Hoofdstuk 54

 

De wet van de zieledeling

 

24-3-1847

 

(1) Bij de uiteenzetting over het mineraal - en plantenrijk, hebben we al iets verteld over de talloze hoeveelheid aardse specifica, die voortdu­rend opstijgt, elkaar aangrijpt en zich verbindt en ordent volgens de sturende wil van de geesten, die daarvoor zijn aangesteld. Ook werd duidelijk dat eigenlijk alles wat zich op aarde bevindt ziel is. Dit hoe­ven we dus niet meer te herhalen, maar iets wat zeldzaam en heel merk­waardig is, volgt hier als een duidelijke toevoeging.

(2) De deling is, wat jullie wel wat raadselachtig zal voorkomen, geordend volgens een geheime wet die men wel goddelijke politiek zou kunnen noemen, waarbij satan zelf wordt gedwongen eerste handlanger van deze deling te zijn.

(3) Hij wil zijn ziel door zijn kracht vrijmaken en haar weer haar vroegere omvang teruggeven; daarom ontbrandt hij voortdurend in zijn samengedrukte tellurisch specifieke totaalziel. Door dit voort­durende opvlammen wil hij de schijnbare materie geheel tot subtiele substantie maken. Deze pogingen worden toegelaten onder een zeke­re ordenende beperking en daarom is ook het organisme van de aarde zo ingericht en geordend, dat de boze geest in zijn vasthou­dendheid voortdurend even werkzaam moet blijven.

(4) Hij verkeert ook werkelijk in de waan dat hij hierdoor zijn gevangen ziel al bijna helemaal bevrijd heeft. Daarom drijft hij voortdurend de psychische specifica uit het binnenste der aarde naar buiten. Dat deze specifica hier dan echter door machtiger geesten opgevangen en tot nieuwe volkomen mensengestalten voor­bestemd worden, daar weet hij weinig of niets van af.

(5) Maar juist de specifica die uit het binnenste der aarde komen zijn natuurlijk van helse aard en zeer boosaardig; daarom moeten ze door een lange opklimmende reeks van wezens omhoogstijgen en rijpen, voordat ze voor de constitutie van een mens geschikt zijn.

(6) Het helse van deze specifica is aan de vele wezens die aan de mens voorafgaan duidelijk te zien. Kijk naar het giftige wezen van bijna alle metalen, het gif van de planten en dan het gif van de dieren, hun grote woede, vooral van de wilde dieren en de vreselijke sluwheid en arglist van de giftige slangen - en het hels boze in deze wezens zal je niet ontgaan. Ja, zelfs in de mensen uit zich het kwaad, dit zuiver helse, vaak nog in zo'n hoge mate, dat tussen sommi­ge mensen en de vorst der duisternis niet zelden weinig of helemaal geen verschil te zien is.

(7) Dit helse kwaad wordt door tussenkomst van het machtige specificum, het woord van God, aan een nieuw gistingsproces onderworpen, waarin het helse wordt verzacht en tot iets hemels wordt omgevormd, maar ook niet in één keer.

(8) De specifica in de eigenlijke ziel van de mens worden wel op zichzelf zuiver hemels als ze door de geest zijn doordrongen, maar het lichaam of het vlees van de mens is in al zijn delen nog geheel slecht, dus toch nog altijd hels. Daarom moet het nog heel veel verdeemoedi­gende beproevingen doorstaan, tot het dan langzamerhand een over­eenkomstig deel van de al eerder zuiver geworden ziel kan worden.

(9) Dat is de reden waarom het lichaam eens moet sterven of beter gezegd, opgelost moet worden; het moet geheel in allerlei vormen overgaan, in deze weer sterven of opgelost worden en na deze oplossing in allerlei infusoriën overgaan. Deze gaan weer in de planten over; de planten vergaan dan gedeeltelijk in de aarde, gedeeltelijk in het vuur, gedeeltelijk in de maag van dieren en dat gaat zolang door totdat het laatste atoom vrij opgelost wordt. Bij sommige mensen zullen enkele honderden jaren hiervoor nodig zijn en bij sommige ijdele dwazen, die hun vlees liefhebben, wel enkele duizenden jaren, voordat hun achtergebleven lichaam volledig ont­bonden zal zijn. Van elk lichaam zal echter steeds het eigenlijke zuiver helse element nooit kunnen vergaan, omdat het datgene is wat eigen­lijk oorspronkelijk deel uitmaakte van satan, opdat deze voortdurend een lichaam blijft behouden. Maar wat ook maar als kleinste zielesub­stantie aan de ziel kleeft, wordt de satan afgenomen en bij de eigenlijke ziel van de mens ingelijfd. En zo zal langzamerhand de hele ziel van sa­tan opstaan in veel mensen, waarvan ieder apart volmaakter zal zijn dan de hele vroegere grote geest. En opdat elke ziel een volkomen evenbeeld van God zal worden, wordt bij elke ziel een nieuwe geest uit God ingeplant en zij wordt daardoor een nieuw schepsel. En dat is de nieuwe schepping, die door het vuur van de goddelijke liefde helemaal omgevormd wordt. De oude schepping zal echter terugzin­ken in haar stof en in haar steeds groter wordende machteloosheid en zal verharden en tot ondergrond en voetbank voor de nieuwe worden.