij in aanraking kwam met het christendom, was zijn
reactie vijandig. Naar eigen zeggen kreeg hij echter een visioen, waarna hij
zich bekeerde. Dit had tot gevolg dat zijn familie hem verstootte. Hij kreeg
nog meer visioenen en zag het als zijn taak om door de dorpen te trekken en
Indiërs te bekeren. Hij had Indiase en Westerse volgelingen, maar ook vijanden.
Zo overleefde hij enkele moordaanslagen. Hij reisde meerdere keren naar de
Himalaya, om van daaruit zendingswerk in Tibet te doen. Na een rondreis door
Zuid-India werd hij uitgenodigd naar het buitenland te komen. Hij bekritiseerde
het materialisme en het gebrek aan geestelijkheid die volgens hem in het westen
heersten. In 1929 begon hij aan een nieuwe reis naar Tibet, maar kwam daar niet
aan. Verschillende zoekexpedities bleven zonder succes.
Swedenborg: Een van de grootste zieners en
schrijfprofeten allertijden. (Geboren in Stockholm, op 29 januari 1688; Hij verbleef vaak in Engeland en
Nederland. Gestorven op 29 maart 1772. Hij was een Zweedse wetenschapper, mysticus, filosoof en theoloog. De familie Swedenborg was van
adel. Zijn vader Jesper Swedenborg was bisschop en professor aan de
universiteit van Uppsala.
T, letter: Volgens de handeling van de men,
gepaard gaande met het kruis op-zich-nemen, en het volbrengen ervan.
Tabor [berg]: [De feitelijke Arbelberg naast
Tiberias]. De hoogste en tegelijkertijd diepste kennis van God in geest
en in waarheid.
Taddeus of Thaddeus:
Betekent ‘moedig’ in het Aramees; Hij was een van de zeventig
discipelen [Matth.10:3,
Marc.3:18, Judas 2]; en was bij koning Abgarus in Mesopotamië met Pontos
en Perzië.
Tandengeknars:
Tandenknarsen: werelds geruzie over rechthebberij, waarheid en leven;
dit betekent in het Woord een samensmelting van de onderlinge slechtheid of het
onware.
Tartarië: Het Oude Woord, dat voor de tijd van Israel
zich nog in Azië bevond en het is bewaard gebleven in het grote Tartarië.
Taurus: Stier; [denk aan het middel Taurine!]; ‘Ti a our sat’: de
tijd van de stier om op zijn achterpoten te gaan staan; ‘Sat’ = tijd.
Teken van de Mensenzoon:
Nieuw ontwaakte liefde met al haar hemelse attributen.
Tellurisch: Aards [het aardse]. Aardkost,
aarde - tot de aarde behorend.
Tempelbouw: 'Zes en veertig jaren’ had men voor het bouwen van de tempel nodig, en
u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de
tempel van Zijn lichaam sprak. [Joh.2:20-2, GJE1-13:2]; De tempel stelt de mens voor, waarin ook het
allerheiligste is. Dit mag nooit ontheiligd worden. Salomo bouwde de
tempel in het 480e jaar na de uittocht van Egypte, dat is omtrent
500 v. Chr. en nog eens 500 jaar later Herodus. Hij begon met de tempelbouw
ongeveer in 17 v. Chr.
Terach:
Stamt af van Sem,; Terah was de vader van Abraham; hij trekt met zijn
familie weg uit Ur en gaat naar Haran waar hij sterft. [Hand.7:4, Lucas 3:4] –
Terah vertrok met zijn kinderen, dicht bij de Perzische Golf.
Terugkomst Jezus:
Jezus zei tegen Zijn leerlingen: ‘Als je met z'n tweeën bent en beiden
een grote angst voor de mensen hebt, ontvlucht dan een stad waar men jullie zal
vervolgen en ga naar een andere! Want voorwaar Ik zeg jullie: Je zult lang niet
in alle steden van Israël gepredikt hebben, voordat Ik als de Zoon des mensen
weer bij jullie zal komen (Matth. 10:23) als Degene, die voor ieder het
gericht, een verwoestend vuur in zijn hart ontsteken zal, en de kwade worm in
de borst van de boosdoener zal wekken; en het vuur zal niet doven en de worm
zal niet sterven; jullie zullen daardoor echter gerechtvaardigd worden. Want
wee degenen, die jullie hebben vervolgd en de hand aan jullie geslagen hebben!'
[GJE1-138:15]; De Heer zal terugkomen op de 3e werelddag ná 2000 n.
Chr. [GJE2-63]
Testament: Wat het verschil maakt tussen het
Oude en het Nieuwe Testament is dat de Heer liefde en liefdeactiviteit in het
Nieuwe Testament leerde.
Theologie: Er bestaat geen theologie zonder
waarheden, en waar deze niet zijn, daar is geen kerk; ingevolge de kennis en
erkenning van God is de feitelijke zielsmatigheid van alle dingen in de gehele
theologie neergelegd; helaas is theologie tegenwoordig grotendeels
gedegenereerd van een hoog geestelijk niveau naar een lagere niveautrap.
Theophilus:
Betekent ‘Vriend van God’; Luc.1:3, Hand.1:1; een onbekende aan wie Lucas zijn
beide geschriften opdraagt; zie elders uitgebreid onder Evangelist en [Lukas].
Therapeut: In
het Grieks betekent het ‘genezer’ komt van het Aramese Essaya; [Jezus - Iosis].
