Hoofdstuk 45
Mineraal, plant en dier
6-3-1847.
(1) De plantenwereld waar we zojuist over hebben gesproken is als het ware
de overgangsfase van het mineraal en de ether, die uit de sterrenwereld omlaag
komt, naar het dierenrijk.
(2) Er bestaat eigenlijk noch een mineraal -, noch een
plantenrijk. Want zowel het mineraal - als het plantenrijk is in de grond van
de zaak ook een dierenrijk; elk mineraal bestaat uit net zoveel infusorische diersoorten als er in hem door de geestelijke
wijsheid afzonderlijke psychische speciale intelligenties zijn te ontdekken,
wat voor een gewoon verstandsmens wel ondenkbaar is. Maar voor iemand die ook
maar iets van de ware wijsheid en het verstand van de geest bezit, zal het niet
moeilijk zijn om in elk mineraal, zowel als in elke plant, de intelligente,
psychische basis specifica te ontdekken en wel langs de tot nu toe gewezen weg.
(3) Men behoeft slechts bij een mineraal of plant alle
mogelijke eigenschappen op te sporen, dan heeft men ook al evenveel
basisspecifica ontdekt, waarvan elk heel karakteristiek is en daarom ook maar
met die ene intelligentie aan één bepaald doel in dat mineraal beantwoordt.
(4) Opdat echter een mineraal datgene wordt wat het is en
moet zijn, daarom moeten zich juist de tot hem behorende verschillende
specifica tot één geheel verenigen om door deze vereniging juist dit mineraal
te vormen, dat volgens de ordening noodzakelijk vervaardigd moet worden.
(5) Om
dit goed in te zien zullen we een voorbeeld geven.
(6) Nemen we
bijvoorbeeld het ijzer. Hoeveel specifica zullen er voor de samenstelling van
dit metaal wel nodig zijn? Door het opnoemen van de enkelvoudige eigenschappen
van dit metaal zullen we zien wat voor zijn vervaardiging nodig is.
(7) Ten eerste is ijzer zwaar. Waardoor wordt dat gewicht
veroorzaakt? - Door een specificum dat uit de binnenste ruimten van de aarde
opstijgt waardoor het, hoewel het hier aan dit metaal gebonden is, nog altijd
zijn intelligente aantrekkingskracht daarheen richt, waar het zo lang was
verbannen. Deze aantrekking (deze zwaartekracht) in dit specificum is als het
ware de liefde naar omlaag.
(8) Verder bemerken we aan het ijzer de eigenschap
hardheid. Deze op zichzelf staande eigenschap van het specificum bergt de vrije
intelligentie van de volledige zelfzucht in zich en daardoor hardheid en
onkreukbaarheid tegenover zijn omgeving. Dit specificum is evenals het gewicht
van beneden afkomstig.
(9) Verder ontdekken we aan het ijzer een soepele
buigbaarheid. Dit is een specificum of zieleintelligentie,
die aan alle kanten beproefd, de gewilligheid in zich draagt. Dit specificum is
daarom ook al krachtiger dan de beide eerste. Deze verliezen door het
samenzijn met dit specificum weliswwaar niets van
hun kenmerken, maar toch moeten ze zich naar dit specificum richten, dat een
deemoedige volgzaamheid in zich bergt. Als het ijzer verhit wordt, wordt het
soepeler en buigzamer en komt, in deze toestand van beproefd worden, des te
meer met de gewillige deemoed overeen, omdat de deemoed en de wil des te soepeler
worden, hoe meer ze de vuurproef ondergaan. Dit specificum is weliswaar van
beneden afkomstig, maar het is al van de goede soort omdat het zich voegt, want
door de vele beproevingen heeft het zich leren voegen.
(10) Verder is de oplosbaarheid nog een specifieke
eigenschap; men weet dat ijzer in zuren oplost evenals in vuur. In dit
specificum ligt de intelligentie van het vrij zijn, welk specificum alle
voorgaande met zich meesleept, als het in zijn intelligentie de steun heeft
gevonden om zich vrij te maken en vrij te worden. Tevens komt dit specificum
in natuurkundig opzicht overeen met de centrifugaal of middelpuntvliedende
kracht die, als haar geen beperking werd opgelegd, zich tot in het oneindige
zou uitbreiden.
