Aarde - Dat is volgens Lorber
de woning van de Satan;
Aäron betekent mond, hij was immers woordvoerder; betekent ook ‘verlicht’;
broer van Mozes uit de stam Levi. Gehuwd met Eliseba;
daaruit kwamen de vier zonen Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar; hij was de drie
jaar oudere broer van Mozes en had een vlotte mond; hij sprak ook vaak namens
Mozes. Zijn staf ging op een nacht zomaar bloeien als een boom; er kwamen rijpe
amandelen aan. Toen hij 123 jaar was, stierf hij op de berg Hor;
Aartsengelen zijn o.a. Michaël (incarneerde als
geest in Sehel, Elia en
Johannes de doper), Gabriël (incarneerde als Jared in het Oude Testament), Raphaël
en Uriël
‘Aarts’ komt uit het Grieks als
‘eerst’, oer, arch [grondbasis] en het woord ‘angel’:
de eerste engelen. Michaël en Gabriël komen in de
Bijbel voor, de twee andere namen in het Grote Johannes Evangelie [via Jakob Lorber]; De engel Archiel was tijdelijk een dienaar op Aarde in de tijd van
Jezus voor enkele leerlingen van de Heer. [bron: GJE1-231]
Abba – komt uit het aramees
en betekent ‘vader’; Abi
= mijn vader; in het klooster afgeleid voor de naam ‘abt’; Abarim [Je-Abarim,
Ijje-Haäbarim] betekent (berg)helling zoals de
bergketen oostelijk van de Jordaan tegenover Jericho
(legerplaats op de uittocht – Num.21:11);
Abednego, die eigenlijk Azarja
heette, was één der vrienden van Daniël. Hij werd met twee vrienden in een
brandende oven geworpen, omdat zij als gelovige joden niet wilden knielen voor
het gouden beeld, dat de heidense koning Nebukadnezar
in het dal van Dura had opgericht. Dat beeld was 30
meter hoog en drie meter breed. De koning gaf bevel hen er in te werpen, maar
eerst de oven zeven maal zo heet op te stoken als voorheen al het geval was en
daardoor werd het vuur zo gloeiend, dat de soldaten die Azarja
en zijn vrienden erin wierpen, van hitte stierven. Tot verwondering van
iedereen bleven Azarja en zijn vrienden ongedeerd. Er
was geen haartje geschroeid en zij hadden zelfs geen brandlucht aan zich!;
Abel (Habel)
betekent ademtocht, ijdelheid – hij was schaapherder en werd uit jaloezie
gedood door zijn broer Kaïn; zijn naam betekent ook ‘ademtocht’,
‘vluchtigheid’, hij was het tweede kind van Adam;
Abel-Mehola, daar kwam Elisa, de profeet vandaan;
het betekent: ‘waar men danst’.;
Abgarus
is de 15e koning van Edessa in het noordelijke Mesopotamie (13-50 n. Chr.). Hij is bekend door zijn
correspondentie met Jezus. Dit verhaal is ook vastgelegd door Eusebius van Cesarea op grond van
Syrische documenten uit het archief van de gelovige Essenen,
dat in het Grieks werd meegedeeld. Na het pinkstergebeuren heeft de apostel
Thomas (een van de 12) en Thaddeus (een van de 70) – naar Edessa
gezonden. Hij heeft Abgarum of Abgarus
gezond gemaakt in de naam van de Heer – en ook anderen in Edessa
en met succes het evangelie verkondigd. Jezus schreef terug via de jongeling Jakob, de zoon van Zebedeaus en
in het jaar 32 door Johannes, dat zijn zoon wel sterven zal, maar vanwege zijn
grote liefde in de hemel opgenomen zal worden. Jezus vertelt in Zijn
correspondentie, dat Hij 72 leerlingen heeft, waaronder 12 apostelen. (Hij zou
de laatste brief ontvangen hebben in het jaar 33 op 16 maart). Hij zou verwant
zijn met keizer Tiberius. Abgarus
was een roemrijke heerser over de volken aan de andere zijde van de Eufraat. Hij werd gekweld door een verschrikkelijke ziekte.