Thomas: De derde discipel van Jezus. Hij droeg Judas voor aan de
Heer en werd de scherpste criticus van Judas en krijgt met hem ruzie.
Thummin: Hebr. ‘Thum’ betekent gerechtigheid, waarheid; symbool
van terugkerende gehoorzaamheid door oprecht berouw; Adams tranen van berouw,
bewaard in de boezem van de aarde om tot een vertroostend teken te zijn van de
toekomstige wedergeboorte, zoals het zou moeten zijn en elke ontbering van de
verleidingen der wereld zou moeten weerstaan.
Tiberias: Het meer van Galilea lag 2.000 jaar
geleden niet zover van het toenmalige Nazareth. Er is een berg aan het uiterste
topje van dit meer. [GJE2-170]; Tegenwoordig is het meer 9,5 km. breed, 21
kilometer lang, en 50-70 meter diep; de totale oppervlakte bedraagt 170
kilometer. Drie uur gaans vanaf de stad
Tyrus naar het noordelijk puntje van de Galilese zee. Dat zou dan 10 kilometer
zijn en 15 kilometer naar Tyrus. Elders staat 1 dag te voet. [GJE2-169,175]. De
stad Tiberias is door een aardbeving verwoest. Er zijn nog wel resten
overgebleven. Het heeft warme bronnen aan de breukranden onder water. Het ligt
205 meter beneden de zeespiegel. [Dode Zee 400 minus meter]; zij is naar de regerende
keizer Tiberius [14-37 n. Chr.] genoemd; [Joh. 6:1,23, 21:1]; de stad is door
Herodes Antipas gebouwd en genoemd.
Tien: Betekent alles.
Tijd: Gericht in de materie; in de geestelijke wereld is de tijd
niet verdeeld in dagen, weken, maanden en jaren omdat de zon daar niet opkomt
of ondergaat, noch lijkt zij zich te bewegen, maar blijft in het oosten
onwrikbaar op haar plek stralen. De tijd wordt wel gezien als een opeenvolging
van tijdstippen. Daarnaast kan bepaald worden hoeveel tijd een gebeurtenis na
een andere plaatsvindt. Het betreft dan de tijdsduur tussen twee tijdstippen.
Met het begrip tijd worden deze volgorde en duur beschreven. Tijd kan
gezien worden als een vierde dimensie.
Tijdrekening: Elke cultuur kent zo zijn eigen
tijdrekening, vaak gebaseerd op regelmatige verschijnselen aan het firmament.
Tobias: De oude Tobias heeft
in zijn leven psalm na psalm gezongen. Hij voorspelt zijn collega's de eeuwige
vloek over de joden, dat ze op aarde nooit meer een thuis zullen hebben en dat
hun naam, waar zich zelfs de heidenen voor gebogen hebben, walging zal opwekken
bij mensen. Zo waar God leeft, zo waar zal dit ook gebeuren.
Toekomstig geloof van de mensheid: Een overste zei
tegen Jezus in 25 n. Chr.: ‘Ja, ik
zou bijna met zekerheid durven zeggen, hoewel ik geen profetische gave heb, dat
afgaande op mijn kennis van de mensheid uit de vrij verre omtrek van Azië,
Afrika en Europa, van nu aan gerekend, binnen twee duizend jaar nog lang niet
de helft van de aardse mensen zich in het licht van deze leer van U zal zonnen!
Heb ik gelijk of niet?' De Heer zei: 'In de aard van de zaak heb je volstrekt
geen ongelijk. GJE1-81 [9,10]
Toren: Hebr. Migdal, het zinbeeld voor hoogmoed en
overtreffends; ‘Mi Gadol’ = mijn eigen grootte.
Tranendal: Berouw over begane zonden.
Trojaanse paard: De soldaten in de buik van het houten Trojaanse paard.
Iedereen kent dit verhaal! [GJE2-198].
Twaalf: Betekent de volledigheid van het ware uit het goede.
Tyrus:
Rots; [Joz.19:29]; vaak samen genoemd met Sidon; de beroemde Fenicische stad,
gebouwd op een rots; [Ezech.26:4]; het
heet nu Es-Soer.
U, letter: Een vergaarbak voor al het
goddelijke dat van boven naar de aarde komt en ook voor de mensen; het drinkvat voor het ware leven.
Uitspansel: Er is maar
één uitspansel in de eindeloze vrije ruimte, en dat is de wil van God, die
door Zijn eeuwige onveranderlijke wet de hele ruimte en alles wat daarin is
vervult. [GJE1-160:19]
Uitverkorenen: Binnen bepaalde christelijke
stromingen wordt geloofd dat God volgens de predestinatieleer of
voorverordinering al aan het begin der tijden voor alle eeuwigheid heeft
vastgelegd, welke mensen zijn uitverkoren om te worden gered voor de zekere
toekomstige ondergang van de mensheid. Dit wordt het besluit van verkiezing
genoemd. Iemand die is uitverkoren wordt een uitverkorene genoemd.
Maar het tegendeel is waar: ieder mens kan uitverkoren worden wil hij leven
volgens de goddelijke wetten.
