Hoofdstuk 37

 

Bergen met beruchte namen

 

24-2-1847.

  

(1) In de streek Karintië, niet ver van de Drau, bevindt zich een berg met de naam 'Hohe Staff. Deze berg overziet met zijn top het Drauw­dal bijna vanaf de grens van Tirol tot aan Klagenfurt toe, dat wil zeggen tot in de nabijheid van deze stad; aan zijn voet ligt aan de zuide­lijke kant de zogenaamde 'Weise See'. Hij is 8000 voet hoog en vanaf de top kan iedereen die hem heeft bestegen van het meest betoveren­de uitzicht genieten. Hij was eens berucht, omdat hij volgens de sage de voornaamste verzamelplaats van heksenmeesters was - natuurlijk volgens de verhalen van de nog levende landlieden, die deze berg aan alle kanten bewonen. Zijn uitlopers hebben de naam van hun vroegere roem als toverberg behouden. Zo heet een noordwaarts gerichte uitloper de 'Goldeck', een noord-west gerichte de 'Siflitz', een naar het westen gerichte 'Barenbuck' en een naar het zuiden gekeerde het 'Silberne Grab'. De loodrechte rots vanaf de hoge top noemt men de 'Hohe Freiung' en een enigszins onder deze liggende wand de 'Un­terfreiung', terwijl het zadel tussen de hoge en de lage Staff vaak 'He­xen' - en vaak ook 'Teufelsritt' heet. Zo loopt ook vanaf dit zadel een kale stenen kloof, die de 'Rutschbrett des Teufels' wordt genoemd. Nog een andere kloof die naar het westen loopt, heet het 'Wilde G'jad'. Deze en nog meerdere dergelijke benamingen, die zich hierbij aansluiten, zoals een 'Hexensprung', 'Teufelsritt', 'Wehrwolfsnest' en nog meer andere, laten heel duidelijk zien, welke roep deze berg eens heeft gehad. Maar afgezien van deze namen van de verschillende kanten van de berg, is de naam 'Staff alleen al voldoende om te begrijpen dat het een belangrijke toverberg was.

(2) Het woord 'Staff was bij deze vroegere bewoners van het gebergte een uitdrukking, waarmee ze de eigenschap van iets buiten­gewoons aanduidden. Buitengewoon was voor hen datgene, wat zowel voor de elementen, zoals lucht met haar verschijnselen en water met de zijne, voor mensen zowel als voor dieren tot richt­punt diende. Dit was de reden dat men in later tijd deze berg een nieuwe naam gaf, die de eerste naam alleen maar als het ware in een moderner Duits vertaalde.

(3) De nieuwe naam was en is nog steeds 'Landschnur'. Hiervan hebben later de Fransen die zich daar ophielden 'Landjour' gemaakt. Het woord 'Staff betekende in deze oude taal uit de bergen als het wa­re een gericht en 'Hochstaff een hoog gericht en wel daarom, omdat elke onbevoegde, die in de tovermysteriën van deze berg niet was inge­wijd, dadelijk op de vreselijkste manier, natuurlijk door de heksen­meester, werd berecht als hij het waagde de berg te bestijgen tot daar waar de bebossing ophield; zo' n mens werd dan door onzichtbare han­den beetgepakt en met de snelheid van de bliksem, zoals de sage luidt, op de hoogste bergtop neergezet. Daar werd hij door eveneens onzichtbare krachten vele uren lang op de meest pijnlijke en gruwe­lijke manier gekweld en met donderende stem werd hem te kennen gegeven, dat hij tot de heksenbond moest toetreden. Wilde hij dat niet, dan werd hij van het hoogste punt, dat daarom de 'Hohe Freiung' heette, op de 'Untere Freiung' geworpen, maar met zo'n magische kracht, dat hij niet werd gedood. Op de Untere Freiung kwamen de betoverende bekoorlijke Sylphiden hem dan met hun verleidelijke ge­stalten bedwelmen. Had hij zich dan aan hen overgegeven, dan werd hij plotseling weer op de Hohe Freiung gezet en daar in hun mysteriën ingewijd. Maar als hij zich niet door de bekoorlijkheden van deze Syl­phiden wilde laten betoveren, dan kwam hij op de duivelsglijbaan en moest dan een afschuwelijke reis naar beneden in het dal maken, waar­bij al zijn ledematen, kompleet, zoals men zegt, uit hun voegen gin­gen. Als hij echter tijdens de bekoringen van Sylphiden had laten zien, dat hij wel enigszins toegankelijk was geweest, dan werd hij op de gouden hoek gezet waar hij werd verblind door de enorme rijkdom die bestond uit massa's blank goud. En was dat dan ook nog niet ge­noeg, dan werd hij zuidwaarts gevoerd in de streek van het zilveren graf, naar een wondermooi feeëriek gedeelte van deze berg, dat deze nieuwaangekomene zo betoverde, dat het voor hem alleen nog maar mogelijk was zich volkomen bij deze heksenbond aan te sluiten.

