Alfabetisch register
van de letter A-Z
Aardbevingen: An sich is aardbeving een protest in
de onderwereld en dit uit zich met erupties. [vulkanische uitwerpselen op de
aarde, het beven, schokken en splijten]. Aardbeven: De volledige
ontsteltenis van het hart = geestelijke
aardbeving.
Aarde: Een ander woord voor aarde is ‘terra’.
Als materiestof heet het ‘molda’. De feitelijke naam van de aarde is ‘Gea’. Zij
is ruim 4,57 miljard jaren geleden ontstaan. Een miljard jaar na het ontstaan
ontstond er voor het eerst ‘leven’ op deze planeet. Het oppervlak is voor 71
procent bedekt met water. De aarde is een planeet, bedoeld voor leven van
microben, planten, dieren en mensen. Het ‘mens-zijn’ op aarde is de hoogste
graad, die bereikt kan worden en het nut daarvan is de weg door de materie heen
terug naar haar geestelijke oorsprong. Volgens Lorber is de aarde de ‘woning
van de mensheid’. [GJE1-157:4]; De aarde staat beeld voor het deemoedige; het
laatste deel aan het lichaam van de mens is de onderste hoofdzenuwwrat van de
kleine teen op de linkervoet
[GE8-76:5,6]; Er bestaat ook een geestelijke aarde, waar gestorvenen
naar toegaan; eveneens bestaat er een instinctmatig leven onder de aarde; [GJE5-84:4]
‘Zij is voor de mensheid te zien als een gemeenschappelijke moeder .
Aardebol:
De ether houdt de
aarde met haar water samen en drijft rond in het heelal.
Aäron: Broer van Mozes en Mirjam. Hij was
deels de spreekbuis voor Mozes [GJE7-192:12] en naar het volk toe. Aäron werd
benoemd tot priester en droeg de Urim en de Tummin op zijn hart in de borstzak
[Exod.2:28:30, GJE5-86:8]. Zijn ouders waren Amram en Jochebed uit de stam
Levi. De houten staf van Aäron werd bij koning Faraoh in Egypte gebruikt voor
een wonder. Aäron stierf in de buurt van Kades-Barneo op de berg Hor, en mocht
het beloofde land niet in maar wel vanaf een hoogte die bekijken. Zijn naam
betekent ‘verlicht’, [Hebr. ‘Ar’ is licht. Hij was gehuwd met Eliseba en daaruit kwamen vier zonen: Nadab, Abihu,
Eleazar en Itamar. Hij was de drie jaar oudere broer van Moses en zuster Mirjam.
Aartsengelen:
Opperboodschappers,
hoofdengelen; zij nemen een bijzondere plaats in. De naam ‘aartsengelwortel’:
Lat,: ‘Angelica = Archangel’ is ervan afgeleid. Michaël incarneerde als hoge
geest eerst in Sehel [ten tijde van Adam], later als Elia en ten tijde van
Jezus als ‘voorloper’ in de gestalte van Johannes de Doper. ‘Aarts’ komt uit
het Grieks als ‘eerst’ = [Engels: First – als ‘vorst’] en de eerste, de
‘oerpersonage’ of ‘arch’ als grondbasis; Het woord ‘angel’ is ermee verbonden.
Archiël was een tijdelijke engel4dienaar ten tijde van Jezus op aarde.
Aartsvader: Hebreeuws: אב, Ab - is in het jodendom en
christendom een aanduiding voor Abraham, Isaak en Jakob. Soms wordt ook wel de
term patriarch gebruikt. De verhalen over de aartsvaders staan in het boek
Genesis in de Hebreeuwse Bijbel. Jozef, zoon van Jakob, wordt niet tot de
aartsvaders gerekend, maar de verhalen over hem en zijn broers worden wel
gerekend tot de verhalen over de aartsvaders.
Adam is zelfs de stamvader van alle aartsvaders, maar wordt niet hierbij
genoemd.
Aas: Dit kan diverse betekenissen hebben en
moet aandachtig in de context zelf gelezen worden! Enerzijds ‘het luie en
ongelovige Farizeeërdom’. [GJE9-71:4] Anderzijds zegt Jezus zelf ook een ‘Aas’
te zijn voor de wereld. Het aas is een zeer getrouwe spiegel van de wereld en
toont haar ware gestalte. Het levende woord [de Bijbel] is de wereld tot een
afkeer geworden en de wereld vlucht hiervan weg zoals van de pest.
Abel of
Abehl: Een
Grieks-Latijnse naamvan het Hebr. ‘Hebel’ en dat betekent ‘vergankelijkheid’.
Hij werd vermoord door zijn jaloerse broer Kajin. [Gen.4:1-16, Matth.23:35]; de
naam Abel betekent ‘zoon van de goddelijke liefde’. Ahab betekent liefde
schenken, houden van. El = geopenbaard
goddelijk licht, Aheb betekent ‘hij houdt van God’, of de ‘zoon van de zegen’.
Abel moet 320 n. Adam zijn doodgeslagen door Kajin. Want Adam zei tegen Eva,
dat zij hem al 600 jaar heeft beweend. Nu is ons nu toch nog Henoch gegeven!’
Abel moet 218 jaar zijn geweest. Een andere betekenis voor Abel is ‘ademtocht’
of ‘ijdelheid’. Hij was de tweede zoon van Adam en hij werd schaapherder.
Abgarus:
Deze was koning van
Edessa. Hij komt naar de Heer toe, die in Antiochia verbleef en neemt Zijn leer
aan. [GJE6-140]; Later ontstaat er een
briefwisseling tussen beiden. Één van zijn brieven van de koning werd door een
zekere Kado naar Jezus gebracht. [GJE8-171] – Abgarus was de 15e
koning van Edessa, gelegen in het noordelijke Mesopotamië (13-50 n. Chr.). Na
de gebeurtenis van Pinksteren heeft Thomas (één van de 12 leerlingen) en
Thaddeus (één van de 70 leerlingen); deze
koning bezocht. Zijn
correspondentie met Jezus is ook vastgelegd door Eusebius van Cesarea op grond
van Syrische documenten uit het archief van gelovige Essenen, dat in het Grieks
werd meegedeeld. Jezus schreef terug via de jongeling Jakob, de zoon van
Zebedeus.
Abraham:
Vader van een machtig
godverwant geslacht, vader van vele grote volken. Sara was zijn halfzus en
echtgenote. Hij had twee bijvrouwen: Hagar en Ketura. Twee broers waren: Haran
en Nachar. Zijn vader Terach of Terah kwam uit het Chaldeeuwse Ur. Abraham kwam
in 2140 v. Chr. aan in Kanaan. Hij stierf met 175 jaar en werd in een grot bij
Hebron begraven. ‘Abar’ = machtig zijn,
‘Ach’ = broeder, vriend, ‘Am’ = moeder, geslacht of volk. Abraham werd 292 jaar
na de zondvloed geboren [volgens Bijbelse telling!] Toen Sara stierf huwde hij
met Ketura en krijgt hiervan nog zes zonen. [Gen.25:1,2, Gen.27:23,27]
Adam:
Deze werd persoonlijk door de Schepper geschapen rond 20-jarige leeftijd
[volgens de joodse overlevering] in het joodse jaar 4151 v. Chr. dat is
omgerekend astronomisch het jaar 4026 v. Chr. Uit hem werd zijn vrouwelijke
zielendeel in de stof geformeerd als vrouwelijk wezen en daaruit ontstond Eva,
zijn vrouw. Daarom wordt nog steeds gezegd bij een echtpaar: ‘mijn wederhelft!’
Uit de rode vettige leemaarde gevormd. A = Goddelijke wil, Dam = bloed,
levensdrager, Dama = lijkend op, overeenstemmen, evenbeeld van God, mens. Adam,
Zoon van erbarming en genade. Hij werd 930 jaar oud. Hij was de eerste mens op
Aarde. Over hem staat veel beschreven in de ‘Huishouding van God’. [Jakob
Lorber]
Adamitische
periode: Dat is de
periode van ruim 6.000 jaar geleden. In die tijd was de aarde al bevolkt met
weelderige vegetatie en dierlijke mensenwezens. Deze wezens hadden geen
goddelijke vonk in zich en konden geen besef hebben van een hoger geestelijke
en goddelijk orde. Deze wezens hebben ervoor gezorgd, om de aarde ‘bewoonbaar’ en
‘leefbaar te maken voordat de echte
mensen op aarde eerst vanaf 4026 v. Chr.
[joodse tijd 4151 v. Chr.] konden leven [zie Adam in de
personenregister!]
Aeonen:
ongekende tijden.
Afgodtempels:
Heidenen, die meer
het accent leggen op uiterlijke rituelen, ceremonieën, relikwieën, dan zich
bewust en oprecht te wijden aan één werkelijke God; zij onderhouden op deze
wijze hun afgodendiensten.
Afrika:
Heette oorspronkelijk
‘Ahalas’, het oude land; heeft ruim 1 miljard bewoners en 54 deelstaten. Afrika
is de kinderwieg van de zwakken en de nakomelingen van Adam.
Agricola: Deze was een voorname Romein, die in
gezelschap van Romeinse en Griekse kameraden op zoek was naar de ‘Grote
Profeet’ en hij was naar Jeruzalem gekomen met behulp van Maria Magdalena. Hij
kwam aan in de herberg op de Olijfberg bij Bethanië, waar Jezus Zich ophield.
Hij herkent de Heer. [GJE6-181, 6-188];
Ook begeleidde hij de Heer naar Bethlehem, stootte daar op een troep
Romeinse soldaten, die hem aanspraken als: ‘machtige gewelddrager van de keizer’.
Dit zegt veel over zijn hoge ambt
Ahriman: Ahriman
en Lucifer zijn één en dezelfde persoon. Het zijn geen twee verschillende
personificaties; deze twee worden jammer genoeg door elkaar gehaald of foutief
geïnterpreteerd. Ahriman is een ander woord voor Satan of Lucifer.
Akka: Ook wel Procyon genoemd; een verre ster in het heelal. De
kleine hondsster. Procyon bevindt
zich altijd in de buurt van zijn helderdere broer Sirius. Procyon of Akka is in
helderheid de achtste ster aan de sterrenhemel en in helderheid de zesde
die wij vanuit Europa kunnen zien.
[GJE1-213:02] – Philopold [zie daar!] is daarvan afkomstig en incarneerde naar
de aarde om het kindschap van God te verwerven. [GJE1-214:1] – Op een slechts
zeer gering aantal werelden in het universum is het toegestaan te incarneren op
de aarde. De Heer kent iedere aard van alle werelden in de eindeloze ruimte, en
ook de karakteristek en de geschiktheid van de bewoners en hun geesten die de
verschillende werelden bewonen. De Heer weet het beste of een geest geschikt is
voor de belichaming op deze aarde. Al hetgeen hiervoor geschikt was, werd naar
de aarde gebracht. Het aantal van de naar de aarde gebrachte personen is maar
klein en komt niet noemenswaardig boven de 10.000 uit. [GJE1-215:4,5].
Alexandrië:
is heden een miljoenenstad in het noorden van Egypte, aan de Middellandse Zee. De stad is genoemd naar Alexander
de Grote en is de
op een na grootste stad van Egypte. Ze ligt aan de noordwestpunt van de Nijldelta.
Alfa: Letter voor de hebreeuwse letter
Aleph; het eerste [the first, de vorst of koning; daarom de de koningsletter!
Alfeus: [Alpheus] Betekent: ‘God geeft
een plaatsvervanger!’ Hij was de vader van Levi-Mattheüs [Marc.2:14] – ook
vader van Jakobus de jongere. [Matth.10:3]
Amerika:
Geheel Amerika heeft
1 miljard inwoners - De Heer zegt in
het tweede boek van Hemelse geschenken: ‘Ik zeg jullie nu zonder ‘Daniël’:
het land in de zee zal ondergaan en de trotse koningin van de golven zal worden
opgeblazen als kaf, wanneer ze zich nooit meer zal laten verzachten door de
tranen van de weeën! - Kijk naar Amerika! Daar is de ‘tellende dag’ al
begonnen! - Maar daar breekt hij! - [GJE10-29:06] Het verhaal in Amerika duurt
niet lang meer. In Zuid-Amerika, waar Babylon veel erger wordt vertegenwoordigd
dan het nu waar dan ook op aarde is, zal binnenkort een groot oordeel worden
ontketend; want Babylon moet overal in een nieuw Jeruzalem worden omgevormd, en
de zwijnen van de heidense Gadarenen moeten omkomen in het graf van hun nacht’.
Amethist [12e steen] Bisschopsteen
genoemd, omdat het vroeger een
geliefde edelsteen was voor kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders. Feitelijk
een halve edelsteen en de kleur is violet kwarts. Vroeger geliefd in de joodse
tempel als waardevolle edelsteen.
Amorieten: Bewoners van onder meer het bergland in Kanaän. Zij zijn
afstammelingen van Noachs kleinzoon Kanaän (Gen. 10:15). Ze waren één van de Kanaänietische
volkstammen.in het land Kanaän. Ze bewoonden daar het bergland ten westen en
vooral ten oosten van de Jordaan (Gen.14:7,13; Num.21:13-26, Deut.3:8;
Richt.1:34-36,11:13). De naam Amoriet betekent 'zegger', 'spreker'. Ze stammen van Noachs
kleinzoon af. Hoewel zij van Kanaän afstammen, een zoon van Cham, maar
niet van Sem, worden ze vanwege hun taal en cultuur in de wetenschap aangemerkt
als een 'Semitische' stam.
Analogie: Op basis van overeenkomst of
overeenstemming; identiek of gelijkend op.
Andreas:
Betekent ‘manhaftige’;
hij was erg bekend met de sterrenkunde. Broer van Petrus. Hij was de eerste die
Jezus bezocht in Zijn woonhut in de woestijn bij het huidige Had Nes. Andreas woonde in de buurt van Bethabara en
was visser van beroep.
Antichrist:
Het berekende
verstand, de algemene overheersende zucht naar wereldse dingen.
Apocalypse: Dit is een onthulling van kennis of openbaring, verwijzend naar
de Openbaring van Johannes uit het Nieuwe Testament. Openbaringen
beschrijft de ultieme overwinning van het goede over het slechte. De diepere
zin van een ‘beschreven’ apocalypse is een uitleg over een schifting tussen goed
en kwaad en er kan weer een nieuwe betere periode aanbreken.
Apocrief:
Een verzamelnaam van
een niet als Heilige Schrift beschouwde Hebr. en oud-christelijke godsdienstige
boeken. Op een kerkverzameling in 325 n. Chr. werd bepaald welke religieuze
geschriften moesten opgenomen worden in de Bijbel. De geschriften die niet
erkend werden, noemde men apokrief. Zoals bijvoorbeeld Judith, de boeken der
Makabeeën en Tobith, enzovoorts.
Apostelen:
In de Septuagint wordt
de gedachte aangeduid als ‘boodschapper’ of ‘gezant’; In het Hebreeuws
aangeduid met termen die zijn afgeleid van de wortel SHL De term apostéllō
wordt ook in het Nieuwe Testament gebruikt. Aan het gebruik van de term apóstolos
in het NT wordt duidelijk dat deze wordt gebruikt om iemand aan te duiden die
met gedelegeerde autoriteit handelt. De vorm is Grieks, de inhoud Hebreeuws.
Vooral het gebruik in Johannes 13:16 bevestigt dit; Een eerste historische verwijzing naar ‘de twaalf’ staat in 1 Korintiërs
15:5. Het betreft de twaalf leerlingen van Jezus in de meest betrokken kring om
Hem heen. Zij waren eerst discipelen en later apostelen, daar zij uitgezonden
werden om te prediken de leer van Jezus. Hun werd ook ‘macht’ gegeven zo nu en
dan ‘wonderen’ te doen en mensen te genezen. [Matth.10 en GJE1-134:3,4];
Apostel betekent: ‘de uitgezonden zendelingen’ en discielen: ‘leerlingen’.
Arabieren:
80 procent van de
Arabieren is Islamitisch. Arabieren zijn
afstammelingen van de oude stammen in Arabië, het waren de vroege bewoners van
het Arabische schiereiland en Syrie; de bedoeïenen Arabieren waren nog
steeds nomaden in de woestijn. In de literatuur van Jakob Lorber treffen
we de veelvuldige beschrijvingen aan van het ‘stenige woestijnachtige’ handelsland
met hun karavanen. Wordt als nomadenvolk genoemd in Jes.13:20 en Jer.3:2.
Arameeërs: Nakomelingen van Aram, de vijfde zoon van Sem. De volksstammen
woonden in Syrië en Mesopotamië. Het Aramees was de oude Semitische volkstaal,
die Jezus ook sprak in die tijd, dat Hij als Mens op Aarde was. Er zijn enige
delen van de Bijbel in het Aramees geschreven.
[Ezra 4:8, 6:18, 7:12 en 26].
Arbel
[berg]: Arbela ligt
ten Westen van het Meer van Galilea. [Dan.2:40, 7:28].
Archangel:
Oerengel.
Archiël: Deze engel haalt in enkele seconden
een boekrol voor Philopold [zie daar!] van een zeer verre sterrenwereld, waar
Philopold eerst leefde op de ster Prokyon, ook wel Akka genoemd. [GJE1-213] Hij gebiedt de Satan; [GJE1-225] Helpt de [gestolen] goud- en
zilverschatten van de tempelpriesters van Jeruzalem uit de druipsteengrot te
redden en sluit vervolgens de toegang van deze grote rots toe. [GJE2-4-6]
Ark van
Noach: de juiste
deemoed van een mens, de juiste naastenliefde tot God en zijn naaste. De uiteindelijke
omvorming van de goddelijke geest in de ziel: wedergeboorte. De ark die Noach
op Gods bevel bouwde in 150 dagen was van dennenhout [goferhout]. De ark was
150 meter lang, 25 meter breed en 15 meter hoog. De ark verzinnebeeld het
geestelijke in de mens.
Armageddon:
Het woord Armageddon, of Har-Magedon, komt maar één keer in
de Bijbel voor, in Open.16:16. Het profetische boek Openbaring vertelt dat
op de plaats die in het Hebreeuws Har-Magedon wordt genoemd, de koningen van de
gehele bewoonde aarde vergaderd zullen worden tot de oorlog van de grote dag
van God de Almachtige.
Arnon: Als beek genoemd in de Bijbel:
Deut.2:24, Num.21:13, Richt.11:18.
Asia: [Azië] besloeg oorspronkelijk
een kleine streek in Lydië, maar dat ging steeds meer over op een groter gebied
op het werelddeel, wat nu Azië heet. Het grootste werelddeel op de planeet aarde. Aan de
westkant grenst het aan Europa en Afrika, in het noorden aan
de Noordelijke IJszee, in het oosten en zuidoosten aan de Grote
Oceaan en in het zuiden aan de Indische Oceaan.
Assur: Enerzijds het Papendom, anderzijds komt Assur van Asher, een Semit.
Assyrië:
Een Aramees Rijk. De
bevolking ontstond in de periode van Nimrod. Zij spraken de Aramese taal en
stamden af van Set. [Gen.10:11,22 en Micha 5:5] Vernoemd naar Aram, zoon van
Sem. Aram = Syrië. Het wordt in Genesis 25:20 Paddan-Aram genoemd en ligt
tussen de Eufraat en de Tigris, het vaderland van Abram. In dit gebied lag de
stad Haran, waar Laban eens woonde en deze was een Aramees. Rebekka en de vier vrouwen
van Jacob eveneens.
Astronomie:
Sterrenkundig
bijzondere verschijnselen in het heelal bekijken. Astro komt van ster,
sterrenbeeld; astronomie bestudeert de wetmatigheden van sterren en het eigen
zonnestelsel. De natuurkunde wordt hierbij betrokken. Het professionneel
ontdekken van kometen en meteoren is een zijdelings onderdeel hiervan.
Gebaseerd op wiskunde en natuurkunde wordt er veel onderzoek gedaan. Amateuren
doen op de achtergrond eveneens professioneel onderzoek.
Atheope:
Dit was Kajin of Kain.
Zijn naam en huidskleur werd door de Heer veranderd, toen hij vluchtte voor
zijn zoon Hanoch en de oversteek deed naar zijn toegwezen land.
Atmosfeer: In de astronomie bezit de
atmosfeer omhullende gassen die zich om een vast hemellichaam bevinden of dampkring
wordt genoemd. Alle andere planeten in ons zonnestelsel
hebben een atmosfeer. De gassen worden aangetrokken door
het zwaartekrachtveld van het aardelichaam, en worden dan
vastgehouden. De lichtere gassen, zoals waterstof kunnen een
snelheidsverdeling hebben. Zulke gassen zullen dan langzaam verdwijnen uit de
atmosfeer. Ook sterren hebben een atmosfeer, bestaande uit
bijvoorbeeld een fotosfeer, chromosfeer, ofwel met een overgangslaag en
tenslotte met een corona. Jakob Lorber beschrijft de drie verschillende ‘overlappende’ geestelijke atmosferen, die
zich boven de natuurlijke aarde bevinden.
Atoom: Atomen
zijn de bouwstenen, de basis van alles hier op aarde. Een elementair deeltje is
een deeltje dat niet meer te splitsen is. De atoom heeft een kern en
daaromheen een wolk van elementaire deeltjes. De kern van de atoom is opgebouwd
uit elementaire deeltjes met de naam proton en neutron. In een mensenhaar passen bijvoorbeeld ongeveer 500.000
koolstofatomen. Van atomen kan men een atoomwapen of atoomwapen maken. Atoomaanvallen in het verleden op Japan
kostten naar schatting 300.000 mensen het leven. Het was voor het eerst (en tot
dusver voor het laatst) dat dit verschrikkelijke wapen werd
ingezet.
Augiasstal:
Ongeordende rommelige
boel. Van oorsprong een veestal. Lorber spreekt hierover symbolisch, een
dergelijke stal moet weer nodig gereinigd worden.
Augustus,
keizer: In 9. v. Chr.
is over hem een inscriptie gevonden. Hij was al 25 jaar keizer en vierde zijn
jubileum 2 v. Chr. In 14 n. Chr. was hij 45 jaar keizer. Jezus was toen 20 jaar
oud. In dat jaar kwam Tiberius aan de macht. Augustus betekent ‘verhevene’. Hij
werd in 27 v. Chr. keizer. [De Romeinse en Joodse kalenders liepen destijds
niet synchroon].
Australië:
Een land op het zuidelijk halfrond
en een groot aantal eilanden in de Indische en Grote
Oceaan, waarvan Tasmanië het grootste is. Het ligt ten noordwesten
van Nieuw Zeeland en ten zuiden van Indonesië en oostelijk
Papoea-Nieuw-Guinea. Australië is dunbevolkt. Het op vijf na grootste
land ter wereld. In Jakob Lorber wordt het een aantal keren aangehaald.
Avond: Betekent de aardse geestelijke
toestand van de mens, want zoals het met de schemering geleidelijk donker
wordt, zo vergaat het ook met een materieel mens. [GJE1-157:13] – Mozes noemde
de natuurlijke toestand van zijn volk ‘het diepere in de avond van de nacht’,
omdat het volk lonkte naar wereldse dingen. [GJE1-157:7] Avond verzinnebeeldt
de aardse dood en het vergaan van alle dingen. [GJE6-193:5] Het gaat bij de
mens gedurende zijn leven er net zo aan toe als met het steeds zwakker wordende schijnsel van de
avond. Hoe meer de mens zich met materiële zaken bemoeit, hoe meer het in zijn
hart zwakker wordt met de puur goddelijke liefde en zijn geestelijke leven.
Daarom noemde Mozes een dergelijk licht van de mens evenwel ook avond. De avond
is de wereldse sfeer van de mens. Het is de analogie van de aardse dood en het
vergaan van alle dingen [GJE6-193:5 en Hemelse Geschenken 1-361:37].
Avondmaal: Jezus vierde het Heilig Avondmaal
eind juni en werd een dag later gekruisigd. Het was toen volle Maan. Men zegt,
dat Hij 33.5 jaar oud werd of 12222 dagen. GJE10-146 schrijft: ‘als Ik voor
bijna 33 jaar te Bethlehem geboren was…’ Zie ook GJE146:1 en 146:3 en
GJE10-116:14.
Avondrood:
Het rode in de avond valt vaak samen met helder en rustig weer. De atmosfeer
is dan meestal stabiel van opbouw en stofdeeltjes blijven zweven in de onderste
luchtlagen. Wanneer de zon lager komt te staan als het richting zonsondergang
loopt, moeten de lichtstralen van de zon een langere weg afleggen door de
atmosfeer om bij onze ogen te komen. Tijdens die lange weg 'botst' het licht
tegen de aanwezige stofdeeltjes, stikstof- en zuurstofmoleculen die de
atmosfeer aanwezig zijn waardoor het spectrum van licht verstrooid wordt. De
rode kleuren in het spectrum zijn het minst gevoelig voor deze verstrooiing
waardoor we deze tinten van het spectrum dan ook het beste waarnemen. Hoe
groter de luchtvervuiling, hoe roder het avondrood over het algemeen is - https://www.weerplaza.nl/weerinhetnieuws/weerweetjes/hoe-ontstaat-avondrood/2934/
Jakob Lorber vergelijkt het avondrood op een
geestelijke wijze in tegenstelling tot het morgenrood. Dat wat de aarde
spiegelt, is tegelijk ook een weerspiegeling in de mens op materieel en
geestelijk vlak.
Azië: In het midden van Azië, niet ver van het Himalajagebergte,
leefde ten tijde van Adam een klein volkje, afgesneden van de wereld en hoog in de bergen,
conform de leefregels van hun oervader Noach. De latere Egyptische hieroglyphen
waren een vervalste namaak van hun ware tekens. In het hooggebergte van Azië
hebben onze oerouders Adam en Noach gewoond. Er valt veel te zeggen over dit
grootste werelddeel en het wordt vaak aangehaald in de Nieuwe Openbaringen. Zie
ook Asia.
Baäl: Betekent ‘heer’, ‘bezitter’, naam van
een Kanaäntische godheid die op vele plaatsen wordt vereerd.
Babel: Hebreeuwse naam voor Babylon [Gen.11:9],
oude stad op de oostelijke oever van de Eufraat. Ligt ruim 30 km. van Bagdad.
Een andere naam is Babylon.
Babylonische
ballingschap: Een
gedwongen vertrek uit eigen omgeving of land betekent ‘leven onder
ballingschap’. Deze heeft veertig jaar geduurd. Het joodse volk werd behandeld
als de slechtste dieren en gevoerd met het voer van varkens en honden; de
lieflijke dochters der joden zijn onder geseling en allerlei martelingen door
de overmoedige Babyloniërs, dag en nacht verkracht, tot de dood volgde, evenals
de knapen en jongelingen die eerst gecastreerd werden! [GJE1-137].
Babylonische
spraakverwarring: Volgens de Bijbel in het
boek Genesis werd ooit op aarde één taal gesproken. De mensen in die tijd
vestigden zich in het land Sinear, vlakbij de rivier de Eufraat. Ze spraken af
een stad te bouwen met een toren ´tot in de hemel´. Door hun hoogmoed
veroorzaakte de Heer een grote spraakverwarring onder de mensen. Ze verstonden
en begrepen elkaar niet meer en de bouw van de stad en de toren werd gestaakt.
De mensen verspreidden zich daarna al spoedig over de gehele aarde.
Bagdad = Babylon.
Barnabe:
Een uit Nazareth
afkomstige Farizeeër en Leviet vroeg de opperste leiding in de tempel, of het
Kindje Jezus in de tempel mocht spreken …en met goedkeuring. Barnabe was
oorspronkelijk verbonden aan de tempel en werd na een driedaagse redevoering
van Jezus in de tempel herbergier of gastheer in een bergdorp aan de overkant
van het meer van Galilea, wiens kreupele dochter Elisa door de Heer werd
genezen. Want toen Jezus haarfijn bewees dat Hij Zelf de beloofde Messias was,
deed Barnabe ertoe besluiten de tempeldienst definitief de rug toe te keren en
zich terug te trekken in een eenzaam bergdorp: alle bewoners lieten zich
bekeren en het dorp ontvangt van de Heer grote voordelen.
Bartholomeüs:
‘De broederlijke’;
[Hand.1:13]; Hij had twee jaar lang een goed baantje als ‘dode’ bij de Essenen,
maar had uiteindelijk een gelegenheid in het geheim uit hun klooster van deze
bedriegers te komen. [GJE2-98,99].
Bazuin: betekent ‘boodschap’; iets
rondvertellen, rondbazuinen.
Bed
nemen en wandelen: [Matth.9:6] = ‘In de leer van Jezus onderwezen
worden’.
Beeld
van het beest: de
wereldse verloedering en aanbidding van het geld.
Beëlzebub: Uit het Hebreeuws afgeleid van בַּעַל en betekent
letterlijk ‘heer’; is een Bijbelse spotnaam voor Beëlzebul dat ‘heer van het
huis’ betekent; zijn naam en die van Lucifer en nog meer dergelijke namen
duiden hem de satan aan en typeren hem. Lucifer of Lichtdrager was de oorspronkelijke,
hem kenmerkende naam. Satana was de tegenpool van de Godheid.
Begeerte:
Is te beschouwen als
een daad; deze twee hangen samen als bloed en vlees, olie en vlam! Begeerte
wordt meestal omgezet in daad, wanneer het in de wil besloten ligt. In het
verstand dringt slechts de verlokking als verzwakking op. In ieder mens is bij
de geboorte een begeerte ingepland.
Begrafenis: De begrafenis van Jezus is het
opbergen en het verwerpen der overresten van moeder Maria van Jozef.
Berg,
hoge: symbool van de bovenste, dus derde hemel.
Bergrede:
deze vond plaats aan
de voet van de berg Gerizim. Daar heeft het oudste en echtste huis van God
gestaan! Jesaja voorspelde dit. De hele bergrede staat in Matth.5-7. De
prediking duurde drie uur. [GJE1-39] Jezus sprak toen extra langzaam ten
behoeve van de schrijvers.
Bergruïne:
Een geloofskasteel
met verweerde, gespleten en afgebrokkelde overblijfselen van de waarheden. In
de Bijbel of Openbaringen symbolistisch opgevat.
Betfage:
Dorp bij de olijfberg
ten Oosten van Jeruzalem met de betekenis: ‘huis der vijgen’. [Matth.21:1, Marc.11:1, Luc.19:29]; het zou
nu Kafr et Tur heten! Van hieruit zond Jezus twee leerlingen om voor Hem uit om
een veulen te halen vanwege Zijn intocht in Jeruzalem.
Bethabara:
‘Huis van de oversteekplaats’, beschreven in Joh.1:2, Gen.28:19.
Bethanië: Ook wel El-Azariya genoemd. Dorp,
stadje en gelegen in de provincie van Benjamin tegen de oostelijke helling van
de Olijfberg. Woonplaats van Maria, Martha en Lazarus [Luc.10:38, Joh.11:1,18]
Jezus was vaak bij Lazarus. De plaats van Jezus’ hemelvaart in Luk.24:50,51.
Deze plaats lag dichtbij Jeruzalem, bij de Olijfberg, evenals Betfage.dat bijna
aan Jeruzalem grensde op 15 stadiën van de stad. [ca. 2,9 km] – Joh.11:18, waar
ook Simeon de melaatse woonde. [Matth.26:6].
In El-Azariyeh klinkt de naam van Lazarus als het ware door! Vanaf
Bethanië naar het Oosten begint de echte woestijn van Juda, een karig
steppenland. Het ligt aan de weg van Jiricho-Jeruzalem aan de Olijfberg. Het
weer in de bergen kan plotseling veranderen in de maand november; vele mensen
zijn verdronken door het plots opkomende water of omgekomen door dorst.
Bethlehem:
Stad in de heuvels
van Juda ten zuiden van Jeruzalem aan de heuvelamweg naar Hebron. In de
omgeving van Bethlehem speelt de geschiedenis van Ruth zich af. [Ruth
1:1,2,19,22 en Ruth 2:4,11]. Het was eveneens de woonplaats van David, waar hij
door Samuël werd gezalfd. Door Micha aangeduid als de plaats vanwaar de Messias
zou komen. [Micha 5:2] De geboorteplaats van Jezus. Huis van het ‘levensbrood’
[Hebr.:‘Lechu’] Dit dorp is ontstaan in de tijd dat de Kanaänieten er woonden,
8 km. ten zuiden van Jeruzalem. Er woonden daar al vroeg de stam der Kalebieten
in Efrata. [Micha 5:1]. De plaats der herkomst van Elimelek en Naomi en Ruth.
Later de woonplaats van Isai en David [1 Sam.16:4]. Tegenwoordig heeft dit
stadje zo’n 32.000 inwoners. Het lijkt veel groter dan het is, omdat drie, vier
aangrenzende gemeentes als het ware een grote stad vormen.
Bethsaïda:
Dit stadje werd door
Jezus vervloekt in Matth.11:21 en
Luk.10:13.
Betsaïda:
Vissersdorp op de
noordelijke oever van het Galilese meer, waar de Jordaan in het meer uitmondt.
De woonplaats van de apostel Filippus, Andreas en Petrus. [Joh.1:45, 12:21]
bezocht door Jezus [Mark.6:45], die er een blinde genas [Mark.8:22]. De
spijziging van de vijfduizend vond bij deze stad plaats. [Luc.9:10]. Ook één
van de steden waarover Jezus Zijn uitspraak deed over de naliggende stadjes.
[Matth.11:21 en Luc.10:13] Volgens Josephus een vissersdorp, dat door de tetrarch
Philippus tot stad werd geheven. Tegenwoordig heet het ‘et-Tell’ en de ruïnes
van de vroegere noordrand van het Galilese meer zouden nog bestaan, oostelijk
van de uitmonding der Jordaan.
Bevolkingsdichtheid: Volgens Jakob Lorber is er op aarde
genoeg ruimte voor de mensheid; op dit moment is dat onevenredig verdeeld; Er
zal voor 2050 een grote schifting komen, waardoor er zoveel ruimte is, ook al
zijn het 50 miljard mensen, wat wij nog niet kunnen bevatten. Volgens werelds
onderzoek woonden er in 2018 al ruim 7,46 miljard mensen op de wereld. De
bevolkingsdichtheid wordt berekend door het inwonertal te delen door de
oppervlakte: bevolkingsdichtheid = inwonertal met oppervlakte; de bevolkingsdichtheid of de relatieve bevolking geeft de verhouding
aan tussen het aantal der inwoners en de oppervlakte van een bepaald
topografisch gebied. Meestal wordt de bevolkingsdichtheid uitgedrukt in het
aantal inwoners per vierkante kilometer.