Ur der Chaldeeën:
Laban woonde vlak bij het Ur der Chaldeeën. Nu heet het Urfa, waar ook eens de oervader Abraham
woonde. [Hand.7:4]: Het Ur lag zo’n 50 km. ten noorden van Haran, aan de
overkant van de Eufraat. [Joz.24:2,3]; Daar woonde ook eens Heber, de stamvader
van de Hebreeën. Het latere Babylonië kwam uit het land der Chaldeeën. Het
grootste deel van Daniël is geschreven in het Syrisch (Aramees); [Dan.2:4]; In
Noord-West- Syrië, in de oude stad Ebla, is in 1964 op een kleitablet een
inscriptie gevonden met de naam Ur in het gebied van Haran. [Gen.24:4-10,
Joz.24:2, Jes.23:13]; dit betreft niet het Ur in Babylon, een Assyrische stad;
[Gen.11:28,31, 15:7, Neh.9:7]; Ur had in de tijd van Abraham reeds een hoog
peil van beschaving en ontwikkeling bereikt.
Uriël: ‘Mijn
licht is God’; een naam van een aartsengel.
Urka: Oercentrale zon = ‘Ur-ka’, draagster en lichtkracht;
‘Ouriza’, creator van het licht.
Vagevuur: Het woord vagevuur stamt van
het Middelnederlandse vâgen,
‘reinigen’, ‘schoonmaken’, ‘zuiveren’. Vagevuur betekent dus zoveel als
een vuur dat (de ziel van) de overledene zuivert volgens de katholieke kerk;
Maar er bestaat niet echt een vagevuur, wel in de verbeelding; ook al op aarde.
Van daaruit schreef hij aan diverse gemeentes brieven,
die gedeeltelijk zich nog als joden of christen streng aan deze regels hielden.
Deze bijeenkomst is nog kort genoemd door de evangelist Lukas. Bij een
samenkomst van Paulus werd Petrus echter scherp veroordeeld, omdat hij met de
joden nog volkomen jood wilde zijn en met hun regels, die de Heer opgeheven
had, toch nog daarop grote waarde legde. [GJE2-176]
Van Izaak tot de uittocht
duurde het 400 jaar [in de woestijn 40 jaar]; Tot de dood van Jozua 10 jaar, in
totaal 450 jaar]; [Hand.7:6, 13:17-21, Exod.12:40, 15:16, Gal.3:17]. Het manna
hield precies 40 jaar ná de uittocht op. [Num.14:38]; Verantwoording van 235
jaar: Mozes (40), Jozua (10), Othniel (40), Eglon (80), Debora (40), Abimelech
(3) en Thola (23) met een totaal van 236 jaar.
Van zijn bron in het Hermongebergte tot aan de monding
van de Dode Zee stijgt hij op de kortste weg over de circa 900 brede hoogte
naar beneden. Aan de benedenloop hebben de discipelen van Johannes de Doper een
ford met de naam Betabar of Betanië, een soort trap gebouwd. De Jordaan lag toen niet ver van de woestenij van
Bethabara, waar deze rivier in de zee (het Galilea-meer) valt, en er dan
doorheen stroomt en vervolgens zich naar de Dode Zee richt. [GJE2-82] De
Jordaan in de omgeving van Bethabara staat zomers vaak droog, vooral half juni
tot in augustus. (GJE 1-12-1)
Vaticaan: Vaticaanstad is een
klein staatje in Rome. Het is het kleinste staatje van heel de wereld en wordt
geregeerd door de Paus. Ooit bezat de paus als kerkelijke staat een groot
gebied in centraal en oost-Italië. Het Vaticaan begon als onafhankelijke
staat. Volgens Jakob Lorbers geschriften zal zij voor 2030 aan haar ‘wereldse
macht’ een einde zien komen.
Veld: Betekent de leer.
Venus: ‘Ve-nuz’, ‘Ve-niz’: Ze weet niets;
dwaze vrouwelijke schoonheid; de godin van de schoonheid; identiek aan Naehme,
kleindochter van Lamech, de zoon van Hanoch en kleinzoon van Kaïn.
Verder betekent deze naam ‘intelligentsia’, ‘woordvoerder’ of ‘predikant’. Farizeeërs zijn
theologen. [Grieks: pharisaioi en Hebr. Perusim], die zich overdreven streng
vasthielden aan de letter van de wet en elke vreemde invloed weerde. Van het
grootse belang was voor hen de mondeling overgeleverde uitleg van de wet, zodat
zij hun uitleg soms boven de wet stelden. Zij hielden zich strikt aan de joodse wetgeving zoals neergeschreven staat in
de eerste vijf boeken van de (Hebreeuwse)
Bijbel. Daarnaast
hielden zij zich aan de mondelinge overlevering (uiteindelijk verzameld in
de Misjna). Ze geloofden dat een vroom leven en een strikte
navolging van de Wet de mens dichter bij God zou brengen. Wat tegenwoordig de godsdienstige
hoogleraren zijn, waren vroeger de opperste Farizeeërs in de tempel, ten tijde van
Jezus.
Verinnerlijking: ‘In-zichzelf-gaan’ betekent de stralen van de
wil naar zichzelf toetrekken, dat is de geest of de liefde en deze trekt haar
vrije wil aan en richt zich uitsluitend op datgene wat Gods wil is.
Verloren zoon: Één van de bekendste gelijkenissen
uit het Nieuwe Testament, opgetekend door de evangelist Lucas, te vinden
in Lucas 15:11-32. De gebruikelijke Nederlandse naam verloren
zoon sluit aan bij de naam van de voorafgaande gelijkenissen. In
andere talen spreekt men van de verkwistende zoon. De gelijkenis
beschrijft hoe God omgaat met zondaren. Er vindt in de Bijbel een
opeenvolging van drie identieke verhalen, dat geen toeval is. Het verloren
schaap is er een van de honderd, de verloren penning is er een van de tien, de
verloren zoon is er een van de twee.