Er ontstond een briefwisseling tussen hem en Jezus.
Abjathar, grote vriend van David, koos later
toch de zijde van Adonia, die opvolger van David
wilde worden. Dit mislukte evenwel. Toen Salomo koning werd, verbande hij Abjathar naar Anatoth en hij
mocht dus niet langer hogepriester worden. Toch kwam hij er nog goed van af,
maar dit had hij – zo zei Salomo – te danken aan het feit, dat hij lief en leed
met David had gedeeld en er aan mee had geholpen, dat de ark des verbonds veilig bij Jeruzalem kwam.
Abia
Zacharias,
de vader van Johannes de Doper, was hoofdpriester;
Abichaïl (Abihaïl)
betekent: ‘mijn vader is machtig’, de vader van de latere Esther; hij was de
oom van Mordechai;
Abiël betekent ‘mijn vader is God’, de grootvader
[opa] van koning Saul;
Abigaïl betekent: ‘mijn vader is vreugde’; de
vrouw van Nabal, later van David, moeder van Kileab,
dochter van Nachas; David vond haar erg knap, maar
zij was ook erg verstandig;
Abihu
(Abihoe)
betekent ‘mijn Vader is Hij’, één van de vier zonen van Aäron
en Eliseba. Met zijn broer Nadab sterft hij bij de
overtreding van het offergebod van Lev. 10:2;
Abihud2 (Abioed, Abiud) betekent ‘mijn Vader is Hij’; zoon van Zerubbabel; vader van Eljakim;
voorvader van Jezus;
Abiram’- deze vond dat gewone mensen die
geen priester waren toch wel dienst in de tempel mochten doen. Zijn leider
Mozes dacht er anders over en zo ontstond er ruzie. Abiram
maakte oproer en 250 mannen deden met hem mee. Mozes wist niet wat hij er mee
aan moest en zei tenslotte, dat God Zelf dan maar recht moest spreken. Toen
kwam er een scheur in de grond, waarin de ruziemakers verdwenen. [Num.16];
Abimelech [Achimelek]
– toen David op de vlucht was voor koning Saul, gaf Achimelech, die priester was in Nob,
hem te eten. Doëg, de Edomiet,
die dit zag, verried het aan de koning, die zijn knechten bevel gaf deze
priester te doden. Dit durfden ze niet, maar Doëg,
die als Edomiet geen ontzag en eerbied voor de
priesters van de Heer had, vermoordde Abimelech met
nog andere 85 priesters en moordde het stadje Nob
uit, alleen Abjathar, de zoon van Abimelech,
zag kans te ontkomen. Op zijn vlucht nam hij de efod
mee en daarin zaten de Urim en de Tummim,
de orakelwerktuigen, zodat Saul door middel daarvan
de Heer niet meer naar zijn wil kon vragen
Abraham betekent ‘Vader is verheven’, vader
van vele volkeren. Samen met zijn vrouw Sara [half zuster] wordt hij door God
naar Kanaän geleid. Isaäk
is hun zoon. In Genesis 22 wordt hij
voor een zware keuze gesteld. Begraven in de spelonk van Makpela,
die hij eerder voor Sara heeft gekocht. De afstammelingen van zijn bijvrouw
zijn Ketura en Ismaël;
Abraham was de zoon van Terah en trok op Gods bevel
over de rivier de Eufraat uit Ur
in Mesopotamië naar Kanaän;
hij leefde ongeveer 2000 v. Chr. en had twee broers: Nahor
en Haran. Abraham werd 175 jaar oud en Sara 127; Abram leefde in het jaar 2005 na Adam – zie Gen. 1:18 -
geboren in Ur der Chaldeeën in 1978 – dan zouden er
321 jaren na de zondvloed van 1657 verstreken zijn - Abraham leefde in 2055.