Bileam: Ook genoemd Balaäm, was een vermaard waarzegger uit Mesopotamië, [Syrië-Aram] die, ofschoon door Balak, de koning van Moab, juist met het tegenovergestelde doel ingehuurd en ontboden, de Israëliëten nagenoeg zegende (Num.22:1-24:25; Deut.23:3-6). Om echter niet onbeloond te vertrekken, gaf de heidense ziener aan Balak de raad de Israëlieten door bekoorlijke vrouwen tot hoererij en afgoderij te verleiden. Deze schandelijke raad berokkende hem de dood, en deed het nageslacht van Israël zijn naam altijd met afschuw noemen. Bileam was de zoon van Beor of Bosor en woonde in Pethor te Mesopotamië (Deut.23:4). Bileam werd ingehuurd om Israël te vervloeken, maar zegende het. [Num.23:7]
Bingen,
Hildegard van: Zij
was een Duitse benedictijnse abdis en geldt als eerste vertegenwoordigster van
de Duitse middeleeuwse mystiek. Zij was onder meer actief op het gebied van
religie, kosmologie, wetenschappen, filosofie, muziek en plantkunde. Zij was de
eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam
bekend is. Haar werd in 2012 de eretitel
van kerklerares verleend. Hildegard werd geboren als tiende kind van graaf
Hildebert van Bermersheim, in een adellijk gezin dat woonde op het slot van
Bermersheim, niet ver van Alzey. Al op haar vijftiende jaar legt zij de gelofte
af. Als Jutta in 1136 sterft, neemt Hildegard de leiding van de vrouwengemeenschap over en wordt abdis. Hildegard besluit in 1147 een zelfstandig
vrouwenklooster te stichten op de Rupertsberg te Bingen, onder anderen gesteund
door de aartsbisschop van Mainz.
Binnenshuis: Geestelijk bekeken het spiegelbeeld
van het innerlijke van de mens [GJE6-136:5].
Bladeren:
Bladeren in planten
vertegenwoodigen de plaats van de longen.
Bloed van druiven:
Symbool van het Goddelijk ware; [Gen.49:11, Deut.32:14].
Bloed: ‘Bloed’
is evenals onder meer het Duitse Blut en het Engelse blood,
een oude term voor verwantschap of afstamming die vroeger in het Nederlands
vrij algemeen werd gebruikt, zoals in het volkslied getiteld ‘Wiens Neerlands
bloed door d'aadren vloeit’ van de dichter des vaderlands. Hebr. ‘Dam = 4-40 =
44. Bloed betekent volgens Lorber het eigenlijke fysieke levensfluïdum, welke
het lichaam het leven geeft, hem voedt en de voortplantingskiem aanreikt. Het
is de drager van de bezigheid.
[GJE7-44:20, HG2-321:8].
Blum,
Robert: Robert Blum,
geboren op 10-11-1807, gestorven op 9-11-1848, was een Duitse democratische
politicus, publicist, dichter, uitgever, revolutionair en lid van de Nationale
Vergadering van 1848. Hij werd hij gearresteerd tijdens een verblijf in het
hotel ‘Stadt London’ in Wenen en geëxecuteerd voor zijn rol in de revoluties
van 1848 in de Duitse staten. Zijn leven aan gene zijde wordt uitvoerig
beschreven in: ‘Van de Hel tot de Hemel’ in twee delen van Jakob Lorber.
Boehme,
Jakob: Böhme werd
geboren nabij Görlitz. Het enige onderricht dat hij genoot was in de
stadsschool in Seidenberg. In 1599 huwde hij Katharina Kuntzschmann en vestigde
zich als schoenmaker in Görlitz. Tussen 1600 en 1611 werden vier zonen geboren.
Böhme was een zakenman die, net als alle andere burgers persoonlijke en economische
problemen kende die het gevolg waren van de Dertigjarige Oorlog. Hij vertoefde
vaak in het gezelschap van vrijdenkers; Hij ontving van de Heer ‘Openbaringen’
die de moeite waard zijn te lezen. Het boek ‘Aurora’ of ‘Morgenrood in opgang’,
is een van zijn bekendste en vertaalde boeken.
Boek met de zeven zegels: De
enige en ware goddelijke leer, welke de Heer samengevat heeft in twee
verkondigde geboden. De zeven zegels corresponderen met de zeven
grondeigenschappen van het goddelijke Ik
Boek, samengerold, een:
Betekent zinnebeeldig het [af]sluiten van de geestelijke betekenis van het
woord.
Boeken: Alle boeken waren in de
oudste tijd in gelijkenissen of symbolen [analogieën] geschreven. In de
geestelijke wereld heeft de mens de mogelijkheid de bibliotheken te bezoeken,
zoals op aarde.
Bokken:
Symbool van de
bedenkelijkheden. [bokken [dwarsheden] gescheiden van de lammeren
[gewilligheden].
Boom: ‘Boom’ en ‘schaduw’ in het Hebreeuws
hebben met elkaar te maken. Boom = Ets = 70-90 = 160 en schaduw = TeSeLeM = 90-30-40 = 160; Een
boom geeft schaduw! Boom correspondeert met de mens. Het zaad van de boom is de
wil. De twijg of takken en het loofwerk is het vestand en de vruchten zijn de
werken. Het eten van de boom is de opname van het eeuwige leven. De weg van de
boom is de ingang tot de Heer.
Borus: Arts van Nazareth; de Heer voltrok
het huwelijk van Borus met Sara [dochter van Jaïrus], die voor de tweede keer
uit de dood werd opgewekt; hij is dan aanwezig bij de wederopstanding van
Josoe.
Botten: Het hardnekkig geestelijk,
zintuigelijke, trotse en hoogmoedige; het meest gerichte en van alle liefde
weerbarstige deel van een mens.
Boze
geest: Dat is een
donkere kwaadaardige geestelijke entiteit, dat zich niet graag in de
lichtwereld bevindt, maar graag in duistere sferen vertoeft; Als een boze geest
bezit heeft genomen heeft van een menselijk lichaam, dan is dat net zo moeilijk
om uit het lichaam van zo’n persoon te komen als om een groot
huis te blussen, dat al in al zijn delen door vuur is gegrepen. Mensen die
‘bezeten’ worden of zijn, gaan meer en meer eten, zo niet al hun voedingsgedrag
zich heeft aangepast aan deze kwade bewoner van zo’n lichaam. Door te reinigen,
te vasten en veel te bidden kan – hoewel heel moeilijk – een dergelijke boze
geest uiteindelijk uit het lichaam gaan, daar er geen materievoedsel meer
aanwezig is, waarin nog geestelijke substanties zijn, waarvan de geest zich
gevoed heeft.
Buitenaards:
Een woord dat
gebruikt wordt om alle materie die niet van de aarde afkomstig is te
omschrijven. Het kan zowel verwijzen naar materie die zich buiten de aarde
bevindt, als naar materie die van buiten op aarde is beland. Buitenaards leven
is een leven dat niet is ontstaan op aarde.
Er is zeker ‘bovenaards’ leven, een andere vorm van materie, wat het
menselijk oog niet kan zien.
Byblos,
Bijbel: Griekse naam voor de stad Gebal,
tegenwoordig ‘Jebeil’; het woord Bijbel komt van de naam van deze havenstad,
waarheen het papyrus uit Egypte werd vervoerd. Biblia. Het woord Biblion
kenmerkt een papyrosrol, één van de oudste schrijfmaterialen. Het in Egypte
geprepareerde Papyrus werd vroeger ingeruild voor het begeerde ceder van
Libanon en overgeladen in de Phönetische havenstad Byblos. Vandaar de naam
Bibel. Oorspronkelijk waren er 77 boeken [en nog wat meer!] in de Bijbel, heden
66; de overige zijn voor apocrief gehouden. De Latijnse naam Biblia werd tot
het woord Bijbel, dat is een verzameling van Bijbelse boeken. Voor veel mensen
is de Bijbel een boek met zeven zegels [Openb.5:1], geschreven voor de mens als
in een vreemde taal.
Cado: Een welvarend persoon, maar niet op
God gericht persoon, stierf en kwam aan in het geestelijke rijk: na 14 dagen
verzocht de Heer Jezus Zijn apostelen Paulus en Petrus, een gesprek met hem aan
te gaan, dat Cado niet gewenst had. Allengs door zijn grove taal zag hij zich
steeds dieper in het duistere rijk wegzakken, en bij een grot zag hij de
vrouwelijke Minerva [Satan = Lucifer] met een vurige wagen komen en ging een
tweegesprek aan. Uiteindelijk wilde Minerva haar duivelse beulknechten oproepen
om Cado vreselijk te martelen, maar toen laatste alle kracht in zich bundelde
en een steen naar haar en de duivels wierp, en daar de naam Jezus, God de Heer
uitsprak, had hij de macht van Minerva verzwakt en gebeurde hem niets.
Tenslotte werd hij naar de Heer geleid en volgden er vele gesprekken…[Van de
hel naar de hemel, deel 2, hfst.174 – Jakob Lorber].
Caesarea:
Dorp ten Westen van
Tiberias, waar Jezus Zich vaak ophield bij de Romein Marcus, naast de berg
Arbel [=Tabor]. Dit stadje lag nauwelijks een half uur van de hoge heuvel van
de Romein Marcus, kameraad van Cyrenius, vlakbij aan de witte zeebaai tussen
Tiberas en Migdal [= Magdela].
Canon: ‘Maatstaf’, ‘regel’; gebruikelijke
naam van de lijst der boeken die de geïnspireerde Heilige Schrift uitmaken.
Cefas, Cephas of Kefas: Betekent
‘rots’ of ‘houvast’. De
Aramese bijnaam van Simon met de Griekse uitgang Kefa’s. Dit was de naam die de
discipel en latere aposel Petrus van Jezus kreeg. Ook soms aangesproken met
Barjona – zoon van Jona. [Matth.16:17]
Cele-Syrië:
Oorspronkelijk een
dallandschap tussen Libanon en Anti-Libanon, later het gehele Palestina en
Phenicië tot aan Eleutheros in het Noorden.
Ceremonie:
Is een plechtigheid
die een belangrijke gebeurtenis markeert. Tijdens een ceremonie worden
[uiterlijke] rituele handelingen uitgevoerd, vaak uit traditie als belangrijke
gebeurtenis in een mensenleven; soms ook uit gewoonte en bijgeloof.
Chaldeeën:
[Gen.22:22] Een
Aramees volk, dat in Mesepotamië leeft, met als hoofdstad Ur. [Gen.11:28,
Joh.1:17, Jes.13:19, Hand.7:4, Dan.4:7, 5:7,11]. Daarom de ‘Wijzen uit het
Oosten’. De Chaldeeën hielden aantekeningen van de loop der sterren nauwkeurig
bij. Zonder moderne hulpmiddelen trokken ze de conclusie, dat een jaar 365, 6
uren, 15 minuten en 41 seconden heeft; deze berekening verschilt met de
tegenwoordige berekening niet meer dan een half uur met de mening die huidige
wetenschappers bij ons sterrenstelsel betrekken
China: Sina of Sihna = Sihin, de naam van
een man [GJE8-129:4, HG1-36:46 en HG1-37:5]- land van Kajn? = Kina
– Chinezen.
Chinnereth: [ander woord hiervoor is Kinnereth].
Chiwar: Zoon van een hogepriester uit
Jeruzalem, opgegroeid in de tempel; deze weet te vertellen hoe het met de ark
van het verbond gaat. Uit de annalen (jaarboeken) van de Schrift is bekend dat
elke ongevraagde persoon zijn leven verloor als hij de ark met niet-toegewijde
handen aanraakte; nu kun je op de ark klimmen en hem aanraken zoals je wilt, en
er komt geen dodelijk vuur uit. De altijd groene staf van Aäron is droog om te
verpulveren, en de stenen tafelen [tabletten] van de wet zijn gebroken; het
manna [brood uit de hemel] bestaat alleen uit het idee! En de vuurkolom, waar
is die ?! [GJE2-53,54]
Chorazin:
Dorp tegen een
rotswand ten noorden van het meer van Galilea. Jezus sprak een ‘wee’ uit over
dit stadje, in Galilea, ca. 5 kilometer van Kapernaum; samen genoemd met
Betsaïda, dat vroeger direct aan het Galilese meer lag. [Matth.11:21 en Luc.10:13].
Christus:
Komt van het Latijnse
woord Christos, dat ‘Gezalfde’ heet. Grieks: ‘Haristos’, ‘Aristos’: ‘de beste,
het edelste’; ‘Ara-hari’: ‘Heer van licht’; ‘Kh-R-S-T’: ‘Christ’. Betekent
letterlijk: ‚Waarheid uit God’ of ‘de waarlijk Gezalfde van God’ [GJE6:22,
GJE11:21]
Concilie
van Nicea: Vergadering
van christelijke bisschoppen in Nicea in
Bithynië [het hedendaagse Iznik in Turkije] door de Romeinse keizer Constatijn
de eerste in 325. Dit eerste oecumenisch
concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk door middel
van een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde. De grootste
verwezenlijkingen van dit concilie waren de regeling van de christologische
kwestie betreffende de aard van Jezus en zijn relatie tegenover God de Vader,
de Heilige Geest, de opstelling van het eerste deel van de geloofsbelijdenis,
het regelen van de datumberekening van Pasen en de afkondiging van het vroege
canoniek recht. Er heeft ook nog een tweede concilie plaatsgevonden vanwege
Arius, die Jezus apart zag van de Godheid en deze dwaling werd verworpen.
Cyrenius:
Een machtig persoon
met een groot aanzien; broer van keizer [Cäsar] Augustus. Cyrenius was
stadhouder en vicekeizer over alle Aziatische landen en Egypte. Hij kende Jezus
al vanaf diens kindertijd; hij begeleidde persoonlijk de heilige familie van
zijn residentie in Tyrus per schip naar de Noord-Egyptische stad Ostracine;
kocht voor hen een huis en was daar regelmatig gedurende 3 jaar op bezoek. Hij
werd aanhanger en trouweling van Jezus. Zijn jongere broer Cornelius speelde in
de jeugd van Jezus ook een belangrijke rol, ook later toen Jezus van 25-28 n.
Chr. het land onderwees en predikte in Palestina.
Dagindeling: De ochtend
is het oosten; de ex oriënt lux; De middag is het zuiden; De avond is het
westen; De nacht is het noorden.
Dalai
Lama: Een hoofdmagiër
[met een groep magiërs uit de Himalaja] zei tegen de engel Rafaël: ‘wij hebben
hetgeen wij nu gevonden hebben, toch altijd gezocht. Wij zijn toch ook mensen,
en hebben God onder de veelzeggende naam Delailama (schept en vernietigt) ook
altijd aanbeden en vereerd en hebben de leer van Zorouasto niet aangenomen, en
toch hebben wij als priesters nooit enige openbaring gekregen. En dat was dan
ook de oorzaak, dat juist wij, priesters, alle geloof verloren hebben, hoewel
wij het volk voortdurend vast lieten geloven. [GJE7-104:1]
Daleth:
‘Geboorte via de
deur’ als geschenk van de schepping.
Daniel: ‘God heeft recht verschaft’. Daniël
wordt naast Noach en Job genoemd. [Ezra 14:14,20]; Zoon van de dag of van het
licht; [GJE4-218:4]
Dansers:
Dansers van binnen
zijn als doden, die niet meer geadviseerd of geholpen kunnen worden, omdat
Satan ze allemaal bij de voeten neemt en snel met hen in een wervelende cirkel
draait, zodat ze duizelig worden en niet staan, lopen of zitten, noch slapen, rusten,
zien, horen, voelen, ruiken, proeven, noch kunnen voelen [Huish.v.God, deel 1,
hfdst.1:6].
David: 2e koning van de 12
stammen; ‘de neergedaalde liefde van God.’ [GJE11]
De Highway nr. 90
loopt door het dal van de Jordaan naar Bet shean. Beit Yosef is breed en lang
en werpt zich als een eindeloos landschap op en onderbroken door militaire
straatversperringen en wegcafe’s, die goedkope benzine en droge maisfladen
verkopen. Links zijn dan de hoogten van de Judese woestijn te zien. De grote
scheur van het Jordaandal is wel het merkwaardigste geologisch verschijnsel ter
wereld. Het sterkst in El Ghor. Hemelsbreed is het 100 kilometer lang.
Officieel heet de Jordaan ‘Al Urdun’ en
betekent ‘afdalen’. De breedte is nu
circa 35 meter met soms wel een diepte tot 4 meter; ander woord voor jordaan is
‘jardan’
De
menselijke geest is een organisme dat uitloopt in een natuurlijk organisme; het
is gevormd uit drie regio's zoals een huis met drie verdiepingen, en zoals de
woningen van engelen in de drie hemelen existeren. De menselijke geest groeit
verder zoals zijn lichaam, het ene in omvang, het andere in wijsheid; het
gemoed van elke persoon is zijn innerlijkheid, de ware echte mens en zijn geest
wordt van regio tot regio verheven, maar dit vindt alleen van tijd tot tijd
plaats wanneer hij waarheden verwerft en verbinding maakt met het goede. De
geestesgesteldheid van de geest kijkt voornamelijk naar de geestelijke wereld;
hij leeft voort na de dood en wordt dan geest genoemd; indien goed, dan is hij
een engelengeest en wordt nadien een engel; als hij het kwade of slechte
liefheeft, dan wordt hij een satanische geest, en daarna een satan.
Decapolis: Tienstedengebied, waaruit scharen
kwamen om naar Jezus te luisteren. Grenzend aan het meer van Galilea, gelegen
in het overjordaanse gebied [behalve Skythopolis - Matth.4:25].
Derde
hemel: De betekenis
hiervan is: de ‘hemel van de ware liefde’, het hoogste goed; in deze hemel
wonen slechts de ware kinderen van de Vader, die met Hem mogen meescheppen en gezag
hebben over alle universa in het oneindige heelal.
Diamant: Liefde tot God, de zuiverste waarheid
zonder smet. Thummin = wijsheid en de ‘opname tot het goddelijk woord‘ –
[GJE5-137:8 GJE5-13:5, GJE5-41:7,8,
Geestelijke Zon2-86:6].
Dierenriem:
‘Zodiak’ ’indeling
van het werk’.
Diermensen: Dit waren de dierlijke mensen, die
voordat Adam op de aarde kwam, de aarde voorbewerkten; zij worden de
pro-Adamieten genoemd en hebben miljoenen jaren voor de komst van de mensen de
aarde zodanig bereid, dat het geschikt werd voor de echte mensen.
Discipelen: Met discipelen worden in het
christendom de door Jezus Christus uitgekozen volgelingen aangeduid, en in het
bijzonder de intieme groep van twaalf, de twaalf discipelen of de twaalf
apostelen. Soms heten zij leerlingen.
Dode
Zee = Zoutzee.
Doden,
geestelijke: De
verbinding met de Godheid verbroken.
Dood: Dood is geen uitsterven, maar een
voortzetting van het leven en slechts een overgang; de toegang tot de
geestelijke wereld gebeurt meestal op de derde dag nadat de mens daarheen is
gegaan; hij weet dan niet anders dan dat hij zich nog in de vorige wereld
bevindt; hij wordt daar voorbereid op de samenleving in de hemel of in de hel
waaraan hij is toegewezen is; dood is het tegendeel van het leven.
Doodstraf: Heeft voor de ziel absoluut geen zin;
de kans van zielengroei op aarde belemmeren, ondanks gevangenschap.
Draak: Symbool van de satan; ‘iemand de
draak aansteken’ [spreekwoord!].
Drie: Werkzame wil van God, die uit Zijn
liefde [1] en wijsheid voortkomen; [GJE6-18:6] Het voleindige en volkomene.
Drieenigheid
van God: Ik ben de
al-enige God in Mijn drievoudige natuur als Vader van Mijn Goddelijkheid, als
Zoon van Mijn Menselijkheid en als Geest van al het weten, werken en inzicht
[Huish. v. God1-2:10].
Duif: Hebreeuws taw = goed.
Duim: Symboliseert de ‘ik-kracht’ en de
‘naastenliefde’; spreekwoord: ‘ik zal
voor je duimen!’
Duisternis:
Waar het ‘licht’ niet
graag ontvangen wordt.
Duivel:
boosardige demoon,
het kwade euvel.
Duivel:
Het euvel, het kwade.
Duizendjarig
Rijk: Symboliek van
de volledige wedergeboorte van de menselijke geest; De Heer in Zijn
persoonlijke ‘menselijkheid’ en in Zijn volheid van de goddelijke drie-eenheid.
Dit is binnen
het christendom een begrip gebaseerd op een profetie in het
Bijbelboek Openbaring. Volgens deze profetie zal Jezus
Christus na zijn wederkomst op aarde, Satan (de
duivel) opsluiten en een wereldwijd vrederijk stichten dat duizend jaar duurt.
Ebal: Naam van een berg tegenover de berg
Gerizim [in Samaria], waarop gedenkstenen en een altaar werd opgericht.
Deut.11:29, 27:4
Economische
orde: Zelfzucht.
Eden,
paradijs: Vreugde,
lust [Ezechiël 27:23]; andere naam voor Beth-Eden; je-den = het is dag! [GJE5-215:7]; Tuin
betekent inzicht en wijsheid uit het Woord.
Edom: Betekent het natuurlijke. ‘Idumea’ is
de Griekse vorm voor Edom [Marc.3:8] – in latere tijd is het de benaming van
het oude Edom. Het geslacht van de Herodussen komt uit Ezau, uit de Idumea. Zie
Jesaja 21:11
Een: Liefde in God of de Heer [GJE7-18:4, GJE11].
Eeuwig,
Eeuwigheid:
Waarschijnlijk komt het overeen met de tijdsduur in de materiële werelden,
weliswaar in de geest wat tijd hier is. Eeuwigheid betekent ‘tijd’ van
‘voortschrijden’, dat door de tijden wordt gemeten, maar eindeloos is; het
eeuwige is het oneindige; [GJE10-155:2] Het eeuwige is het oneindige qua tijd.
De eeuwigheid betrekt zich op tijden. De oneindigheid van God heet eeuwigheid
met betrekking op de tijden
Efrath: Vruchtbaar land; Vereenzelvigd met
Bethlehem; [Ruth 4:11, Micha 5:1].
Egypte: Andere naam: Misrajim [Mesraïm]; deze
was een zoon van Cham; (Gen. 10.6; 1 Kron. 1.8).
Eigenliefde:
Een op zichelf gericht persoon; geen liefde of
interesse tot de naaste.
Eigenliefde:
Op zichzelf gericht,
geen naastenliefde.
Eik: Zintuiglijk het IK-goede en het
IK-ware van de kerk.
Einde
van de wereld: Tot de
tijd dat de mensenwereld tot een volmaakt einde gekomen is [GJE11].
Eindgericht: Een einde van een bepaalde tijd in
een samenleving.
Eindtijd: De eindtijd, het einde der tijden, de
laatste dagen, armageddon en eschaton is een voorstelling van de laatste
tijdsperiode (het einde) maar ook binnen nieuwe geestelijke stromingen en in
atheïstische en seculiere levensbeschouwingen, die erdoor beïnvloed kunnen
zijn; ook een reiniging tijdens een
bepaalde periode in onze samenleving; dat wil zeggen een einde van een
periode en een nieuwere kan aanbreken.
Elementen: etherische natuurwezens.
Elia[h]:
Deze profeet wordt
door de Heer geroepen als getuige [samen met Mozes] en verschijnt voor de
laatste vier bekeerde Farizeeën [resp. twee Levieten] van de tempel; zij
wensten de eens op aarde levende twee profeten nu te zien als geest. Hier wordt duidelijk dat Elia ook Johannes de
Doper was. In hem was de geest van de aartsengel Michaël. [GJE7-163,
GJE1-2,GJE4-140; Elia = ‘God is Jaweh, profeet ten tijde van koning Achab;
‘Jah’ betekent de weg van het eeuwige leven’. Grieks woord voor ‘Elias’. ‘El’ betekent ‘Goddelijk licht’.
Elias: De zuivere ziel van de mens, de
macht, de juiste wandel volgens het Goddelijk Woord, de voorstraling van de
Goddelijke liefde, het is de Goddelijke liefde, die vooraf gaat bij ieder
gericht. [GJE3-195:4, Hemelse Geschenken, deel 2, hfdst.111:7]; Elias en Elia
zijn dezelfde personen en niet verwarren met Elisa, zijn opvolger
Elisa:
Opvolger van Elia, een groot wonderdoener. [1 Kon.19:16]
Emmäus:
Dorp gelegen ten
Zuid-Westen van Jeruzalem 2.000 jaar geleden [Luk.24:13] Tegenwoordig situeert
men haar ligging valselijk ten Noord-Westen van Jeruzalem met de Romeinse naam
‘Mosa’ of ‘Amwas’, dat 30 km. van Jeruzalem zou liggen. De verrezen Jezus
verscheen aan twee mannen, die op weg waren van Jeruzalem naar Emmäus. [15
stadiën was vroeger 2,9 km]. Er is in deze tekst sprake van 60 stadien en dat
zou dan bijna 18 kilometer zijn. Een vlotte wandelaar loopt deze afstand, de
heuvels meegerekend, in 5-6 uur. Emmaus betekent ook bakkersdorp.
Emmaüsgangers:
Deze waren de
bezoekers aan een viering van het paasfeest in Emmäus, zoals beschreven door de
evangelist Lucas; Emmaüs was een dorp in Judea op 11½ kilometer van Jeruzalem.
Volgens Luc.24:13-35 zou Jezus daar op Paasdag aan twee discipelen zijn
verschenen, die hem eerst niet herkenden. Een van de Emmaüsgangers,
Kleopas, wordt bij name genoemd; De
herrezen Jezus uit de doden wandelde
zomaar tussen deze twee, die op weg waren naar Emmaüs en vroeg het tweetal: ‘Hebben
jullie nooit gelezen wat Christus eens over Zichzelf zei toen de apostelen Hem
benaderden om hun de Vader te tonen? Kijk, staat er niet geschreven: 'Ik en de
Vader zijn één! Wie Mij ziet, ziet ook de Vader; omdat de Vader in Mij is en Ik
in de Vader ?!’ Bij deze woorden begonnen de twee erg verbaasd te raken, en
vroegen de vreemdeling een beetje bevreesd: ‘Beste vriend! Vertel ons of je
niet een of andere kluizenaar bent of een of andere vrome man die goed
onderwezen is in de Schrift; want met zulke woorden komt niet zomaar iemand op
de proppen!’ [Boek ‘De grote Glockner’, hfdst.12:23,24].
Energie: ‘En’ = ‘binnen’, ‘ergein’ betekent
‘opwekken’.
Engelen: ‘Angelos’, de door het licht
verwekte, de gepersonifiseerde wil van de Heer, de gedachten, ideeën en
concepten van de verlichte geest; de vingers aan de hand van de Heer, het symboliseert
de goddelijke wil. [GJE3-122:5, GJE7-56:15, GJE10-199:5].
Ephata: Openbaar je ! [Epha-t], Doe open! [GJE5-235:3].
Ephraïm
van Bethanië: Deze
was een vriend van de familie van Lazarus en was ook aanwezig bij de opwekking
van Lazarus door Jezus.
Ephraïm: Het licht van de liefde en de macht
van alle wijsheid [GJE11] – De persoon
Ephraim komt uit eigen interesse naar de burcht waar Jezus en Zijn leerlingen
Zich in de winter ophielden. Hij wordt overtuigd van Zijn Goddelijkheid, Jezus
van Nazareth. Ephraim wordt als allerlaatste apostel van de aardse werken van
Jezus opgenomen in de kring. [GJE11-57]. Daarmee werd het getal vervuld, voor
al diegenen, die beroepen waren om leraar te worden voor Zijn geestelijke
schoolhuis.
Ephraim: Het Woord begrijpen uit hetwelk zij
de kerk is.
Epicuristen: Mensen die op genot uit zijn,
welstand en welzijn.
Esau: Een tweelingbroer van Jakob. Esau
verkocht zijn eerstgeboorterecht voor een bord linzensoep. [Gen.25:29]; Hij was
de stamvader van de Edomieten. Seïr is de naam van een streek, die zij
bewoonden.
Esseae:
Vanaf de brug over de
Jordaan, waar een pad zich splitst; van daaruit leidt een oude weg naar
Jeruzalem, en een nieuwe leidt van daaruit in de richting van Egypte naar de
plaats Essea, die nog een goede dagreis daar vandaan was.
Essenen
of Esseeërs: Joodse
sekte ten tijde van Jezus; zij namen geen deel aan de tempeldienst, maar
teruggetrokken op de westelijke oever van de Dode zee. Zij waren eerst
bedrieglijke magiërs. Jezus legt hun bedrogsels op tafel, ontmaskert hen en
vertelt Zijn leer en doet voor hen grote wonderen. Zij werden bekeerd en gingen
later bij Hem in de leer. Het is een grote dwaling van veel religieuze
schrijvers, die beweren, dat Jezus bij hen ‘de wonderen’ heeft geleerd.
Aanvankelijk waren zij bij het joodse volk bekend als gekunstelde magiër; zij
bleven lange tijd aan als de zuiverste christelijke gemeente na Jezus’
Hemelvaart.
Ethergebied: Toen de Heer het woord uitsprak: ‘Er
zij licht!’, begon het door alle onbeperkte etherische gebieden te stralen en
activeerde het materie tot leven, om aan te trekken, af te stoten, te
verenigen, te scheiden, op te staan of te vergaan. Zonder Zijn woord ‘Er zij!’
en ‘Er zij licht!’ kan er geen etherruimte bestaan; ether is het oneindig
krachtveldgebied van de Schepper.
Etherisch
lichaam: Hiermee
wordt het zogenoemd energielichaam van de mens bedoeld.
Ethiopië
[Atheope]: Ethiopië en Eritrea gebruiken het
oude Ge’ez-schrift, een van de oudste nog in gebruik zijnde alfabetten ter
wereld. De Ethiopische Hooglanden zijn de grootste aaneengesloten
bergketens in Afrika. Kaïn werd, toen hij voor zijn zoon Hanoch vluchtte, samen
met zijn familie, door de Heer veranderd in een donker-zwarte huid met kroesig
haar, zodat hij nooit meer herkend zou worden: ‘land van verbrand gezicht’, dat ten Zuiden van Egypte
ligt [Kush of Koesj] beschreven in Jesaja 18, Hand.8:27.
Euphrat: Als rivier het onjuiste en slechte
van de wereld. [HG2-270:6].
Eva: Wederhelft van Adam; haar naam
betekent: ‘moeder van alle levenden’ [Hebr. Chawah]; [Gen.3:20] De voorbeeldige
verlossing van egoïsme en uiteindelijke wedergeboorte; Ook wel Caiva genoemd;
[HG1-7:11] Caiva = ‘Heva’of ‘Cha-ji-va’ = kracht, draagster van een ideeweg,
levensweg en ‘va’ of ‘fa’ = ‘voortbrengen’. De liefde van Adam. Huish.v.God,
deel 1, hfdst.40:32, hfdst.7:11, en boekdeel 3, hfdst.2:22].
Evangelie:
De weg van de eeuwige
genade, de schepping van het licht van God. Vrolijke boodschap. Ev. = eeuwig,
angelos = bode, ang = scheppend verwekken, el = het geopenbaarde licht van God.
Ezechiël (Hebreeuws: יְחֶזְקֵאל, ‘sterk is God’ of ‘hij zal door God
versterkt worden’) is een van de grote profeten uit de Hebreeuwse Bijbel.
Volgens de traditie schreef hij het Bijbelboek Ezechiël in Babylonische
ballingschap. Hij was de zoon van een joodse priester en behoorde bij de eerste
groep Israëlieten die Nebukadnezar-2 in 598 v. Chr. naar Babylon voerde. Hij
was tijdgenoot van Jeremia.
In Mesopotamië leefde hij
bij het Kebarkanaal [Khabur]
het huidige Schatt-en-Nil bij Babylon, waar hij als profeet optrad. Hij begon
zijn profetische werk toen hij 30 was en deed dit 20 jaar lang. Hij werkte
alleen als profeet in Babylon, nooit in Israël of Juda zelf. Het boek Ezechiël
bevat aanwijzingen dat hij belangrijk was
in de raad van de oudsten voor en de hele gemeenschap sprak over hem.
Farao: [Pr-‘a]; Oorspronkelik betekent deze
naam ‘paleis’ of ‘het hof’ resp. ‘het grote huis’. In het Hebreeuws
‘vruchtbaar’.
Farizeeërs:
‘Afgescheidenen’; zij vonden de mensen zondig in hun
ogen; in werkelijkheid waren zij schijnheilig! Zij onderscheiden zich door hun
‘wetsgetrouwheid’; Een Farizeeër staat in ambt, waardigheid en aanzien gelijk met
wat nu een kardinaal in Rome is. (GJE
1-18) Farizeeën
interpreteren letterlijk, erkennen de mondelinge overlevering.
Filippenzen: Paulus heeft een zeer persoonlijke, goede band met hen; [Phil. 4:15].
Filippus: [Paardenvriend] woonachtig in Bethsaida,
aanwezig bij de spijziging van de 5.000; een rondtrekkende evangelist; woont [later]
in Caesarea; één van de twaalf discipelen; hij bemiddelt voor de Grieken, die
Jezus willen zien; hij heeft vier dochters die profeteren.
Firmament:
In de kosmologie van
de Bijbel is het firmament, hemelgewelf of uitspansel, de structuur boven de hemel,
bestaande uit een vaste koepel. God schiep het firmament om de wateren te
scheiden. Water boven het firmament en water onder het firmament. Aan het
firmament zijn de sterren bevestigd en waarachter wind, regen en sneeuw gelegen
waren. Het woord firmament komt van het Latijnse woord firmamentum en
werd gebruikt in het latere Latijn met ‘stevige of vaste structuur’, afgeleid
van het Hebreeuwse Raqia, een woord dat zowel voor hemelgewelf als voor de
bodem van de aarde in het Oude Testament wordt gebruikt.
Franciscanen:
Ook wel
minderbroeders genoemd; Deze vormen een kloosterordeorde bestaande uit
volgelingen van Fransisci van Assisi. Franciscus kwam uit Umbrië (Italië) en
samen met zijn metgezellen schonk hij al zijn bezittingen aan de armen om zelf
in pure armoede verder te leven. De Franciscanen behoren tot de bedelorden. Zo
proberen zij Jezus Christus na te volgen.
Frankrijk:
= Gallië.
Frankrijk: Officieel de Franse Republiek, is
een land in West-Europa en qua oppervlakte het op twee na grootste Europese
land. Frankrijk ligt tussen het Zeekanaal, de Atlantische Oceaan en de Golf van
Biskaje (in het Westen); Het eiland Corsica in de Middellandse Zee behoort tot
Frankrijk, alsook vele overzeese gebieden. Frankrijk maakt aanspraak op een
deel van Antartica. [Gallië]
Frohnleiten:
Een gemeente in de
Oostenrijkse deelstaat Stiermarken, en maakt deel uit van het district Graz en
omgeving. Frohnleiten telt ongeveer 6.500 inwoners.
Gabriël en Zuriël: Deze engelen houden de hele schepping
onder controle. Ieder hemellichaam, elke zon, moet aan hun geringste wenken
gehoorzamen. [Jeugd Jezus 152 – Ook Zuriël en Gabriël.
Gabriël: Een aartsengel, die door de Heer
wordt aangesteld. [GJE9-119]. Hij verschijnt in de gestalte en persoon van de
oervader Jared. [mijn kracht is God of God
heeft Zich sterk betoond]; [Dan.8:16, 9:21]; Iemand die er uitzag als een man’,
‘kwam de man Gabriël in ijlende vlucht tot vlak bij mij’; deze engel gaf aan
Zacharias en daarna aan de maagd Maria een boodschap; Gabriël zei tegen
Zacharias: ‘ik ben een vorst onder de engelen en sta altijd voor het aangezicht
van de Almachtige’. Gabriël en Michaël zijn geen namen van twee mensen in de
hemel, maar met deze naam worden allen in de hemel bedoeld die in wijsheid zijn
met betrekking tot de Heer en die Hem aanbidden.