Verlorene: Een
verlorene te vinden is meer waard dan 99 rechtvaardigen, die volgens hun
geweten geen boete behoeven te doen, omdat ze menen dat ze op iedere sabbat God
dienen op de berg Garizim. [GJE1-29] De Heer
heeft de almachtige onwrikbare wil ieder mens voor eeuwig te helpen. Het is
Zijn bedoeling, Zijn plan, Zijn wil het verlorene te zoeken, het zieke te
genezen en alles wat gevangen zit te bevrijden, maar toch moet ieder mens zijn
onaangetaste vrije wil behouden. [GJE2-113]
Veronika is
Seraphia: Zij had dezelfde leeftijd als Maria en was met 48 jaar bij
de kruisgang van Jezus (15+ ruim 33,5); Veronika heeft Jezus als knaap vaak te
eten gegeven. De drinkbeker werd van haar gehaald. [Lucas 23:27]; in de
traditie was zij de vrouw die het gelaat van Jezus op de kruisweg met een doek
afdroogt; de afbeelding op het doek is echter een illusie; de maagd, die de
Heer het zweetdoek aanreikte [GJE11-74].
Verraad: Het verraad van Judas betekent, dat
de Heer door de joden werd verraden, bij wie destijds het Woord was; want Judas
staat voor ieder volk als symbool.
Versplintering van de ziel: Wanneer de ziel geen enkel besef meer heeft van de
goddelijke geest, maar zichzelf tenslotte zo zeer verliest, dat zij zelfs in
volle ernst haar eigen bestaan begint te ontkennen en er niet meer van te
overtuigen is dat zij bestaat! Ja, als die toestand eenmaal intreedt bij de
wereldse mensheid, is een mens ook geheel opgehouden mens te zijn. Hij is dan
slechts een instinctmatig, verstandig dier en voorlopig helemaal niet in staat
tot enige verdere ontwikkeling van de ziel en de geest. Daarom moet dat vlees
gedood worden en vergaan, samen met de te vast met het vlees verbonden ziel,
opdat misschien na vele duizenden jaren een geheel vrij van het vlees
geworden ziel weer de weg van haar eigen ontwikkeling en zelfstandig wording
kan volgen, hetzij nog op deze aarde of op een andere planeet. [GJE3-11:1-3]
Vissen: Vissen
worden in de Bijbel verdeeld in ‘reine’ en ‘onreine’ vissen; De eerste mocht je
eten, de tweede niet. ‘Alles wat schubben heeft’, was rein, maar wat ‘geen
vinnen en schubben heeft van wat in het water wemelt’, was onrein.
Voedsel: Vlees
mocht men alleen eten wanneer dit van reine dieren was. De wet van Mozes had
dit precies omschreven. Melk mocht vers of zuur zijn. Boter en kaas hiervan
maken waren de volkeren uit de Bijbelverhalen wel toevertrouwd. Men at driemaal
per dag. De vruchten, groenten, gebakken brood vulden de maaltijd aan. In de
oudtestamentische tijd zat men meestal op de grond bij het eten; in het Nieuwe
Testament zat men liggend op de banken, vandaar het woord ‘aanliggen’. De
gastvrijheid was in Palestina altijd bijzonder groot.
Volkstelling Romeinen: Er zou volgens een inscriptie van keizer Augustus in
Ankara [Ancyra] gevonden zijn die een overzicht geeft over al zijn daden; een
geleverd bewijs uit het Romeinse jaar 747, dat is 7 v. Chr.; de keizer was van
plan het gehele joodse volk te tellen en te registreren. Dit had veel onrust
bij de joden veroorzaakt, omdat het de joden verboden was mensen te tellen.
Voorbeschikking: God kan niemand
voorbestemmen voor de eeuwige dood; - iedereen is voorbestemd om naar de hemel te
gaan en niemand naar de hel, maar de mens geeft zichzelf aan de hel door
misbruik van zijn vrije wil.
Voormensen: De pro-Adamieten, waren dierlijke
mensen zonder enig besef van een hogere macht; zij hadden de aarde vooraf
miljoenen jaren bewerk, totdat de echte mensen er mochten leven; 6000 jaar
geleden kon op aarde de eerse mens vrij rondwandelen.
Vorst: De vorst van deze wereld betekent de hel [Joh.12:31].
Vossen: vertegenwoordigen verlangens van de hel.
Watergeesten: Marcus de Romein wilde zijn net uitwerpen op het meer van
Galilea, maar Jezus zei: we zijn nog geen half uur op het water en willen
daarom niet meteen de rust verstoren en haar geesten wekken die ons vervolgens
erg zouden kunnen plagen. [GJE2-187]
Waterstof[bom]: Een chemisch element.
Het element komt als zodanig niet in geïsoleerde vorm voor in normale
omstandigheden, maar vormt door de hoge reactiviteit verbindingen. Onder
atmosferische omstandigheden vormt waterstof een twee-atomig molecule, dat
meestal gewoon als waterstof of waterstofgas aangeduid wordt. Waterstof is het
meest voorkomende element in het universum. Een waterstofbom, H-bom of
thermonucleaire bom is een atoombom die veel van zijn explosieve energie uit
kernfusie van waterstofatomen tot helium verkrijgt. Meestal worden de
waterstofisotopen deuterium en/of tritium en verder lithium gebruikt. Dit zijn
lichte kernen die relatief gemakkelijk tot fusie te brengen zijn.
