Hoofdstuk 51
De ontwikkeling van de menselijke lichaamsvrucht
18-3-1847
(1) Als de ziel de boven beschreven spieren, beenderen en kraakbeen en
pezen heeft gevormd, dan gaat ze verder met de uiterste extremiteiten
(ledematen) tot volle ontplooiing te brengen door een juist gebruik te maken
van de daarbij behorende specifica.
(2) Als dat ook gebeurd is, trekt de ziel zich in de
ingewanden terug en begint de hartspieren in beweging te brengen, zodat door
die beweging de eigen heldere waterachtige sappen de organen openen door ze als
het ware door te stoten.
(3) Is dit doorstoten gebeurd, dan zet de ziel dadelijk
de milt in werking; daardoor wordt dan bloed aangemaakt en in de kamers van het
hart gevoerd en van daaruit vervolgens in de doorgestoten organen gedreven.
(4) Heeft het bloed de eerste kringloop eenmaal gemaakt,
dan wordt de maag in werking gesteld en deze begint dadelijk de zich daar
bevindende voedingssappen in grotere gisting te brengen. Daardoor worden de
meer edele, meer substantiële specifica afgezonderd, de grovere onverteerbare
slijmerige sappen afgevoerd door het natuurlijke afvoerkanaal, waardoor dan
het vocht in de moederblaas komt, wat eigenlijk niets anders is dan de
uitwerpselen van het kind dat nu al in de moeder leeft.
(5) Als deze vrucht ongeveer drie maanden lichamelijk
levend in het moederlichaam heeft doorgebracht, wordt bij de nu rustig geworden
ziel, wier hart een zekere soliditeit heeft bereikt, een eeuwige geest gelegd
in dat hart van de ziel; dit gebeurt door de geest van een engel en die eeuwige
geest krijgt een zevenvoudige omhulling. Natuurlijk moet niemand hierbij aan een
materiële omhulling denken, maar aan een geestelijke die veel krachtiger en
steviger is dan een materiële. Dat blijkt ook al uit veel dingen in de wereld,
waar het gemakkelijker is een materiële kerker te doorbreken dan een
geestelijke.
(6) Neem nu eens een arm en daarnaast een zeer rijk mens.
Zet de arme mens voor een dikke muur en zeg hem dat hij die moet doorbreken -
en hij zal een breekijzer en een sterke hamer nemen en zal daarmee de sterke
muur de baas zijn. Maar als hij bij de rijke, hartvochtige mens komt, dan zal
hij noch met het breekijzer noch met de hamer en nog minder met verzoeken het
hart van de rijke mens kunnen overmeesteren. Want dit hart is door geestelijke
banden omsloten en geen aardse macht is in staat die te doorbreken. Dat vermag alleen
maar de Geest aller geesten!
(7) Nadat de geest in het hart van de ziel is gelegd,
welke handeling bij sommige kinderen vroeger, bij anderen weer later gebeurt,
vaak ook drie dagen voor de geboorte, komt het lichaam sneller tot rijpheid en
de geboorte kan plaats vinden.
(8) In deze tijd moet de moeder zich in het bijzonder van
alle begeerten en prikkels onthouden, want die zijn meestal van de hel
afkomstig, en overal waar de moeder zich in een dergelijke geprikkelde
toestand dan bezeert, daar wordt als tegenovergestelde pool de in de ziel
gelegde geest geprikkeld en dit tekent de ziel op de overeenkomstige plaats.
Deze tekening van de ziel drukt zich dan ook op het lichaam af, daar komen bij
kinderen de zogenaamde moedervlekken vandaan.
(9) Dat zo'n teken slechts plaatselijk is en maar een
heel kleine plek en niet op de hele ziel en daarna op het hele lichaam inwerkt,
dat bewerken de geesten. Zou dat niet het geval zijn, dan kon door zo'n
onvoorzichtige aanraking en de daarop volgende algehele brandmerking
van de hel de hele ziel bedorven worden en kon daarop de dood van het lichaam
volgen en dat is juist de bedoeling van de hel.