Gadara:
Gadarenen: [Gersenen of Gergesenen] Een plaats oostelijk
van het Galilese meer; de plaats Geresa is identiek met Gadara; [Matth. 8:8] Jezus heeft eenmaal het gebied,
althans het ‘land van de Gadarenen’ (meteen aan de overzijde van het meer van
Galilea) bezocht en daar Legio, de bezetene genezen (Matth.8:28; Mark.5:1). Na
zijn genezing ging deze als een ware evangelist de gehele streek door waar hij
woonde. Men veronderstelt in de omgeving van Geresa. Dat Jezus de duivelen
toestond in de kudde zwijnen te varen en in de zee te storten, kan erop wijzen,
dat in het gebied ook heidenen woonden (Joden zouden zeker geen kudde van
onreine varkens houden) Slechts een enkele keer (zoals Mark.7:31) kwam Jezus
buiten Palestina zoals in Tyrus en Sidon. Ook in het gebied van Dakapolis genas
Hij een dove man met een spraakgebrek. Dit gaan van Jezus naar een half heidens
land was als het ware een voorschot op Pinksteren. Daar verrichtte Jezus
wellicht ook de spijziging van de vierduizend (Mark.7:32-8:9). Gadara was een
hellenistische stad in het Overjordaanse, waarvan het gebied zich volgens
Matth.8:28 uitstrekte tot aan de oevers van het Galilese meer, tegenover de
ruïnes van Muqeis of Umm Qers.
Galgal: Omwenteling van een wiel,
werveling; [Ezech. 10:13]. [zie Gilgal]
Galilea,
meer van, of Galilese zee: [Galil] Ongeveer het gebied
van Jizreël en Naftali; deze zijn aan hun spraak herkenbaar; De Gallileeërs
waren sterk vermengd met de heidense bewoners, zodat men van het Galilea der
heidenen sprak [Jes.9:1].
Garizim: Onze
vaders zeggen dat men op de berg Garizim, de eerste aartsvaders God al aanbeden
hebben. De joden zeggen echter dat Jeruzalem de juiste plaats is om God te
aanbidden. [GJE1-66, GJE1-25:4]
Gea: Andere naam voor aarde, onze planeet
of ster.
Geboortedag: Jezus zegt via Jakob Lorber: ‘Wie bijvoorbeeld eens per jaar de geboortedag van
zijn vader viert moest eigenlijk ook iedere dag het geboorteuur vieren, wat
beslist beter zou zijn dan de jaarlijkse geboortedag! Ik zeg je, al dat soort
herdenkingsfeesten van de mensen hebben voor Mij geen waarde, tenzij ze
dagelijks of liever ieder uur in het hart doorleefd worden. Overigens wil Ik
hiermee de echte herdenkingsfeesten niet opgeheven hebben, maar ze moeten naast
het jaarlijkse ook het dagelijkse in het hart meebrengen, omdat ze anders als
dood en dus zonder uitwerking betracht moeten worden.’ [GJE2-157]
Gedachte: Gedachten vertegenwoordigen zichzelf concreet; een
gedachte komt voort uit bewustzijn, vervolgens uit neigingen; er is niet het
geringste denken dat niet voortkomt uit een ingegeven plezierprikkel van de
wil; al het denken van de geest is in ruimte zonder ruimte en in de tijd zonder
tijd; waar geen denken is, daar is ook geen idee; daarom is het innerlijk
denken een waarneming.
Geest van de mens: De menselijke geest is een
ontvanger voor het leven van zijn gemoed; hij leeft voort na de dood; als hij
goed is dan wordt hij een engelse geest, nadien ook een engel, als hij slecht
is, dan een satanische geest en nadien een satan; de geest van de mens is
gemaakt uit eindige dingen, die geestelijke substanties zijn. Wanneer de mens
van het lichaam gescheiden is, heeft de geest de volledige vrijheid te handelen
in overeenstemming met zijn neigingen en gedachten die daaruit voortkomen; de
geest is de innerlijke mens; het is datgene in hem wat hij denkt, wat hij wil
en wat hij liefheeft, en dit is het aangename deel van zijn leven; Hij staat
constant in verbinding met zijn gelijkenden in de geestelijke wereld; aangezien
het stoffelijke lichaam waarmee zijn geest omringd is, in de natuurlijke wereld
is; hij weet echter niet dat hij naar zijn gemoedstoestand in het midden van
zijn gelijkende geesten staat, dus ook tegelijk aan genezijde, terwijl hij nog
op de aarde leeft. De geest komt voort uit het feit dat de geesten met wie hij
in de geestelijke wereld gemeenschap heeft, geestelijk spreken, maar de geest
van de mens, zolang hij in een materieel lichaam is, op natuurlijke wijze
spreekt handelt; Engelgeesten worden in de geestelijke wereld voorbereid voor
de hemel als engel.
Geest
van de wijn: De
eeuwige waarheid [GJE3-225:18].
Geestelijke:
Het meest
innerlijkste en het alles doordringendste.
Geestenwereld: De geestenwereld is tussen hemel en hel; alle
samenlevingen hier, die ontelbaar zijn, zijn wonderbaarlijk gerangschikt
volgens de natuurlijke neigingen, goed en slecht; die samenlevingen zijn
gerangschikt volgens de goede natuurlijke neigingen en zijn gerelateerd aan de
hemel; samenlevingen die gerangschikt zijn volgens de slechte natuurlijke
neigingen zijn verbonden met de hel; er zijn verschillende toestanden waar de
pas aangekomen geest doorheen gaat voordat hij de hemel of de hel binnengaat;
De geestenwereld verschijnt aan degenen die daar zijn als een grote aardomvang.
Vanaf de kindertijd tot de ouderdom
verandert iedereen van situatie in die wereld; allen die in die tussensfeer
zijn, zijn innerlijk verbonden met de engelen van de hemel of met de duivels
van de hel; ieder mens komt na de dood in de geestenwereld en is volledig
dezelfde als voorheen. Iedereen kan bij binnenkomst met zijn overleden ouders,
broers, familieleden en vrienden praten.
Geheugen: Het menselijk geheugen is het fundament van haar
wetenschap, inzicht en wijsheid; ieder mens denkt vanuit de inhoud van zijn /
haar geheugen; het menselijk geheugen is als de herkauwers bij vogels en
dieren; het menselijke verstand is de echte maag, die de spijzen verteerd; wat niet ook in het verstand wordt opgenomen,
blijft niet in de herinnering aan dingen.
Geld: Darius de Grote [522-486 v. Chr.] was
de eerste vorst die gouden en zilveren geldstukken liet maken; voorheen
gebruikte men staven, ringen en stukken gewogen metaal, die een bepaalde waarde
vertegenwoordigden, om er zaken mee te doen; graan en andere goederen waren als
betaalmiddel. De Israëlieten leerden in hun ballingschap echt munten [geld]
kennen; hun eigen Hebreeuwse munten zagen we pas circa 160 v. Chr. verschijnen
en dan niet met de beeltenis van een vorst erop, maar symbolen van
vruchtbaarheid; in de geestelijke wereld hebben ze ook gouden en zilveren
munten; de grote geldzakken gevuld met zilver duiden in grote hoeveelheden
kennis van de waarheid aan, geestelijk beschouwt.
Gelijkenissen: Ik zal spreken
in gelijkenissen en zal vertellen, wat vanaf het begin der wereld voor alle
mensen een geheim was, zei Jezus. (Matth.13:35 en GJE1-192]; ‘Hebben de
profeten dan niet bijna allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat
Hij slechts in gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen. Eerst als de geest
wakker is, zullen wij begrijpen, wat de Heer door middel van zo'n
overeenkomstig beeld of in gelijkenisvorm allemaal gezegd en geopenbaard heeft,
en juist daarin zal Zijn goddelijk woord eeuwig van ons menselijk woord
onderscheiden. [GJE1‑42].
Gemoed:
Het gemoed van de
mens bestaat uit de wil en het verstand. Als deze twee één uitmaken, heet het ‘
gemoed’. Omdat verstand de ontvanger van het goddelijke ware is en de wil die
van het goddelijke goede, is het menselijke gevoel niets anders dan een geestelijk
en natuurlijk georganiseerde vorm van het goddelijke ware en het goddelijke
goede.
Genealogie: Een verzameling van alle individuen
met hun afstamming; Zo bevinden broers
of zusters bij de eerste betekenis zich in dezelfde generatie. Het is mogelijk dat
een persoon met dier oom een kind krijgt; hierbij is het duidelijk dat de
ouders van dat kind niet bij beide betekenissen in dezelfde generatie behoren.
[zie ook generatie]
Genezareth,
Gennesaret: Oftewel geschreven als: ‘Chinneret’, ‘genne’saret’; een Romeinse naam
voor ‘Kinneret’ [Matth.14:34, Marc.6:53].
Stad op de noord-westelijke oever
van het meer van Galilea: Wordt ook wel
‘zee van Tiberias’ of ‘zee van Galilea’ genoemd; het meer is ca. 21 km lang en
12 km breed; de jordaan stroomt er van noord naar zuid doorheen; Jezus ging bij
Genezareth aan land na Zijn wandeling over het water. [Matth.14:34]
Genezijde: ‘Na dit leven komt nog een leven, dat nooit eindigt, of het nu goed of
slecht is, het duurt even lang’, zegt Jezus. [GJE1-148:2]
Georgië: Dit land bevindt zich precies in het
gebied, dat historisch en door de Bijbel wordt aangeduid als Gog, Mesech en
Tubal. [zie verder Ezechiël 38,39]
Geplaagden
door God: de diverse
beproevingen of verzoekingen.
Gerazim,
Gerizim of Gerizzim:
Een tweelingberg met de Ebal in het gebergte van Efraïm ten noordoosten en
zuidoosten van Sichem; zie ook Richteren 9:7, Joh.4:20; deze berg is 870 m hoog
en ligt tegenover de berg Ebal; het dal daartussen pronkt met de mooie naam
Sichem; hier maakte God een verbond met Jozua, zoals dat verteld wordt in Joz.
24; de Samaritanen vieren elk jaar het paasfeest zo dicht mogelijk bij de top
[de plaats heet nu NABLOES] De berg heet tegenwoordig Jebel et-Tor.
Geresa,
Gerasa: Ook wel geschreven
als ‘Jerasj’; ‘eén der steden van de Dekapolis. Niet ver van de rivier de
Jabbok, waar Jakob zijn worsteling had. [Jabbok en Jakob zijn bijna
identiek!] Bij deze stad genas Jezus een
bezetene [Marc.5:1, Luc.8:26] maar volgens Matth.8:28 vond een dergelijke
gebeurtenis daarentegen plaats in Gadara.
Geresa:
Stad van de
Decapolis; de naam zelf wordt niet zozeer in de Bijbel genoemd. De Gerasenen
daarover wel! [Luc.8:26, Marc.5:1] Niet te verwarren met de Girgasieten, dat
verwisseld wordt met de Gadarenen, de
bewoners van Gadara. [Matth.8:28]
Gericht:
Het oordeel dat na de
dood over de mens komt, hangt af van het gebruik van zijn vrije wil in
geestelijke zaken; want onder het oordeel wordt verstaan de
veroordeling tot de hel, dat is de verdoemenis; maar voor de zaligmaking wordt
de uitdrukking gericht helemaal niet gebruikt, maar wel voor opstanding tot
leven.
Germanus: Latijn:
broeder; 2.000 jaar geleden waren de Germanen
nog heidenen en er was geen enkel spoor meer over van geestelijke ontwikkeling.
Toch waren de Germanen van die tijd,
eens in Azië, de wieg van het mensengeslacht en hadden uit de hemelen de
rechtstreekse opvoeding genoten. [GJE2-211,212]
Geroepenen: zij, die gevolg geven aan de wijze
adviezen van onze Heer en ernaar handelen.
Getal
van het beest: In
negatieve zin ‘zelfzucht’, in positieve zin: ‘dienstbaarheid’; het getal 666
verzinnebeeldt de geest of het leven enerzijds als dier, waarbij de
eigenliefde, hebzucht bij alle groten der aarde haar hoogste top bereikt heeft;
daar betekent dat getal 666 in haar negatieve volheid, waarbij ‘eigenliefde’
voor de 600 staat, ‘gestolen hemelse vuur’ voor de 60 [dat wil zeggen het
goddelijk gebod is tienvoudig voor het eigene toegepast] en slechts de 6 voor
de ‘naastenliefde’: de meest volkomendste slavernij.
Gevoel:
Het gevoel zet de
toon aan, de gedachte de rede; het louter natuurlijke gevoel is begeerte;
gelijkwaardige houdingen verenigen zich, ongelijksoortige scheiden zich af; wat
tot liefde behoort, wordt neiging genoemd; de neiging van liefde is in de hemel
de warmte; de gedachte is een vorming van het gevoel; de uitstroming van liefde
wordt gevoel genoemd.
Geweten: Het geweten op zichzelf is niet
zomaar een pijn, maar een geestelijk verlangen te handelen in overeenstemming
met de gebruiken der religie en overtuigingen; de emotionele pijn, die sommigen
als geweten beschouwen, is niet het feitelijke geweten, maar een verzoeking die
een strijd van geest en lichaam is en wanneer dit geestelijk is, komt dit voort
uit het geweten; Is zij daarentegen natuurlijk, vindt het zijn oorsprong in
ziekten; en allen die een geweten hebben, spreken vanuit hun hart van wat ze
zeggen en doen vanuit hun hart.
Gewichten
en maten: Een efa is 3,6 liter; een dagreis is 20
mijlen; een mijl is 1.480 meter; een el is 50 centimeter; een juk is 50 are;
een sabbatsreis is 2000 el; een stadie is 185 meter.
Gezond: Ge-zond is ‘sound’ [Engels] en
betekent ‘klinken’, ‘gezond
doordklinken’.
Ghemela:
De vijf maagden,
waaronder Ghemela werden uit het dal, zonder dat zij het bemerkten, naar de
hoge hoogten van Adam naar Abedam verplaatst. Ghemela in gesprek met Abedam [de
Heer Jehovah] en aanschouwt Zijn wonderen. De Heer sprak tot haar en zei: Kijk,
mijn beste Ghemela, Ik hou van je alsof Ik niemand anders had dan jou in de oneindige
oneindigheid waarvan Ik zou kunnen houden! Maar kijk, zo is het niet; want de
oneindigheid bevat ontelbare wezens die van Mij houden zoals jij en daarom ook
weer door Mij worden bemind zoals jij - en iedereen die van Mij ontvangt, heeft
meer dan wat hij van Mij heeft ontvangen genoeg voor alle leeftijden! [Huish.
v. God, deel 1-182].
Gilead (Hebreeuws:גִּלְעָד) was een stad en een streek in de
Hebreeuwse Bijbel. Gilead lag vanuit Israël gezien aan de overzijde van de
Jordaan. De richters Jaïr en Jefta woonden in deze stad. Jefta werd echter
verstoten omdat hij een buitenechtelijk kind was. De stad en het omliggende
gebied waren bekend om haar geneeskrachtige kruiden. Gilead betekent ‘de
wijsheid of het licht’, die veranderlijk en onvast is. Laban zei tegen Jakob:
Deze hoop zij vandaag een getuige tussen mij en tussen u! Daarom noemde men
zijn naam Gilead [Gen.31:48].
Gilgal: Steenkring
in de omgeving van de Jordaan [2 Kon.2:1]; Bekend op het gebergte van Efraïm of
aan de voet van de Gerizim [2 Kon.2:1, Deut.11:30]; Gilgal betekent feitelijk
‘incarnatie’. Een offerplaats bij Jericho in het zuidelijk deel van het
jordaandal. De Hebreeërs waren hier gelegerd, nadat ze over de Jordaan Kanaän
waren binnengetrokken. [Joz.4:19, Mich 6:5] Ze plaatsten twaalf gedenkstenen,
die ze van de droge rivierbedding hadden verzameld [Joz.4:20]. Waarschijnlijk
vond de overtrek van de jordaan in de zomer of nazomer plaats. Zij werden
tijdens hun kampement besneden. Steenhoop genoemd, ten oosten van Jericho
[Joz.4:19] waar de Israelieten na hun vertrek uit Sittim bij de wonderbare
overtocht kampeerden. [Micha 6:5]
Gloed: Symboliseert de volledige eigenliefde.
God: De liefde, de eindeloze wijsheid van
de Algeest!
Godheid:
De van eeuwigheid afkomstig
van alle oneindigheid der oneindigheden doordringende kracht, welke was en is
en eeuwig zal zijn in het oneindige Zelf.
Gods
kinderen: Deze komen overeen met het hart van God.
Godshuizen:
Waarin
broeders en zusters samenkomen om dan die Ene, alleen de ware God de eer te
geven. Hun kinderen zullen in de godshuizen onderwezen worden in de leer die Ik
nu aan de mensen geef voor hun tijdelijke en eeuwige heil, zei Jezus
[GJE2-172].
Gog:
Gog en Magog zijn een persoon en een land genoemd in de Hebreeuwse
Bijbel in Ezechiël 38. Gog is de heerser van het land Magog die de
uiteindelijke strijd zal voeren tegen het volk van God. In de Openbaring van
Johannes 20:8 worden Gog en Magog genoemd als twee landen onder de heerschappij
van Satan.
Golangebergte: 5-30 kilometer
noord-oostelijk gelegen van het meer van Galilea. [Golanhoogten]
Golgotha: Calvarië, Kalvariën of schedelplaats, schedelvorm; op
deze plaats zou [volgens de legende] de schedel van Adam zijn begraven; vroeger
een plaats even buiten Jeruzalem; Hebr. 13:12;
[Gulgul-ta = schedel] Herken hierin het woord ‘gilgal’. De naam van een
heuveltje bij Oost-Jeruzalem, dat de vorm van een schedel had en gebruikt werd
voor executies.
Gomorra: [Gomor’ra];
Voormalige stad in het dal van Siddim in het zuidelijk Dode-Zee gebied. Werd
verwoest om zijn verdorvenheid. [Gen.10:19 en Gen.13:10]; Symbool van het
kwaad. [Deut.32:32]; Wordt samen met Sodom genoemd; Zuid-oostelijk van de Dode
Zee of onder dit meer; stad van de Pentapolis.
Gouden
kalf: Toen de Israëlieten ongeduldig 40
dagen op Mozes wachtten, die op de berg Horeb was, maakten zij een gouden kalf
en aanbaden het; De Heer noemde Zijn volk toen niet meer ‘Mijn volk’, maar zei
tegen Mozes: ‘uw volk’; En Mozes vermorzelde daarop het gouden kalf tot pulver
en wierp het in de zee en liet het volk daarvan drinken als homeopathische
remedie.
Graal: Komt van het Arabisch ‘kerel’ = kelk,
ker of cer [cor] = hart en ‘el ‘ is het licht van God; In het Latijn: calix ca
= kracht lix [spreek lich] = licht [Lat. lux].
Griekenland:
Het land van JAVA in
het Oude Testament. Hebreeuwse equivalent van ons Jonië. [Gen.10:2,4 = 1
Kron.1:5,7]; Wordt naast Tubal genoemd in Jes.66:19, Ezech.27:1, Joël [3] 4:6;
De Joniërs [Zach.9:13, Dan.8:21, 10:20, 11:2].
Grijsaard:
Grijsaarden als ‘ouden
van dagen’ stonden bij de oude oervaders in het de teken van wijsheid.
Groen: De hoop, het vertrouwen; Deze kleur
is de intensiefste en ook de krachtigste kleur.
Gymnasium: Ook aan gene zijde bestaan scholen of
hoge scholen.
H: [Hebr.] letter: dat bij de naam van
Abram en Saraï bijgevoegd werd; het betekent het oneindige en eeuwige.
Haardracht van
Jezus: Dit zou krullig zijn, toen Hij nog als zoon van Jozef werkte in het
timmermansvak. [GJE2-49].
Had
Nes: Dichtbij gelegen
aan de Jordaan, waar Johannes doopte; circa 35 minuten te voet.
Hades: De Hades heeft een vorst, die de boze engel
des doods tot dienen ondergeschikt zijn. Deze zoeken alle afgescheiden geesten
op, die in de donkere tussensferen aankomen en nog niet hun einde vol gemaakt
hebben, dat wil zeggen, die nog niet deemoedig, zachtmoedig en liefdevol genoeg
zijn tot het burgerschap van de hemel, of het christendom nog niet helemaal
hebben tot zich toegetrokken hebben, op allerlei wijze verleiden, verwarren,
betoveren, of ook wel tot kwellen bereidt. Intussen, wanneer zij het slechts
verlangen, worden zij steeds begeleid door goede engelen, die hen zo lang met
onderricht begeleiden, tot zij het nog achterstallige van het menselijke
verderf volledig hebben afgelegd door de werking van de Heilige Geest.
Hagar: Bijvrouw van Abraham, de tweede vrouw
van Abraham; deze kreeg ruzie met Sara en vluchtte de woestijn in op weg naar
haar vaderland Egypte; in de woestijn liet God haar weten, dat ze terug moest
gaan en Hij beloofde haar een zoon, de latere Ismaël en de stamvader der
Arabieren. Later kreeg Sara een zoon en om de vrede te bewaren stuurde Arbaham
haar weg met haar zoontje. Ze verdwaalden in de woestijn en stierven bijna van
dorst; maar een engel wees hun een waterput aan en zo werd hun leven gered. Ze
gingen in de woestijn Paran wonen, ten zuiden van Palestina. Ismaël huwde een
Egyptische vrouw. [Gen. 16 en 21]; Van haar stammen de Hagarieten; [Galaten
4:24]; Paulus geeft hierover een allegorisch verhaal.
Hagel: Betekent in de geestelijk wereld ‘het
helse slechte’.
Hand: De linkerhand komt overeen met de
liefde (hartkant), de rechterhand met wereldse bezigheden. Zoals de ene hand de andere wast, zo ook hier; de
ene dienst is de andere waard! De Heer geeft dat altijd zelfs weer dwars en
dubbel terug! [GJE1-34, GJE
1-44:2); Hand = de wil, de daad [goed of
slecht]; Hand, linker: de wil van de liefde.
Handel: Waar handel wordt gedreven, daar
hebben geloof en liefde afgedaan en daar waar geloof en liefde verdwenen zijn,
daar kan de Heer weinig of niets doen. (GJE
1-12-5)
Hanoch,
stad: Gebouwd door Hanoch, niet te verwarren met
‘Henoch’. Een zekere Kisehel nodigt Lamech uit om met hem – en om speciale
redenen – in de grote stad rond te
trekken en maakte het koningschap van Lamech aan alle bewoners duidelijk dat
hij nu een goede, door God gezalfde koning was.
[H]armageddon: Centrum van de Apocalyps, 4 kilometer
lang gaat de Serpentines omhoog, smal en stijl; [Open.1:17, Richt.4:14 en 5:1];
Berg van Megiddo [2 Kon. 23:29, 2 Kron. 35:22, Openb.16:16]; Hebreeuws gebergte
van Giddo. Vooral sinds de dood van Josia werd bij deze plaats de naam een
symbool van ongeluk voor de legers die zich daar verzamelden. [Zach.12:11];
Harmaggeddon duidt de staat en impuls aan om te strijden vanuit vervalste
waarheden, voortkomend uit machtswellust.
Haran,
Harran of Charan: Belangrijkste
handelsstad en karavaancentrum in het noord-westen van Mesopotamië aan de
Balikh, waarbij Abrahams familie gevestigd was. De ruïnes bij het dorp Haran
bestaan nog! Hier vestigde Terach, de vader van Abraham zich met zijn familie
en deze stierf daar later [Gen.11:31,32]
Haran: Charan, een broer van Abraham, de
vader van Lot. Zijn dochter Milka huwde met haar oom Nahor en deze Milka werd
de grootmoeder van Rebekka.
Hart en
longen: Twee
essentiële onderdelen die ontstaan en bestaan in
het menselijk lichaam; deze twee zijn in elk van hen werkzaam, omdat het hart
overeenkomt met liefde; de longen met wijsheid; het hart correspondeert met de
wil en het goede, inclusief de activiteit van liefde; de ademhaling van de
longen met het verstand en diens waarheden en het geloof.
Heber,
[Eber]: Genoemd als 4e
van de 10e generatie tussen Sem en Abraham. [Gen.11:14]; Sem wordt
de vader van alle zonen genoemd, terwijl in Gen.10:25 Arabische stammen met
Heber in verband worden gebracht. Later komt Heber als persoonsnaam voor in
Neh.12:20.
Hebreeën:
Zie ook Heber.
Specifieke benaming der oude Israëlieten, het meest gebruikt in de verhalen van
Joseph en Mozes, vooral waar een Egyptenaar over de Israëlieten spreekt. Door
niet-Israëlieten werd deze naam met verachting gebruikt.
Hebreeër: Die van de overkant [van de
Eufraat], bevolking van Mesopotamië; [Gen. 10:21] Eber, zoon van Sem wordt
beschouwd als stamvader. De naam wordt het eerst vóór Abraham gebruikt.
[Gen.40:15]; Jozef vertelt dat hij
ontvoerd is uit het land der Hebreeën. Jona 1:9 zegt, dat hij een Hebreeër is.
Ook Paulus noemt zich in 2 Kor.11:22 een Hebreeër [Aramees]. Open.16:16 betreft
deze taal.
Hebron,
He’bron of El-Khalil: Kanaänitische
koningsstad in het bergland van Juda. Hier woonde Abraham [Gen.13:18] en hij
begroef zijn vrouw in de grot van Makpela. [Gen.23:9,19]; Hebron wordt ook
Kirjath-Arba genoemd; de eerste residentie van David.
Heer
[onder de mensen, de]: De Heer zou in
het jaar 919 na de schepping van Adam gedurende anderhalve maand lang Zich
opgehouden hebben bij de Adamieten onder de berg Libanon in Phoenicië; de
nakomende moeder van Noach is dit gezegd, dat de Heer Zelf als Redder in de
Messias weer Zich belichamen zal; In die tijd leefde ook Maria onder de naam Pura en de eerste keer op deze wereld.
Heerwegen: Een heerweg of heerstraat was een
verharde lange-afstandsweg in het Romeinse Rijk. Het Romeinse wegennet was van
cruciaal belang, omdat het troepenbewegingen, koerierdiensten en bevoorrading
drastisch sneller maakte. Daarnaast bevorderde het wegennet de handel. Het
spreekwoord ‘Alle wegen leiden naar Rome’ verwijst naar de eeuwenlange faam van
de Romeinse wegen.
Heidenen: Het
industriële en de dienaren van de afgoderij [HG3-454:6 en GJE9-40:7]
Heilig
Avondmaal: Het brood
wordt het goddelijk goede in de hemel genoemd, de wijn het goddelijk ware; het
Heilig Avondmaal is het allerheiligste van de godsdienst. Het is een sacrament
van boete en daarom tot inleiding tot de hemel.
Heilige
Geest: De hoogste
kracht van de goddelijke liefde, de machtigste wil van God waardoor de werken
en wezens hun volledige bestaan krijgen; het is het grote uitgesproken
woord 'worde!' Het is daar wat de liefde en de wijsheid in God besloten heeft;
In de woorden van het Oude Testament wordt de Heilige Geest nooit als God
genoemd, maar alleen de Geest van de Heiligheid op drie plaatsen; het leven dat
van de Heer uitgaat, wordt de geest van God genoemd en in de Bijbel de Heilige
Geest.
Heilige
Schrift: Het Woord is
het goddelijke ware Zelf; De hele Heilige Schrift profeteert over de Heer en
voorspelt Zijn komst; de Bijbel werd gedicteerd door de Heer Zelf; de Heilige
Schrift is als een spiegel, waarin men God ziet, maar ieder op zijn eigen
manier; de Bijbel is de volheid van God.
Hel: Een overmaat aan dingen
[GJE2-185:12,13]; De hel wordt gevormd door mensen met hun slechte
gebruikmaking tegen God en worden na hun sterven duivels en satans; de hel
bestaat uit myriaden van myriaden van geesten, en vanwege al diegenen die
geschapen zijn door de schepping van de wereld, het kwaad in het leven en
onwaarheden hebben gediend en van het geloof en God verwijderd zijn. De hellen
zijn gerangschikt in ontelbare samenlevingen of verenigingen volgens alle
diversiteiten in de liefde voor het kwaad. Toen de Heer in de wereld kwam,
overwoog de macht van de hel de macht van de hemel te overtroefen. In die tijd
van Jezus waren de hellen zo vol en hoog geworden, zodat ze de gehele
geestenwereld opvulden, die zich in het midden tussen hemel en hel bevindt, en
niet alleen de onderste hemel in beroering brachten, maar zij kwamen ook tot de
middelste hemel en veroorzaakten op duizend manieren twist. In de hel zijn
degenen die zichzelf hebben liefgehad en vooral de wereld. De hel is onder de
aarde van de geestelijke wereld, die van geestelijke oorsprong is en de hel is
daarom niet in het uitspansel, maar in het schijnbare verlengde ervan. De hel
bestaat uit grotten en tuchthuizen. De rook die men in de hellen ziet, bestaat
uit de onwaarheden, veroorzaakt door geraffinneerheid en het vuur is de woede
die oplaait tegen de tegenstrijdigen; het helse vuur is vijandschap, haat en
wraak.
Helena:
Deze naam betekent
‘de stralende’, de lichtgevende; zij, die licht geeft of die licht uitstraalt.
Dochter van Ouran, koning over Pontus, een wijze Griek. Zij wordt door de Heer
met Malhael verbonden in den echte [huwelijk], nadat deze door de koning tot zijn
vicekoning wordt benoemd. [Gen.3-82, GJE3-188]
Helena: Dochter van de Griekse waard aan de
straat tussen Essea en Jericho. Zij werd door de Heer van het koorts genezen en
de gehele familie van de waard werd bekeerd. [GJE9-3]
Heli: De zwager van Zacharias uit Hebron
(een jaar ervoor werd in zijn huis (in Hebron) de dood van Johannes bekend
gemaakt). Zijn zoon, was een vriend van Lukas (ook een Leviet).
Hemel,
de grote: Het is een
wet dat de mens zijn natuurlijke wereld in het klein moet regeren vanuit zijn innerlijke
hemel, of vanuit zijn geestelijke wereld, zoals God vanuit Zijn grote hemel de
grote wereld regeert.
Hemelbibliotheek: In het geestelijke rijk bestaan ook
bibliotheken, zoals hier op aarde.
Hemellichamen: De hoogmoedige mens werd tijdelijk in
een vast gericht geplaatst, waardoor de vorming van hemellichamen kwam. Deze
aarde en deze hele eigenlijk lichamelijke hemel met haar zonnen, manen en alle
werelden, zullen eenmaal vergaan, als al de daarin door het oordeel gevangen
gehouden geesten via de vleselijke weg zuivere geesten zijn geworden; maar de
zuivere geesten blijven voor altijd, en zullen en kunnen, net als Ik en Mijn
woord, in der eeuwigheid niet ophouden te bestaan. [GJE1-165:10, GJE1-4:4]
Henoch: Een voorvader van Noach en werd op 365-jarige
leeftijd 'door God weggenomen'. Het leven van Henoch wordt beschreven in Genesis 5:18-24. Hij was 65 toen
hij Methusalem verwekte. Daarna kreeg
hij meer zonen en dochters. Henok, nakomeling van Seth, een vroom man; Hij
wandelde met God, die hem plotselingwegnam. Zijn naam betekent ‘toegewijd’,
‘leraar’; Chenoq [Henoch] betekent genade van het geestelijk zien, de wil van
Jehova; ‘cha’ = drager v.h. idee; ‘Noq’ of ‘Nox’ = de nacht; [N-ok = het niet
zien, de duisternis.
Herodus: Koning ten tijde van Jezus’ geboorte;
Hij regeerde van 37 v. Chr. tot 4. v. Chr. Hij was erg streng en wreed. Hij had
tien vrouwen en ging letterlijk over lijken. Van hem is bekend de kindermoord
uit Bethlehem [kinderen van 0-2 jaar]. Hij stierf een verschrikkelijke dood met
een luizenziekte als straf op zijn wrede handelingen tijdens zijn geliefde
verbliijfplaats in Jericho.
Hersenen:
Het menselijk brein
is een geestelijk en natuurlijk georganiseerde vorm van het goddelijke ware en
het goddelijke goed; de hersenen zijn georganiseerd en het gemoed zit erin;
activiteit en interactie in het geestelijk organisme van de hersenen samen met
het leven, dat vanuit de Heer
binnenstroomt; de mens heeft twee hersens; één in de achterkant van het hoofd,
dat de kleine hersenen wordt genoemd, en de andere in het voorhoofd, die de
grote hersenen wordt genoemd; de liefde van de wil woont in ons kleine brein,
en het denken van de geest in het grote brein.
Het beviel
de Heer om het gezicht van zijn geestt bij hem te openen en hem zo de
geestelijke wereld binnen te leiden; Hij mocht bij de engelen en geesten in hun
wereld zijn; Hij sprak met de apostelen, met overleden pausen, keizers en
koningen, met de hervormers van de huidige kerk, zoals Luther, Calvijn en
Melanchthon, en met anderen uit afgelegen gebieden; met zijn familie en
vrienden evenals met geleerden die waren overleden, en dat zevenentwintig jaar
lang onafgebroken; Hij mocht degenen zien die zich op de planeten van deze
zonnewereld bevinden, ja, zelfs ook degenen die zich op planeten in andere
werelden buiten dit zonnestelsel bevinden; hij was tegelijkertijd in de
geestelijke als in de natuurlijke wereld; het werd hem vaak toegestaan met
mensen te spreken aan gene zijde [met hun geest], terwijl deze nog op aarde
leefden; sommigen in het hemelse gebied, anderen in het helse; hij mocht ook
dagenlang met hen praten; Swedenborg zwierf door verschillende gebieden in de
geestelijke wereld met de bedoeling de voorbereidende scholing van hemelse
dingen te observeren die op sommige plaatsen daar worden weergegeven; hij was
in de staat waarin de profeten waren, toen ze geestelijke dingen zagen, met het
verschil dat hij tegelijkertijd in de geest en in het lichaam was, en slechts
een paar keer buiten het lichaam; de Heer openbaarde hem de geestelijke
betekenis van het Woord waarin de goddelijke waarheid in haar licht is; de Heer
had hem vanaf zijn vroegste jeugd op dit ambt voorbereid.
Hij was Farizeeër, half-blind, wordt door de Heer van zijn blindheid
genezen en ziet daardoor ook geestelijk; hij instrueert scherp zijn Farizeeër-collega's,
maar wordt door drie engelen tegen hun woede beschermd [GJE1-174, 172].
Hippos: Paard, in het Aramees: ‘Soesitha’,
geheten merrie. Tegenwoordig heet het ‘Qala’at el; Op één van de uitstekende
rotshellingen aan de Oostkust van het Galilese meer.
Hoer[erij]:
Dat is de liefde van
de wereld [HG2-155:7]
Hond: Symbool van trouwheid.
Hor, de berg: Op deze berg
[op de grens van Edom] stierf Aäron, toen hij er met zijn volk langs kwam op
weg van Egypte naar Kanaän [één van de laatste legerplaatsen op de Uittocht].
Horeb,
berg: Berg van de
wetgeving en als zodanig voorkomend in Ex.17:6.