(4) Natuurlijk zijn dit alleen maar volkssagen en wel van het volk dat het laagste deel van het dal bewoonde.

(5) De verstandiger bergbewoners die vanwege de domheid van de dalbewoners niet zelden een schandelijk strafgericht moesten verdra­gen, wisten van al deze hekserij niets, maar kenden wel de geesten die deze berg aan alle kanten zo dicht bevolkten als geen andere berg. ­ Waarom juist deze berg? De reden waarom zulke wezens de ene berg meer dan de andere in bezit nemen is verschillend; gedeeltelijk hangt dat af van de ligging en een bepaalde hoogte van de berg, ge­deeltelijk van de inhoud van zo'n berg; meestal echter van een tamelijk vrije ligging waardoor een berg van de andere bergen aan alle kanten als het ware afgesneden is, opdat de geesten van andere bergen die vaak boosaardig zijn, deze geesten niet gemakkelijk bereiken kunnen en verwarring onder hen stichten. Zo'n berg wordt echter hoofdzakelijk door de boven beschreven geesten in bezit genomen, omdat hij tengevolge van zijn vrije plaats naar alle zijden een heerlijk vrij uitzicht heeft. Want al deze geesten hebben het vermogen, als ze het willen, de natuurlijke wereld te kunnen zien. Omdat ze ook voor het zogenaamde weermaken worden gebruikt en voortdurend een nauwlettend oog op de naburige berggeesten moeten houden, hou­den ze ook het meest van die bergen, waar ze door niets in hun waakzaamheid gehinderd kunnen worden. Aan zulke geesten worden weliswaar ook meer volkomen geesten toegevoegd, die hen beheersen en leiden, maar niettegenstaande dat wordt aan geen één geest zijn eigen individualiteit, zijn vrije werkzaamheid en het daarmee ver­bonden geluk ontnomen.

(6) Dit was dus een belangrijke en beroemde berg van dit land. Een tweede van dit soort is de 'Unholde', die nog beruchter was dan de Hochstaff. Want reeds benamingen die dit bergmassief heden ten dage nog aankleven, als ook zijn bijna mystieke wildroman­tische groteske vorm, zijn meer dan sprekende bewijzen van zijn be­roemdheid als toverberg. We willen alleen maar enkele namen van zijn uitlopers en tussenliggende dalen vermelden, die er ons voldoen­de over zullen inlichten hoe deze berg er eens uitgezien moet hebben, maar er natuurlijk nooit zo uitgezien heeft.