Wedergeboorte: De ziel moet eerst met het water der
deemoed en zelfverloochening worden gereinigd en kan daarna pas de geest van de
waarheid opnemen, omdat een onreine ziel die nooit bevatten kan; een onreine
ziel is als de nacht, terwijl de waarheid een volle zon is, die overal het
daglicht om zich heen verspreidt. Degene, die zo de waarheid opneemt in zijn
door de deemoed gereinigde ziel, en die waarheid als zodanig herkent, wordt
door deze waarheid vrijgemaakt in de geest, en deze vrijheid van de geest,
ofwel het ingaan van de geest in die vrijheid, is dan het eigenlijke binnengaan
in het Rijk van God.‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand geboren wordt
uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet binnengaan' [Joh.3:5,
GJE1-18:3].
Weersgesteldheid: De mens is er zelf altijd voor verantwoordelijk als
zijn bestaan moeilijker wordt, zoals hij het ook aan zich zelf te wijten heeft
als in een bepaald land de oogst vaak slechter is dan zij normaal zou moeten
zijn, want de weersgesteldheid hangt niet helemaal af van de wil van God, maar
ook van de wil van de mensen. [GJE2-225:4,5]
Wereldgericht: Een
wereldgericht bestaat niet uit oorlogen of overstromingen en zeker geen
verterend vuur uit de hemel, dat alle heidenen verteert. (GJE 1-21-4)
Werelds geluk: Dit is de zielendood .
Wereldsituatie
zal hetzelfde blijven: De wereld zal nooit veranderen en blijft altijd als de
woestenij van Bethabara, waar Johannes de Doper doopte. Maar ook de Heer blijft
Dezelfde en zal nooit veranderen. (GJE 1-5-20)
Westen: In het Westen van de geestelijke wereld zijn diegenen,
die in het slechte zijn.
Westenwind: Een tamelijk harde westenwind heeft volgens Petrus een
ongunstige invloed op de vissen, die dan naar de bodem gedreven worden
[GJE2-43].
Wezens: Toen God eenmaal uit Zichzelf, op
Hem gelijkende vrije wezens wilde scheppen, moest Hij ze ook voorzien van de
strijdende tegenstellingen, die Hij in Zichzelf eeuwig in de natuurlijk beste
en zuiverst afgewogen verhouding bezat en bezitten moest, omdat Hij anders
nooit iets had kunnen doen. Dus, de wezens werden toen volledig naar Zijn
evenbeeld gevormd, en als laatste kregen zij noodzakelijkerwijs ook het bezit
over het vermogen zichzelf sterker te maken door de strijd met de in hen door
God meegegeven strijdende tegenstellingen. Ieder wezen kreeg geheel in
zichzelf de beschikking over rust en beweging, luiheid en ijver, duister en
licht, liefde en toorn, opvliegendheid en zachtmoedigheid en nog duizenden
andere mogelijkheden; alleen de mate waarin, was verschillend. In God waren al
de tegenstellingen al eeuwig volmaakt in balans. Maar bij de geschapen wezens
moesten zij pas door de vrije strijd uit zichzelf, dus door de bekende
zelfwerkzaamheid, in de juiste orde komen. [GJE2-229].
Wijnwonder te Kana: Zoals Jezus het
water in de wijn veranderde, zo zal het menselijk natuurmatige en zintuiglijke
ook in de geest worden omgezet door het woord uit Zijn mond, als de mens er dan
ook naar leeft [GJE1-11:19].
Wil, de vrije: De mens, zolang hij in de wereld
leeft, wordt gehouden in het midden tussen hemel en hel, en is op aarde in
geestelijk evenwicht, wat vrije wil is; ook het vermogen om te willen en te
doen, en zodanig te denken en te praten, alsof het zichzelf betreft. De
oorsprong van de vrije wil komt uit de geestelijke wereld waarin het gemoed van
de mens wordt gehouden door de Heer. God is constant aanwezig en streeft en werkt
continu in mensen, en triggert ook hun vrije wil, maar beïnvloedt deze nooit.
Krachtens de vrije wil is de mens menselijk en niet dierlijk. Zonder de vrije
wil in het kleinste, zou de mens niet meer ademen dan een standbeeld.
Wil: De wil op zichzelf beschouwd is de neiging van elke
liefde; de wil of het streven wordt als handeling beschouwd, omdat het constant
streven is om te handelen, wat een uiterlijke daad wordt zodra de beslissing is genomen; de
bedoelingen van de wil moeten worden onderzocht, omdat liefde zijn zetel heeft
in de wil. De menselijke wil is tweevoudig, een innerlijke en een uiterlijke,
of die van de innerlijke en die van de uiterlijke mens; de innerlijke wil is de
mens zelf, omdat het zijn wezen, de essentie van zijn leven is; de wil van de
natuurlijke mens neigt tot allerlei soorten kwaad, en het denken van hem neigt
ook tot allerlei soorten slechtheden. Het denken wordt niemand aangerekend,
maar wel de wil. In de geestelijke wereld kan niemand iets doen tegen zijn wil.
De wil van de Heer is de beoefening van liefde volgens de waarheden van het
geloof.
Windhosen: Daar, precies in het midden van de
Stille Oceaan, op dezelfde plaats waar ook ooit de Maan van de Aarde werd
gescheiden, gaan natuurgeesten, bevrijd uit hun gevangenschap, over in de
lichter beweeglijke lucht om daar hun verdere ontwikkeling tegemoet te gaan.