(11) Opdat dit echter niet zal gebeuren, ontdekken we
meteen al weer een andere eigenschap, een intelligentiespecificum, dat als het
ware de totale onverstoorbaarheid bevat. Dit wil zich daarom tot het uiterste
samentrekken. Dit specificum is dus de controleur van het vorige en beperkt het
in zijn behoefte zich uit te breiden, terwijl ook het vorige centrifugaal
specificum dit laatste centripetaal specificum controleert.
(12) Weer een andere eigenschap is het gemakkelijk
gloeiend worden in het vuur. Dit is een woedespecificum in het ijzer, dat
weliswaar gewoonlijk in rust is, maar als het geprikkeld wordt, treedt het
krachtig op, verslindt alle vorige specifica en brengt ze in zijn toestand. De
specifica van dit metaal, die we tot nu toe hebben opgesomd, zijn allemaal van
beneden en zouden het eigenlijke ijzer nog lang niet tot stand kunnen brengen
als ze niet met de meer edele specifica uit de sterren verzadigd zouden worden.
(13) Hoe kan men deze specifica onderscheiden? - Evenals
de vorige, door de verschillende eigenschappen van het metaal te bekijken.
(14) Als ijzer gewreven wordt, geeft het een speciale
metaalachtige zure geur af. Deze geur is een specificum met een intelligentie,
waarin zich al daadwerkelijke liefde laat zien; want zoals in elk zuur ofwel in
de zuurstof de bekende levenslucht aanwezig is, evenzo is het in geestelijk
opzicht de daadwerkelijke liefde die eigenlijk in de ware zin het leven is. Dit
specificum is het voornaamste verenigende principe van dit metaal, want het
doordringt het niet alleen helemaal, maar het omgeeft het ook met een eigen
atmosfeer; vandaar ook de geur van het ijzer
(15) Een
andere eigenschap van dit metaal is, dat het zeer bereidwillig is elektriciteit
op te nemen. De oorzaak daarvan is ook weer hetzelfde specificum in dit metaal;
het is de intelligentie van de beweeglijkheid en de daarmee verbonden tendentie
tot gemeenschap. Dit specificum is evenmin als het vorige een specificum dat er
vast aan verbonden is, maar één dat dit metaal doordringt en omgeeft, net zoals
het vorige. Omdat het met de vorige specifica toch min of meer verwant is, ligt
zijn vaste standplaats bij hen en is voortdurend bezig hen vrij te maken en hen
dan voor zich te winnen. Gewoonlijk verschijnt het als roest, dat mettertijd al
het ijzer in zich opneemt en langzamerhand helemaal oplost.
(16) Roest op zichzelf is niet het eigenlijke elektrische
specificum, dat voortdurend vrij blijft, maar dat zijn de andere die al eerder
aan dit specificum gebonden waren en die ieder op hun manier ernaar streven
aan dit specificum gelijk te worden. Daarom is dit specificum ook van boven.
(17) Weer een andere eigenschap is het glanzen van het
ijzer en wel met een witblauwgrijze kleur. Dit specificum houdt het begrip rust
in. Slechts in rust kan alles in evenwicht gebracht worden en als alles
vereffend is, dan komt een glad oppervlak tevoorschijn, dat in staat is het
licht op te nemen als een spiegel. Het hele ijzer bevat dit specificum maar het
is er niet vast aan gebonden en verenigt er zich dan pas mee, als het aan zijn
oppervlakte gepoetst is, vlak gemaakt en dan gepolijst. Zouden echter de delen,
die aan de oppervlakte in de meest gelijkmatige rust verkeren, door het één of
ander in hun rust verstoord worden, dan is dit specificum direct verdwenen, zo
niet helemaal dan toch gedeeltelijk. Hieruit volgt ook, dat ook de mensenziel,
als ze kompleet is, alleen dan in staat is het licht op te nemen, als ze zich
in de rust van haar geest begeeft. Want de geest vertoont het voornaamste
beginsel van de rust. Dat is de reden dat de oude wijzen een afgescheiden ziel
niets dan rust en licht toewensten.
(18) Om alle specifica in dit metaal nog verder te
ontdekken en daardoor nog beter te laten zien dat het dierenrijk in het
mineraal - en plantenrijk aanwezig is, en hoe het dierenrijk hieruit voortkomt,
zullen we de siderische (van de sterren komende) eigenschappen van het ijzer
in het volgende hoofdstuk verder behandelen.