(10) Daarom moet iedereen zich enigszins in acht nemen
voor dergelijke mensen die veel en grote moedervlekken op hun lichaam hebben
zoals hierboven beschreven werd. Want niet zelden worden de specifica van de
hel meer of minder in zo'n wezen gewekt en zijn ze eenmaal gewekt dan is zo'n
individu, dat veel van dergelijke grote tekenen op zijn lichaam draagt, niet
zelden op een of andere manier boosaardig. Of zulke mensen geloven dan niets
of ze zijn aan ontucht overgeleverd of hebben een slechte reputatie en de
volgende waarschuwing geldt hier: "Neem je in acht voor de
getekenden!" Want de hel tekent alles wat ze geeft, zodat het haar niet
kan worden afgenomen, opdat ze hetgeen haar toebehoort weer na afloop van de
vastgestelde tijd herkent om het rechtens terug te nemen.
(11) Het gaat
daar net zo toe als in de wereld. De hemelse mensen geven hun bezittingen ook
zonder schuldbewijs aan hun broeders of zusters; want ze geven het om het niet
weer terug te nemen - en dan komt er ook nooit een proces.
(12) De mensen van de wereld geven ook wel, maar nooit
zonder schuldbewijs en zegel, zodat ze het na de verstreken tijd weer terug kunnen
nemen; en kunnen de schuldenaars het hun niet meer terugbetalen, dan komt er
een aanklacht en een proces - en dat is hels, want de hel klaagt en procedeert
eeuwig.
(13) Toch moet je de moedervlekken niet al te ernstig
nemen; want als ze klein en heel sporadisch aanwezig zijn, dan hebben ze weinig
of helemaal geen betrekking op het hierboven beschrevene. Zoals hierboven al
werd aangetoond, verhinderen de beschermende geesten, die het werk leiden, dit
boze optreden van de hel; en als een kind gedurende de strijd tussen de goede
en de boze geesten soms een merkteken krijgt, dan zijn dat alleen maar stigmata
die geen gevolgen hebben, omdat de helse specifica van hen zijn weggenomen.
(14) Een psycholoog zou hier kunnen vragen: "Hoe kan
de Heer, als Hij bestaat, met Zijn talloze legers engelgeesten die met alle
macht en wijsheid zijn uitgerust, het toelaten dat de afschuwelijke hel zo'n onschuldige
vrucht in het moederlichaam zoiets laat overkomen? Dat is alles behalve wijs en
duidt op machteloosheid!"
(15) Maar dan zeg Ik: Ieder het zijne! Laat het onkruid
tussen het graan woekeren tot de oogsttijd; dan zal men al het helse heel
precies van het hemelse scheiden en het hemelse naar de hemel en het helse naar
de hel sturen. En daardoor zal geen ziel verloren gaan al droeg ze ook duizend
helse merktekens, want deze zullen van haar weggenomen worden en de hel worden
toegewezen.
Alles zal
er echter vanaf hangen, of de ziel door deemoed de bevrijding van haar geest
heeft bewerkstelligd. Heeft ze die vrijgemaakt, dan wordt ook zij vrij door
hem. Heeft ze dat echter niet gedaan dan zal ze zelf zolang gevangen blijven,
tot de geest zijn zevenvoudige omhulling heeft verloren en één is geworden met
de ziel.
(16) Als het kind uit het moederlichaam is geboren, dan
worden de longen in werking gesteld en het kind begint bij elke ademhaling een
zeer grote hoeveelheid specifica uit de lucht op te nemen, die dadelijk voor de
vorming van de zenuwgeest en voor het sterker worden van de ziel worden
gebruikt, d.w.z. wat haar substantieel formele wezen betreft. Wat echter
betreft de innerlijke voeding van de specifica en intelligenties, die krijgt ze
door de zintuigen van het lichaam en dat alles wordt geregeld door de goede
geesten van deze sfeer.
(17) Door deze toelichting is de geestelijke sfeer van de
eerste regio, wat zich daar bevindt en wat daar gebeurt, zo duidelijk mogelijk
onthuld.
(18) Een uitgebreidere en grondiger onthulling laat zich
daarom niet geven, omdat het geestelijke nooit zo duidelijk door aardse woorden
kan worden weergegeven, als het op zichzelf is. Wie echter een goed gevoel
bezit en daarmee kan horen, zien, tasten en voelen, die zal daardoor
gemakkelijk en ontegenzeggelijk met grote helderheid een grondige overtuiging
hierover krijgen.