Daar scholen ze samen, en waar de luchtzuil met zuivere natuurgeesten
kegelvormig neerdaalt om de lagere geesten langzamerhand in hun rijk op te nemen,
daar verheft zich eveneens kegelvormig een waterberg, bezwangerd met deze
natuurelementen.
Wodan: ‘Uodan’betekent
waterman.
Woekergeest: Een woekergeest is iemand die geld
uitleent aan een ander en daarvoor een abnormale, onredelijk hoge rente
terugvraagt. In zo'n geval wordt de rente aangeduid met woekerrente. Het woord
woeker voor het woord rente is afkomstig van (te) snel groeien ofwel ook
genoemd met het woord woekeren. Woekeraars kunnen een onredelijk hoge rente
rekenen in situaties waarin de ontvanger van de lening geen keus heeft, of geen
zicht heeft op eventuele mogelijkheden om tegen een lagere rente te lenen.
Woestijn: De verblijfplaats die de Heer in de woestenij bij
Bethabara had uitgekozen was een ruime grot zonder geheime uitgangen. Deze grot
lag tamelijk hoog en het geboomte stond er dicht omheen. Voor de grot was ook
een heel ruim vrij plateau waarop voor enige duizenden mensen meer dan genoeg
plaats was, en op dit plateau hadden zich dan ook de mensen met hun zieken een
plaats gezocht. [GJE2-95]; Veertig jaar voerde Jehova zichtbaar de kinderen uit
Egypte; ze zagen Hem dag en nacht; in de woestijn waar Hij de wetten gaf,
voedde Hij hen op wonderbaarlijke wijze gedurende 40 jaar. [met een wolk
omtrokken!] - [GJE1-168]; Jezus
heeft veertig dagen in de woestijn gevat en aan innerlijke zelfbeschouwing
gedaan om te ‘vermenselijken’ als Heer en Schepper en moest vele beproevingen
doorstaan. ‘Toen de satan zich terug moest trekken, kwamen de engelen tot Hem
en dienden Hem. De Heer heeft ook na de doop van Johannes Zich enige tijd
opgehouden bij Johannes de Doper bij de Jordaan in de omgeving van het huidig
dorpje of gemeenschap Had Nes. (GJE 1-7-3, GJE 1-47-7]
Wraak: Wraak moet je uit je hart weren. Ban alle toorn en wraak
uit je hart. [GJE2-122]
Yoga: ‘Yog’ = sanskr.:
‘Yong’ = verbinden; Lat.: ‘Jungo’ = ik verbind; ‘Yo’ = gaan, de weg, de
scheppende weg.
Zaad: Gr.
Sperma; Hebr. S-p-r [Sepher]: betekent scheppen, creëren; het uit zichzelf halen, ‘Ma’ betekent maken,
vormgeven.
Zacharias: Griekse vorm van Zekarja en het betekent: ‘Jaweh
gedenkt’. Profeet ten tijde van Zerubbabel, ongeveer tegelijk met Haggaï
[Neh.12:16; Matth. 23:35, Luc.11:5]; was ook vader van Johannes de Doper; er
waren meer ‘Zachariassen’; bijvoorbeeld Zacharias de 11e één van de
12 kleine profeten; Een bewezen feit is dat de
vuurzuil, na de gruwelijke moord op priester Zacharias tussen het offeraltaar
en het allerheiligste, plotseling verdween en sindsdien ondanks alle bidden en
smeken niet meer te voorschijn kwam. Vooral daarom heeft men toch ook de
prediker Johannes, die een aantal jaren bij Bethabara werkte, in de gevangenis
gebracht. Want men was bang, dat hij als zoon van Zacharias, die beslist geen
goed getuigenis over de priesters in Jeruzalem gaf, gemakkelijk iets over de
namaakark zou kunnen weten en dat aan het volk zou kunnen vertellen! Daarom
wordt ook de timmerman zo vervolgd, omdat men hem moet vrezen vanwege zijn
duidelijke profetische gave, waarmee hij het volk in zou kunnen lichten. Rond
Mattheus 15:10 speelt zich het verhaal af van de hoofdman in Genezareth. Deze
zegt: dat nauwelijks dertig jaar geleden was dat hij Hem ontmoette; [intussen
was Jezus al een half jaar met Zijn leerlingen in Zijn leerambt! Zacharias werd
in de tempel vermoord. [GJE1-117, GJE2-52, GJE2-124];
De profeet Zacharias van het Oude
Testament profeteerde in 465 v. Chr. dat de Messias voor 30 zilverlingen zal
verkocht worden; [Zach.11:12,12]. De naam Zacharias betekent: ‘Jaweh herinnert
zich’; De NT-hogepriester Zachariastbehoorde tot de afdeling van Abia (‘Jaweh
is Vader’); De opperpriester werd in de ochtendschemering vermoord en de
kinderen van Israel wisten het niet. Na zijn dood viel het lot op Simeon. Hij
zou eerst de Christus mogen zien voor hij sterven zou. Zijn naam in het
hebreeuws: זכריה; hij is volgens het Lucasevangelie
de vader van Johannes de Doper. In tegenstelling tot de informatie die in het
Nieuwe Testament wordt gegeven, is elders weinig informatie over Zacharias
verstrekt. De verschijning van de engel aan Zacharias. Hij was volgens het
Lucasevangelie een priester in de lijn van Abia, de man van Elisabeth. Hij
leefde ten tijde van Herodes, koning van Juda. Lucas karakteriseert Zacharias
en Elisabeth als rechtvaardig voor God en onberispelijk. Ze leefden naar alle
geboden en eisen van de Heer. Zij waren kinderloos, omdat Elisabeth
onvruchtbaar was, en ze waren op hoge leeftijd gekomen. Hij werd in de tempel
op een stiekeme wijze gewurgd.