Huis
van de Heer: Liefde
van de Vader [HG3-11:15]
Huis
van God: Het
goddelijk woord en de goddelijke leer; de mensen, die het woord van God horen,
en het met vreugde in zich opnemen en ernaar leven [GJE7-171:14 en
GJE8-122:16]; de liefde van de Vader; [ HG3-11:15].
Huis: Voor de meeste nieuwkomers in de
geestenwereld zal een huis worden voorbereid dat lijkt op het huis waarin ze in
de wereld verbleven.
Huisraad: Wereldse voordelen [GJE9-70:7].
Huizen
bouwen, duur uitziende: Jezus zegt: ‘Bouw
in de toekomst geen duur uitziende huizen, maar ga in armelijke hutjes wonen,
en dan zal er niemand van jullie belasting eisen behalve de koning van Rome,
die daar alleen het recht toe heeft; en hij vraagt slechts twee tot drie
honderdsten. Als je dan wat hebt, dan kun je het geven, en heb je niets, dan
ben je vrij.’ [GJE1-132:9,10]
Hulplichaam: Dat is een fijnstoffelijk lichaam,
dat nodig is om zich plotseling te manifesteren als een niet-aardse wezen, om
materiële wezens tijdelijk gedienstig te zijn; en vaak is dat een engel, maar
dan niet in een hemels lichtgestalte, maar lijkend op een mens zoals wij, en
vaak zichtbaar in jeugdige leeftijd.
Hut van Jezus: Deze lag tamelijk ver in de
woestijn bij Had Nes, circa 35 minuten lopen van de Jordaan. De hut was uit
leem en biezen, op een onherbergzame plek. In deze hut kon je net in staan en
niet zo ver van de plek waar Johannes de Doper predikte.
I of J-letter: Hebr. Jod, ‘het levenswiel’, ‘van het
leven’.
Ibri: Hebreeër [van gene zijde!].
IJdelheid: Iedere ijdelheid is het zaad van
hoogmoed, waaruit al het kwaad in de wereld gekomen is, nog komt en altijd zal
komen. GJE2-206, GJE1-108
IJsbeer:
De ijsbeer of
poolbeer is een grote geelwitte beer, die langer en groter is dan de andere
beren De ijsbeer komt enkel voor in en
rond het noordpoolgebied. Hij is het meest vleesetend van alle beren, en leeft
vooral van zeehonden.
IJsland:
In Jezus tijd werd
men bij ernstige schennis [in Palestina] verbannen naar de ijslanden van
Europa!.
Immanuel:
Betekent ‘God met
ons!’ [Jes.7:1, Jes.7:14, Jes.8:8]; Matth.1:23 ziet de belofte vervuld in
Jezus. ‘Im-Manu-El’ = in de mensengeest
is het licht van God; ‘Ym’, Im, Em = binnen en ‘Manu’ = mens; ‘El’ = de zich in de schepping en in de mens
openbarende Godheid of God in ons. El =
Gods licht, dat is de Goddelijke geest in de mens, het Goddelijk Christuslicht
in de mens. God de Heer zei met ons. [GJE5-107:5]
Immuniteit
van de ziel: De
grotere ongevoeligheid (van het lichaam) is alleen maar een gevolg van de door
allerlei zelfverloochening en vrijer van het lichaam geworden ziel, waardoor
dan ook de juiste harding van het lichaam tot stand komt. [GJE3-12-2]
In het jaar 31 zei Johannes tegen koning Abgarus, dat zijn zoon wel sterven zal, maar vanwege de grote liefde, in de hemel opgenomen zal worden. De laatste brief ontving de koning in het jaar 32 op 16 maart, enkele maanden voor de kruisiging van Jezus. Koning Abgarus was verwant met keizer Tiberius was een roemrijke heerser over de volkeren aan de andere zijde van de Eufraat. Hij werd gekweld door een verschrikkelijke ziekte.
Incarnatie: Betekent letterlijk
vleeswording en is afkomstig uit het Latijn: in, carn komt van van caro,
carnis: vlees en atie van ‘atio’ is ingaan. Het Latijnse werkwoord is incarnare
(in het vlees komen).
India: Uit het Oude Woord en het Israëlische
Woord verspreidden de religieuze leringen zich naar India en hun eilanden -
degenen die daar in een God geloven en volgens de voorschriften van hun religie
leven, worden ingevolge hun geloof en handelwijze zalig.
Industrie[tijdperk]:
De industriële
revolutie is de overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen die
gepaard ging met grootschalige organisationele en sociale veranderingen. De
industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en vervolgde begin
negentiende eeuw in de rest van Europa.
Intelligentiedeeltjes:
Zielspartikelen; Ook
wel intelligentiepartikels genoemd. Maar zijn wezen wat betreft de vorm, dat is
de ziel, en die moet tot op het laatste atoom datgene weer in zich verenigen,
wat haar eens uit de volheid van Gods Zijn vormende idee werd verleend. Dit
gegeven bestaat uit eindeloos veel intelligentiedeeltjes, die vanzelfsprekend
bij het sterven van de mens niet in één ogenblik vrij gemaakt kunnen worden.
Daar zijn delen van zijn lichaam en specifica, die hij tijdens zijn leven in-
en uitgeademd heeft; ook alles wat van zijn lichaam afkomstig is, zijn tranen
en andere afscheidingen van het lichaam. Zelfs zijn kleding, zijn behuizing;
kortom alles wat hij op de een of andere manier met zijn kracht heeft
voortgebracht en gedaan, moet mettertijd als het ware als gelouterd, psychisch
specificum door de ziel worden opgenomen. Daardoor kan de geest in zichzelf
een totale beschouwing hebben en hierdoor een duidelijke herinnering heeft aan
alles, wat er met zijn complete wezen is gebeurd. Vervolgens hoe die hele,
lange weg er uitzag, waarlangs hij [de mens] nu weer in zijn oereerste
volkomenheid terug is gekomen.
Intrede
in het geestelijke rijk:
Meestal direct na het overlijden waarna men nog drie dagen een proces te
doorstaan heeft.
Isaäk:
‘Hij lacht’; de enige zoon van Abraham; hij wordt
180 jaar te Hebron, waar hij begraven werd; de voorvader van Jezus; Hij werd
geboren toen zijn moeder Sara 92 werd; Isaak huwde toen hij veertig was met
Rebecca; twintig jaar later kregen zij een tweeling: Esau en Jacob. Isaak
leefde ca. 1700 v. Chr. en stierf op 180 jarige leeftijd; [Gen.17] ; Isaäk is afkorting van Yishaq-El =
God moge toelachen, zoon van Abraham en Sara. Hij was gehuwd met Rebecca.
[Gen.21]; Vader van Ezau en Jakob [Gal.4].
Isaï =
Jessai, Jesse; [1 Sam. 16:1]; hij woont
te Bethlehem, kleinzoon van Ruth en Boaz, de vader van David. Zijn dochters
Zerja en Abigaïl werden de moeders van twee beroemde militairen Joab en Amasa.
In Jes.11:1-2 wordt verteld dat de Heer zal komen uit de stam van Isai. [Jes.
9:5]
Ish en
Isha: [Hebr.] Man en
vrouw; Adam, de man (Hebr. ish) noemde haar aanvankelijk naar zichzelf, Isha
(ook overgeschreven als Iesja), door de Statenvertalers in de 17e eeuw heel
treffend met een nieuw Nederlands woord,
'Manninne', vertaald. Want zij was vlees van zijn vlees en been van zijn
gebeente. Zij was gelijk hem en uit hem. Isha, het Hebreeuwse woord voor
'vrouw', is de vrouwelijke vorm van Ish, het Hebreeuwse woord voor 'man'.
Iskarioth: Man uit Keriot, bijnaam van Judas.
Islam: onderwerping aan God, een
monotheïstische godsdienst en een van de drie grote(re) zogenoemde
abrahamitische religies. Het Arabische woord islam betekent letterlijk overgave
aan God of onderwerping en wijst op het fundamentele, religieuze principe dat
een aanhanger van de islam (moslim) zich overgeeft aan Gods wil en wetten.
Ismaël: God hoort, zoon
van Abraham en Hagar. Ismaël is wel zelf aanwezig op de begrafenis van zijn
vader; [Gen. 25:19]; Josmaël, dat God hore, zoon van Abraham en Hagar.
[Gen.16]; voorgesteld als vader van twaalf stammen [Gen.21].
Israël:
[Jakob]: Bijnaam van
Jakob, ‘strijder van God’ of ‘dat God Zich
sterk tone!; Israël is het middenpunt van de Aarde; Het land Israël ligt
in het midden van de wereld (uit de oude Midrasch) en Jeruzalem ook weer
daarvan in het midden van dat land. Het heiligdom ligt in het midden van
Jeruzalem en daarin weer het allerheiligste in het midden en de lade weer in
het midden van het allerheiligste; de steen voor de lade heeft te maken met de
7e dag = Shetia, uit deze zou de wereld gegrond zijn; Israel
betekent: ‘uit de heerschappij van God’.
Israël:
Betekent in
geestelijke zin de geestelijke kerk; Wat haar geschiedenis aangaat, sinds de
oprichting in 1948 is de staat Israël verwikkeld in een Arabisch-Israëlisch
conflict over het grondgebied van Palestina. Na de oorlog van 1948/1949 veroverde
Israël in 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog
het overige gebied van Palestina en begon in 1973 de Jom Kipoeroorlog
waarin Israël meerdere gebieden veroverde. Dit alles leidde tot grote spanning
met de Palestijnse bevolking. Sinds 1967 worden de Westelijke Jordaanoever,
Oost-Jeruzalem, Gazstrook en de Syrische Golanhoogten door Israël bezet.
Jaar van de schepping: Het jaar 4151 na de schepping van
Adam werd het Kindje Jezus geboren in 6 v. Chr. De opbouw van Jeruzalem duurde
7 x 70 jaren = 490 jaar, tot de Messias kwam bij Jeruzalem in Bethlehem; [Hebr. B=2 - I=10 - Th=400 – L=30 – Ch=8 - M = 40].
Jaargetijden
of seizoenen: Lente = het eerste leven van liefde in de
mens; zomer = de volste energie uit het leven van de liefde; herfst = vruchten
van de werken van de liefde en genade ; winter = koude in rust, maar daardoor
het meest ontvankelijk voor de warmte.
Jaartijd: In het rijk van de reine geesten
zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag. En in het rijk van de onreine
geesten zullen één dag duren als 1.000 jaar. Dan komt de Heer weer terug op de 3e
werelddag, dat wil zeggen ná 2000 n. Chr. [bron: GJE2-63].
Jabes: Plaats waar de
eerste koning van Israël met zijn zonen [koning Saul] is begraven.
Jacob in Egypte in 1866 v. Chr. Hij zei eens, dat uit hem de Messias
komt. Gen. 1:49:10 en via Nathan in 1028 v. Chr werd dit bij David nog eens
benadrukt in 1028 v. Chr.; Jakob leefde 1866 v. Chr.; Hij kwam 125 jaar vóór de
uittocht in het land van Gosen; zijn nakomelingen vertrokken 235 jaar later vanuit
Gosen naar Kanaan. De periode van Jozef tot Mozes duurde 60 jaar. Precies 80
jaar ná de geboorte van Mozes kwam de uittocht.
Jacobus, de visser: Was een zoon
van Zebedeüs en een ‘neef’ van Jezus. Zijn moeder heette Salome. Hij was één
van de twaalf apostelen. Niet lang na de stichting van de eerste
christengemeente werd hij gedood. Jacobus en Johannes waren broers. Hun vader
was Zebedeus. Zij waren vissers en visten in het meer van Galilea, niet ver van
de monding van de Jordaan, ook niet ver van de visplaats van Petrus en Andreas;
Volgens Papias, bisschop van Hiërapolis, zou Johannes gestorven zijn in 44.
[Gal.2:9]. Jacobus en Johannes besloten om leerlingen van Jezus te worden, om
dan samen met Hem de volkeren der aarde te beheersen! Ook zij waren al veel
vergeten van wat Ik hen vaak als kind reeds behoorlijk duidelijk voorspeld had.
(GJE 1-12-3 en 1-103)
Jacobus, Jakobus, broeder van Jezus: Schrijver van ‘De
Jeugd van Jezus’. Jacobus was een van de vier zonen van Jozef van Maria. Hij
was even oud als Maria, toen deze het Kindje Jezus baarde met 14 jaar!
JaHeWeH:
Hebreeuwse Godsnaam;
In Exodus 3:4 uitgelegd als ‘Ik ben, die Ik ben!’
Jaïrus:
Griekse
vorm van Jaïr [hij verlicht, vos]; een tempeloverste van de synagoge, wiens
twaalfjarig dochtertje wordt genezen.
Jaïrus:
Hoofd van de synagoge
van Kapernaum, wiens dochter Sarah door Jezus uit de dood werd opgewekt; de
laster van Jaïrus en daarom een hernieuwde dood van zijn dochter Sarah; de
tweede opwekking van Sarah door de Heer; Jaïrus’ neerlegging als hoofd van de
familie.
Jairuth; Koopman in Sichar; als vriend van de
Messias in Sichar, en in Kis.
Jakob
[Israël]: Aartsvader en zoon van Isaäk; Hij heeft twee
vrouwen, de zusters Rachel en Lea en twee bijvrouwen, de slavinnen Bilha en
Zilpa. Jakob was de jongste van de drie aartsvaders, samen schenken de vrouwen
hem 12 zonen en een dochter; hij leefde ca. 1600 v. Chr. Na zijn dood werd hij
gebalsemd en na 70 rouwdagen bijgezet in de spelonk van Machpela, bij zijn
ouders en grootouders [Hebron]; In Gen.25:26 wordt de naam afgeleid van Ageb =
‘hiel, maar in Gen.27:36 en Hos.12:4 van het werkwood ‘Ágab’ = bedriegen.;
Jakob-El = ‘dat God bescherme!’
Jakobs put: Bij Sichem
[in de provincie Samaria]; [Joh.4:5, Gen.33:18,19, Joz.24:32] Tegenwoordig is er
een kerk overheen gebouwd.
Jakobsbron:
De oude Jacobsbron lag nauwelijks
veertig passen voor het oeroude dorpje van Jacob, richting Sichar. Deze bron
stond op een zeer goede waterader, er omheen bevond zich een ouderwetse
sierlijk gemetselde rand en ernaast groeiden schaduwrijke bomen. Het gesprek
vond plaats op een hete zomerse dag met een Samaritaanse vrouw. Het was
hoogzomer! De inwoners van dit dorpje sloten zich af voor de joden, dus ook
toen Jezus en de Zijnen het dorp binnentrok. Datzelfde, zei Jezus Zijn
leerlingen, zal ons lichamelijk en vooral geestelijk nog heel vaak overkomen,
als wij door de dorst van onze liefde gedreven aan de deuren (harten) van de
mensen zullen kloppen om een kruik te zoeken voor het putten van het levende
water; maar wij zullen de harten gesloten en leeg vinden. (GJE 1-25-7,11, 1-29-2)
Jakobsladder:
De zielsmatige
ontwikeling van een gevallen oergeest via de minerale wereld, planten en dieren
tot uiteindelijk gevormd tot een waardige mensenziel.
Jakobus
Alphaus: dat is Kleophus.
Jakobus: broer van Judea.
Jammeren:
Klagen.
Japan:
Andere naam is Nippon, Ihypon [een zekere tuin].
Jara[h]:
Jongste dochter van
de rijke eigenaar en gastheer Ebahl aan het meer bij Genezareth; haar eerste
ontmoeting met Jezus; ze kijkt naar de open hemel; krijgt de aartsengel Raphael
als leraar en gids.
Jared: Ontzag voelen, de gave God ontzag te
hebben voor Hem.
Jaren: In het rijk van
de reine geesten zullen duizend jaar voorbijgaan als één dag en voor de
onreinen duurt één dag als 1.000 jaar. De Heer komt weer terug op de derde werelddag,
dat wil zeggen na 2000 n. Chr., dat is
ruim 6000 n. Adam [3 x 2.000]; we leven nu in het wereldjaar 6047. De
verwachting dat Jezus werkelijk komt, dat
is vóór 2030 door eerst een ‘grote schoonmaak’op de wereld te laten
plaatsvinden! [GJE2-63]
Jebus: Kanaänitische naam voor Jeruzalem
[Joz.18:28, Richt.19:10,11, 1 Kron.11:4,5, Richt. 19:10] Een oude naam van
Jeruzalem waar de Jebusieten wonen; De Kanaänieten waren de nakomelingen van
Cham, een zoon van Noach. De Jebusieten waren leden en oude bewoners van
Jeruzalem en van een Kanaänitische volksstam, die in Palestina woonden, toen de
Israëlieten ca. 1300 v. Chr. deze stad veroverden. [Joz.15:8. Joz.18:16,
Richt.1:21, Num.13:29, Ezr.9:1, Zach.9:7]; Zolang de Jebusieten de baas waren
in Jeruzalem, heette de stad Jebus. In de dagen der Jebusieten bestond er al
een waterschacht. Op de oostelijke heuvel van het oude Jeruzalem was er al een
bron. De beek Gihon op de Ofelheuvel. Ook de heuvel Moria (tempelberg) en
Bezetha. Jeruzalem geschreven als URU SALIM of URU-SILIM-MA. De Kalvarieberg is
in het midden gespleten. De helling van de Ofelheuvel is steil. [2 Samuel 5:6]. Hierna heette de vesting
Jebus de burg Zion en de stad van David. Het oudste Jeruzalem lag op de
oostelijke heuvel.
Jehovah: Eigennaam van Israëls God toen de
joden uit de eerste eeuwen van onze jaartelling de vier medeklinkers van de
naam JHWH tegenkwamen, daarom lazen zij het in heilige vrees. De algemene naam
Adonaj = de Heer, waarvan de eerste A bijna als een stomme E klonk. Rond de 9e
eeuw werd deze naam van klinkers als leesteken voorzien en zette men het als
Adonaij, dat moest worden uitgesproken. Later werd het niet meer begrepen en
las men de 4 letters JHWH met de klinkers van EDoNaij als Jehowah. JHVH = ‘de
weg van het leven’. J = de weg en HVH = ‘het steeds evoluerende creatieve
leven’ .
Jered of Jared: Betekent dienaar,
zoon van Mahalel, de latere aartsengel Gabriël ! Vader van Henoch, ook de
voorvader van Jezus; hij werd 962 jaar oud!
Jeremia:
Één van Israëls
grootste profeten, werkte in Juda onder de laatste koningen en ook nog na de
val. ‘Hij die verhogen doet; een priesterzoon uit Anatot; zijn vader heet
Chilkia [Hilkia]; hij profeteert 40 jaar, voor en na de val van Jeruzalem zijn de
profetieën van hen opgetekend door zijn secretaris Baruch; [2 Kron.35:25, Ezra
1:1, Dan.9:2, Matth.2:17, 27:9, Zach.16:14]; Jeremia leefde van 645-587 v. Chr.
In zijn tijd vochten Assyrië en Babylonië met Egypte om de wereldmacht. Het
boek Klaagliederen is door hem geschreven. [staat niet helemaal vast]; Het woord ‘jeremiëren’, dat jammeren
betekent.
Jericho: Een oude oasestad [Deut.34:3]; In de
onderste Jordaanvallei,soms Palmenstad genoemd. De Israëlieten lagen vóór hun
intocht voor deze eerste stad door hen veroverd en als zodanig zeer vaak
genoemd in de Bijbel en weer herbouwd onder Achab [1 Kon.16:34]; bezocht door
Elia. Elisa maakte het water van de bron gezond; [2 Kon.2:4]; Tegenwoordig heet
het Tell es-Sultan met de rijk stromende Elisabron, 2 kilometer ten
noordwesten van het stadje Riha, dat de
naam bewaart, terwijl de ruïnen van het Herodiaanse Jericho, dat Jezus bezocht,
nog zuidelijker lagen. Stad aan de wadi Qilt, die de weg naar Jeruzalem
bewaakte. Herodes de Grote stierf in het paleis dat hij hier bouwde. Jezus riep
bij Jericho Zacheus uit de vijgenboom naar beneden. [Luc.19:1] Een barmhartige
Samaritaan hielp een reiziger op weg naar Jericho [Luc.10:30]; Maanstad; Stadje
aan de benedenloop van de Jordaan; de oudtestamentische stad lag op de
puinheuvel waar nu de bron van Elisa is bij de heuvel Tell-er-Sultan; 3 km daar
vandaan lag het het Nieuwtestamentische Jericho. Er zijn stadsmuren gevonden.
Men vond de resten van een wijdere buitenmuur, die om de voet van de heuvel liep en daarbinnen een dubbele muur. In de
tijd van Jezus bestond er een dubbele Jericho, het oude en het Herodiaanse. Het
moderne Jericho is het dorp, dat de Arabische naam Er-Riha draagt, ten Oosten
van het nieuwe Jericho, meer naar de Jordaan toe. Van Jericho naar Jeruzalem is
het een steile klim. Een andere weg is korter, maar door Samaria. Een stenige
weg, hoog en laag kronkelland. Zelfs voorbij Bethel [Jakobsladder]. Geestelijk bezien betekent Jericho: de
geestenwereld van de maan.
Jeruzalem: Sinds de verovering door David de
hoofdstad van zijn en Salomo’s rijk, later van Juda. Door de Arabieren, ook wel
el-Qudds genoemd, dat is de heilige stad. Stad van Salem = vredestichting. Een
zeer oude stad met als eerste naam Salem [Gen.14:18]; daarna bekend als Jebus;
ligt 53 kilometer van de Middellandse Zee en ruim 20 kilometer van de Dode Zee.
Het rotsplateau waarop het is gebouwd was 765 meter hoog. Jeruzalem werd
toegedeeld aan Benjamin, die de Jebusieten niet kon verdrijven. [Joz.15:8,
Joz.18:28, Richt.1:21, Richt.19:10]; Later ingenomen door David, die er de
hoofdstad van zijn rijk maakte. Het wordt ook Jebus en stad van David genoemd
[1 Kron.11:4,5,7]; David bracht de ark van het verbond hierheen om dit tot
middelpunt van het land te maken. De stad wordt ook wel Sion genoemd. Hoofdstad
van Juda, na de scheuring van de monarchie na de dood van Salomo. Jezus van
Nazareth werd in Jeruzalem gekruisigd in 28 n. Chr. [Matth.16:21]; Ruha =
residentie, Sa = voor de; Jeruzalem is de stad van God en geestelijk betekent
het: ‘het Goddelijk Woord’ of de ‘Goddelijke leer’. Jeruzalem met zijn 12
poorten [12 stammen v. Israël]. Het eeuwige rijk van God en het ware leven.
Jeruzalem betekent in geestelijke zin de kerk. Volgens het gericht wordt onder
Jeruzalem de kerk verstaan met betrekking tot de leer waarin
alleen de Heer wordt vereerd.
Jesaja:
Betekent ‘Jaweh is heil’. Één van Israëls grootste profeet, werkend ca. 740-700
v. Chr., naar wie het eerste profetenboek is genoemd. Profeet van de toekomst;
Jesaja profeteerde in 718 over het 7e woord; [Jes.63:1-9, Jes.53:4]. ‘Zie deze
man is een echte profeet’. Ik geloof dat wat hier heeft plaatsgevonden, de
vervulling is van wat de profeet Jesaja heeft voorspeld toen hij zei: Hij heeft
onze zwakheden op Zich genomen en onze ziektes heeft Hij gedragen. Jesaja is de profeet voor alle tijden
– Jesaja bericht in 723 en 717 v. Chr. dat de Heer lijden zal; [Jes. 53:5,
Jes.46:4,13, Jes.52:13]; Jesaja heeft terecht over het volk Israël of de joden
geschreven en ook voorspeld volgens Matth.15:7: Dit volk naderde Mij met zijn
mond en eert Mij met zijn lippen, maar zijn hart is verre van Mij.
(Matth.15:8); Opdat daardoor ook vervuld wordt, wat Jesaja, Mijn profeet, voor
alle tijden en voor Mijn nu op te richten Rijk op Aarde over de domme koningen
voorspeld heeft. [Jes.32:6-20, GJE1-137
[13], 1-102, 2-123,137]; hij werkte ca. 60 jaar in Juda onder de koningen
Uzzia, Jotam, Achaz en Jechizkia, vader van Itiël, uit Benjamin.
Jezuïeten: Deze vormen een religieuze orde. Zij
leven doorgaans niet in kloosters, wel in gewone huizen, jezuïetenhuizen
genaamd. Zij hebben geen eigen ordekleed. Net als veel andere orden leggen zij
geloften af van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid. Zij onderscheiden zich van
andere orden vooral door een bijzondere gelofte van gehoorzaamheid aan de paus
voor de zending, en vallen niet onder het gezag van een bisschop; De jezuïeten
richtten zich in het verleden vooral op onderwijs en missie (bekering).
Jezus in Egypte: De totale woonperiode van Jezus heeft
op één week na, drie jaar geduurd. Op 27 januari 9 v. Chr. kwam het Kindje
Jezus aan in Ostracine [Noord-Egypte] en keerde terug op 20 januari 6. v. Chr.
Jezus uiterlijk: Hoewel
Hij uiterlijk [heus] geen knappe man was, want Hij was wat klein van postuur, en
Zijn handen waren ruw en hadden lidtekens van het werken, maar Zijn hoofd was
waardig en Zijn ogen waren wel het mooiste. Ook om de mond had Hij een
bijzonder vriendelijke, hoewel tevens ook waardig, ernstige trek. De stem van
Zijn mond kon men echter werkelijk manlijk in verrukking brengend noemen, want
die klonk tenminste voor mijn oren als het mooiste en zuiverste gezang.
[GJE2-240]
Jezus: Hebr.: Jeshua, afkorting van Jehoshua
[Jozua]; Jaweh redt. Mozes opvolger was Jozua, een voorvader van Jezus. [Hand.7:45,
Hebr.4:8, Luc.3:29, Matth.1:21, Col.4:11] Zijn naam betekent ‘Redder’, uit de
stam van Juda. Zijn stiefbroeders: Jakobus, Joses, Simon en Juda. Jezus heeft 3
paasvieringen meegemaakt, dat men kan opmaken uit: [Joh.1: 2:13,23, Matth.
21:21,2 [5:1] 6:4, 3:11:55, 12:1,13:1, Matth. 26:1]; Jezus is de Goddelijke kracht, het levende
Woord en de liefde in God. De naam Jezus is zo heilig dat het door geen enkele
duivel in de hel kan worden genoemd. De naam Jezus betekent de gehele
zaligmaking door de verlossing. Naar Zijn priesterambt wordt Hij ‘Heer Jezus’
genoemd, en naar Zijn koninklijk ambt ‘Christus’.
JHWH: De onuitsprekelijke naam van God; men zegt:
‘de Eeuwige’; ‘Ik zal zijn die Ik zal zijn’; meestal en uit eerbiedigheid,
wordt Adonai wel uitgesproken.
Job,
Bijbelboek: Het boek
van de oude kerk en geschreven vol met overeenstemmingen.
Johannes Marcus: Zoon van
Petrus, de Evangelist die Petrus ook naar Bagdad begeleidde.
Johannes,
schrijver: Johannes komt van het Hebr.
‘Jehochanan’: ‘God is genadig’; zoon van Zebedëus en Salome, broer van Jacobus
de oudere; de leerling die Jezus liefhad. [Joh.13:23]; Ook de auteur van het
boek Openbaringen en de drie brieven van Johannes. Ook hij was visser en werd een van de eerste discipelen na Andreas
en Petrus; Johannes = de weg van de
eeuwige genade [Jo=de weg, of ‘hij; ‘Chan’=genade en ‘An’ = voortdurend.].
Jona: Jonas, lieveling, duif; hij was de 5e
profeet onder de kleine profeten. [Matth.12:39, 16:4 en Lucas 11:29]; Zoon van
Amotthai, uit Gath Hefer, die optrad onder Jerobeam-2. Zoals Jona drie dagen en
drie nachten in de buik van een walvis zat, zo zal ook de Mensenzoon drie dagen
en drie nachten in het midden van de Aarde zijn. (Matth. 12:40) - Met het midden van de Aarde wordt in de eerste plaats het
graf aangeduid; maar in geestelijke zin betekent het, dat de Ziel van de
Mensenzoon af zal dalen naar gevangen zielen van gestorvenen en ze dan vrij zal
maken. [GJE1-186]; De profeet die naar Nineveh werd gestuurd om de ondergang te
voorspellen; Een apart verhaal met de
walvis, die hem opslokte gedurende 3 dagen, nadat Jona naar Spanje per schip
vluchtte; Ook Joppe heeft ermee te maken.
Jonaël:
Een bekeerde
hogepriester in Sichar [Samaria]; eerst aangesproken als opperhogepriester.
Uitvoerige gesprekken met hem; hier voor de eerste keer met zijn naam. Hij werd
aangesteld om het evangelie te verspreiden. Hij komt tot de Heer in Kis
[noordwestelijke deel van het Tiberiasmeer].
Jonaël: Hogepriester in Sichar bij Samaria;
hij ontmoet Jezus o.a. bij het voormalig
kasteel van Ezau; De Heer zegent hem en zijn maagdelijke zuivere
dochters tussen 12-21 jaar.
Jonatha: Deze was visser in Ostraïne [Egypte]
en ontmoet het Kindje Jezus gedurende drie jaar. Hij was zeer groot van
gestalte [reusachtig], ongehuwd en heeft het Kindje Jezus ettelijke malen over
het water gedragen. Hij verhuisde later van Egypte naar Palestina in Kis aan
het meer van Galilea en huwt op aanraden van de dertigjarige Jezus, een weduwe.
Jongste
dag: De dag waarop de
menselijke ziel uit zijn lichaam wordt gehaald; wanneer de mens zijn lichaam
zal verlaten, zal en de Heer hem verlossen uit het gericht van de materie; dit
is het ontwaken op de jongste als laatste dag.
Joodse jaartelling: Deze begint vanaf Adam. De gangbare
joodse telling geeft echter een verschil aan van 391 jaar. Het feitelijk joodse
scheppingsjaar vanaf Adam is 4151 v. Chr.
[dat is onze wereldtelling 4026] Jezus is geboren in 4151 resp. in 4026.
Het joodse jaar wordt niet aangegeven als ‘Anno Domini’; AD: ‘in het jaar van
de Heer’, met het geboortejaar 0 van Jezus als beginpunt, maar als ‘Anno
Mundi’; AM: ‘in het jaar van de wereld’, met het scheppingsjaar 4151 resp. 4026
als beginpunt.
Joram: Arts
in Sichar, hij ontvangt van de Heer de Samaritaanse Irhael als vrouw
[GJE1-33].
Jordaan:
De feitelijke rivier
van Israël [Palestina] aan de voet van de berg Hermon door samenvloeiing van
bergbekens en bronwateren 43 meter boven Middellandse zeeniveau. Stroomt door
het Hulemeer [circa 2 meter boven de zeespiegel], dat zuidelijker van de berg
H. is gelegen. Bereikt na 16 kilometer het meer van Galilea [circa minus 212
meter onder de zeespiegel], stroomt vervolgens 350 kilometer na een bochtig
verloop, de Dode Zee in. [circa minus 392 meter beneden de normale zeespiegel].
Jordaan betekent ‘het afdalende’; zij ontspringt tussen de Libanon en de Hermon met een lengte
van wel 400 kilometer, terwijl de
afstand slechts 200 kilometer is. De Jordaan was in de tijd van Jezus
zo’n 200-300 meter breed, feitelijk een geologisch fenomeen.
Josafat,
dal van: Toestand van de innerlijke rust van de ziel, wanneer de
handelwijze een juiste was.
Josafatdal: De
aardbeving en de duisternis bij de dood van Jezus aan het kruis, en daarna de
geopende graven in de vallei van Josafat hebben daar werkelijk plaatsgevonden.
Jozef van Arimathia: Hij symboliseert het weetgierige
geloof in de Heer.
Jozef
van Maria: Echtgenoot
van Maria; hij stierf in de handen van Jezus op circa 99-100 jarige leeftijd.
Jozef zag tijdens
de geboorte van het Kindje Jezus de
opkomende volle Maan en de sterren, zowel de opkomende als de ondergaande, allemaal
stilstaan! De Maan kwam niet los van de horizon en de sterren wilden er niet
achter verdwijnen! En er was ook
nog een beekje, met een sterk verval van de berg neerkomend. Maar zijn water
stroomde niet omlaag het dal in, maar het stond of hing stil in zijn bedding!
Jozefs huis stond 900 meter ten zuiden
van Nazareth. Dit lag vrij dicht aan de hoofdweg
[ca. 300 meter er vandaan]. Het huis of hof van Jozef van Maria lag ca. 1
kilometer van Nazareth vandaan. Tegenwoordig is op de plek, waar ooit Nazareth
heeft gestaan, een afvaldepot geworden.
Jozef: Lievelingszoon van Jakob en Rebecca;
aartsvader, door zijn broers uit afgunst [naar Egypte] verkocht, waar hem een roemvol
bestaan wachtte. [Gen.37-50] Hij was gehuwd met Asna, een Egyptische en later
begraven in Sichem.
Jozua: Zoon van Nun, dienaar van Mozes, wordt 110 jaar en
begraven te Timnat-Serach; hij was een hoge bevelhebber.
Juda: Zoon van de aartsvader Jakob en Lea,
stamvader van de belangrijkste Israëlitische stam, wiens naam Yehúdah in
Gen.29:35 populair wordt verklaard met het werkwoord ‘Hódah’, lofprijzen. De
belangrijke provincie Judea komt hier vandaan en werd pas in de Romeinse tijd
gebezigd. De toekomstige generaties, die door de aanvaarding van Jezus’ leer
naar de stam van Juda geteld worden.
Judas: Judas Iskarioth, die zijn meester
veraadde voor 30 zilverlingen en zich daarna verhing. Iedereen die zichzelf
verrijkt met wat dan ook [eigenliefde], of het nu met wetenschap of met goud
is. Als men dit niet allemaal van de Heer ontvangt of op zijn minst zo'n grote
liefde voor Hem en zijn beste vrienden krijgt, is hij net zo goed een Judas
Iskariot, een dief en een rover, aangezien hij al deze dingen bezit. En zo
maakt en zondigt Judas op kosten van Jezus. Judas vertegenwoordigd het joodse
volk; het feit dat Jezus werd verraden door hem was een teken dat dit werd
gedaan door het joodse volk aan wie het Woord in die tijd was gericht; Judas
was een handelaar in vis en aardewerk, wat hij zelf ook produceerde; hij werd
door Thomas als een nieuwe leerling voorgesteld; zijn tweezijdige karakter; hij
heeft een verklarende mening over Jezus; zijn politieke plannen over Jezus,
gemotiveerd door Herodus; zijn verraad, zijn verkeerde beoordeling over de
doelstelling van Jezus, zijn late inzicht, wanhoop en zelfmoord.
Julel: Één van de acht broers, [onder andere
van Henoch], die het dal van Lamech bezochten en op de terugreis op de berg
door de kracht van de Heer slechts zevenduizend passen werden ingehaald buiten
de stad, waar Lamech woonde, en waar de hoge grond [berg] begon. Zij moesten de
Heer alles vertellen, een voor een, wat er in de diepte met hen was gebeurd en
hoe Lamech zich gedragen had en al het goede dat daar gebeurde!
Kaïro:
Kahi Roug: Een van de
grootste stieren van deze omgeving, de hoorn dat ‘geheiligd’ was.