Hij sloeg de koning van Elam, Kedon
Loamor en bevrijdde Lot, de zoon van zijn broer uit
de steden Sodoma en Gomorra
– als Abraham dan terugkwam als overwinnaar kwam Melchizedek,
koning van Salim hem tegemoet en bracht brood en wijn ter versterking voor al
zijn mensen. Salim werd het latere Jeruzalem – Psalm 76:3 – er zijn inscripties
gevonden van oorkonden van de Ur-Salim. In het jaar
1451 v. Chr. in het Oud-Hebreeuws Ieru – het Kanaanitische
woord Ieru [Uru] betekent
stad. Toen Sarah stierf huwde hij met Ketura en
krijgt hiervan nog 6 zonen. [Genesis 25:1,2 – Gen. 27:23,27];
Absalon ‘mijn vader is vrede’ is de derde
zoon van David en zijn moeder is Maäka; Een mooie
man, maar van binnen minder fraai; in het woud van Efraïm
sneuvelden 20.000 man van zijn leger; hij zelf bleef met zijn grote bos haar in
de takken van een boom hangen. Zo vond Joab hem en
doodde hem. Men begroef deze boze prins onder een steenhoop, en dat betekende,
dat iedereen kon zien, dat daar een misdadiger begraven lag;
Achim, zoon van Sadok;
vader van Eliud; voorvader van Jezus;
Achor – even ten noorden van Jericho ligt een dal dat Achor
heet – dal van beproeving; daar werd Achan gestenigd;
Ada, zo heette de vrouw van Lamech, ook van Ezau!
Adam
‘uit de rode vettige leemaarde’ – de eerste mens gemaakt uit de Aarde,
uit de materie; alle mensen zijn afstammelingen van Adam;
Admin, voorvader van Jezus [Luc.3:33];
Adonai [Kyrios]
betekent ‘mijn Heer’;
Adonia, zoon van David vond zichzelf de man om
opvolger van zijn vader te worden, hoewel hij wist, dat Salomo dit moest zijn.
Toen zijn vader David oud en ziek werd maar nog geen opvolger had gezalfd, liet
Adonia zich in een praalwagen door de stad rijden,
verzamelde een lijfwacht van 50 man om zich heen, richtte een feestelijk diner
aan en voelde zich al koning. Tijdens het feest kwam er een boodschapper
binnen; Adonia zei: ‘u bent een aardige man, en u zul
wel iets goeds komen vertellen;. Maar het verhaal viel hem niet mee, want de
bode zei, dat als Adonia goed luisterde, hij het volk
kon horen juichen, omdat ondertussen Salomo tot koning was uitgeroepen. De
gasten vluchtten van tafel alle kanten uit en Adonia
holde de tempel binnen, greep de hoornen van het altaar en dacht, dat men hem dáár toch niet zou doden. Als hij voor Salomo wordt geleid
zegt deze alleen maar, ‘maak dat je thuis komt!’ [1 Kon.1];
Adoniël, een van de vertrouwelijkste
dienaren van de Heer, die ooit versterking uit de hemel bracht in de woestijn, toen
de Heer werd beproefd, en vooral ook in Gethsemané.
Hij kwam vanuit de verte op zijn gouden wolkenwagen, met purperen stralen
omcirkelt, en het scheen alsof hij een verre reis wilde maken.