Zacheus: Een
belastinginspecteur, hoofddouanebeambte
[oppertollenaar] uit Jericho onder het district van de Romeinen wilde
Jezus zien en horen; hij beklom daar een moerbeiboom maar was klein van
gestalte. Bij het passeren van Jezus en de Zijnen op de verkeerswegader naar
Nahim in Judea, sloeg hij in de boom dit bijzondere gezelschap gade om hen
beter te kunnen zien; de Heer echter komt naar hem toe en geneest zijn
krankzinnige en bezeten zoon [GJE9-28]; Hij bekeerde zich en beloofde alles wat
hij teveel had genomen viervoudig terug te zullen teruggeven; [Luk.19]; Zijn
hebreeuwse naam: זכי; Hij is de joodse oppertollenaar
van Jericho. Uiteindelijk gaf Zacheüs de
helft van zijn bezittingen aan de armen, en alles wat hij had afgeperst,
vergoedde hij viervoudig. [Luc.119:1-10]
Zaligheid: Eeuwige gelukzaligheid hangt niet af
van de plaats, maar van de toestand van de persoon; de genotprikkels van de
ziel, de gedachten van troost en de fysieke gewaarwordingen van een eeuwige gelukzaligheid;
de gelukzaligheid van de gevoelens van het lichaam zijn niet eeuwig, maar
tijdelijk, waaraan een einde komt en soms ongelukkig kan maken.
Zebadeus: Vader van de apostel Jakobus en
Johannes; Zebedeüs, een Griekse vorm
van Sebadja; het betekent: ‘Jaweh schenkt’, vader van Jakobus (de jongere) en
Johannes; toen hij op een keer met zijn beide zonen vistte, lieten ze hem
plotseling alleen in de boot achter, want Jezus riep hen en zij volgden Hem.
Zebadja: Was
poortwachter of koster in de tempel; er was ook een Zebadja, die officier was
bij koning David.
Zebaoth: Meervoud van het veel gebruikte
bijnaam Gods. Jahwe Zebaoth is de Heer der heerscharen, als
aanduiding van Jahwes volstrekte macht;
Heer God Zebaoth, Heer aller heirscharen, God van alle werelden.
Zes: Het hoogste goddelijke geduld, als de moeder van de
barmhartigheid.
Zeus: Een figuur in de Griekse mytholoie; Hij was een zoon van Kronos (Lat. Saturnus]; Het
equivalent van Zeus in de Romeinse godsdienst is Jupiter. De betekenis van zijn
naam (Indo-Europees = stralende, verwant met Latijn dies = dag) duidt op
een verwantschap met de verering van het heldere uitspansel; Zeus’ meest
wezenlijke functie is die van hemelgoed [heidens afgod].
Zeven [geesten van God]: Het volledige
aantal van de goeden en waren van hemel van God, de zeven geesten van God; de
volmacht van de zeven geesten van God, die overeenkomst hebben met de zeven
kleuren en daarom met het leven van ieder mens.
Ziekten aan het zielenlichaam: het vleselijke en
werelds zinnelijke hartstochten.
Ziel,
wat is zij?: Swedenborg beschrijft de ziel van mens en
dier. Dieren hebben niet een specifieke wil en verstand, zoals de mensen,
hoewel identiek. Bij de vrouw overheerst de wil, bij de man de intelligentie.
Vandaar is er in een goed huwelijk van beide eigenschappen geen oppergezag. Het
denken is nauw verbonden met de ziel. Het is een wegdrijven door de ruimte en
de tijd, vandaar dat de mens op een natuurlijke wijze denkt. De ziel voelt en
neemt waar, ze is de mens zelf! Zij is zelfs de koningin van de mens. De ziel
is feitelijk vrouwelijk. Het gemoed gaat van de ziel uit en deze staat onder de
ziel. Ook het lichaam staat onder de ziel en de gemoedsgesteldheid. Lorber
schrijft dat onze gedachtenwereld als een registratieboek is. Een soort
paspoort waarop alles genoteerd staat en waarin men zichzelf herkend. In de
geestelijke wereld zal dit bepalend zijn in het verdere geestelijke leven. De
ziel kan gemakkelijk iets oproepen en associëren, bijvoorbeeld bij geuren en
bij smaken in bepaalde omstandigheden. Het specifieke daarvan blijft achter op
de daarvoor bedoelde hersenplaatjes. Vandaar ook, dat de ziel alles
registreert. Salomo zei al, dat je in je hart de wijsheid kunt vinden, daarin
woont het geestelijk orgaan, dat steeds openstaat, namelijk het geweten. Het
gevoel zetelt in het hart. In het rijk der heerlijkheid, zoals in alle hemelen,
worden de zielen samengebracht, alles volgens hun karakteraanleg en identiek
gedrag.