Kajafas: [Hebreeuws: יוֹסֵף
בַּר
קַיָּפָא, was hogepriester in de joodse tempel tot drie jaar [31 n. Chr.]
na het sterven van Jezus; hij was vooral bekend geworden omdat hij volgens het
Nieuwe testament samenspande om Jezus te doden; volgens dit verhaal was Kajafas
voorzitter van het Sanhedrin tijdens het proces tegen Jezus. Kajafas was
getrouwd met een dochter van Annas die eerder hogepriester was geweest (en tot
aan zijn dood nog als zodanig werd aangesproken). Ook vijf van zijn zwagers
hebben dit ambt bekleed. Zijn invloed was erg groot; Hij bleef 18 jaar in
functie in Jeruzalem, wat opmerkelijk lang was en erop wijst dat hij capabel
was en nauwe banden onderhield met het Romeinse bestuur.
Kajin
of Cahin: Betekent
doodsbrenger. Hij is het gevolg van een drievoudige ongehoorzaamheid tegen God
en is de dood van Adams en Eva’s lichaam, want Kajin werd gewekt door hun begeerdheid in de zelfzucht. Kaïn =
smid; naar de klank verwant met ‘verweven’. [Num.24:22]; land van de Kenieten,
afstammend van Kaïn; Kaïn bouwde echter
al, door influistering van de satan, voor zijn zoon Hanoch een stad met
diezelfde naam; en hij heeft daardoor de basis gelegd voor alle kwaad op aarde.
[GJE3-10-2]; Nathánaël, die zelden of nooit iets ze tegen Judas: 'In jou woont
de geest van Kaïn, begrijp je wel? En deze geest verbetert zich op deze Aarde
niet; want de wereld is de geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering
verwachten!' [GJ1-114: 17]
Kalender, joodse: De joodse kalender rekent met
maanmaanden en een jaar duurt 354 dagen
Kalvarië: Golgotha, ook deze heuvelrots is samen
met de muren en huizen van Jeruzalem ingestort tot volledig puin door een
aardbeving; inwoners in het nu huidige deel van Oost-Jeruzalem [oud-Jeruzalem]
beweren, dat deze heuvel nu in privébezit is.
Kana: Dorp in Galilea. Geboorteplaats van Natanaël [Joh.21:2,
Joh.4:46].
Kanaän:
Afstammeling van de
‘zoon van Cham’, betekent ‘handelaar’, ‘kramersvolk’ [Zef.1:11] en ‘koopman’ in
Zach.14:21; ‘A-nou-an’ betekent de ‘kracht van het geestelijk nieuwe land’; het
beloofde land, de naam voor Palestina, dat tussen de Jordaan en de Middellandse
Zee ligt. Als in het Oude Testament over Kanaän wordt gesproken, bedoelt men
het gebied tussen Egypte tot Syrië. Het ‘purperen’ land met haar purpurkleurige
rotsen; de purperverf komt uit Fenicië; de verklaring ‘laagland’ slaat alleen
op de kuststreek; verder is Palestina [het huidige Israël] een bergland; het
land wordt bewoond door vele volken, voornamelijk afstammend van Cham. De
spraak van Kanaän was Hebreeuws; [Jes.19:18, Hos.12:8]; gebruikt als
scheldwoord voor Israël; Ka-Nani betekent ‘land van de welstand’; het land ziet
er op het eerste gezicht stenig uit, waar eens mogelijk het hof van Eden heeft
gelegen bij Jeruzalem, de stad van God [Bethlehem].
Kapernaum:
[Kafar’naum]; Een
vissersdorp of stadje op de noordwestelijke oever van het Galilese meer, 10
kilometer boven Tiberias. Tegenwoordig: Tell Hum. Hier begon Jezus zijn
prediking in Galilea [Matth.4:13] en Hij onderrichtte in de synagoge
[Joh.6:59]; Jezus weeklaagde over Kapernaum [Matth.11:23, Luc.10:15]. Er was daar
een beschermmuur in een loodrechte rotswand circa 40 meter over de Jordaan in
de hoogte van het tegenoverliggende Kapernaum. Daar moet 2.000 jaar geleden
traptreden bestaan hebben en men kon toen zo naar beneden lopen. Niet ver van
deze plek werd ook Jezus gedoopt; verderop lag een bergvlakte waar Jezus de
zaligpredikingen verkondigde; kort boven de Eremosgrot opent zich vandaag nog
een bepaalde vorm van terras die met de berg (1200 meter hoog) in de rug het
karakter heeft van een amfibietheater; op deze plek vermoedt men de
bergprediking; zijwaarts over de Tagha kan men deze betoverende plek opzoeken;
de bergprediking met 7 geboden; het midden van de bergprediking is een gebed
met 7 verzoeken en de 4e is onder meer brood; bij Tell-Hum liggen
ruïnes van K. Het feitelijke Kapernaüm heeft noordelijker en westelijker
gelegen, omdat 2.000 jaar geleden het meer van Galilea 1/3 groter was dan nu.
Alle steden en dorpjes moeten historisch verder landinwaarts gezocht worden,
hoewel daar geen of nauwelijks sporen van overgebleven zijn. Dorp van Nahum; Kafarnaum moet heel mooi gelegen hebben in de
omgeving van het meer; dit hebben uitgravingen bevestigd. [1Kor 9:5].
Kasteelruïne
Ezau: Dit kasteel
heeft echt bestaan in de buurt van Sichem-Sichar en werd indertijd door Jezus
[2000 jaar geleden] plotseling in een oogwenk ‘gerestaureerd’ en dit bijzonder
gebeuren wordt vooral weergeven in het eerste deel van de Grote Johannes
Openbaringen, deel 1.
Katten:
De ogen van katten
verschijnen als lichten ingevolge hun brandende begeerte naar muizen.
Kefas, Cefas of Cephas: In het
Aramees en Grieks: ‘rots;’ dezelfde betekenis als Petra [Joh.1:43]
Kelk: De kelk waaruit Jezus later gedronken
heeft was altijd in bezit geweest van de kinderen van Noach. De kelk is zelfs
in Egypte geweest. Misschien heeft Jozef, de onderkoning daaruit gedronken en
deze drinkbeker expres in de korenzakken van zijn broers gedaan. Dat is echter
een gissing. Ook Mozes bezat de kelk. Haar massa was zo dik als die van een
klokkenschaal. De kelk is ook bewaard gebleven bij Jakobus, de stiefbroer van
Jezus [Jacob de kleinere]. Melchizedek bracht deze uit het land van Semiramis
naar Kanaan. De kelk heeft bovenop de ark gestaan. Na het offer van Melchizedek
bleef de kelk bij Abraham. De kelk zal eens voor de dag komen.
Kenieten: Afstammelingen
van Kaïn; deze nomaden trokken op het Sinaï-schiereiland rond en leefden van
smidswerk. De Chinezen zijn de afstammelingen van Kajin. De C kan ook als een K
worden uitgesproken, dus als Kina.
Kerit: Dat betekent beek.
Kerk,
de ware: dat is ware
de liefde tot God en zijn naaste.
Kerstfeest: Dit feest
wordt regulier op 25 december gevierd; de Grieks-orthodoxe kerk doet dit op 9
januari, hoewel Jezus in het echt geboren was in het joodse jaar 4151 na de
schepping van Adam op 7 januari en voor onze wereldse tijd was dit in 4026 n.
Adam.
Kidron,
Kedron: Een diep dal tussen Jeruzalem en de Olijfberg;
een 5 kilometer lang diep dal ten oosten van Jeruzalem; de beek Kidron stroomde
erdoorheen, vooral tijdens het regenseizoen. De beek lag [en ligt] oostelijk
van Jeruzalem, tussen de stad en de olijfberg, stromend naar de Dode Zee. [2 Sam.15:23, Joh.18:1]
Kinarot: Cinneroth,
Kinneroth = harp = vergelijk de vorm van het meer van Genezareth, dat erop
lijkt.
Kindschap van God: De
voorwaarden hiervoor wordt in de Bijbel zowel in de Nieuwe Openbaringen [of het
Nieuwe Woord] speciaal benadrukt; Om
het kindschap van God te bereiken, moet de mens ‘volmaakt’ zijn zoals de Heer
Zelf, wil je het zoonschap voor de eeuwigheid bereiken! Want wie de liefde
heeft overwonnen, heeft ook het kindschap overwonnen, aangezien liefde en
kindschap een en dezelfde zijn.
Kinneret:
Vroeger een
versterkte stad aan de weg langs de noord-westelijke oever van het Galilese
meer en toebedeeld aan de stam van Naftali. In Joz.11:12 heet het ‘Kinarot’ of
‘Kinneret’ en in Matth.14:34 ‘Gennesaret’ en in Marc.6:53 als centrum van een
streek genoemd.
Kinnor: Een
tokkelinstrument, waar onder andere David op speelde.
Kis: Een voormalig dorpje ten west-noorden
tussen Kapernaum en Migdal aan het meer van Galilea
Kisehel: Deze was een moedig persoon ten
tijde van Adam op de grote berghoogte; toen hij een vreemdeling bekeek, die gekomen was uit het lager gelegen
dal, en niet wetende dat het de Heer Zelf was in de persoon van Abedam. Zo
bekeek hij Hem eerst van top tot teen, maar vond niets over Hem dat zijn
aandacht had kunnen trekken, behalve een oprecht vriendelijk karakter, en
daarom moedigde hij Hem onmiddellijk aan! Want het was bijna onmogelijk om die
grote berg hoogte, waar zij leefden, deze zonder enig gevaar te beklimmen en dat
kon zelfs een wonder genoemd worden.
Kisjonah: Rijke
eigenaar van het dorp Kis dat een tolstation had. Hij biedt moeder Maria en de
lijfelijke zonen van Jozef een nieuw huis aan met wat land. [GJE1-146,
230]
Klappertanden
en wenen: Wereldse calamiteiten
over het recht, waarheid en leven [GJE8-195:12].
Kleed,
wit: Symbool van onschuld.
Klinkers
[vocalen]: Omdat de
klinker de tonage dient; betekent het gevoel. De klinkers I en E kan men in de
derde hemel niet uitspreken, daarvoor hebben ze wel de klinkers Y en EU [of Ü
en Ö]; de letters A, O en U zijn bij engelen speciaal in gebruik, omdat ze een
volle toon geven.
Kloof: Er bestaat een grote kloof tussen de
hemel en de hel.
Komeet: Een komeet
aan het uitspansel is niets anders dan een nieuw geschapen wereld in wording!
De kern ervan is het vat tot opname van voedende levenskracht uit de Heer. Die
levenskracht wordt door een van de Heer uitgegaan speciaal vuur zeer krachtig
doorgloeit, en lost zich daardoor op in voedende dampen. Maar om nu te
voorkomen, dat die dampen, die een reeds enigszins ontwikkelde levenskracht
bezitten, zouden vervluchtigen, en aan het nieuwe hemellichaam zouden worden
onttrokken, worden ze door ontelbare monaden (etherdiertjes) opgenomen, en
die voegen ze dan weer tot verdere voltooiing aan dat hemellichaam in wording
toe. [De jeugd van Jezus, hfdst.220].
Koningen: Heersers en
veldheren moeten er wel zijn; maar begrijp goed, dat deze door God daarvoor
zijn uitgekozen en geroepen en voorts rechtstreekse afstammelingen van vroeger
gezalfde koningen moeten zijn. Die zijn dan geroepen. Maar wee ieder ander,
die zijn arme hit verlaat en zich beijvert om door allerlei middelen de
heersersstaf te verkrijgen! Werkelijk, die zou beter nooit geboren kunnen zijn.
[GJE2-9]
Korenschop: De Heer heeft Zijn grote korenschop in
Zijn hand; Hij zal Zijn dorsvloer vegen zoals Hij wil en Hij zal het koren in
Zijn schuur verzamelen, het kaf echter verbranden met het eeuwige vuur en uit
de as maken wat Hij wil. De akker (wereld)
is van Hem en ook het koren (de kinderen van God). Het kaf (kinderen van
de wereld of van de duivel). Van Hem is de schuur (de hemel) en van Hem is het
vuur (de hel) dat nooit uitgaat. (GJE 1-24-1-2).
Kosmos:
KSM - [K=kracht,
S=vuur, actief verwekkende geest, M= water, het vormgevende zielselement.
Kreta: Grootste eiland in de Middellandse
Zee; ook daarheen zijn de joden in de verstrooiing gekomen zoals wij begrijpen
uit de volkerenlijst van Hand. 2:9, en volgende.
Krokodillen: De begeerten van de hel [geestelijk
opgevat].
Kruis: Een beeld van geloof bij de
rechtopstaande balk: dat is als liefde tot God; de dwarsbalk van het kruis
symboliseert de liefde tot de naaste.
Kruislijden
van Jezus: De
verlossing en het lijden aan het kruis zijn twee verschillende dingen die niet
mogen worden verward; de mening dat het lijden aan het kruis de verlossing zelf
was, is een fundamentele fout van de kerk. Wat is dan wel de verlossing? [de volledige uitleg hiervan is te lezen in
het nog uit te geven nieuwe boek: ’Het Kruislijden van Jezus’ en mogelijk al in
2022].’
L’Rabbas:
[Mattheüs]: De
feitelijke schrijver v.h. Mattheüsevangelie.
Lamech:
De uitvinder van de
doodstraf.
Lazarus: De zoon van een rijke landheer in
Bethanië, later zelf eigenaar van een herberg in Bethanië en een herberg op de
Olijfberg. Een trouwe vriend van Jezus, Die daar vaak verbleef. Zijn zusters
waren Martha en Maria van Bethanië. Lazarus neemt 120 bedelaars en andere arme
mensen uit de omgeving van Jeruzalem en Bethehem aan, die hij aanstelde als
landarbeiders op zijn grootbezit grond. Hij werd door Jezus genezen. Toen hij
stierf en al een paar dagen dood was, riep de Heer tot zijn ziel en stond hij
op uit het graf.
Lazarus: Een groep joodse tempelpriesters werd
in het verblijf van Lazarus in Bethanië bekeerd; zijn zusters waren Martha en
Maria; Lazarus neemt 120 bedelaars op die genezen worden door Jezus en andere
arme mensen uit het gebied rond Jeruzalem en Bethlehem als landarbeiders; zijn
dood en opstanding door Jezus.
Leer
Jezus: Zonder de leer
van Jezus wordt de Bijbel niet begrepen; Degenen die de Bijbel of het Woord
lezen zonder de leer van Jezus, tasten in het duister wat betreft alle
waarheden; De Heer leert iedereen door het Woord [de Bijbel en de Nieuwe
Openbaringen] en weliswaar via de aanwezige kennis die bij hem is. De leer van
Jezus wordt speciaal in het Evangelie van Johannes [in de Bijbel] beschreven,
naast het Evangelie van Marcus en Mattheus.
Leeuw: Symbool van de Heer Zelf; ‘Le o wa’ =
‘het kwaad vlucht voor de zon’; Le’’ =
het slechte of zijn nakomelingen; ‘El’ = de goede of goede zoon; ‘O’= de zon
van de God; ‘Wa’ of ‘Wah’ = vlucht;
Leeuw = de kracht of almacht van God.
Leopold
Engel: Maakte het
elfde deel van de Grote Johannes Openbaringen af, jaren na Lorbers dood.
Letters:
In de geestelijke
wereld, dus niet in de hemelrijken, existeren de harde consonanten. Het schrift
in de derde hemel bestaat uit omhulde en uit diverse gekromde letters, bij welk
ieder letter een bepaald nut heeft. De letters bij de engelen in het
geestelijke rijk lijken op onze letters op aarde, en meer nog op de Arabische
letters, bij anderen weer op het oud-Hebreeuws; de letters zijn echter van
boven en beneden omgebogen en hebben elk een geestelijke betekenis.
Levi: Derde zoon van Jakob en Lea
[Gen.29:34]; ‘Ji-llaweh’; ‘hij zal zich aan mij hechten’.
Levi: In het NT is het de tollenaar
Mattheus, die Levi heet.
Leviathan: Naam van een mythologisch monater,
type van de chaos. In Job 40 en volgende geconcretiseerd in de krokodil.
Betekenis voor Satan.
Lezen,
veel: teveel informatie is niet goed voor het hart,
omdat veel ‘kennis’ de harten ‘koud’ maakt.
Libanon: Witte bergen, bergketens van ca. 170
kilometer lengte ten noorden van Israël, evenwijdig aan de kust, met toppen tot
boven de 3.000 meter en eeuwige sneeuw.
Lichaam
van Jezus: Het
uiterlijk goddelijk Woord; het kruis afnemen betekent ‘het Woord’ en het
bevrijden van de schijnbare tegenstrijdigheden; het lichaam zalven en
omwikkelen = waardering en respect voor het goddelijke Woord; het lichaam van
Jezus begraven = levenloze dorst naar kennis om verworven kennis in het graf
van het diepere begrip te plaatsen.
Lijden:
Terwijl het lichaam
lijdt, lijdt niet de ziel, maar heeft het alleen leed; maar God neemt dit
lijden na de overwinning weg, zoals men de tranen van de ogen veegt.
Lijst
toelichtende onderwerpen [A-Z]
Linker
kant lichaam:
Hartzijde, van waaruit het bloed het hele lichaam binnenstroomt, het is de
positieve of geestelijke kant.
Lithostrotos: Het geplaveide plein, Gabbatha genoemd,
waarop Pilatus’ rechterstoel stond [Joh.19:13] Indien Jezus veroordeeld werd in
het voormalige paleis van Herodus, dan moet L. het publieke plein daarvoor
hebben aangeduid. Zo kan Gabbatha, bult of hoogte, de oorspronkelijke benaming
zijn geweest van de Zuid-West-heuvel met de bovenstad; later beperkt tot het
paleiscomplex, dat dit hoogste staddeel beheerste. Localiseert men het
Praetorium in de Antonia, dan moet men Gabbatha anders verklaren, en het
Lithostrotos vereenzelvigen met het burchtplein, waarvan een indrukwekkend
gedeelte in het begin van de vorige eeuw is ontdekt.
Lompen: Symboliseert het eigenlijke aardse
slechte.
Longen:
Komt overeen met de
geestelijke waarheden.
Lorber,
Jakob:
geboren op 22 juli 1800 en stierf in Graz op 24 augustus 1864). Hij was een mysticus uit Stiermarken die,
naar eigen zeggen door goddelijke inspiratie,
een groot aantal boeken schreef over Jezus en
Zijn leer onder de noemer: ‘De Nieuwe Openbaringen of ‘Het Nieuwe Woord’.
Lorber,
profeet: Zoon van het
licht, die het licht van leven en liefde uitdraagt; ‘Or’ = licht, vlam; ‘Ber’ =
scheppen, bevallen; ‘Bara’ = scheppen; In het Aramees: ‘Bar’ = zoon, het
geschapene; in het Engels: ‘Bare’ = dragen, uitvoeren. L’or-ber.
Lot en
zijn vrouw: (Hebreeuws:
לוט) Lot is een persoon in de Bijbel, wiens verhaal wordt verteld
in het boek Genesis. Lot was een neef van Abram (later Abraham geheten), de
zoon van Abrams broer Haran. Abram en Lot trokken weg uit het Ur der Chaldeeën,
om te gaan naar het land Kanaän. Vanwege een hongersnood weken zij gedurende
enige tijd uit naar Egypte. Beiden beschikten over grote rijkdommen en veel
vee. Er ontstond onenigheid tussen de beide mannen over het gebruik van het
land en zij besloten uit elkaar te gaan. Lot kreeg van Abram de eerste keus en
koos voor de vruchtbare vlakte van de Jordaan. In Genesis 14 wordt verhaald hoe
Lot tijdens oorlogshandelingen in zijn woonplaats Sodom gevangen werd genomen,
waarop hij bevrijd werd door Abram. Over de vrouw van Lot is alleen bekend, dat
zij werd tot een pilaar, toen ze omkeek naar de regen van vuur en zwavel op de
stad Sodom.
Lucas: Reisgezel van Paulus, die, mede uit
Paulus’ prediking, zijn [derde] evangelie samenstelde, en tevens de Handelingen
der apostelen schreef. Lukas, de evangelist, was een schilder en dichter en
schreef zijn evangelie pas vijftig jaar na Jezus, evenzo als het door de
apostel geschreven evangelie, verzameld uit verschillende onderzoekingen en
verzamelingen. Meerdere onjuiste toevoegingen in beide teksten [Lucas en
Handelingen] gaan terug naar Lukas’ vriend Theophilus in Athene. Het blijft
speculatief dat Lucas arts was, omdat hij veel over ‘zieken’schreef; tenslotte
weten we uit de Lorberliteratuur dat hij dichter en kunstenaar was,
want hij schilderde.
Lucht: Geen enkele kwaliteit van lucht kan
verhoogd worden tot enige kwaliteit van de hogere gelegen ether.
Luchtreis:
De twaalf discipelen
werden uitgezonden door Jezus en na enige tijd ook weer ‘teruggeroepen’; hun ervaring wordt uitvoerig in het eerste
deel van het Grote Johannes Evangelie beschreven, hoofdstuk 164.
Lucifer: In Jesaja opgevat als degenen die uit
Babylon komen, in het bijzonder de Jezuïeten, wanneer ze worden meegesleept door
een ijver die velen vanuit een helse liefde hebben.
Luz: Amandel, een oude naam van Bethel,
door Jakob veranderd. In Joz.16:2 schijnt men twee diverse plaatsen te
veronderstellen. Het is is een Knanaänitische naam voor Betel. [Hebr. AWR =
1-6-200 = licht.
M: Hebr. letter van het water,
uitdrukking van het moederlijke, het idee van de vorm die iets innerlijks,
levends omsluit, het vloeibare golvende, het ‘wiegende’.
Maan: In het evangelie van Jakobus [Jeugd van
Jezus – Jakob Lorber] vraagt een zekere Jonathan [Ostracine in Egypte] over de
Maan. De Heer zegt hem dan, ‘dat de Maan een nevenaarde is, die eveneens ook
bergen, dalen, vruchten, dieren en mensenwezens heeft. Een deel van de Maan,
dat wij met het blote oog niet kunnen zien, lijkt op de Aarde. Haar licht komt
door de Zon en haar lichtwisseling komt door haar positie en dit verandert elke
minuut door de draaiing der Aarde. De vlekken, die wij op de Maan zien, zijn
diepere en donkere oorden van beproevingen’. (Jakobus Evangelie 1-174); De maan
van de aarde met haar afgewende kant, wordt voortdurend bewoond door mensen en
dieren; er is vegetatie, water, lucht en alles, wat voor ondersteuning van het
natuurlijke leven noodzakelijk is. Dit geldt ook voor alle andere manen van
alle andere planeten. Want de mensen, die op een planeet een natuurlijk leven
hebben aan de afgewende zijde, zijn in hun natuurlijke gestalte ook veel
kleiner, dan zij die wonen op de aardeplaneten. [Sat.1-151]; Ook de Geestelijke Zon, deel
2 beschrijft, dat er op de maan bepaalde leerscholen zijn of
verbeteringsinstellingen voor geesten, die daar leven onder erbarmelijke
omstandigheden, maar daar ook heel langzaam vooruitgang zullen boeken. Zulke
geesten behoren daar van oorsprong niet thuis; aanvankelijk was de Maan in de
aarde opgenomen en is op een zeker moment door haar gebaard; ze cirkelt nu
steeds nog als een groot kind om haar moeder heen, maar heeft geen ik, zoal de
aarde en ze kan dan ook niet om haar eigen as heen draaien; daarom zien wij
altijd dezelfde kant van de maan, het monotone.
Maanzielen:
Zielen van een rijp volk komen, als zij eens in
alle slechtheid zijn gestorven, door hun eigen wil in de diepte der aarde. Want
omdat zij pure materie zijn geworden, is dat hun element, en zij willen en
kunnen daarvan niet scheiden. Wel zal er alles, ja zelfs het uiterste aan
gedaan worden om alle kwellingen en smarten op hen loslaten om hen vervolgens
los te maken van de materie. En als er dan een van de materie loskomt, komt
deze in de school die op het geestelijke deel van deze aarde bestaat. Pas
daarvandaan gaat ze dan verder naar de maan. Als ze daar iedere graad van
zelfverloochening heeft doorgemaakt en daarin sterk is geworden, wordt ze naar
een volmaaktere planeet verheven en daar in de ware wijsheid onderwezen.
Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het
sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel
begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar
gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is
geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in
de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in
de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de
gelukzalige geesten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt.
Maar totdat een op aarde stoffelijk geworden ziel zover is, kunnen in het
gunstigste geval toch altijd wel verscheidene honderden jaren verstrijken.
[GJE2-141].
Magadan:
Gebied aan de
westelijke oever van Galilea, waarheen Jezus Zich begaf na de 2e
broodvermenigvuldiging; wordt ook wel vergeleken met Migdal, de woonplaats van
Maria Magdalena. [Matth.15:39]
Magdala
[Migdal]: Vissersstadje
aan de westeljke oever van het Galilese meer,vlak
bij de plek waar Jezus 4.000 mensen te eten gaf. Maria Magdalena kwam uit deze
plaats bij het meer van Gennesareth.
Magdala
of Migdal: Dorpje,
stadje aan de westelijke oever van het Galilese meer; slechts genoemd ter
bepaling van een der Maria’s, die Magdalena heette. Magdalena is identiek met
Maria Magdalena, die een andere was. Magdalena gold als de ‘koningin van de
deernen’.
Mallona:
Een vorig bestaande
aarde; het betekent: ‘zij is slecht, ziek’ [Frans: malade]; [Lat. mallum = het
kwaad] ‘on a’ = ‘ze is’.
Mammon:
Een christelijk symbool voor ‘het beheerst worden door geld’. De
Mammon is een afgod, bekend uit de Bijbel. Het woord mammon in het Syrisch staat
voor ‘geld of rijkdom’. In de Willibrordvertaling is
het vertaald als ‘geldduivel’. In het Evangelie volgens Mattheüs 6:24
staat: ’Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de
tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere
verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon’ [= geldzuchtig
zijn] Naast deze genoemde tekst staat
het ook nog in Lucas 16:9,11,13 vermeld.
Mamre,
Mambre: Eiken of
terebinthea van Mamre in de omgeving van Hebron, waar Abraham zijn tent
opgeslagen had. [Gen.13:18, 18:1, 18:4,8]; het betrof één boom! De grafspelonk
van Machpela zou er tegenover moeten liggen. [Gen.35:27]
Manna: Het levende Woord van de Heer.
Marcus
de Romein: Oud-soldaat die gediend heeft onder vicekeizer Cyrenius en er bevriend
mee raakte, woonde in een armelijk huisje. Hij naderde God steeds via het hart
volgens de leer van Jesaja. Marcus, de spraakzame oude rechtschapen krijgsman
kon op een smeuïge manier vertellen. Zijn woning stond vlak aan de oever van
het Galilese meer, ongeveer 500 passen van zijn woning. [GJE2-183,193]
Marcus
de Romein: Romeinse
veteraan bij het meer nabij Caesarea Philippi; [Er waren in die tijd meerdere
Caesareas!]; zijn verhaal; De Heer komt voor het eerst naar zijn arme hut; daar ook een bezoek van Cyrenius; nadat
Markus een veel groter en rijker bezit kreeg door het wonder van de Heer [kuuroord],
stelt Cyrenius hem als stadshoofd aan over Caesarea en de omgeving.
Marcus:
Zoon van de apostel
Petrus [Simon Juda] en wordt door Petrus aanbevolen als schrijver en hij komt
naar de Heer [GJE1-89]; een voorlopige beschrijving van zijn late
missionarisresidentie met zijn vader naar het toenmalige Nieuwe Babylon, de
latere Arabische Bagdad; Petrus’ martelaarschap in Babylon zelf; wat Markus in
een notendop weergeeft, heeft hij voornamelijk geput uit de leringen en
geschriften van apostel Paulus, en hij wist ook al veel van zijn vader. Markus
de schrijver is unaniem de zoon van Petrus.
Maria
Johanna: Magdalena
zag eerst Jezus en daarna ook Maria Johanna, en Magdalena wilde Hem toen meteen omhelzen maar werd
afgewezen. Daarna zag Maria Johanna Hem en viel toen neer met Magdalena
aan Zijn voeten en deze werden door hen beiden vastgehouden; (Matth.28:9). Maria, Jacob en Salome zagen
niets (Marc.16:1), maar voelden alleen de nabijheid van de Geest van de Heer.
De drie weer anderen merkten echter niets van de verschijning van de Heer en
probeerden onderweg zelfs heel hard om hun twee gezichten te presenteren als
puur werk van hun verhitte verbeelding. Wat de eerste melding aan Petrus
betreft, was het eigenlijk alleen Magdalena die de boodschapper was, en alle
anderen bleven in de tuin waar het graf in een rots was uitgehouwen.
Maria
Magdalena: Zij staat
beeld voor de Rooms katholieke kerk; De Farizeeërs dachten als volgt over
Jezus: ‘In één woord, wij weten nu genoeg, en het is hoog tijd dat we bij hem
weggaan; anders behekst hij ons nog en zijn we reddeloos aan de duivel
overgeleverd! Kijk nu toch eens, hoe hij de vijf dochters van die gehate
tollenaar vleit, en hoe ze hem letterlijk aanbidden! Ik zet duizend pond tegen
een stater, dat deze profeet en heiland, als hij nu naar Jeruzalem komt, maar
al te gauw met de koningin van alle hoeren, de wereldberoemde Maria van
Magdalon, zeer intiem kennis zal maken en met haar een hele hartelijke
vriendschap onderhouden zal, en misschien ook nog wel met Maria en Martha van
Bethanië, waarvan men zegt dat die na Maria van Magdalon de meeste bezoekers
krijgen!' [GJE1-146:12] Maria Magdalena is dus niet Maria van Magdalon! Haar
naam is weliswaar identiek aan Magdalena von Magdalon; zij leidt een groep
Romeinen en Grieken in Jeruzalem naar de herberg op de Olijfberg, waar Jezus
met de Zijnen logeert; zij wordt soms 'de meid' genoemd; haar genezing van
bezetenheid door Jezus; vermelding van de ware naam en oorsprong van het
kasteel Magdalon en haar rijkdom; later komt zij weer bij hetzelfde gezelschap
op de Olijfberg; zij maakt de voeten van Jezus nat met haar tranen en droogt
deze met haar haren; in Bethanië zalft ze de voeten van Jezus.
Maria
van Bethanië: Zuster
van Lazarus; zij zalft de voeten van Jezus.
Maria
van Jozef: Lichamelijke
moeder van Jezus [zonder conceptie!], zij was de tweede vrouw van Jozef
[GJE1-189]; Gabriel's getuigenis over Maria tijdens haar aanwezigheid in het
gezelschap van de Heer bij Kisjonah [GJE9-130]; deze bood moeder Maria een huis
aan met een klein landgoed waar ze de arme kinderen van Kis les gaf [GJE1-230];
Over haar bescheidenheid lezen we in GJE9-195.
Maria
van Jozef: M-ar-jah =
M = mijn, Ar =licht, Jah = ik [mijn lichtkleed]; De Heer Zelf noemde Maria
NOOIT Zijn moeder; Jezus kwam via Maria ter wereld; nadat Hij echter Zijn Godheid
in zijn menselijk lichaam had verworven, legde Hij al het menselijke van haar
af. Onder Zoon van Maria wordt het menselijke begrepen, dat Hij aannam.
Mars: Planeet, symbool van strijd en oorlog
[GJE3-102:19].
Martha von Bethanïe: Zuster van Lazarus.
Materie:
Is
niets anders dan de wil van de almachtige Vader, dat voor een bepaalde tijd
vaste vorm heeft aangenomen. Huis
van de dood, materiedeel van de goddelijke toorn, getemperd door genade;
materie is een samenstelling van substanties; in de geestelijke wereld is alles
substantieel en niet materieel.
Materiële
waarden: Waarden en geld in economische recessie; Jezus had Zijn leerlingen er
opmerkzaam op gemaakt, dat er spoedig een tijd zal komen, waarin het geld, goud
en zilver de mens regeren zal; Het geld zal bepalen hoeveel men voor de wereld
waard is. Dat zal een slechte tijd zijn. Het licht van het geloof zal doven en
de naastenliefde zal evenzo hard en koud zijn als het geld. [Mattheus 10:10]
Mathael: Hij was een van de vijf bezeten straatrovers die door de
Romeinen onder de hoofdman Julius gevangen werd genomen en bij Markus, de oude
soldaat en kameraad van Cyrenius in de buurt van Tiberias, genezen. Hij,
Mathael zal spoedig tot grote wijsheid komen [zijn wedergeboorte is hem beloofd
door de engel Raphael tijdens dit aardse leven]. Hij wordt door de Heer aan
koning Ouran als leraar gegeven; door Ouran aangesteld als zijn onderkoning en
getrouwd met Ouran's nobele dochter Helena. Zijn roeping was de voorloper van
Paulus onder de heidenen.
Mattheus:
Douanebeambte, Griek
van geboorte en Romeins staatsburger; hij was de eigenaar van het tolstation
bij Sibara aan de noordelijke oever van de Galilese zee; hij verzorgde de Heer
in zijn herberg, want Jezus genas zijn oom, die aan jicht leed, en werd Zijn
leerling; Mattheus is mogelijk identiek aan Matthias, herbergier bij Kapernaum
waar de Heer meerdere keren verbleef.
Mattheus: Naam van een apostel en evangelist; [Marcus 3:18, Luc.6:15,
Hand.1:13, Matth.10:3]; Mattheus de tollenaar: [Matth.9:9]; in parallelteksten
heet hij Levi: [Marc.2:14, Luc.5:27]; Hij was apostel en evangelist, een
Galileeër; douanebeambte in dienst van de Romeinen in Sichar [bij de grote
tolmuur aan het meer van Genezareth]; hij maakte aantekeningen van de Jeugd van
Jezus; zijn roeping door Jezus om de leerprediking op de berg van Garazim bij
Sichar op te nemen; later werd hij de apostel van India; zijn evangelie kwam
nooit naar Europa, maar hij was wel de creator van het echte
Matthaus-evangelie, dat we kennen onder de naam L'Rabbas; hij schreef pas na de
aardse tijd van Jezus dit alles op in Sidon volgens verschillende bronnen en
ooggetuigenverslagen. [GJE1-38]
Mayerhofer:
Volgens lezers van Lorber zou hij een incarnatie zijn van Jafet, de zoon van
Noach [of de geest van Jafet leefde in hem]. Hij leefde als Duits
gepensioneerde en Griekse majoor in Triest. [Dld]
Medicijn: Het medicijn moet zich steeds aan de ziekte aanpassen en
niet omgekeerd. [GJE2-154]
Meer van Galilea: Dit meer had 2.000 jaar geleden een
veel meerzeer uitgestrekte en diepere zee met een totale doorsnede van 4.000
klafter. [GJE2-134]
Melchizedek: Hij was God Zelf; de koning [priester] van Salem – Hij was er ineens en
leefde in de tijd van Abraham en Zijn naam betekent: ‘Koning der
gerechtigheid!’ Abraham bracht Hem eens het tiende van een veroverde buit
[Genesis 14:18-20]..
Mensenzoon Jezus: Dat is de Heer betreffende het Woord; het teken van de Zoon
des Mensen in de hemel is de verschijning van de goddelijke waarheid in het
woord van Hem.