Afgunst, domme
mensen zijn gewoonlijk afgunstig. In afgunst schuilt altijd de dood!' [bron: GJE2-24]
Aforisme, de vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen,
maar de Zoon des mensen heeft zelfs geen steen waarop Hij Zijn hoofd neer kan
leggen. [bron: GJE1-15]
Akka,
een planeet, in de
gehele schepping is echter - en wel op alle hemellichamen, die hoe dan ook door
denkende wezens in menselijke gestalte bewoond worden - de totale menswording
van de Heer in het vlees door ons bekend gemaakt; maar slechts op een zeer
gering aantal werelden is het aan heel weinig geesten toegestaan om in het
vlees van deze Aarde te komen. Want de Heer kent iedere aard van alle werelden
in de eindeloze ruimte, en dus ook de aard en de geschiktheid van de bewoners
en hun geesten die de verschillende werelden bewonen, en daarom weet Hij het
beste of een geest geschikt is voor het vlees van deze Aarde of niet. Al
hetgeen geschikt was werd hierheen gebracht; maar het aantal van de hierheen
gebrachte personen is maar klein en komt niet noemenswaard boven de tienduizend
uit – [bron: GJE1-215 (4,5)]
Afmetingen - 1.1 meter = 3,3 voet, 220 meter = 655
voet, 22 meter = 65,5 voet, 2,2 meter = 6,6 voet;
Afscheiden - Zo zal het ook
aan het einde van de wereld gaan: de engelen zullen er op uit trekken en de
slechte mensen scheiden van de goede (Matth.13:49) en zij zullen hen in de
vuuroven van hun eigen boze hart werpen, en daar zal een groot gehuil en geklapper van tanden zijn (Matth.13:50), hetgeen een ware
duisternis is voor de slechte ziel die daarna met haar verbrande wereldse
verstand zal zoeken naar dingen om haar slechte liefde te bevredigen, maar
nooit iets zal vinden! Matth.13:51 - de Heer sprak op de oever bij Jesaïra: Wie heeft die zal gegeven worden, zodat hij in
overvloed heeft; maar van wie niet heeft, wordt ook genomen wat hij heeft.
bron: GJE1-199
Afwisseling in de natuur - Petrus
wordt gewezen op de veelzijdigheid van de natuur, zoals bloemen, de soorten
grassen, bomen en hun vruchten en de verschillende talloze dieren, mineralen en
veelsoortige sterren aan de hemel. Hiervoor heeft God Zelf een zeer wijze reden
gehad. De Heer stelt de vraag aan Petrus waarom alle
producten en wezens niet hetzelfde zijn en dat ook smaak en vorm verschillend
zijn. De mens is op deze aarde gekomen om opgeleid te worden tot kinderen
van de Schepper. Zou Hij dit geweldige plan niet gehad hebben, dan zou de
mens volstaan hebben met de strikt noodzakelijke vruchten en een paar tamme
huisdieren, zoals God dat ook gedaan heeft met vele andere sterren. Op die
andere sterren hebben de mensen niet dezelfde hoge bestemming als hier op
aarde. De mensen zijn op aarde gekomen als doel om te oefenen in schouwen en
denken en hun volledige vrije wil te leren kennen. Daarom heeft de Schepper op
deze aarde als levensschool de mens zoveel afwisseling gegeven. Wij hebben
vanaf onze geboorte tot ons graf genoeg te denken en te kiezen tussen wat goed
en aantrekkelijk lijkt en wat tegenstaat. We hebben ruimschoots de gelegenheid
om van de dieren allerlei nuttige bezigheden af te kijken en die te vervolmaken.