Ziel: Altgerm ‘Saiwalo’, Hebreeuws oerwoord voor ‘Scheola’ =
hel, in het Latijn ‘Schola’ = school; Sheoula = het dorst naar buiten, ‘Voul’ =
de zichzelf verlatene mens; A betekent volgens de consistentie van wat de
innerlijke wijsheid en kennis vormt; het etherische lichaam van de geest zou
volledig doordrongen moeten zijn van de oorspronkelijke liefde erin, zodat
daardoor het in al zijn delen tot leven zou komen. De ziel van de zoon komt van
de vader, het lichaam van de moeder; het lichaam komt van de ziel; de mens
begint met de ziel, wat de ware essentie van het zaad is. Menselijke zielen
zijn geschapen sinds het begin van de wereld en lichamen ingegaan en mensen
geworden, dat is van de mythen van der ouden; na de dood werpt elk mens het natuurlijke
van zich af dat hij van zijn moeder had en heeft bewaard het geestelijke die
hij van zijn vader had.
Zielendood: Dit ontstaat door veelal te leven in
puur werelds geluk.
Zielenpartikels: Om hiervan een
begrip te maken, begeven we ons op het pad van de atomaire deeltjes.
Bijvoorbeeld een subatomair deeltje is een deeltje dat kleiner is dan het
atoom. Sommige subatomaire deeltjes kunnen deel uitmaken van atomen, andere
worden alleen in sterren, in het laboratorium, of in andere buitengewone
omstandigheden gevormd. Subatomaire deeltjes zijn kleiner dan een atoom, elementaire deeltjes zijn niet splitsbaar.
Partikels van de ziel zijn kleinste stofjes die achtergelaten zijn in voedsel,
faeces, urine, speeksel en noem maar op. Jakob Lorber beschrijft dit zeer
uitvoerig.
Zinka: Leider van de dertig spionnen van Herodus bij Markus de
Romein, hij herkent de Heer; wordt door de Heer met Gamiela verbonden en
gehuwd, oudste dochter van Cyrenius; de Heer zegt over hem: ’Na Mathael is
Zinka de grootste in ons gezelschap’.
Zion: Z’e on = Hij wil,
de berg Sion, dat symboliseert ook de Heer of de kerk.
Zohar: De Joodse Zohar schreef 700 jaar geleden al, dat er in
het joodse jaar 5773 ‘de koningen der Aarde’ zich zullen verzamelen. Lorber
schrijft dat de valse stoel [de paus] nog lang zal aanhouden, maar zal de 2.000
jaar na de uitspraak van Jezus in 25 n. Chr. niet meer meemaken.
[2021>>>>>2030]
Zomerdag: De 172e dag is de eerste zomerse dag bij
ons. Dan is het de lichtste dag. Het Hebreeuwse woord AWJR heeft de waarde
1-6-10-200 en visueel 162. De uitspraak lijkt op ‘aura’, dat eveneens met
lichtkrans te maken heeft.
Zon, uitleg over de: Dat de zon in de ochtend als ze opstaat rood ziet, komt
vanwege de koude en de vochtigheid van de lucht, omdat de vochtigheid en de
koude die er dan heersen, een rode kleur teweeg:brengen. Hetzelfde geldt voor
het avondrood. De zon ziet dan rood door de koude van de lucht omdat de zon dan
daalt om onder te gaan. Waar de zon ondergaat en terneer gaat, sterft ze als
het ware, daar, waar het westen is. [Causea et Curae].
Zondvloed: De zondvloed was ontstaan, omdat de orde en daarna ook de
doelmatigheid verstomd was. De Hanochieten bliezen de bergen op, waardoor de
onderaardse waterbekkens vrij kwamen en een groot deel der aarde overstroomde.
(GJE11-54); ook gebaseerd op de bekende carbon14-methode op 5500 jaar voor
Christus dateert de vloed. In plaats van een materiële zondvloed vindt
tegenwoordig een geestelijke zondvloed plaats.
Zonnegebieden: Er bstaan vele zonnegebieden, die
buiten het zichtveld van de wetenschap existeeert.
Zonteken leeuw: deze grenst aan
het woongebied [Regulus] van de Godheid.
Zoon van God: Dat is de Verlosser, Heiland,
Messias of Jezus in God Zelf.
Zoon: Het woord dat wordt uitgesproken door de Vader Die Zich
in wezen openbaart in de Zoon.
Zorel: Een doodvermoeide burger uit Caesarea Philippi, komt naar
de gouverneur Cyrenius met het indienen van een niet bepaald eerlijk
verzoekschrift. Op de heuvel bij Markus de Romein geneest en versterkt de Heer
de ziel van Zorel door middel van een hypnotische slaap. Zorel wordt
geïnstrueerd en bekeerd door Johannes en de Heer, en wordt dan later een
instrument om de leer van de Heer te verkondigen aan de Grieken in Klein Azië
en Europa. De naam Zorel betekent in het Hebreeuws ‘beperkt licht’.
Zoutzee: Meestal genoemd ‘Dode Zee’ – heet officieel
‘Zoutzee’ [Gen.14:3]: het dal Siddim.
Zuurstof: De lucht,
die voor het inademen van mensen en dieren geschikt is, reikt niet tot aan de
sterren, maar op het hoogste punt slechts tot zo ver boven de aarde als
viermaal de hoogte van deze berg, [bij het meer van Galilea] gerekend vanaf de
zee. Op die hoogte is de aardse lucht scherp begrensd, en heeft daar evenals
het water een heel glanzende, gladde oppervlakte, die zoals de zee regelmatig
golft. [GJE2-148: 4]
UpToDate 2024-2025