Menswording: Dat is een wezenlijk kenmerk van het christelijk
geloof: iedere
geest die belijdt dat Jezus Christus werkelijk mens is geworden, die is van God’ (1 Joh.4:2). God heeft Zich ten
volle geopenbaard in het vlees [lichaam] door een menselijke gestalte aan te nemen
en heeft de Menswording aangenomen en gestreden tegen allerlei verleidingen als
Mens.
Merkteken
op de [rechter]hand: De
industriewereld, de heerszucht door macht.
Merkteken
op het voorhoofd:
Heerszucht door het wereldse verstand.
Messias:
Middelaar tussen het
puur menselijk verstand en de goddelijk-geestelijke waarheid; een ander woord
voor Messias is Heiland of Verlosser. [Messias in het hebreeuws: M=40 Sh=300
I=10 Ch=8 – De Sephardische joden hebben deze titel verbonden met de 358ste dag
van het jaar, dat is 25 december].
Metafysiek: Metafysica in donkere tijden is
noodzakelijk.
Methusalem: Deze stierf volgens de overlevering
van de Rabbijnen één week voor de zondvloed. Ook Methusalah genoemd en zijn
naam betekent ‘doodsoverwinnaar’; hij werd 969 jaar oud. Daarom zegt men wel
eens: ‘zo oud als Methusalem’. Hij was een zoon van Henoch.
Micha: De 6e
van de kleine profeten.
Michael:
Deze oerengel
symboliseert het hemelse gezelschap; Gabriel en Michael zijn allen in de hemel,
die in de wijsheid van de Heer zijn en Hem aanbidden; De aartsengel Michael en de satan vochten om het lichaam van Mozes, dat
wil zeggen om de dode materie van zijn leer. De aartsengel Michaël, de machtigste
hemelgeest - na God, heeft met al zijn kracht en macht toch drie dagen en
nachten een harde strijd moeten strijden om het lichaam van Mozes. En Michael heeft na een gevecht van drie
dagen het lichaam van Mozes aan de satan moeten afstaan! GJE1-131, GJE1-67, GJE2-89].
Middellandse Zee: De middenzee van alle zeeën. Het
echte midden is daar, waar de Heer is. Het land Israel ligt ook in het midden
van de wereld [uit de oude Midrash]. Jeruzalem is daarvan weer het midden. De Middellandse zee kan als zee bij uitsluiting
de Middenzee heten, omdat het echte midden daar is, waar de Heer is! En omdat
de Heer hier bij deze zee is, daarom is dit de Middellandse Zee, het midden
der zeeën! [J.J. 218]
Migdal:
Woonplaats van Maria
Magdalena’ betekent ‘wachttoren, vesting’; tegenwoordig existeert daar in het
woeste landvlakte nog een brokstuk van een poort, wellicht van 2.000 jaar
geleden.
Milt: Een vuurhaard, vuurkachel.
Mitsrajim:
Betekent Egypte.
Mohammed: Eertijds werd hij boven de
Mohammedanen geplaatst, maar omdat hij als ‘God’ over alle dingen van hun
religie wilde regeren, werd hij van zijn zetel verstoten.
Moren: Dat zijn de Ethiopiërs’.
Morgenkop:
Deze zeer hoge berg
lag eerst bij Genezaret, maar werd 2.000 jaar geleden verplaatst naar een veel
meer noordelijk gelegen omgeving van Kis in een heuvelig gebied en als berg
veel lager en afgevlakter.
Morgenland:
Het koninkrijk van
God, het juiste koninkrijk van het leven; betekent de eeuwige leer.
Morgenschemering: Het symboliseert de mens, die het Woord
van God begint te horen.
Morgenster: Symboliseert Jezus Christus.
Moslims: [Islam] Er zullen tijden komen,
waarin men de verontreinigde leer van de Heer te vuur en te zwaard aan de volkeren
zal prediken, maar dat zal een grote ramp voor de mensen zijn [GJE2-59].
Mozaïsche
wet: (Hebreeuws: תֹּורַת
מֹשֶׁה, in de Septuagint, ‘woord van Mozes’, ‘leer van Mozes’) is de
naam die in de Hebreeuwse Bijbel wordt gegeven aan de religieuze wet van de
Israëlieten. Het is in bredere zin ook een aanduiding van de eerste vijf boeken
van de Hebreeuwse Bijbel, omdat deze traditioneel aan Mozes werden
toegeschreven. Deze vijf boeken van Mozes staan in het Jodendom bekend als de
Thora (‘Wet’).
Mozes
[Moisez]: In Exodus
2:10 wordt zijn naam populair verklaard; Mozes betekent: ‘mijn opname’: Moi ie sez.
Murahel: Zie Philopold.
Myriaden:
Dit woord komt voor
in het Bijbelboek Openbaringen, als er gesproken wordt over ‘myriaden van
engelen; [Openb. 5:11, Lucas, Handelingen en Hebreeën, Brief van Judas.] Het woord ‘myriaden’ wordt gebruikt om
aan te geven dat het gaat om een ontelbaar grote groep.
Mythe: Het woord
‘mythe’ betekent ‘overlevering’, maar het Latijnse woord ‘Fabula’ betekent ‘fabel’. Fa = vuur en Bel = bol, dus vuurbol.
Een dergelijke betekenis zal men niet in een woordenboek aantreffen. Magie in
een woord kan een etymologische achtergrond hebben. Zoals piramiden de naam
‘chammajim’ dragen, zo heeft schoorsteen de naam ‘cheminee’. Beiden hebben met
vuur te maken. Mythen waren overeenstemmingen waaruit de oermensen
spraken; de wetenschap van overeenstemmingen werd in Griekenland mythisch; oude
mythen hebben op menselijke zielen nog een samenhang.
Naamgeving: In Bijbelse tijden kregen de kinderen
nooit de naam van vader en moeder, opa of oma. Jaspar betekent bijvoorbeeld
‘hij zal schrijven’. De namen werden destijds intuïtief gegeven, passend bij de
ziel. [1 Samuel 25:25].
Nadenken: Op
een natuurlijke en geestelijke wijze nadenken, terwijl men het Woord leest.
Nahim: Het eerste leerjaar van Jezus was ook
die van Naïn in Galilea, maar het volgende vond plaats in Nahim in Judea: er
bestaan twee soortgelijke dorpjes, die met elkaar geen verband houden,om
verwarring te voorkomen.
Naïn
[Nain]: (Hebreeuws: ניין, ligt circa 20 kilometer zuidwestelijk van het meer van
Genezaret en 7 kilometer zuidwestelijk van de foutieve Taborberg, in een
bergachtige regio, aan de zuidelijke grens van Galilea naar Samaria. Naïn wordt
in het Nieuwe Testament van de Bijbel vermeld, het stadje geniet vooral
bekendheid wegens een van de wonderen van Jezus. Gedurende de tijd nam Naïn in
betekenis af. Op een bepaald moment was het niet meer dan een gehucht, waar
slechts enkele families woonden. Aan het eind van de 19e eeuw werd Naïn
beschreven als een klein dorp. Naïn wordt tegenwoordig regelmatig door pelgrims
en toeristen bezocht. Volgens het Lukasevangelie 7:11-17 ging Jezus samen met
de apostelen en een grote mensenschare naar Naïn. Net voor de stadspoort kwam
Hij een grote rouwstoet tegen, het betrof de begrafenis van de enige zoon van
een weduwe. Jezus kreeg medelijden met de vrouw en beval de dode jongen op te
staan. In aanwezigheid van de weduwe en een grote menigte stond de dode jongen
op en begon te spreken. Jezus moet ook via Naïn gereisd hebben, toen Hij
volgens het evangelieboek Mattheüs, vanuit Nazareth komend, onderweg was naar
Kapernaüm.
Nathanaël: Betekent ‘gegeven heeft God’. Discipel
of leerling van Jezus-; hij wordt genoemd in Joh.21:2 ; in de apostellijst komt
hij echter niet voor; men speculeert dat hij dezelfde is als Bartolomeüs [maar
deze naamdrager betekent geheel iets anders; Nathanaël was de derde volgeling
van Jezus; hij was visser in het gebied van Bethabara aan de Jordaan, ook goed
bekend met Petrus en Philippus; hij werd geroepen door de Heer. En was aanwezig
toen Jezus werd gedoopt door Johannes en hoorde zijn getuigenis over de Heer;
was ook de schrijver van het Grieks evangelie [GJE1-149]; hij rapporteert over
de wonderen van de Heer en concludeert: het grootste en eeuwig blijvend wonder
is Zijn woord.
Natuurgeesten: Dat zijn
voor het menselijke oog onzichtbare lucht- een aardewezens, bekleed met een
niet-999 stoffelijk lichaam.
Nazarener: Dat is de
bijnaam voor Jezus; Nazaret betekent ‘jonge spruit’ of ‘bewaker’; Nazarener of
Nazoreeër is de naam voor iemand, die uit Nazareth komt.
Nazareth: (Hebreeuws: נצרת
- Natsrat, Arabisch: Elnasrat,)
was een stadje in het voormalig Palestina;
het bestaat allang niet meer en werd na de val van Jeruzalem tussen
65-75 n. Chr. door de Romeinen, zoals ook met ieder joods dorpje en stadje, met
de grond gelijk gemaakt. Enkele vrienden van de geschriften van Jakob Lorber
weten af van de juiste ligging, want de plek ligt vlak aan de Jordaan en is
enkele uren te voet van het voormalige Kapernaüm.
Neus
goed gevormd en zacht:
Een uiterst delicaat en zeer scherp emotioneel ritme.
Neus,
scherpe: Onmiskenbaar
beoordelingsvermogen.
Nicea,
kerkelijke vergadering van:
Deze werd bijeengeroepen om de verdoemde ketterij van Arius te verwerpen; die
vergadering introduceerde de leer van drie goddelijke personen uit de
eeuwigheid; dit gaf aanleiding tot het huidige gerechtvaardigde geloof; de raad
begreep geen andere drie-eenheid dan een drieënige Godheid.
Nicodemus:
Betekent ‘volksoverwinnaar’;
de verborgen liefde tot de Heer; hij was in de tijd van Jezus een overste der
joden; in een nacht vroeg hij Jezus om raad, want hij wilde niet dat men hem
zag gaan naar Jezus. Toen later Jezus gekruisigd zou worden, zei hij dat het
toch wel nodig was iemand te verhoren alvorens over Hem te oordelen; bij de
begrafenis van Jezus bracht hij 100 pond specerijen mee om zijn lichaam te
balsamen; maar zonder het te bekennen stond hij aan Jezus’ kant; [Joh.3:7:19];
Nicodemus was ook tempelhoofd en de hoogste burgemeester van Jeruzalem, een
geheime aanhanger van Jezus. In zijn volgende bezoek komt hij aan bij Lazarus
op de Olijfberg tijdens een lichtverschijning van 12 twaalf pilaren, waar hij
de Heer ontmoet met de leerlingen; hierna verblijven Jezus en de leerlingen in
de herberg van Nicodemus in Emmaus, waar ook de zeven Nubiërs arriveren; laat op de avond van de dag van de ‘intocht
van Jezus’ in Jeruzalem gaf Hij Zijn laatste leerprediking in de tempel, en
komt Nicodemus opnieuw naar Hem toe met drie stadsoversten die bij Lazarus in
Bethanië verblijven en Jezus hulp aanbieden om te vluchten naar het buitenland
[GJE11-68].
Nieren: Vreugde, rustplek van de ziel.
Nieuwe Openbaringen: Miljoenen mensen hebben hun oordeel al
klaar over de Heer, zelfs nu Hij allang is teruggekomen op de wolken, zoals
voorspeld. Want het is niet mogelijk om zelfs de Nieuwe Openbaringen als
belangrijke aanvulling op de Bijbel voor geldig te houden, maar toch kan de NO
beschouwd worden als een zeer goede ontsluiering van het Woord. De Heer heeft
immers Zelf voorspeld, dat Zijn Woord eeuwig en altoos gehouden zal worden [GJE 1-5-16].
Nijl: Op één na de langste rivier
van de Aarde, namelijk 6.650 km; het water in de Nijl veranderde eenmaal tot
bloed bij Mozes.
NO: Afkorting voor ‘Nieuwe Openbaringen’.
Noach: Deze was een oprecht gelovig mens en
trouw aan de Heer. Hij speelde een belangrijke rol bij de bouw van de ark in
1656 n. Adam vanwege de komende zondvloed.
Noach = ‘rust’, ‘vrede’, ‘troost’; zoon van Lamech, vader van Sem; hij
nam dieren en zijn gezin mee in de ark om de zondvloed te overleven; veertig
dagen lang regende het totdat het water 15 el boven de hoogste bergtop stond;
toen na 150 dagen het water zakte, leefde hij met met zijn zonen Sem, Cham en
Jafet nog langer en hijzelf 350 jaar en hij stierf met 950 jaar; [Gen. 6-9].
Nod: Betekent ‘ver van God af’; in het
Hebr. is Nod is ‘verbanning’ en Nud ‘ronddwalen’. Betekent verder een stad waar men heen kon vluchten en men zich veilig
stelde, zoals Kajin dat deed, toen hij zijn broer Abel vermoord had; Nod lag
ten Oosten van Eden.
Noha: ‘Nou’ = nieuw, ‘Ha’ = hebr. van ‘Cha’
= leven, het ‘overleven’, ‘Nou-aha’ = nieuwe liefde, nieuw verbond; nieuw
huwelijk van God met de mensheid; de gerechtigde zoon.
Noorden: De wereld in de sfeer van haar
beproevende deemoediging.
Noordse
ijsbeer: Dat is
Rusland.
Nostradamus:
Geboren op 23-12-1503
(of op 14 december volgens de juliaanse kalender); hij was een Frans apotheker. Volgens vele bronnen zou hij
ook een arts zijn geweest, hoewel hij uit de Faculteit der Geneeskunde van
Montpellier is gezet. Zoals veel van zijn collega's uit de tijd der Renaissance
beoefende hij ook de astrologie. Hij heeft vele toekomstvoorspellingen gedaan.
Het belangrijkste wat ons nog te wachten zou staan is de komst van de persoon
Chiren. Dit zou een Europeaan zijn, die langdurige wereldvrede zou brengen. Hij
heeft zijn eigen sterftedatum voorspeld.
Nubië: Noua Bia: Nieuwe woonplek.
O,
letter: De volledige
Godheid in haar zuiverheid of reinheid; het oog der Godheid. Wordt veel
toegepast in de derde hemel omdat het een volle toon geeft.
Obadja:
De profeet van heden en
toekomst, profeet van het uiterlijke en innerlijke, zoals het uiterlijk geloof
en innerlijke liefde.
Octavianus Augustus: Keizer
Augustus ten tijde van Jezus, broer van Cyrenius en Cornelius.
Oertijd:
Ontstaan met de
‘oerknal’ of big bang is een populaire benaming van de kosmologische theorie,
die op basis van de algemene relativiteitstheorie aannemelijk maakt dat 13,8
miljard jaar geleden het heelal ontstond uit een enorm heet punt, met een bijna
oneindig grote dichtheid. Tegelijkertijd met de oerknal zouden ruimte en tijd
zijn ontstaan. De theorie is onder meer
gebaseerd op de waarneming van het voortdurend uitdijende heelal, en er blijkt
geen grens te zijn aan dit oneindige.
Ofel: Een heuvel, zuidelijk van Jeruzalem;
de tempelheuvel; de Davidsstad; wordt in diverse Bijbelteksten genoemd.
Olav
Rodge: Pater Olav Rodge uit Bergen [Noorwegen], gedateerd was uit
1952. In dit schrijven gaat het over een toekomstige wegvoering van deze aarde.
Zijn artikel kan men downloaden onder: https://www.gloria.tv/media/nsk1kMAwMm5; het betreft een thema
over ‘wegvoeringen’.
Olijfberg: De Olijfberg is een bergrug ten oosten
van het toenmalige Jeruzalem. Tussen de berg en de stad ligt het Kedrondal. ‘De
olijfberg zal voor Zijn majesteit in tweeën scheuren’. [Zacharias 14:3] Deze is 804
meter hoog en ligt ten Noord Oosten van Jeruzalem, precies aan de overkant van
de Kidron-vallei. De top van deze berg is slechts
54 meter hoger dan de berghoogte van Jeruzalem (750 meter). De profeten
Haggaï, Zacharias en Maleachie zijn daar begraven. De Heer is van daar
opgestegen ten hemel. De Olijfberg ligt iets buiten Jeruzalem en strekt zich
bijna uit tot het voormalige Bethanië. Daar, waar de Heer is opgestegen, moet
gelegen zijn tussen Jeruzalem en Bethanië. Aan de voet van de berg ligt het hof
van Gethsemane. Als Adam en Eva uit het paradijs verdreven waren hadden zij
daar in een van de grotten getreurd. Het was destijds een woeste plek.
Gethsemane is een half uur van de plek van het avondmaal. Volgens de
beschrijvong van Lorber moet het toenmalige paradijs gelegen hebben in de
streek van Bethlehem! De top van de olijfberg is circa 75 meter hoger dan het
tempelplein.
Onderaarde: Dat
is in de eerste plaats de hel.
Oneindigheid:
God is oneindig omdat
Hij in Zichzelf is en existeert en omdat Hij vóór de schepping der wereld was,
dus voordat ruimtes en tijden werden geschapen; het oneindige is in het eindige
zoals in de opnamevaten, en in mensen, die van elkaar evenbeelden zijn; de oneindigheid
en de eeuwigheid houden vast aan het goddelijke wezen; de oneindigheid van God
heeft betrekking op het zijn, de liefde op het wezen van Hem; in het Woord is
er een oneindigheid, dat wil zeggen het bevat ontelbare dingen, aangezien zelfs
engelen dat bij zichzelf niet kunnen overzien; de oneindigheid van God in
relatie tot de ruimte betekent onmeetbaarheid.
Onmogelijk: Het is voor God onmogelijk iemand te
veroordelen die rechtvaardig leeft en op de juist wijze gelooft; anderzijds is
het ook onmogelijk voor God iemand zalig te verklaren, wanneer deze slecht
leeft en bijgevolg in verkeerde dingen gelooft; dit is tegen de almacht van
God; het is ook onmogelijk voor God mensen op een andere manier te verlossen
dan door het veronderstelde menselijke.
Oorlogen
van Jehovah: Dit was
de naam van het historische deel van het Oude Woord. Onder deze oorlogen van
Jehovah werd begrepen en beschreven ‘de oorlogen van de Heer’ met de hellen en
de overwinning over ze, omdat Hij in de wereld zou komen.
Openbaring van Johannes: Voornamelijk
geschreven in analoge overeenkomstigheden; het beschrijft hoe de christelijke
kerk tegenwoordig is opgebouwd, en ook dat de Heer dan zal terugkomen, de
hellen zal onderwerpen en een nieuwe engelhemel zal scheppen, om daarna een
nieuwe kerk op aarde te stichten; Alles is nu in de Openbaringen geopenbaard en
verklaard, ter wille van de nieuwe kerk.
Openbaring: Zonder openbaring is kennis van God
en erkenning van God niet mogelijk; door de openbaring kan de mens deze invloed
opnemen, en zo een geestelijk mens worden vanuit zijn natuurlijkheid; de
oorspronkelijke openbaring heeft zich over de hele wereld verspreid, maar vele
mensen hebben het op diverse manieren verdraaid.
Openbaringen,
de Nieuwe: Zie
‘Nieuwe Openbaringen’; Zijn Woord zal eeuwg en altoos gehouden worden
[GJE1-5-16]; God toont de ziel innerlijke beschouwingen via de buitengewone
Openbaringen, dat is Zijn Nieuwe Woord, de weg naar Zijn orde. [GJE2-210]
Opgravingen:
Waar een ruïneheuvel [tell] is, daar was vroeger vaak een stad.
Oren: symboliseert de voeten van het hoofd,
waarop men loopt.
Oriënt:
Betekent het ‘Oosten’Orion:
(Afkorting Ori) is een opvallend sterrenbeeld aan de hemelequator In de Griekse
mythologi was Orion een jager die de Plejaden achtervolgde. Op het noordelijk
halfrond is Orion in de winter niet te missen. Hij lijkt op een zandloper met
linksboven een heldere ster en er omheen nog een paar. Samen
worden ze de Gordel vaan Orion, Driekoningen of de Jakobsstaf genoemd.
Orion: symboliseert de Liefde van God.
ornelius:
De Heer zei tegen
hem: ‘Over een aantal jaren zullen Mijn met Gods Geest vervulde leerlingen bij
jullie komen en je dopen met de Geest van God. Je zult daardoor alles krijgen
wat je nodig hebt… Over enige jaren, wanneer je gedoopt wordt met de Heilige
Geest uit God, zal deze Geest jou en alle anderen inwijden in alle hemelse
wijsheid. Dan pas zul je alles heel duidelijk zien, wat je nu nog donker en
verward voor je ziet.! Maar bewaar hetgeen je nu geopenbaard is alleen voor
jezelf. [GJE2-63:6 en GJE2-47:14]; Cornelius was de jongste broer van de
hoofdstadhouder en vicekeizer Cyrenius. Zijn persoon komt na lange tijd weer
ter sprake in Sichar, zonder hem bij naam te noemen. Hij was ten tijde van de
dertigjarige Jezus overste in Kapernaum [GJE1-87]; Zijn dochter wordt door
Jezus opgewekt [GJE1-128]. Zijn leeftijd wordt genoemd, tegen de zestig jaar.
[GJE3-167] Broer van Cyrenius en keizer
Augustus; Kisjonah had een dochter en die huwde met Cornelius en dus werd
Cornelius schoonzoon van Kisjonah uit Kis. [GJE2-56]
Oude
Poort: Bekend in
Jeruzalem [Neh.3:6, 12:39] ten westen van de tempel. De poort zou ook de
Efraïmpoort geheten hebben.
Oud-Hebreeuws:
לשון
הקודש: 'De heilige
taal' is de taal van het jodendom. Er bestaan verschillende historische perioden:
achtereenvolgens het Hebreeuws van de Thora. Op diverse manieren heeft het
Hebreeuws invloed uitgeoefend op de Nederlandse woordenschat. Een deel van de
woorden is via het Jiddisch gekomen; hiervan worden veel woorden niet in
Vlaanderen gebruikt. Een ander deel is rechtstreeks aan het Hebreeuws ontleend,
voornamelijk onder invloed van het jodendom. Verder is een groot deel via talen
als het Grieks en Latijn aan het Hebreeuws ontleend. Voorbeelden van woorden
van Hebreeuwse oorsprong, die via het Jiddisch in de Nederlandse taal kwamen:
bajes (van bajit = huis), gabber (van chaver = vriend), goochem
(van chacham = wijze), jajem (van jajin = wijn), jat, jatten (van
jad = hand; ook het aanwijsstokje met een handje, de 'jad'), lef (van lev
= hart), mesjogge (van mesjoega' = gek), smeris (van sjmirot =
patrouilles van beveiliging), sores (van tsarot = zorgen) en tof (van tov
= goed).
Palestina: Afgeleid van Filistea en het Hebreeuwse
woord voor Filistijnen staat in Jesaja 14:29 beschreven. Het heilige land:
Zacharia 2:12. Wordt in de Bijbel Kanaän genoemd. Het is een smalle strook land
in Zuidwest-Azië, aan de Midellandse Zee, 240 kilometer lang, 140 kilometer
breed, met een oppervlakte van 26.000 vierkante kilometer. Nadat de joden het
veroverd hadden, noemde men het Israël.
Palmstad: Andere naam voor Jericho.
Paradijs,
het: Dit zou gelegen
zijn bij Bethlehem, geboorteplaats van Jezus. Paulus had een mystieke ervaring,
dat hij weggevoerd werd naar het paradijs [2 Kor.12:4]; Hebr.: ‘Pardes’ =
‘boomgaard, tuin’. Komt voor in Hooglied 4:13, Pred.2:5, Neh.2:8; het aardse
paradijs heet in de Bijbel Eden.
Patmos:
Eiland in de Egeïsche
zee, waar Johannes zijn visioenen beschreef. [Openb.1:9].
Paulus: Saulus van Tarsus (Cilicië), ca. 29 n.
Chr. Leider van de vroege christelijke kerk en
speelde een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van
het christendom in de gebieden rondom
de Middellandse Zee,
in het bijzonder in Klein-Azië en Griekenland. Zijn naam wordt het eerst gebruikt
bij zijn ontmoeting met de landvoogd Sergius; zijn Hebr. naam Saul, die in de
Griekse vorm Saulus de lachlust kon opwekken.
Peleg: Zoon van
Heber, familie van Noach; hij werd 209 jaar; zijn naam betekent ‘verdeling’;
want in zijn tijd ontstonden de verschillende talen; zie peleg als ‘ploeg’,
‘omploegen’.
Pella:
Stad van de
Decapolis, door de overlevering aangewezen als de wijkplaats der
christengemeente van Jeruzalem bij de ondergang van de ‘Heilige’ stad.
Pentapolis: Het vijfstedengebied. [Gen.13], nl.
Sodom, Gomorra, Adaa, Zeboïm en Bela [di. Zoar]; zij worden voltallig genoemd
in Gen.14:1,8, terwijl in de volgende verzen slechts de koningen van Sodom en
Gomorra nadrukkelijk worden vermeld als verslagen, de eerstgenoemde Abraham
tegemoet gaat. Lot woonde in Sodom, dat zeer slecht was. Lot vlucht daarna naar
het ‘kleine’ Zoar, dat gespaard blijft van een vernietiging der vier steden
zonder Zoar [Gen.10:19], hiervan is alleen sprake in Deut.29:22. Over de Adama
en Zeboïm spreekt slechts Hos.11:8. Klaagliederen 4:6 heeft het over Zoar. Ook
Gen.19:23,30 wordt verder één keer genoemd in de gebiedsbeschrijvingen. Men kan
de resten van Zoar vermoeden in de ruïne van Ba bed-Dra.
Personagelijst [A-Z]
Personagelijst [A-Z]
Petrus was de zoon van Jona in Bethsaïda, van beroep visser, later
‘mensenvisser’. Petrus = Kephas, Kepha = ‘fundament’, ‘hoeksteen’.
Petrus:
Bar Jona in
Matth.16:17; De apostel Petrus was enige jaren na de hemelvaart van
Jezus bij Jozef van Arimathea. De brieven der Hebreeën zijn niet door hem
geschreven, maar waarschijnlijk door Paulus. In Geschenken uit de Hemel,
3-64-22 zegt de Heer, dat Petrus zelf, voordat hij nog van Jeruzalem wegging,
waar hij zich enige tijd ophield, in een van de huizen van Lazarus, Nicodemus,
of van Jozef van Arimathea, het klaarblijkelijk nodig achtte in Jeruzalem een
zogenaamde kerkvolkverzameling te houden.
Pharao: Vare on = ‘hij hoedt’, ‘hij is de
herder’ [Varaonen, Varion; Phar =
vruchtbaar.
Pharizeeër:
Varizaer betekent
‘hoeder’, ‘herder’; een Farizeeër is ook een soort ‘koning’ op de troon, die
met zijn scepter regeert.
Philippus
was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de Schrift wist gaf hij onderwijs
aan de arme vissers. Hij kende Jozef van Nazareth persoonlijk, en kende Jezus
ook en wist daarom veel van wat er bij Zijn geboorte en in Zijn jeugd was
voorgevallen. Hij was ook een van de weinigen, die in Zijn persoon heimelijk de
Messias verwachtte; Philippus en nog enkelen hadden een zekere hoop behouden,
want ze kenden de voorspelling van Siméon en Anna, die bij Zijn besnijdenis in
de tempel uitgesproken werd, en daar verwachtten ze veel van. [GJE1-9:3-5, GJE
1-9-2) Philippus. [=zijn
naam betekent paardevriend].
Philippus: ‘Langs de weg, die nog enige tijd langs
de oevers van de Jordaan slingerde, troffen wij Philippus aan, eveneens
geboortig uit Bethsaïda, die in alle vroegte met een slecht net in de golven
van de Jordaan een ontbijt zocht. Petrus vestigde de aandacht op de Heer en
zei: 'O Heer! Deze man lijdt veel en is zeer arm, maar tevens is hij een zeer
eerlijk en een godvruchtig mens. Wat zou U er van denken, als U hem ook met ons
mee liet gaan?' Op zo'n hartverwarmend voorstel van Petrus kan Ik alleen maar
antwoorden met: 'Philippus, volg Mij!' Deze laat zich dat geen tweemaal zeggen,
laat zijn net op de grond vallen en volgt Mij, zonder te vragen waarheen. Pas
onderweg zegt Petrus tegen hem: 'Degene, die wij volgen, is de Messias!'
Philippus zegt dan: 'Op het moment, dat Hij mij zo liefderijk geroepen heeft,
heeft mijn hart mij dat al ingegeven'.
Philopold: Deze was een Griek en koppig
stoïcijns. Hij ontvangt van de Heer een herinnering aan zijn eerdere leven op
een andere wereldlichaam [planeet]. De engel Archiel brengt hem het bewijs met
een boekrol uit een zonnewereld van de ster Procyo [daar Akka genoemd], want
hij woonde eertijds daar en werd toen Murahel genoemd. In Kana in het dal werd
hij bekeerd, bezoekt daar de Heer en later beschrijft hij een biografie van de
goddelijkheid van Jezus van Nazareth.
Phoikas: Een Griekse jeugdnaam van de latere
koopman Agamelom, die later werd geadopteerd door een barmhartige jood in Tyrus
en bekeerd werd tot het Jodendom. Later ontmoet hij de Heer in een herberg in
het Jordaandal. [GJE11-7]
Pilatus procedure: 26-36 n. Chr. Zijn vrouw is gevlucht
naar het huis van Lazarus en Stefanus een nog niet bekende jongeling bracht
haar in het geheim voeding. Toen Jezus ruim
30 jaar was, regeerde de landvoogd Pontius Pilatus met een harde hand. [GJE1-150] Pontius Pilatus, de verwijfde
slappe landvoogd, was al aan de macht toen Jezus een half jaar met Zijn
prediking begonnen was. En dat was al in het jaar 25 n. Chr. Pilatus regeerde tot 30 n. Chr. Als Jezus in het jaar
28 n. Chr. gekruisigd werd, dan zou Pilatus nog 2 jaar geregeerd hebben! Het
14-jarige meisje Jarah droomde tevoren, dat de zwakke Romeinse landvoogd Jezus
tot de dood aan het kruis laat veroordelen. En Jezus heeft bij al die pijnlijke
martelingen niet één kreet van pijn gegeven. Ze spijkerden de Heer aan het dwarshout.
Met Pontius Pilatus is echter niets te beginnen (zei de hoofdman uit
Genezareth). Hij is een natuurvorser, een boezemvriend van de geleerden van
Pompeji en Herculanum, en hij bekommert zich weinig om regeringszaken. Hij laat
Herodes en de tempelpriesters hun willekeur maar botvieren, als zij hun schatting aan Rome
maar op tijd en op de juiste wijze betalen. Gelukkig behoor ik hier niet bij de
staf van Pontius Pilatus, maar bij die van Cornelius en die staat weer onder de
wijze en heel rechtvaardige oude vader Cyrenius.
Piramide:
‘Pira mi dai’
betekent: ‘geef me wijsheid’ [GJE4-206:5, GJE5-72:3] het geloof, het
gerechtigde deemoedige leven van de mens.
Plaatsen
in de geestelijke wereld: In
de geestelijke wereld zijn er plaatsen, steden zoals in de natuurlijke wereld,
maar daar zijn deze slechts een
verschijning van de plaats volgens de staat van liefde en wijsheid; de geest
kan van de ene plaats naar de andere worden verplaatst met betrekking tot
verder schouwen, terwijl het geestelijk lichaam in zijn eigen plaats vertoeft;
iedereen wisselt vanaf zijn kindertijd naar de ouderdom naar diverse plaatsen
en liggingen [verhuizingen] in de
geestelijke wereld.
Plagen: De plagen in Egypte worden vergeleken
met de plagen in de Openbaring; elke plaag duidt op iets verkeerds in
geestelijke zin; de verwoesting zal voortzetten totdat ze valt.
Pontius Pilatus was een trage landvoogd. [GJE2-86,120,163,192]; Zijn
naam betekent: ‘met een speer’; zijn residentie was in Caesarea [vlakbij
Tiberias] aan het Galilese meer; ‘Pileatus’= met een hoed, nl. de wolk om de
top bij goed weer; Pilatus is de wereld. Tegenwoordig heet de heuvel naast de
berg Arbel ‘hoed’, dat zou de voormalige heuvel moeten zijn van de Romein Marcus,
aan het meer.
Pro-adamieten: 5 ½ jaar miljard jaar geleden werd de
aarde uit de centrale zon geworpen. Vóór Adam bestonden er dierlijke mensen, de
Hottentotten en de Papuas, die niet met Gods geest geïnspireerd waren, want zij
waren in hun spraak zonder articulatie.
Pro-consul van Syrie en Cilicië: Deze was in 7 v.
Chr. met de telling begonnen; Munt van Quirinius = Cyrenius.
Profeten:
Het Hebreeuwse woord
voor profeet betekent ‘hij die voor een ander spreekt’.
Projectielen:
Dat zijn voorwerpen,
die door een kracht wordt afgeschoten of weggeslingerd. Het doel van het
afschieten van projectielen is meestal om iets of iemand (het doel) zo
te raken dat het doel wordt uitgeschakeld (vernietigd, beschadigd, of gewond of
gedood). Een projectiel wordt meestal
als wapen gebruikt. In ruimere zin kunnen brokstukken van een ontploffing of
botsing bedoeld, of onbedoeld, zoals bij een ongeluk, projectielen vormen.
Projectielen verplaatsen zich alleen door de snelheid die ze bij het afschieten
hebben meegekregen. Ze worden onderscheiden van voorwerpen met eigen
aandrijving, bijvoorbeeld raketten en vuurpijlen.
Pura: Pur = met overvloed, puur [lat.] =
het pure, het onberispelijke; Pura leefde ten tijde van Adam, incarneerde ca.
3.300 jaar later in de latere Maria van Jozef, die het Kindje Jezus baarde.
Quepha = Q [kh] = geestelijk leven, geestelijke zon [Ph] als symbool van de verkondiging van
de manifestatie van een geestelijk idee. Een echte rots waarop de Heer zijn
ware kerk de ware liefde en wijsheid uit hem kan opbouwen. Ook de uiterlijke
mens, die echter zijn hele wezen door allerlei beproevingen naar binnen keert.
Rafa: betekent ‘reus‘.
Rafaël: Deze engel zegt: ‘Zelf heb ik reeds
verscheidene werelden met kleine zonnen geschapen en ze zelf geheel bevolkt. En
al deze werelden zijn meestal beter van alles voorzien dan deze aarde van
jullie. Alles plant zich daar net zo voort als hier en de geesten kunnen daar
net als hier een grote volmaaktheid bereiken. En waarom zouden zij dat niet
kunnen? Uiteindelijk komt toch iedere geest uit God, evenals de kiemen
van de toekomstige gewassen nu al verscheidene miljarden jaren uit de kiemen
van eerdere zaden gereproduceerd zijn’. ‘Rafael is de leider en beheerser van
alle werelden en zonnen. Hij ziet eruit als een knaap van 16 jaar. Hij is net
zo stil als een zacht verkoelend avondbriesje en zo zacht als de zachtste wol
van een lam.’ GJE2-140,166,145
Ram: Lat. ‘Aries’ en Hebr. ‘Ari-es’ dat
‘lichtvuur’ betekent; in het Ind.: ‘ram’, oud-Egyp.: ‘Kostron’ = ‘hij is de
kracht van de opstanding’; ‘het openbaar worden van het leven’.