Vogels, vliegen, krekels, kikkers waren de eerste zangleraren voor de
natuurmensen. De mensheid kon van de zeeslakken leren om schepen te
bouwen en zeilen om verre reizen te maken. Ook de mensen zijn in
buitengewone verscheidenheid geschapen, zowel in karakter en uiterlijk. Dit
onderscheid moet er zijn. En om elkaar wederzijds met meer liefde tegemoet te
komen. De mens is ook met diverse bekwaamheid toegerust. Niet elk mens is op
dezelfde manier te benaderen en zo geldt dit ook voor hele volkeren (GJE6-152)
Amos,
maar Amos antwoordde: "Ik ben
niet echt één van de profeten. Ik kom ook niet uit een profetenfamilie. Ik ben gewoon een herder en fruitplukker. [Amos 7:14]
Agabus, een profeet in de jonge gemeente –
Hand.11:28, 21:10];
Ai, een klein stadje vlak bij Bethel. In
1933 zijn hier nog ruïnes aangetroffen die dateren uit de tijd van Adam-Abraham;
Alfeüs [Alpheüs]
betekent ‘God heeft (voor een dood kind) een plaatsvervanger gegeven’, de vader
van de apostel Jacobus – mogelijk is hij dezelfde als Klopas;
Akeldama – betekent akker (akel)
des bloeds (dama). Voor het
verraden van Jezus had Judas namelijk 30 zilverlingen gekregen. Na zijn verraad
wierp hij dat geld vol spijt weer in de tempel, want de overpriesters
hadden het hem uit de tempelkas betaald. Nu wilden zij plotseling dit geld niet
weer in de tempelschatkist werpen, ‘want er kleeft bloed aan!’zeiden ze. Ze
kochten voor het geld een akker om vreemdelingen te begraven en de mensen
noemden deze Akeldama. [Hand.1:19];
Amalekieten – dit volk had Ezau
als stamvader; ze waren erg vaak in oorlog met Israëlieten. Die twee konden
elkaar gewoon niet verdragen. De oude wrok Ezau-Jacob
woekerde door;
Amminadab, de schoonvader van Aäron;
Amoz betekent ‘sterk’of
‘krachtig’, hij was een schapenfokker uit Tekoa, zoon
van Jeruzalem. Profeet tijdens de koningen Uzzia en
Jerobeam3; hij was de vader van de profeet Jesaja.
[Jes.1:1 en 2 Kon.19:2]; Hij kon heel streng terechtwijzen; zijn boek is het
oudste van alle profetische boeken; Hij was schaapsherder
en kweekte moerbeibomen; hij nam het in zijn toespraken vooral op voor de
armen, de weduwen en de wezen, die het in zijn tijd erg slecht hadden;
Amram, de vader van Mozes; deze was
getrouwd met Jochebed; deze vader en moeder slaagden
erin, samen met hun dochter Mirjam, om Mozes in het leven te houden. [Exod.1,2]
Andreas betekent ‘de mannelijke, de sterke’;
discipel van Jezus, afkomstig uit Betsaida, op de noord-oever van het meer van Galilea,
broer van Petrus. Hij hoort van Johannes de doper
over Jezus en geeft het door aan Petrus;
Anna; griekse
vorm van het hebreeuwse Hanna of Channa, dat ‘genade’
betekent; de moeder van Maria;
Annas, korte griekse
vorm van Chananja; hij was hogepriester en de
schoonvader van de hogepriester Kajafas. Hij was in
functie van 6-15 n. Chr, maar had ook daarna veel
invloed op het Sanhedrin. Hij heeft Jezus verhoord, evenals later ook Petrus en Johannes. Hand.4:6;
Anatoth – Jeremia,
de profeet werd hier geboren; tegenwoordig heet het Tell Ras el Charubbe, dicht bij Jeruzalem;
Andreas – de visser, samen met zijn broer Petrus [Simon]; ze waren aan het vissen op het meer van Galilea, toen Jezus langs kwam. Deze riep: ‘komt achter Mij
aan en Ik zal maken, dat gij vissers van mensen wordt’, en zonder verder nog
iets te vragen liet Andreas de netten en de boot in
de steek en volgde Hem. Het Andreaskruis, een x-vormig
kruis is bekend geworden, doordat volgens de overlevering hij een marteldood
gestorven zou zijn;
Apostelen, twaalf - Maar nu beste leerlingen, zal Ik
van jullie een aantal aanwijzen dat Ik ten dele nu reeds naar de steden van
Israël zal sturen om de mensen de boodschap over het Rijk van God te brengen. (Matth.
10:1) Simon Petrus, jij bent de eerste; Andréas, broer van Simon, jij bent de tweede; Jacobus, zoon
van Zebedéus, bent de derde en Johannes, z'n broeder,
(Matth. 10:2) de vierde; Philippus, jij bent
de vijfde; Bartholoméus, de zesde; Thomas, de zevende
en Matthéus de tollenaar, de achtste; Jacobus zoon
van Alféus, is de negende en Lebbéus,
ook wel Thaddéus genoemd (Matth. 10:3), jij
bent de tiende; Simon van Kana, jij bent de elfde, en
Judas Iskariot, is de twaalfde. (Matth. 10:4) - Ik
geef jullie twaalven de macht om bij de mensen de onreine geesten uit te
drijven en alle besmettelijke en andere ziektes te genezen. Overal moeten
jullie het Rijk van God verkondigen; maar over de bijzondere, daden moeten
jullie zwijgen!' [GJE1-134 [3,4]
Arameeërs – nakomelingen van Aram, de vijfde zoon van Sem. De Aramese volksstammen
woonden in Syrië en Mesopotamië. Het Aramees was de
oude Semitische volkstaal, die Jezus ook sprak in die tijd, dat Hij als Mens op
Aarde was.
Ark – de ark die Noach op Gods bevel
bouwde in 150 dagen was van dennehout [goferhout]. De ark was 150 meter lang, 25 meter breed en 15
meter hoog.
Arauna, waar de naam Ornan
is. Een Jebusiet, die zijn dorsvloer aan David
verkoopt. Later wordt door Salomo hier de tempel gebouwd. Moria
= Arauna = tempelplaats. In de rotskoepel wordt nog
steeds een stuk ruwe rots getoond van deze plek;David kon deze voor niets
ontvangen, maar wilde geen offers brengen die niets kostten. Arauna bood ook nog vee aan; daarom betaalde David 50
sikkels zilver [2 Sam. 24];
Arimathea, een stadje ten noorden van
Jeruzalem; Jozef, de man die zijn rotsgraf beschikbaar stelde om Jezus daarin
te begraven, kwam hier vandaan;
Arod = gebocheld; van hen stammen de Ardieten. [Num.26:17, 40]; Gen.46:16: Arodi;
Argob betekent ‘steenachtig’, een
landstreek in Basan, oostelijk van het meer van Galilea. De oostelijke helft heeft Manasse
in beslag genomen. Deut.3:14 omschrijft het gebied als de dorpen van Jaïr;
Arni, voorvader van Jezus: zoon van Chesron;
Artaxerxes - De regering van deze koning Artaxerxes staat beschreven in jaargetallen en dat op een
spijkerschrift [daterend van 464-424]. Wellicht moeten de 70 jaarweken in deze
periode zijn begonnen; in het twintigste jaar van deze koning [dus in 444 v. Chr] zou dit mogelijk op gang gebracht zijn. [Daniel 9:25]
Aser – zoon van Jacob. De stam die naar
hem genoemd is woonde in het noorden van Palestina. De profetes Anna kwam uit
deze stam voort.
Asia (Azië) komt oorspronkelijk uit een
kleine streek in Lydië, maar dat ging steeds meer
over op een groter gebied op het werelddeel. Hand.2:9;
Asnat, dochter van Potifar,
die Jozef als vrouw krijgt; zij baart hem twee zonen: Manasse
en Efraïm;
Assyrië, Aramees Rijk - Dit Rijk ontstond in de periode van
Nimrod. Zij spraken de Aramese taal en stamden af van Set. [Gen.10:11,22 – Micha 5:5] - Het Aramese Rijk – genoemd naar Aram – de zoon van Sem. Aram =
Syrië. Het wordt in Genesis 25:20 Paddan-Aram
genoemd; het ligt tussen de Eufraat en de Tigris, het
vaderland van Abram. In dit gebied lag de stad Haran, waar Laban eens woonde en
hij was een Aramees. Rebecca en de vier vrouwen van Jacob eveneens.
Augustus betekent ‘verheven’: Gajus Octavianus, en later als Gajus Julius Caesar Octavianus. Hij wordt 27 v. Chr. keizer;
[Het Bijbels Namenboek Jurriaan Wijchers
en Simon Kat, Bijbels woordenboek Lize Stilma & De Nieuwe Openbaringen – Jakob
Lorber – 1840]
UpToDate 2023