Rechter voet: De
rechtervoet geeft de voortgang in de wereld aan GJE1-44 [2].
Rechter:
Eenmaal zal ieder
volgens zijn geloof, leven en de daden die hij volgens zijn geloof uit liefde
heeft gedaan, zijn eigen rechter zijn! De Heer zal niemand oordelen, maar
rechter van ieder mens zal zijn eigen liefde zijn. [GJE2-32:8,9]
Rechts: De
negatieve materiële kant van waaruit het bloed terug naar de longen en later
terug naar het hart wordt ge pompt.
Regulus:
‘Kleine koning’; R-G
[reg] = ‘prikkelen’, ‘in beweging zetten’, L = ‘geluid van het geestelijke
leven dat verandert in het materiële’; R-g-l = ‘opwekker van leven’; ReG van
‘regent’; reguleren.
Rijk
van God geweld aandoen:
Met de juiste inspanning het koninkrijk van God veroveren.
Rip: Bescherming van het innerlijke;
krachtig liefdesleven van Adam als mens;
Goddelijke genade en barmhartigheid.
Robijn:
Liefde van het hart;
Hebr. ‘Our’ = licht, vuur , het vuurlicht van de liefde; ‘Urim’ = liefde voor
de natuur; liefde voor de naaste; Werkzaamheden volgens het goddelijke woord;
Urim = de aardse vasthoudendheid van de rouwende Eva; zij is symbolisch te
verstaan evenals haar gerechtigde schaamrood, dat gekleurd is via het misbruik
van de geheiligde liefde van Adam in haar;
Robijn betekent het hemels ‘goede’, welks goede van de derde hemel is.
Roklus: Hij was een Griek en leider van een
deputatie uit Caesarea Philippi op weg naar gouverneur Cyrenius, met
onrechtmatigee vastgoedpromoties; om deze redenen benoemt Cyrenius zijn eerste
en vroegere wapenbroeder, kameraad Markus, tot stadskolonel over deze stad en
haar omgeving; Roklus en zijn groep worden ontmaskerd als Essenen die de
wonderen van de Heer bij Markus willen bespioneren; maar allen worden
geleidelijk door de Heer zelf bekeerd; later ontving de Heer in Bethanië een
delegatie van drie Essenen; spoedig daarna gaat Jezus Zelf naar Essea; Roklus
zich veel grondbezit toegeëigend in Tyrus en Sidon en kon wat dat betreft zich
zowaar met Cyrenius grondbezit meten; Roklus kende Jezus van Nazareth al uit
Diens jeugd en beschreef dit in het bijzijn van Zinka en de engel Rafael.
Roklus ontvangt van de Heer de kracht en genade voor echte wondergenezingen,
waarvan hij als eerste der Essenen in
Zijn aanwezigheid werkt.
Rome, Stichting: Dit zou plaatsgevonden hebben rond
het 753e Romeinse jaar. Jezus
geboorte vond plaats in het joodse jaar 7-1-4151. Keizer Augustus vierde enkele
weken later op 5 februari 6 v. Chr. zijn 25 jarige jubileum.
Roos: Symbool der liefde, de zuiverste,
geurigste liefde tot God uit het hart van de kerk.
Rots
uitstekende in Galilea meer: Richting Kis vanuit Kapernaüm steekt een onbeklimbare
hoge rots uit het meer zodat het een erg sterke branding veroorzaakt. Direct
boven deze rots verhief zich 2.000 jaar geleden een hoog steil gebergte,
waarover vanaf die plek aan de kust geen weg meer voerde. [GJE1-147]
Rozendoorn:
Symbool van alle
beproevingen van de vrijheid en de vele verleidingen van de wereld, tegelijkertijd
ook de vuurzuigers van de liefde.
Rugkant
van de mens: Dat is
zijn geleefde zijde.
Ruth: Betekent
‘vriendin, gezellin’; de hoofdpersoon van het gelijknamige Bijbelboek. Zij is
een Moabitische, trouwt met haar losser Boaz, wordt moeder van Obed en komt zo
voor in de geslachtslijst van Jezus.
S :
letter: Symboliseert
de slangenhuid van de eigenzinnig satanisch gescheiden eigenliefde.
Sabbatfeest:
De zevende dag van de
week symboliseert de werkzame genade.
Sabbatsreis: 2.000 jaar
geleden was een sabbatsreis circa 1 kilometer; de schriftgeleerden beweerden,
dat men op een sabbat niet meer dan 1.000 meter mocht afleggen.
Sadduceeën:
Deze tempelregeerders
zonder enige godsdienst geloofden alleen wat in de wet van Mozes stond; ze geloofden
niet in Jezus; evenmin in een leven na de dood; zij kwamen meestal voort uit
voorname priesterfamilies maar moesten niets hebben van de Farizeeërs; toen
Jezus echter veroordeeld moest worden, spanden zij zich met de Farizeeërs
samen.
Salem: Betekent ‘heel’, ‘gaaf’ [Gen.14:1,
Gen.33:18, Hebr.7:1,2]; plaats waar Melchizedek koning in Jeruzalem is [Psalm
76:3]; Salem is een andere naam voor Jeruzalem [Gen.14:18; Psalm 76:3,
Hebr.7:1,2], de stad van koning Mechzedek met Jeruzalem vereenzelvigd.
Salim:
Stad in het oosten van Midden-Samaria. Daar doopte Johannes de Doper.
[Joh.3:23] ter localisering van Aenon, waar Johannes later doopte omdat daar
veel water was. Aenon duidt op een groep bronnen [ain = bron, een dergelijke
groep vindt men in het Jordaandal, ruim 12 km. ten zuiden van Beth-Sean
[Skythopolis] waarbij de tell Ridgha ligt, die de ruïnes van Salim zou kunnen
bevatten.
Salome: Vriendin van Cornelius [broer van
vicekeizer-stadhouder Cyrenius].
Salomo: hij was de derde koning in Israël [de
eerste was Saul, de tweede David].
Salomo’s tempel: Deze was gebouwd
op de tempelheuvel 724 m. boven de zeespiegel; Salomo bouwde de tempel in het 480e jaar na de
uittocht van Egypte.
Samaria:
Betekent ‘waker’;
‘Semer’ verkoopt aan koning Omri een berg [terrein]; deze bouwt er een stad op
en noemt deze stad Samaria; het wordt de hoofdstad van het Israël van de tien
stammen; Samaria werd in de 9e eeuw v. Chr. gebouwd en lag 9
kilometer van Sichem.
Samuël (hebreeuws שְׁמוּאֵל, betekent ‘naam van God’ of God werd gehoord’;
hij was volgens de traditie een profeet die sterk betrokken was bij de vorming
van het koninkrijk Israël, in de periode rond 1000 v.Chr. Hij was naast profeet
ook richter over het volk en priester. Hij was een zoon van Elkana en Hanna. Hanna was lange tijd kinderloos en bad God om
een zoon. Als Hij haar gebed zou verhoren zou Hanna haar zoon aan God
teruggeven. Toen Samuël oud genoeg was bracht zij hem naar de priester Eli in
Silo om dienst te doen in de tabernakel.
Sanskriet:
Sanah scrit: De Heilige Schrift, ‘ik ben verborgen
[Asthera].
Saracenen:
Een Noord-Arabisch
volk dat zich lange tijd verzette tegen de Oost-Romeinse keizers zich al vroeg
(8e eeuw) bekeerde tot de islam. In de loop van de middeleeuwen werd
de term uitgebreid naar alle moslims en later alle tegenstanders van de
christenen, of ze nu Arabisch, Perzisch of Turks waren. De Saracenen waren in
de middeleeuwen berucht in Europa als piraten en plunderaars. De Saracenen
speelden een belangrijke rol bij de kruistochten.
Sarah: Dochtertje van Jaïrus; haar vader was
als hoofdman gestationeerd in Kapernaüm, noordelijk gelegen van het Galilese
meer. Deze Sarah werd door Jezus opgewekt uit de dood. Ze wordt zelfs twee keer
uit de dood opgewekt; later getrouwd met Borus, arts van Nazareth.
Sarah: Echtgenote van Abraham; ‘vorstin’; de
negentigjarige Sarai in Sarah; vrouw van Abraham en tevens zijn halfzuster;
omdat zij zelf geen kinderen krijgt, geeft zij haar slavin Hagar als bijvrouw
aan Abraham, om via haar toch kinderen te krijgen. Later wordt Sara zelf een
zoon beloofd; Jesaja 51:2 noemt Sara samen met Abraham de stamouders van
Israel. Paulus gebruikt haar verhaal als voorbeeld in [Rom.4:19, 9:9, Gal.
4:22; Hebr. 11:11, 1 Petr. 3:6]; Sara
werd 127 jaar en begraven in de spelonk van Machpela bij Hebron. [Gen. 11]
Sat: Betekent tijd.
Satan: [Satanas]; Betekent ‘tegenstander’.
Satan:
Sat: ‘Verdichte
tijd’, ‘in zich verzadigd’, wat zowel de geestelijke doorlaatbaarheid van het
licht alsook de uitdrukking van de eigen zelfliefde uitdrukt; ‘an’ = eeuwig,
voortdurend; de satan is de te starre stilte en traagheid, het steeds
toenemende verlangen naar ledigheid; de satan is vrijwel de gehele materiële
schepping, de samenvatting van de hele materie; de kwintessentie van de toorn
van God; de dode materie en de daarin gebonden geesten.
Satans
terugkeer: Jezus zei: ‘Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn
opgegaan, [dus de opklimming via de wereld der mineralen, planten en dieren
tot uiteindelijk een mensenziel] zal ook van die ene [satan] niets
meer over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na
tijden van tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven
aan een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffelijke zon en geen
stoffelijke aarde meer in de eeuwige eindeloze ruimte rondcirkelen, maar
overal zal een wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije
wezens de eindeloze eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God
en Vader van alle wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze
gelukzalige toestand zal daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, één
schaapsstal en eén herder zijn! Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in
aardse jaren gemeten nooit te omschrijven! En zou Ik je het getal meedelen, dan
zou je dat onmogelijk kunnen begrijpen. En zou Ik het getal omschrijven door te
zeggen dat er duizendmaal duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan,
waarbij het aantal periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de
zee en op de gehele aarde, vermeerderd met het getal van het aantal
grassprietjes in alle landen en op alle bergen der aarde, vermeerderd met het
getal van alle druppels in de zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en
bronnen, dan zou je dat allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment
van de uiteindelijke verlossing te bepalen! [GJE2-63]
Satans
terugkeer: Jezus zei: ‘Als echter alle aarden en zonnen geheel in mensen zijn
opgegaan, [dus de opklimming via de wereld der mineralen, planten en dieren tot
uiteindelijk een mensenziel] zal ook van die ene [satan] niets meer
over zijn dan alleen maar zijn 'ik' dat in volkomen eenzaamheid zich na tijden
van tijden zal moeten gaan omkeren, wanneer het zich niet wil prijsgeven aan
een eeuwig versmachten. Dan zal er geen stoffelijke zon en geen stoffelijke
aarde meer in de eeuwige eindeloze ruimte rondcirkelen, maar overal zal een
wonderheerlijke nieuwe geestelijke schepping met zalige vrije wezens de eindeloze
eeuwige ruimte vullen, en Ik zal als altijd dezelfde God en Vader van alle
wezens zijn van eeuwigheid tot eeuwigheid, en deze gelukzalige toestand zal
daarna nooit eindigen. Daar zal één kudde, één schaapsstal en eén herder zijn!
Maar wanneer dat allemaal zo zal worden is in aardse jaren gemeten nooit te
omschrijven! En zou Ik je het getal meedelen, dan zou je dat onmogelijk kunnen
begrijpen. En zou Ik het getal omschrijven door te zeggen dat er duizendmaal
duizend periodes van duizend jaar zullen voorbijgaan, waarbij het aantal
periodes gelijk is aan het getal van de korrels zand in de zee en op de gehele
aarde, vermeerderd met het getal van het aantal grassprietjes in alle landen en
op alle bergen der aarde, vermeerderd met het getal van alle druppels in de
zee, in alle meren en stromen, rivieren, beken en bronnen, dan zou je dat
allemaal toch niet kunnen tellen om zodoende het moment van de uiteindelijke
verlossing te bepalen! [GJE2-63]
Satanswater: Er wordt verteld, dat Jozef en Maria de verplichting
door de tempel was opgelegd om het dodelijke satanswater te drinken, of zij de
waarheid spraken; [GJE2-237].
Saturnus:
Satur = verzadiging,
verzadigde ster.
Schapen: Betekent
liefdadigheid.
Scheol:
Sheoula [hel]
‘She’, ‘Shei’, ‘Shea’ = het dorst;
‘Oul’, ‘voul’ = de in zichzelf verlatene mens, scholing in eenzaamheid
[GJE5-72:2].
Schorpioen:
‘Skora pi on’ = Hij
drinkt schors, ‘scoro’ = schors, ‘pi’, ‘pia’ = drinken en ‘on’ = hij.
Schrift rond 900 ná Adam: Negen honderd jaar na Adam was er al het
Schrift, dat over de Schepping van de wereld ging, dat de Heer aan de Adamieten
gaf. Dit Schrift is door de stormen des tijds verloren gegaan en het ligt nu in
alle rust ergens verborgen in de aarde van Japan. Dit zal echter in de naaste
toekomst weer als zichtbare getuigenis van het verleden boven water komen.
Schriften:
Er bestaan in de
geestelijke wereld evenzo geschriften als op deze wereld.
Scythen
of Skythen: (Oudgrieks];
Latijn: (Scythae)
waren Iraanse ruiterstammen die tussen de 7e eeuw v. Chr. en de 4e
eeuw n. Chr. grote gebieden in de eurazatische steppe bewoonden.
Seba: Vissersdorp
aan het meer van Galilea; In het dorpje Seba, een vissersdorp aan de Galilese
zee, zetten de vele bewoners en ook diegenen die de Heer uit andere dorpjes
daarheen gevolgd waren, grote ogen op over Johannes de Doper en zeiden: 'Hoe is
het mogelijk dat hij een zonde beging? Want dat hij U, o Heer, nadat hij U toch
herkend had, niet gevolgd is, dat was dan toch een hoofdzonde waarvoor hij nu
moet boeten!? Heer plegen wij onrecht, als wij zo oordelen?' [GEJ1-140:7]; vlak
in de buurt van Kis.
Sehel: Degene die het goddelijke licht ziet,
‘Seh’ = zien, schouwen; ‘El’ = goddelijk licht en ‘Seh-el’ = glashelder
goddelijk licht.
Sehel: Deze was
de jongste en laatste zoon van Seth. Ook een van de twaalf die een visioen uit
Abedam hadden. Hij zag de naderende zondvloed en de nieuwe aardse tijd die
daarop volgde. Hij ontving het getuigenis van Abedam [de Heer] dat hij al in de
baarmoeder een onsterfelijke afstammeling was van de hoogste van alle hemelen,
die hem eeuwen geleden had herkend als zijn lieve, heilige Vader en aan zijn
zijde stond toen de eerste zon werd geschapen, waardoor Sehel heeft ook
bijgedragen. Sehel was allesbehalve welsprekend, maar niet toevallig, maar
opdat de naam van God door zijn harde tong zou worden verheerlijkt. Omdat Sehel
een ongehuwde man bleef en zijn vader Seth geen kleinkinderen had, werd de
laatste boos op hem en verbande hem naar het zuiden. Seth had daar spijt van
nadat Abedam de hoge oorsprong van Sehel had onthuld. Na de bekering van Lamech
werd Sehel door God getransfigureerd en geautoriseerd om zijn grote
werelddienst te doen. Dit gebeurde voor de ogen van de kinderen van God van de
primitieve mensheid - ze zagen echter alleen hoe Sehel plotseling verdween.
Sekem: Sechem, Sichem betekent ‘schouder’
[Num.26:31, Joz.17:2]; zoon van Gilead, stamvader der Sekemieten uit Manasse.
Serrhe: Daar verbleef Jezus en de Zijnen een
nacht en de volgende dag gingen zij onder veel betuigingen van liefde weer te
voet stroomopwaarts.
Sethlahem: Hij was een van de middagkinderen uit
de lijn van Seth en Enos en kwam naar Henoch toe, boog diep voor hem en zei:
'Henoch, zie, hier sta ik voor je in de naam van iedereen; mijn naam is
Sethlahem (dat wil zeggen: 'Een zoon van Seth begiftigd met wijsheid'). Maar
Henoch stond onmiddellijk op en zei: 'Hoor, Sethlahem, waarom die
opschepperij?! Hebt u dan de wijsheid ontvangen dat u met haar bent uitgegaan
om op te scheppen wat niet de moeite waard is om op te scheppen, en weet u niet
hoe u moet opscheppen over hem aan wie alle eer toekomt?! Of denk je dat het
leven ook geleerd kan worden als zo'n wijsheid die je met een koud hart hebt
geleerd, zodat je een meester in wijsheid zou worden ?! O Sethlahem, Sethlahem,
zorg ervoor dat je niet stikt in je ijdele honger naar kennis!
Sfeer: Dat is een omgeving waar men zich
prettig of onprettig voelt; het is een situatie of toestand maar geen locatie. Ieder mens leeft in zijn eigen
sfeer. [GJE2-61]
Sferen:
dat zijn tevens ook
leerscholen.
Sichar, vesting: Omdat het
voornamelijk een vesting voor Romeinen is, hebben ze het van Sichem gescheiden,
er een wal omheen gelegd en het een eigen naam gegeven. Het plaatsje was niet
groot. Vanaf de Jakobsbron was het maar 1000 passen, daarna even links en dan
was het nauwelijks zeven veldwegen gaans tot aan de eerste huizen van Sichar. [GJE1-66]
Sichar: Dit is niet
de stad Sichem hoewel het dicht bij de Jakobsbron lag. [Joh.4:5]; plaats in
Samaria, dicht bij de put van Jakob. [Job.4:5]
Sichem: Betekent ‘schouder’ en 360 graden of
cirkel [Gen.12:6]; stad in het dal
tussen de Ebal en de Gerizim. In deze omgeving, bij More, verschijnt God aan
Abraham, die er een altaar bouwt. [Gen.33:18]; later doet Jakob hetzelfde;
[Gen.33:19, Joz.24:32]; Jakob koopt een stuk grond van de zonen van Hemor, de
vader van Sichem. Gen.34:4 vertelt de geschiedenis van Sichem, de zoon van de
Chiwwiet Hemor en Dina; in de toespraak van Stefanus wordt Sichem genoemd.
[Hand.7:16] Stefanus betekent ook çirkel waarvan wij nog de ringdagen kennen op
de 360e dag als kinderspel, waarbij getracht wordt een stok of speer
door een ring te werpen, terwijl je op een paard zit. [Gen.23:19, Joz.24:32];
de grote wegen kruisten elkaar daar; na de ballingschap werd Sichem de hoofdstad
van de Samaritanen; Sichem betekent ‘de wijsheid’. Het oude Sichem is de
gedeeltelijke uitgegraven Tell Balata.
Sichem:
Een belangrijke
Kanaänitische stad en religieus centrum aan het oosteinde van de bergpas tussen
de Ebal en de Gerizzim in het midden van Samaria. Het was de eerste stad waar
Abraham in Kanaän kwam [Gen.12:6] Jakob kwam hier bij zijn terugkeer uit
Paddan-Aram. [Gen33:18]. Aangevallen door Simeon en Levi [Gen.34:26] In deze
plaats begroef Jakob de godenbeeldjes [Gen.35:4] en zocht Jozef zijn broers op.
[Gen.37:12-14]. Het gebeente van Jozef, dat uit Egypte was meegebracht, werd
hier begraven. [Joz.34:32, Hand.7:16]
Simon
Juda [Petrus]: Simon
van Juda; ook Simon Jona; Kephas genoemd Petrus; hij was een apostel en broer
van Andreas en werd door de laatste naar de Heer gebracht; over zijn latere
zendingswerk met zijn zoon Markus in Bagdad; [destijds het nieuwe Babylon] en
het martelingschap van Petrus aldaar; volgens GJE11 en andere bronnen uit
Lorber heeft hij de stad Rome nooit gezien.
Simon
von Kana: Ook wel
Koban genoemd, een huisbaas op wiens bruiloft de Heer voor het eerst water in
wijn veranderde. Hij wordt een leerling van de Heer en voor het eerst met de
anderen uitgezonden [GJE1-134].
Sion, de berg [har Tsion]: Zion in de
zuidwesthoek van het oude Jeruzalem; daar staat een gebouw met een zaal voor
het laatste avondmaal (Cenakel); daar zou ook het graf van David bevinden.
Zeven synagogen bleven daar overeind. Deze berg lag ten zuidwesten van de
ommuurde stad Jeruzalem. De naam Zion werd het eerst gegeven aan de zuidelijke
top van de oostelijke heuvel, dus aan de Ofel. [2 Sam.5:7]. Eerst later werd
Moria [de tempelberg] Zion genoemd [2 Kron.3:1]. Een vlakke rots, een soort
tafelberg.
Sirius: Sirjezc
[GJE4-199:5].
Sjeool:
Waar na de dood alle
‘demonische’ mensen samenkomen en een schimachtig bestaan leiden; het
dodenrijk, dat men zich denkt onder de aarde bevindt; de schimachtige wezens
kunnen in gestalte variëren van menselijke vorm tot dierlijke schrikbarende
wezens.
Skelet:
Verschijning van de
ziel aan gene zijde door zelfmoord.
Slakkenomhulling: Dat zijn de laatste materiële
restanten van bijvoorbeeld van het allerlaatste wezen in alle universa.
Slang,
de oude: Hebr.
‘Na-chasch’ = ‘na’ = niet, ‘cha’ = macht, ‘asch’ = het geestelijke vuur;
symbool van alle kwaad; symbool van de satan; zinnelijke verlangens; onze
trotsworm; verlangen naar alle hoererij; wellustige verlangens.
Sodom
en Gomorrah: Een van
de tien steden in de vlakte rondom het Jordaandal tussen het gebergte van Judea
en Jordanië, dat in de tijd van Abraham en Lot werd verteerd door pek en vuur,
vanwege de slechtheid van het volk. De zwavelachtige ‘Dode Zee’ is hiervan nog
steeds getuige. ‘Sodoma’, vaak met Gomorra genoemd;
de plaats van deze steden is niet precies bekend; misschien in het dal van
Siddim. Lot kiest voor deze streek, die hem paradijselijk toeschijnt.
[Gen.13:10]; in die tijd is Bera koning over Sodom; het zegt iets over Abrahams
voorbede voor Sodom: ‘als er ook maar tien rechtvaardigen zijn, zal de stad worden
gespaard’; maar deze worden niet gevonden. Lot en de zijnen vluchten en de
steden worden ‘omgekeerd.
Sowjet: Russ.: ‘Sawjet’, gesproken en ‘Cowet’
wordt geschreven als ‘Co’, de kracht, het vermogen; wet = de wetende geest;
‘Wjes’ = de kenner, de duivel.
Span,
Spanne: 22
centimeter.
Spanje:
Vermeldt in Rom.15:24,28 als land dat Paulus
bezoeken wil.
Spijziging
der 5.000: Johannes
6:16-21; ‘5.000 mensen’betekent de wereld die al haar geestelijke
voedselvoorraden heeft verbruikt; ‘eenvoudige knaap’: een pure, ongerepte
atmosfeer, een beetje kinderlijk geloof; ‘vijf gerstebroden’: de nog steeds
pure en ongerepte vijf zintuigen, Jezus’ leer aan mensen: ‘over twee vissen’:
liefde van het goede en het ware geloof is de liefdewarmte en wijsheid van het
leven; ‘de twaalf manden’: de twaalf stammen van Israël [GJE6-42:2-5].
Spraak:
Er is een universele
taal waarin alle engelen en geesten spreken; dit heeft niets gemeen met de taal
van de mensen in de wereld; in deze taal komt elke persoon na de dood terecht,
omdat het vanaf de schepping bij iedereen is ingeplant; een ieder spreekt met
zijn eigen taal in de geestelijke wereld; zelfs het geluid van de geestelijk
taal kan zo verschillend zijn van het geluid van de natuurlijke taal, ja dat
zelfs het geestelijke geluid, zelfs de zeer luide, niet eens wordt gehoord door
een natuurlijke persoon, noch het natuurlijk spraakgeluid van geestelijke
mensen.
Sprinkhanen:
Symboliseert
roekeloze frivole mensen, die tussen God en de dood heen en weer springen
[HG3-124:6].
Stammen
van Israël, twaalf: De
totaliteit van het goddelijke, de nooit bereikbare perfectie in alles.
Steen: Symbool van alle liefdeloosheid,
wereldgeleerd beredeneren zonder hartgevoelens. Een steen ligt in het diepste
gericht.
Stefanus: Volgens Handelingen was Stefanus de
eerste van zeven door de apostelen aangestelde diakenen. Hun taak was om de
aalmoezen eerlijk te verdelen onder de weduwen. De apostelen konden zich zo
concentreren op preken en lesgeven. Hij werd gestenigd na in Jeruzalem de
hogepriester en oudsten te hebben beschuldigd van moord op Jezus. De latere
apostel Paulus stemde met zijn executie
in. Zijn naam betekent cirkel en is
identiek aan Paulus. Deze houdt een rede voor het Sanhedrin [Hand.7]; tot 4 x
toe noemt hij een periode van 40 jaar; opmerkelijk is dat vanaf deze toespraak
tot de duur van de verwoesting van Jeruzalem ook 40 jaar was. [Jeruzalem is in
70 n. Chr. verwoest; Stefanus heeft Jezus niet gekend in het jaar 30 n. Chr,
want Jezus werd eerst in juni 25 n. Chr. gekruisigd.
Ster,
vallende: Symboliseert
degenen die uit de genade worden geworpen en verstoten vanwege hun
ongerechtigheid en daarom worden verteerd.
Sterftedatum Jezus: Jezus werd in 9. v. Chr. geboren en
begon in 22 n. Chr. en is in 25 n. Chr. gestorven en al in de vroege zomer;
want Hij heeft 33 jaren en 5 maanden geleefd op aarde, dat omstreeks 29 juni
was.
Sterren:
Sterren zijn evenwel
zonnen, en dienovereenkomstig vele werelden; elke samenleving in de hemel
verschijnt voor degene die onder de hemelse lucht staat soms als een ster.
Sterrenhemel:
Ook wel uitspansel genoemd, is de benaming voor de hemel die men ziet als men
omhoog kijkt op heldere en donkere nachten. Objecten die waargenomen kunnen
worden zijn de maan, sterren, kometen, planeten en zelfs verre nevels en
sterrenstelsels. Een in het oog vallend verschijnsel is de Melkweg, een dikke
band van sterren en interstellair stof die over de nachtelijke hemel loopt.
Deze melkweg is feitelijk een spiraalarm van het sterrenstelsel waar onze eigen
zon en aarde zich in bevinden. In de meeste delen van Europa zijn door
lichtvervuiling en smog als gevolg van verstedelijking van het landschap steeds
minder van deze sterren te zien. Op plekken met weinig lichtvervuiling en
weinig vocht in de lucht zijn wel veel sterren te zien. Dit is vaak op grote
hoogte in woestijnen, ver van de bewoonde wereld. Op deze plekken zijn vaak
grote observatoria te vinden die de sterrenhemel bestuderen.
Sterven: Zielen
kunnen in eeuwigheid niet sterven.
Stichting
stad Rome: De stad
Rome is genoemd naar haar eerste koning. Dit zou hebben plaatsgevonden op 21
april 753 v. Chr. Het ontstaan van Rome is een gebeurtenis waarover
meerdere verhalen de ronde doen. Keizer Augustus had opdracht gegeven om een verhaal over het ontstaan van
Rome te maken. Rome werd volgens een beroemde legende gesticht op 21 april 753
v. Chr. in de landstreek van Latium in Italië.
Straffen
in de hel: Die duren
in eeuwigheid; we hebben het hier over de straffen zelf. Het betreft niet de
eeuwige duur van mensen in de hel!
Sukkot: Stad
in het Jordaandal bij de monding van de Jabbok.
Sundar
Singh: Hij stamde uit
een welgestelde familie. De eerste keer dat hij in aanraking kwam met het
christendom, was zijn reactie vijandig. Naar eigen zeggen kreeg hij echter een
visioen, waarna hij zich bekeerde. Dit had tot gevolg dat zijn familie hem
verstootte. Hij kreeg nog meer visioenen en zag het als zijn taak om door de
dorpen te trekken en Indiërs te bekeren. Hij had Indiase en Westerse
volgelingen, maar ook vijanden. Zo overleefde hij enkele moordaanslagen. Hij
reisde meerdere keren naar de Himalaya, om van daaruit zendingswerk in Tibet te
doen. Na een rondreis door Zuid-India werd hij uitgenodigd naar het buitenland
te komen. Hij bekritiseerde het materialisme en het gebrek aan geestelijkheid die
volgens hem in het westen heersten. In 1929 begon hij aan een nieuwe reis naar
Tibet, maar kwam daar niet aan. Verschillende zoekexpedities bleven zonder
succes.
Swedenborg: Een van de grootste zieners en
schrijfprofeten allertijden. (Geboren in Stockholm, op 29 januari 1688; Hij verbleef vaak in Engeland en
Nederland. Gestorven op 29 maart 1772. Hij was een Zweedse wetenschapper, mysticus, filosoof en theoloog. De familie Swedenborg was van
adel. Zijn vader Jesper Swedenborg was bisschop en professor aan de
universiteit van Uppsala.
T,
letter: Volgens de
handeling van de men, gepaard gaande met het kruis op-zich-nemen, en het
volbrengen ervan.
Tabor
[berg]: [De
feitelijke Arbelberg naast Tiberias]. De hoogste en tegelijkertijd
diepste kennis van God in geest en in waarheid.
Taddeus of Thaddeus: Betekent ‘moedig’ in het Aramees;
Hij was een van de
zeventig discipelen [Matth.10:3,
Marc.3:18, Judas 2]; en was bij koning Abgarus in Mesopotamië met Pontos
en Perzië.
Tandengeknars:
Tandenknarsen: werelds geruzie over rechthebberij, waarheid en leven;
dit betekent in het Woord een samensmelting van de onderlinge slechtheid of het
onware.
Tartarië:
Het Oude Woord, dat voor de tijd van Israel
zich nog in Azië bevond en het is bewaard gebleven in het grote Tartarië.
Taurus:
Stier; [denk aan het
middel Taurine!]; ‘Ti a our sat’: de tijd van de stier om op zijn achterpoten
te gaan staan; ‘Sat’ =
tijd.
Teken
van de Mensenzoon: Nieuw ontwaakte liefde met al haar
hemelse attributen.
Tellurisch:
Aards [het aardse].
Aardkost, aarde - tot de aarde behorend.
Tempelbouw: 'Zes en veertig jaren’ had men voor het bouwen van de tempel nodig, en
u wilt dat in drie dagen alleen doen? Want zij wisten niet, dat Hij over de
tempel van Zijn lichaam sprak. [Joh.2:20-2, GJE1-13:2]; De
tempel stelt de mens voor, waarin ook het allerheiligste is. Dit mag nooit
ontheiligd worden. Salomo
bouwde de tempel in het 480e jaar na de uittocht van Egypte, dat is
omtrent 500 v. Chr. en nog eens 500 jaar later Herodus. Hij begon met de
tempelbouw ongeveer in 17 v. Chr.
Terach: Stamt af van Sem,; Terah was de vader van
Abraham; hij trekt met zijn familie weg uit Ur en gaat naar Haran waar hij
sterft. [Hand.7:4, Lucas 3:4] – Terah vertrok met zijn kinderen, dicht bij de
Perzische Golf.
Terugkomst Jezus: Jezus zei tegen Zijn
leerlingen: ‘Als je
met z'n tweeën bent en beiden een grote angst voor de mensen hebt, ontvlucht
dan een stad waar men jullie zal vervolgen en ga naar een andere! Want voorwaar
Ik zeg jullie: Je zult lang niet in alle steden van Israël gepredikt hebben,
voordat Ik als de Zoon des mensen weer bij jullie zal komen (Matth. 10:23) als
Degene, die voor ieder het gericht, een verwoestend vuur in zijn hart ontsteken
zal, en de kwade worm in de borst van de boosdoener zal wekken; en het vuur zal
niet doven en de worm zal niet sterven; jullie zullen daardoor echter
gerechtvaardigd worden. Want wee degenen, die jullie hebben vervolgd en de hand
aan jullie geslagen hebben!' [GJE1-138:15]; De Heer zal terugkomen op de 3e
werelddag ná 2000 n. Chr. [GJE2-63]
Testament:
Wat het verschil
maakt tussen het Oude en het Nieuwe Testament is dat de Heer liefde en
liefdeactiviteit in het Nieuwe Testament leerde.
Theologie:
Er bestaat geen
theologie zonder waarheden, en waar deze niet zijn, daar is geen kerk;
ingevolge de kennis en erkenning van God is de feitelijke zielsmatigheid van
alle dingen in de gehele theologie neergelegd; helaas is theologie tegenwoordig
grotendeels gedegenereerd van een hoog geestelijk niveau naar een lagere
niveautrap.
Theophilus: Betekent ‘Vriend van God’; Luc.1:3, Hand.1:1; een onbekende aan wie
Lucas zijn beide geschriften opdraagt; zie elders uitgebreid onder Evangelist
en [Lukas].
Therapeut:
In het Grieks betekent het ‘genezer’
komt van het Aramese Essaya; [Jezus - Iosis].
Thomas:
De derde discipel van
Jezus. Hij droeg Judas voor aan de Heer en werd de scherpste criticus van Judas
en krijgt met hem ruzie.
Thummin: Hebr. ‘Thum’ betekent gerechtigheid,
waarheid; symbool van terugkerende gehoorzaamheid door oprecht berouw; Adams
tranen van berouw, bewaard in de boezem van de aarde om tot een vertroostend
teken te zijn van de toekomstige wedergeboorte, zoals het zou moeten zijn en
elke ontbering van de verleidingen der wereld zou moeten weerstaan.
Tiberias: Het meer van Galilea lag 2.000 jaar
geleden niet zover van het toenmalige Nazareth. Er is een berg aan het uiterste
topje van dit meer. [GJE2-170]; Tegenwoordig is het meer 9,5 km. breed, 21
kilometer lang, en 50-70 meter diep; de totale oppervlakte bedraagt 170 kilometer. Drie uur gaans vanaf de stad Tyrus naar het
noordelijk puntje van de Galilese zee. Dat zou dan 10 kilometer zijn en 15
kilometer naar Tyrus. Elders staat 1 dag te voet. [GJE2-169,175]. De stad
Tiberias is door een aardbeving verwoest. Er zijn nog wel resten overgebleven.
Het heeft warme bronnen aan de breukranden onder water. Het ligt 205 meter
beneden de zeespiegel. [Dode Zee 400 minus meter]; zij is naar de regerende
keizer Tiberius [14-37 n. Chr.] genoemd; [Joh. 6:1,23, 21:1]; de stad is door
Herodes Antipas gebouwd en genoemd.
Tien: Betekent alles.
Tijd: Gericht in de materie; in de
geestelijke wereld is de tijd niet verdeeld in dagen, weken, maanden en jaren
omdat de zon daar niet opkomt of ondergaat, noch lijkt zij zich te bewegen,
maar blijft in het oosten onwrikbaar op haar plek stralen. De tijd wordt wel
gezien als een opeenvolging van tijdstippen. Daarnaast kan bepaald worden
hoeveel tijd een gebeurtenis na een andere plaatsvindt. Het betreft dan de
tijdsduur tussen twee tijdstippen. Met het begrip tijd worden deze
volgorde en duur beschreven. Tijd kan gezien worden als een vierde dimensie.
Tijdrekening: Elke cultuur kent zo zijn eigen
tijdrekening, vaak gebaseerd op regelmatige verschijnselen aan het firmament.
Tobias: De
oude Tobias heeft in zijn leven psalm na psalm gezongen. Hij voorspelt zijn
collega's de eeuwige vloek over de joden, dat ze op aarde nooit meer een thuis
zullen hebben en dat hun naam, waar zich zelfs de heidenen voor gebogen hebben,
walging zal opwekken bij mensen. Zo waar God leeft, zo waar zal dit ook
gebeuren.
Toekomstig
geloof van de mensheid: Een overste zei tegen Jezus in 25 n. Chr.: ‘Ja, ik zou bijna met zekerheid durven
zeggen, hoewel ik geen profetische gave heb, dat afgaande op mijn kennis van de
mensheid uit de vrij verre omtrek van Azië, Afrika en Europa, van nu aan
gerekend, binnen twee duizend jaar nog lang niet de helft van de aardse mensen
zich in het licht van deze leer van U zal zonnen! Heb ik gelijk of niet?' De
Heer zei: 'In de aard van de zaak heb je volstrekt geen ongelijk. GJE1-81
[9,10]
Toren: Hebr. Migdal, het zinbeeld voor
hoogmoed en overtreffends; ‘Mi Gadol’ = mijn eigen grootte.
Tranendal:
Berouw over begane zonden.
Trojaanse
paard: De soldaten in de buik van het
houten Trojaanse paard. Iedereen kent dit verhaal! [GJE2-198].
Twaalf:
Betekent de
volledigheid van het ware uit het goede.
Tyrus: Rots; [Joz.19:29]; vaak samen genoemd met Sidon; de
beroemde Fenicische stad, gebouwd op een rots;
[Ezech.26:4]; het heet nu Es-Soer.
U,
letter: Een
vergaarbak voor al het goddelijke dat van boven naar de aarde komt en ook voor
de mensen; het drinkvat voor het ware
leven.
Uitspansel: Er is maar één uitspansel in de
eindeloze vrije ruimte, en dat is de wil van God, die door Zijn eeuwige
onveranderlijke wet de hele ruimte en alles wat daarin is vervult.
[GJE1-160:19]
Uitverkorenen: Binnen bepaalde christelijke
stromingen wordt geloofd dat God volgens de predestinatieleer of
voorverordinering al aan het begin der tijden voor alle eeuwigheid heeft
vastgelegd, welke mensen zijn uitverkoren om te worden gered voor de zekere
toekomstige ondergang van de mensheid. Dit wordt het besluit van verkiezing
genoemd. Iemand die is uitverkoren wordt een uitverkorene genoemd.
Maar het tegendeel is waar: ieder mens kan uitverkoren worden wil hij leven
volgens de goddelijke wetten.
Ur der Chaldeeën: Laban woonde vlak bij het Ur der
Chaldeeën. Nu heet het Urfa, waar
ook eens de oervader Abraham woonde. [Hand.7:4]: Het Ur lag zo’n 50 km. ten
noorden van Haran, aan de overkant van de Eufraat. [Joz.24:2,3]; Daar woonde
ook eens Heber, de stamvader van de Hebreeën. Het latere Babylonië kwam uit het
land der Chaldeeën. Het grootste deel van Daniël is geschreven in het Syrisch
(Aramees); [Dan.2:4]; In Noord-West- Syrië, in de oude stad Ebla, is in 1964 op
een kleitablet een inscriptie gevonden met de naam Ur in het gebied van Haran.
[Gen.24:4-10, Joz.24:2, Jes.23:13]; dit betreft niet het Ur in Babylon, een
Assyrische stad; [Gen.11:28,31, 15:7, Neh.9:7]; Ur had in de tijd van Abraham
reeds een hoog peil van beschaving en ontwikkeling bereikt.
Uriël: ‘Mijn licht is God’; een naam van een
aartsengel.
Urka: Oercentrale zon = ‘Ur-ka’, draagster
en lichtkracht; ‘Ouriza’, creator van het licht.
Vagevuur: Het woord vagevuur stamt van
het Middelnederlandse vâgen,
‘reinigen’, ‘schoonmaken’, ‘zuiveren’. Vagevuur betekent dus zoveel als
een vuur dat (de ziel van) de overledene zuivert volgens de katholieke kerk;
Maar er bestaat niet echt een vagevuur, wel in de verbeelding; ook al op aarde.
Van daaruit
schreef hij aan diverse gemeentes brieven, die gedeeltelijk zich nog als joden
of christen streng aan deze regels hielden. Deze bijeenkomst is nog kort
genoemd door de evangelist Lukas. Bij een samenkomst van Paulus werd Petrus
echter scherp veroordeeld, omdat hij met de joden nog volkomen jood wilde zijn
en met hun regels, die de Heer opgeheven had, toch nog daarop grote waarde
legde. [GJE2-176]
Van Izaak tot de uittocht duurde het 400 jaar [in de woestijn 40 jaar];
Tot de dood van Jozua 10 jaar, in totaal 450 jaar]; [Hand.7:6, 13:17-21,
Exod.12:40, 15:16, Gal.3:17]. Het manna hield precies 40 jaar ná de uittocht
op. [Num.14:38]; Verantwoording van 235 jaar: Mozes (40), Jozua (10), Othniel
(40), Eglon (80), Debora (40), Abimelech (3) en Thola (23) met een totaal van
236 jaar.
Van zijn
bron in het Hermongebergte tot aan de monding van de Dode Zee stijgt hij op de
kortste weg over de circa 900 brede hoogte naar beneden. Aan de benedenloop
hebben de discipelen van Johannes de Doper een ford met de naam Betabar of
Betanië, een soort trap gebouwd. De Jordaan
lag toen niet ver van de woestenij van Bethabara, waar deze rivier in de zee
(het Galilea-meer) valt, en er dan doorheen stroomt en vervolgens zich naar de
Dode Zee richt. [GJE2-82] De Jordaan in de omgeving van Bethabara staat
zomers vaak droog, vooral half juni tot in augustus. (GJE 1-12-1)
Vaticaan: Vaticaanstad is een
klein staatje in Rome. Het is het kleinste staatje van heel de wereld en wordt geregeerd
door de Paus. Ooit bezat de paus als kerkelijke staat een groot gebied in
centraal en oost-Italië. Het Vaticaan begon als onafhankelijke staat.
Volgens Jakob Lorbers geschriften zal zij voor 2030 aan haar ‘wereldse macht’
een einde zien komen.
Veld: Betekent de leer.
Venus:
‘Ve-nuz’, ‘Ve-niz’: Ze
weet niets; dwaze vrouwelijke schoonheid; de godin van de schoonheid; identiek
aan Naehme, kleindochter van Lamech, de zoon van Hanoch en kleinzoon van Kaïn.
Verder
betekent deze naam ‘intelligentsia’, ‘woordvoerder’
of ‘predikant’. Farizeeërs zijn theologen. [Grieks: pharisaioi en Hebr.
Perusim], die zich overdreven streng vasthielden aan de letter van de wet en
elke vreemde invloed weerde. Van het grootse belang was voor hen de mondeling
overgeleverde uitleg van de wet, zodat zij hun uitleg soms boven de wet
stelden. Zij hielden zich
strikt aan de joodse wetgeving zoals neergeschreven staat in
de eerste vijf boeken van de (Hebreeuwse)
Bijbel. Daarnaast
hielden zij zich aan de mondelinge overlevering (uiteindelijk verzameld in
de Misjna). Ze geloofden dat een vroom leven en een strikte
navolging van de Wet de mens dichter bij God zou brengen. Wat tegenwoordig de godsdienstige
hoogleraren zijn, waren vroeger de opperste Farizeeërs in de tempel, ten tijde
van Jezus.
Verinnerlijking:
‘In-zichzelf-gaan’ betekent de stralen van de wil naar zichzelf
toetrekken, dat is de geest of de liefde en deze trekt haar vrije wil aan en
richt zich uitsluitend op datgene wat Gods wil is.
Verloren
zoon: Één
van de bekendste gelijkenissen uit het Nieuwe Testament, opgetekend door
de evangelist Lucas, te vinden in Lucas 15:11-32. De gebruikelijke Nederlandse naam verloren
zoon sluit aan bij de naam van de voorafgaande gelijkenissen. In
andere talen spreekt men van de verkwistende zoon. De gelijkenis
beschrijft hoe God omgaat met zondaren. Er vindt in de Bijbel een
opeenvolging van drie identieke verhalen, dat geen toeval is. Het verloren
schaap is er een van de honderd, de verloren penning is er een van de tien, de
verloren zoon is er een van de twee.
Verlorene: Een verlorene te vinden is meer waard
dan 99 rechtvaardigen, die volgens hun geweten geen boete behoeven te doen,
omdat ze menen dat ze op iedere sabbat God dienen op de berg Garizim. [GJE1-29] De Heer heeft de almachtige onwrikbare wil
ieder mens voor eeuwig te helpen. Het is Zijn bedoeling, Zijn plan, Zijn wil
het verlorene te zoeken, het zieke te genezen en alles wat gevangen zit te
bevrijden, maar toch moet ieder mens zijn onaangetaste vrije wil behouden.
[GJE2-113]
Veronika is Seraphia: Zij had dezelfde leeftijd als Maria en
was met 48 jaar bij de kruisgang van Jezus (15+ ruim 33,5); Veronika heeft
Jezus als knaap vaak te eten gegeven. De drinkbeker werd van haar gehaald.
[Lucas 23:27]; in de traditie was zij de vrouw die het gelaat van Jezus op de
kruisweg met een doek afdroogt; de afbeelding op het doek is echter een
illusie; de maagd, die de Heer het zweetdoek aanreikte [GJE11-74].
Verraad:
Het verraad van Judas
betekent, dat de Heer door de joden werd verraden, bij wie destijds het Woord was;
want Judas staat voor ieder volk als symbool.
Versplintering
van de ziel: Wanneer de ziel geen enkel besef meer heeft van de
goddelijke geest, maar zichzelf tenslotte zo zeer verliest, dat zij zelfs in
volle ernst haar eigen bestaan begint te ontkennen en er niet meer van te
overtuigen is dat zij bestaat! Ja, als die toestand eenmaal intreedt bij de
wereldse mensheid, is een mens ook geheel opgehouden mens te zijn. Hij is dan
slechts een instinctmatig, verstandig dier en voorlopig helemaal niet in staat
tot enige verdere ontwikkeling van de ziel en de geest. Daarom moet dat vlees
gedood worden en vergaan, samen met de te vast met het vlees verbonden ziel,
opdat misschien na vele duizenden jaren een geheel vrij van het vlees
geworden ziel weer de weg van haar eigen ontwikkeling en zelfstandig wording
kan volgen, hetzij nog op deze aarde of op een andere planeet. [GJE3-11:1-3]
Vissen: Vissen worden in de Bijbel verdeeld in ‘reine’ en ‘onreine’ vissen; De
eerste mocht je eten, de tweede niet. ‘Alles wat schubben heeft’, was rein,
maar wat ‘geen vinnen en schubben heeft van wat in het water wemelt’, was
onrein.
Voedsel: Vlees mocht men alleen eten wanneer
dit van reine dieren was. De wet van Mozes had dit precies omschreven. Melk
mocht vers of zuur zijn. Boter en kaas hiervan maken waren de volkeren uit de
Bijbelverhalen wel toevertrouwd. Men at driemaal per dag. De vruchten,
groenten, gebakken brood vulden de maaltijd aan. In de oudtestamentische tijd
zat men meestal op de grond bij het eten; in het Nieuwe Testament zat men
liggend op de banken, vandaar het woord ‘aanliggen’. De gastvrijheid was in
Palestina altijd bijzonder groot.
Volkstelling
Romeinen: Er zou volgens een inscriptie van keizer Augustus in
Ankara [Ancyra] gevonden zijn die een overzicht geeft over al zijn daden; een
geleverd bewijs uit het Romeinse jaar 747, dat is 7 v. Chr.; de keizer was van
plan het gehele joodse volk te tellen en te registreren. Dit had veel onrust
bij de joden veroorzaakt, omdat het de joden verboden was mensen te tellen.
Voorbeschikking:
God kan niemand
voorbestemmen voor de eeuwige dood; - iedereen is voorbestemd om naar de hemel
te gaan en niemand naar de hel, maar de mens geeft zichzelf aan de hel door
misbruik van zijn vrije wil.
Voormensen: De pro-Adamieten, waren dierlijke
mensen zonder enig besef van een hogere macht; zij hadden de aarde vooraf
miljoenen jaren bewerk, totdat de echte mensen er mochten leven; 6000 jaar
geleden kon op aarde de eerse mens vrij rondwandelen.
Vorst: De vorst van deze wereld betekent de
hel [Joh.12:31].
Vossen:
vertegenwoordigen
verlangens van de hel.
Watergeesten: Marcus de Romein wilde zijn net
uitwerpen op het meer van Galilea, maar Jezus zei: we zijn nog geen half uur op
het water en willen daarom niet meteen de rust verstoren en haar geesten wekken
die ons vervolgens erg zouden kunnen plagen. [GJE2-187]
Waterstof[bom]:
Een chemisch element.
Het element komt als zodanig niet in geïsoleerde vorm voor in normale
omstandigheden, maar vormt door de hoge reactiviteit verbindingen. Onder
atmosferische omstandigheden vormt waterstof een twee-atomig molecule, dat
meestal gewoon als waterstof of waterstofgas aangeduid wordt. Waterstof is het
meest voorkomende element in het universum. Een waterstofbom, H-bom of
thermonucleaire bom is een atoombom die veel van zijn explosieve energie uit
kernfusie van waterstofatomen tot helium verkrijgt. Meestal worden de
waterstofisotopen deuterium en/of tritium en verder lithium gebruikt. Dit zijn
lichte kernen die relatief gemakkelijk tot fusie te brengen zijn.
Wedergeboorte:
De ziel moet eerst
met het water der deemoed en zelfverloochening worden gereinigd en kan daarna
pas de geest van de waarheid opnemen, omdat een onreine ziel die nooit bevatten
kan; een onreine ziel is als de nacht, terwijl de waarheid een volle zon is,
die overal het daglicht om zich heen verspreidt. Degene, die zo de waarheid
opneemt in zijn door de deemoed gereinigde ziel, en die waarheid als zodanig
herkent, wordt door deze waarheid vrijgemaakt in de geest, en deze vrijheid van
de geest, ofwel het ingaan van de geest in die vrijheid, is dan het eigenlijke
binnengaan in het Rijk van God.‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: tenzij iemand
geboren wordt uit water en geest kan hij het koninkrijk van God niet
binnengaan' [Joh.3:5, GJE1-18:3].
Weersgesteldheid: De mens is
er zelf altijd voor verantwoordelijk als zijn bestaan moeilijker wordt, zoals
hij het ook aan zich zelf te wijten heeft als in een bepaald land de oogst vaak
slechter is dan zij normaal zou moeten zijn, want de weersgesteldheid hangt
niet helemaal af van de wil van God, maar ook van de wil van de mensen.
[GJE2-225:4,5]
Wereldgericht: Een wereldgericht bestaat niet uit
oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel, dat alle
heidenen verteert. (GJE 1-21-4)
Werelds
geluk: Dit is de
zielendood .
Wereldsituatie zal hetzelfde blijven: De wereld zal nooit veranderen en
blijft altijd als de woestenij van Bethabara, waar Johannes de Doper doopte.
Maar ook de Heer blijft Dezelfde en zal nooit veranderen. (GJE 1-5-20)
Westen:
In het Westen van de
geestelijke wereld zijn diegenen, die in het slechte zijn.
Westenwind: Een tamelijk harde westenwind heeft volgens Petrus een
ongunstige invloed op de vissen, die dan naar de bodem gedreven worden
[GJE2-43].
Wezens:
Toen
God eenmaal uit Zichzelf, op Hem gelijkende vrije wezens wilde scheppen, moest
Hij ze ook voorzien van de strijdende tegenstellingen, die Hij in Zichzelf
eeuwig in de natuurlijk beste en zuiverst afgewogen verhouding bezat en
bezitten moest, omdat Hij anders nooit iets had kunnen doen. Dus, de wezens
werden toen volledig naar Zijn evenbeeld gevormd, en als laatste kregen zij
noodzakelijkerwijs ook het bezit over het vermogen zichzelf sterker te maken
door de strijd met de in hen door God meegegeven strijdende tegenstellingen.
Ieder wezen kreeg geheel in zichzelf de beschikking over rust en beweging,
luiheid en ijver, duister en licht, liefde en toorn, opvliegendheid en
zachtmoedigheid en nog duizenden andere mogelijkheden; alleen de mate waarin,
was verschillend. In God waren al de tegenstellingen al eeuwig volmaakt in
balans. Maar bij de geschapen wezens moesten zij pas door de vrije strijd uit
zichzelf, dus door de bekende zelfwerkzaamheid, in de juiste orde komen.
[GJE2-229].
Wijnwonder
te Kana: Zoals Jezus
het water in de wijn veranderde, zo zal het menselijk natuurmatige en
zintuiglijke ook in de geest worden omgezet door het woord uit Zijn mond, als
de mens er dan ook naar leeft [GJE1-11:19].
Wil, de
vrije: De mens,
zolang hij in de wereld leeft, wordt gehouden in het midden tussen hemel en
hel, en is op aarde in geestelijk evenwicht, wat vrije wil is; ook het vermogen
om te willen en te doen, en zodanig te denken en te praten, alsof het zichzelf
betreft. De oorsprong van de vrije wil komt uit de geestelijke wereld waarin
het gemoed van de mens wordt gehouden door de Heer. God is constant aanwezig en
streeft en werkt continu in mensen, en triggert ook hun vrije wil, maar
beïnvloedt deze nooit. Krachtens de vrije wil is de mens menselijk en niet
dierlijk. Zonder de vrije wil in het kleinste, zou de mens niet meer ademen dan
een standbeeld.
Wil: De wil op zichzelf beschouwd is de
neiging van elke liefde; de wil of het streven wordt als handeling beschouwd, omdat
het constant streven is om te handelen, wat een uiterlijke daad wordt zodra de beslissing is genomen; de
bedoelingen van de wil moeten worden onderzocht, omdat liefde zijn zetel heeft
in de wil. De menselijke wil is tweevoudig, een innerlijke en een uiterlijke,
of die van de innerlijke en die van de uiterlijke mens; de innerlijke wil is de
mens zelf, omdat het zijn wezen, de essentie van zijn leven is; de wil van de
natuurlijke mens neigt tot allerlei soorten kwaad, en het denken van hem neigt
ook tot allerlei soorten slechtheden. Het denken wordt niemand aangerekend,
maar wel de wil. In de geestelijke wereld kan niemand iets doen tegen zijn wil.
De wil van de Heer is de beoefening van liefde volgens de waarheden van het
geloof.
Windhosen:
Daar, precies in het
midden van de Stille Oceaan, op dezelfde plaats waar ook ooit de Maan van de
Aarde werd gescheiden, gaan natuurgeesten, bevrijd uit hun gevangenschap, over
in de lichter beweeglijke lucht om daar hun verdere ontwikkeling tegemoet te gaan.
Daar scholen ze samen, en waar de luchtzuil met zuivere natuurgeesten
kegelvormig neerdaalt om de lagere geesten langzamerhand in hun rijk op te
nemen, daar verheft zich eveneens kegelvormig een waterberg, bezwangerd met
deze natuurelementen.
Wodan:
‘Uodan’betekent waterman.
Woekergeest:
Een woekergeest is
iemand die geld uitleent aan een ander en daarvoor een abnormale, onredelijk
hoge rente terugvraagt. In zo'n geval wordt de rente aangeduid met woekerrente.
Het woord woeker voor het woord rente is afkomstig van (te) snel groeien ofwel
ook genoemd met het woord woekeren. Woekeraars kunnen een onredelijk hoge rente
rekenen in situaties waarin de ontvanger van de lening geen keus heeft, of geen
zicht heeft op eventuele mogelijkheden om tegen een lagere rente te lenen.
Woestijn: De verblijfplaats die de Heer in de
woestenij bij Bethabara had uitgekozen was een ruime grot zonder geheime
uitgangen. Deze grot lag tamelijk hoog en het geboomte stond er dicht omheen.
Voor de grot was ook een heel ruim vrij plateau waarop voor enige duizenden
mensen meer dan genoeg plaats was, en op dit plateau hadden zich dan ook de
mensen met hun zieken een plaats gezocht. [GJE2-95]; Veertig jaar voerde Jehova
zichtbaar de kinderen uit Egypte; ze zagen Hem dag en nacht; in de woestijn
waar Hij de wetten gaf, voedde Hij hen op wonderbaarlijke wijze gedurende 40
jaar. [met een wolk omtrokken!] - [GJE1-168]; Jezus heeft veertig dagen in de woestijn gevat en aan
innerlijke zelfbeschouwing gedaan om te ‘vermenselijken’ als Heer en Schepper
en moest vele beproevingen doorstaan. ‘Toen de satan zich terug moest trekken,
kwamen de engelen tot Hem en dienden Hem. De Heer heeft ook na de doop van
Johannes Zich enige tijd opgehouden bij Johannes de Doper bij de Jordaan in de
omgeving van het huidig dorpje of gemeenschap Had Nes. (GJE 1-7-3, GJE 1-47-7]
Wraak: Wraak moet je uit je hart weren.
Ban alle toorn en wraak uit je hart. [GJE2-122]
Yoga: ‘Yog’ = sanskr.: ‘Yong’ = verbinden; Lat.:
‘Jungo’ = ik verbind; ‘Yo’ = gaan, de weg, de scheppende weg.
Zaad: Gr.
Sperma; Hebr. S-p-r [Sepher]: betekent scheppen, creëren; het uit zichzelf halen, ‘Ma’ betekent maken,
vormgeven.
Zacharias: Griekse
vorm van Zekarja en het betekent: ‘Jaweh gedenkt’. Profeet ten tijde van
Zerubbabel, ongeveer tegelijk met Haggaï [Neh.12:16; Matth. 23:35, Luc.11:5];
was ook vader van Johannes de Doper; er waren meer ‘Zachariassen’; bijvoorbeeld
Zacharias de 11e één van de 12 kleine profeten; Een bewezen feit is dat de vuurzuil, na de gruwelijke moord op priester
Zacharias tussen het offeraltaar en het allerheiligste, plotseling verdween en
sindsdien ondanks alle bidden en smeken niet meer te voorschijn kwam. Vooral
daarom heeft men toch ook de prediker Johannes, die een aantal jaren bij
Bethabara werkte, in de gevangenis gebracht. Want men was bang, dat hij als
zoon van Zacharias, die beslist geen goed getuigenis over de priesters in
Jeruzalem gaf, gemakkelijk iets over de namaakark zou kunnen weten en dat aan
het volk zou kunnen vertellen! Daarom wordt ook de timmerman zo vervolgd, omdat
men hem moet vrezen vanwege zijn duidelijke profetische gave, waarmee hij het
volk in zou kunnen lichten. Rond Mattheus 15:10 speelt zich het verhaal af van
de hoofdman in Genezareth. Deze zegt: dat nauwelijks dertig jaar geleden was
dat hij Hem ontmoette; [intussen was Jezus al een half jaar met Zijn leerlingen
in Zijn leerambt! Zacharias werd in de tempel vermoord. [GJE1-117, GJE2-52, GJE2-124]; De profeet Zacharias van het Oude Testament
profeteerde in 465 v. Chr. dat de Messias voor 30 zilverlingen zal verkocht
worden; [Zach.11:12,12]. De naam Zacharias betekent: ‘Jaweh herinnert zich’; De
NT-hogepriester Zachariastbehoorde tot de afdeling van Abia (‘Jaweh is Vader’);
De opperpriester werd in de ochtendschemering vermoord en de kinderen van
Israel wisten het niet. Na zijn dood viel het lot op Simeon. Hij zou eerst de
Christus mogen zien voor hij sterven zou. Zijn naam in het hebreeuws: זכריה;
hij is volgens het Lucasevangelie de vader van Johannes de Doper. In
tegenstelling tot de informatie die in het Nieuwe Testament wordt gegeven, is
elders weinig informatie over Zacharias verstrekt. De verschijning van de engel
aan Zacharias. Hij was volgens het Lucasevangelie een priester in de lijn van
Abia, de man van Elisabeth. Hij leefde ten tijde van Herodes, koning van Juda.
Lucas karakteriseert Zacharias en Elisabeth als rechtvaardig voor God en
onberispelijk. Ze leefden naar alle geboden en eisen van de Heer. Zij waren
kinderloos, omdat Elisabeth onvruchtbaar was, en ze waren op hoge leeftijd
gekomen. Hij werd in de tempel op een stiekeme wijze gewurgd.
Zacheus: Een belastinginspecteur,
hoofddouanebeambte [oppertollenaar] uit
Jericho onder het district van de Romeinen wilde Jezus zien en horen; hij
beklom daar een moerbeiboom maar was klein van gestalte. Bij het passeren van
Jezus en de Zijnen op de verkeerswegader naar Nahim in Judea, sloeg hij in de
boom dit bijzondere gezelschap gade om hen beter te kunnen zien; de Heer echter
komt naar hem toe en geneest zijn krankzinnige en bezeten zoon [GJE9-28]; Hij
bekeerde zich en beloofde alles wat hij teveel had genomen viervoudig terug te
zullen teruggeven; [Luk.19]; Zijn hebreeuwse naam: זכי; Hij is de joodse oppertollenaar van
Jericho. Uiteindelijk gaf Zacheüs de
helft van zijn bezittingen aan de armen, en alles wat hij had afgeperst,
vergoedde hij viervoudig. [Luc.119:1-10]
Zaligheid:
Eeuwige
gelukzaligheid hangt niet af van de plaats, maar van de toestand van de
persoon; de genotprikkels van de ziel, de gedachten van troost en de fysieke
gewaarwordingen van een eeuwige gelukzaligheid; de gelukzaligheid van de
gevoelens van het lichaam zijn niet eeuwig, maar tijdelijk, waaraan een einde
komt en soms ongelukkig kan maken.
Zebadeus:
Vader van de apostel
Jakobus en Johannes; Zebedeüs, een
Griekse vorm van Sebadja; het betekent: ‘Jaweh schenkt’, vader van Jakobus (de
jongere) en Johannes; toen hij op een keer met zijn beide zonen vistte, lieten
ze hem plotseling alleen in de boot achter, want Jezus riep hen en zij volgden
Hem.
Zebadja: Was poortwachter of koster in de
tempel; er was ook een Zebadja, die officier was bij koning David.
Zebaoth: Meervoud van het veel gebruikte bijnaam Gods. Jahwe Zebaoth
is de Heer der heerscharen, als aanduiding van Jahwes volstrekte macht; Heer God Zebaoth, Heer
aller heirscharen, God van alle werelden.
Zes: Het hoogste goddelijke geduld, als de
moeder van de barmhartigheid.
Zeus: Een figuur in de Griekse mytholoie; Hij was een zoon van Kronos (Lat. Saturnus]; Het equivalent van Zeus in de Romeinse godsdienst is
Jupiter. De betekenis van zijn naam (Indo-Europees = stralende, verwant met
Latijn dies = dag) duidt op een verwantschap met de verering van het
heldere uitspansel; Zeus’ meest wezenlijke functie is die van hemelgoed
[heidens afgod].
Zeven
[geesten van God]:
Het volledige aantal van de goeden en waren van hemel van God, de zeven geesten
van God; de volmacht van de zeven geesten van God, die overeenkomst hebben met
de zeven kleuren en daarom met het leven van ieder mens.
Ziekten
aan het zielenlichaam: het
vleselijke en werelds zinnelijke hartstochten.
Ziel, wat is zij?: Swedenborg beschrijft de
ziel van mens en dier. Dieren hebben niet een specifieke wil en verstand, zoals
de mensen, hoewel identiek. Bij de vrouw overheerst de wil, bij de man de
intelligentie. Vandaar is er in een goed huwelijk van beide eigenschappen geen
oppergezag. Het denken is nauw verbonden met de ziel. Het is een wegdrijven
door de ruimte en de tijd, vandaar dat de mens op een natuurlijke wijze denkt.
De ziel voelt en neemt waar, ze is de mens zelf! Zij is zelfs de koningin van
de mens. De ziel is feitelijk vrouwelijk. Het gemoed gaat van de ziel uit en
deze staat onder de ziel. Ook het lichaam staat onder de ziel en de
gemoedsgesteldheid. Lorber schrijft dat onze gedachtenwereld als een
registratieboek is. Een soort paspoort waarop alles genoteerd staat en waarin
men zichzelf herkend. In de geestelijke wereld zal dit bepalend zijn in het
verdere geestelijke leven. De ziel kan gemakkelijk iets oproepen en associëren,
bijvoorbeeld bij geuren en bij smaken in bepaalde omstandigheden. Het
specifieke daarvan blijft achter op de daarvoor bedoelde hersenplaatjes.
Vandaar ook, dat de ziel alles registreert. Salomo zei al, dat je in je hart de
wijsheid kunt vinden, daarin woont het geestelijk orgaan, dat steeds openstaat,
namelijk het geweten. Het gevoel zetelt in het hart. In het rijk der
heerlijkheid, zoals in alle hemelen, worden de zielen samengebracht, alles
volgens hun karakteraanleg en identiek gedrag.
Ziel: Altgerm ‘Saiwalo’, Hebreeuws oerwoord
voor ‘Scheola’ = hel, in het Latijn ‘Schola’ = school; Sheoula = het dorst naar
buiten, ‘Voul’ = de zichzelf verlatene mens; A betekent volgens de consistentie
van wat de innerlijke wijsheid en kennis vormt; het etherische lichaam van de
geest zou volledig doordrongen moeten zijn van de oorspronkelijke liefde erin,
zodat daardoor het in al zijn delen tot leven zou komen. De ziel van de zoon
komt van de vader, het lichaam van de moeder; het lichaam komt van de ziel; de
mens begint met de ziel, wat de ware essentie van het zaad is. Menselijke
zielen zijn geschapen sinds het begin van de wereld en lichamen ingegaan en
mensen geworden, dat is van de mythen van der ouden; na de dood werpt elk mens
het natuurlijke van zich af dat hij van zijn moeder had en heeft bewaard het
geestelijke die hij van zijn vader had.
Zielendood:
Dit ontstaat door
veelal te leven in puur werelds geluk.
Zielenpartikels: Om hiervan een begrip te maken,
begeven we ons op het pad van de atomaire deeltjes. Bijvoorbeeld een subatomair
deeltje is een deeltje dat kleiner is dan het atoom. Sommige subatomaire
deeltjes kunnen deel uitmaken van atomen, andere worden alleen in sterren, in het
laboratorium, of in andere buitengewone omstandigheden gevormd. Subatomaire
deeltjes zijn kleiner dan een atoom,
elementaire deeltjes zijn niet splitsbaar. Partikels van de ziel zijn
kleinste stofjes die achtergelaten zijn in voedsel, faeces, urine, speeksel en
noem maar op. Jakob Lorber beschrijft dit zeer uitvoerig.
Zinka: Leider van de dertig spionnen van
Herodus bij Markus de Romein, hij herkent de Heer; wordt door de Heer met
Gamiela verbonden en gehuwd, oudste dochter van Cyrenius; de Heer zegt over
hem: ’Na Mathael is Zinka de grootste in ons gezelschap’.
Zion: Z’e on = Hij wil, de berg Sion, dat
symboliseert ook de Heer of de kerk.
Zohar: De Joodse Zohar schreef 700 jaar
geleden al, dat er in het joodse jaar 5773 ‘de koningen der Aarde’ zich zullen
verzamelen. Lorber schrijft dat de valse stoel [de paus] nog lang zal
aanhouden, maar zal de 2.000 jaar na de uitspraak van Jezus in 25 n. Chr. niet
meer meemaken. [2021>>>>>2030]
Zomerdag: De 172e
dag is de eerste zomerse dag bij ons. Dan is het de lichtste dag. Het
Hebreeuwse woord AWJR heeft de waarde 1-6-10-200 en visueel 162. De uitspraak
lijkt op ‘aura’, dat eveneens met lichtkrans te maken heeft.
Zon, uitleg over de: Dat de zon in de ochtend als ze
opstaat rood ziet, komt vanwege de koude en de vochtigheid van de lucht, omdat
de vochtigheid en de koude die er dan heersen, een rode kleur teweeg:brengen.
Hetzelfde geldt voor het avondrood. De zon ziet dan rood door de koude van de
lucht omdat de zon dan daalt om onder te gaan. Waar de zon ondergaat en terneer
gaat, sterft ze als het ware, daar, waar het westen is. [Causea et Curae].
Zondvloed: De zondvloed was ontstaan, omdat de
orde en daarna ook de doelmatigheid verstomd was. De Hanochieten bliezen de
bergen op, waardoor de onderaardse waterbekkens vrij kwamen en een groot deel
der aarde overstroomde. (GJE11-54); ook gebaseerd op de bekende
carbon14-methode op 5500 jaar voor Christus dateert de vloed. In plaats van een
materiële zondvloed vindt tegenwoordig een geestelijke zondvloed plaats.
Zonnegebieden:
Er bstaan vele
zonnegebieden, die buiten het zichtveld van de wetenschap existeeert.
Zonteken
leeuw: deze grenst
aan het woongebied [Regulus] van de Godheid.
Zoon
van God: Dat is de Verlosser,
Heiland, Messias of Jezus in God Zelf.
Zoon: Het woord dat wordt uitgesproken door
de Vader Die Zich in wezen openbaart in de Zoon.
Zorel: Een doodvermoeide burger uit Caesarea
Philippi, komt naar de gouverneur Cyrenius met het indienen van een niet
bepaald eerlijk verzoekschrift. Op de heuvel bij Markus de Romein geneest en
versterkt de Heer de ziel van Zorel door middel van een hypnotische slaap.
Zorel wordt geïnstrueerd en bekeerd door Johannes en de Heer, en wordt dan
later een instrument om de leer van de Heer te verkondigen aan de Grieken in
Klein Azië en Europa. De naam Zorel betekent in het Hebreeuws ‘beperkt licht’.
Zoutzee: Meestal
genoemd ‘Dode Zee’ – heet officieel ‘Zoutzee’ [Gen.14:3]: het dal Siddim.
Zuurstof: De lucht, die voor het inademen van
mensen en dieren geschikt is, reikt niet tot aan de sterren, maar op het
hoogste punt slechts tot zo ver boven de aarde als viermaal de hoogte van deze
berg, [bij het meer van Galilea] gerekend vanaf de zee. Op die hoogte is de
aardse lucht scherp begrensd, en heeft daar evenals het water een heel
glanzende, gladde oppervlakte, die zoals de zee regelmatig golft. [GJE2-148:
4]
UpToDate
2023