(7) De hoogste top heet de 'Hohe Stadl', dat wil zeggen een hoge plaats en een hoge woning waarin de heksen zomer en winter doorbrachten. Een zijtop van deze berg heet ook de 'Niedere Freiung' en een top die weer hoger dan deze ligt de 'Hohe Freiung'. Een Freiung is een plaats waar op de al eerder beschreven manier heel onschuldige mensen werden geworven om tovenaar te worden. Vlak onder deze beide freiungen is een tamelijk uitgestrekt plateau, waar de nieuw aangekomenen het toveren moesten leren. Deze plek heet nog heden 'Zaubrad' of , Zauberplatz'.

(8) Boven deze Zauberplatz verheft zich meer naar het zuiden nog een ronde rotsachtige bergtop die de naam 'Ruhdnik' draagt; dat was de plaats waar nieuwe toverleerlingen zich konden ontspannen. Onder de Ruhdnik, meer zuidwaarts, lag een groot, vrij terrein, dat de naam 'Gerlize' draagt. Het woord , Gerlize' betekende in de toenmalige domme tovertaal zoveel als: een plaats van de meest uitgelaten vreugde en tegelijkertijd ook een plaats voor tovenarij; want nog heden ten dage bevinden zich in de rotswanden van de Ho­hen Stadl verschillende bronnen die precies om half twaalf een water­straal naar buiten stoten; van deze bronnen is er nu nog maar één over, die de 'Halbzwölfbrunndl' heet.

(9) Nog zuidelijker verheft zich de tegenwoordige zo genoemde 'Hohe Truth', wiens naam met betrekking tot de vroegere betekenis niet nader kan worden omschreven. Boven deze Hohe Truth verrijst de zogenaamde 'Rote Wand' ook wel 'Blutwand' genoemd en hier zouden ooit door de duivels de afvalligen of verraders van de tovenarij tegenaan zijn geworpen.

(10) Weer boven de Rote Wand bevindt zich de zogenaamde 'Dreihexenspitze', in de tegenwoordige spraak ook wel 'Dreihexen­köffel' genoemd, die permanent door de drie heksen die daar wacht moesten houden werd bewoond.

(11) Boven deze Dreihexenspitze verheft zich de tamelijk steile bergrug tot aan de Hohe Stadl toe, onder de naam ‘Hexenstieg', die - zoals al werd opgemerkt - zich tot aan de hoogste top uitstrekt, waarop zich de Stadl of de burcht van de heksenkoning bevond. Noor­delijk, evenwijdig met de hoogste top, loopt een tien klafter lange en drie klafter brede rotskam. Deze draagt nu de naam 'Hohebrüstung', maar vroeger heette hij 'Hexentrui'. 'Trui' betekent zoveel als 'Trieb', drift; daar worden ze naar buiten gedreven de vrije lucht in en ze moes­ten de nevels, die uit de top opstegen, beetgrijpen. Die top heette 'Deuwwand' (in modern Duits vertaald 'Teufelswand').

(12) Meer noordelijk van de Deuwwand bevindt zich de 'Deudrei­spitz'; nog meer noordelijk de hoge Siebenwand, ook wel 'Hohle spit­ze' genoemd, waarvan wordt gezegd dat hij door de allerergste geesten bewoond werd.

(13) Meer zuidelijk van de Hohe Stad! bevindt zich een zeer steile top met de naam: de 'Verdammte Bucht', later ook 'Sandrisz' genoemd. Nog zuidelijker, maar meer dal inwaarts, is de Teufelsgalgen en vandaar af meer zuidwestelijk het Böse Weib.

(14) Uit deze namen blijkt heel duidelijk hoe ontzettend beroemd dit bergmassief ooit geweest is. De naam 'Unholde' alleen al toont heel duidelijk het karakter van dit gebergte, zoals het eens bekend stond. Gedeeltelijk beheerste het Karintië, gedeeltelijk Tirol en ook een groot deel van Welschland.

(15) Dat achter deze sagen weer niets anders steekt dan wat Ik nu al klaar helder en aanschouwelijk heb uiteengezet, is vanzelfspre­kend.

(16) Juist deze Hochstad is ook zo'n vrij gelegen berg en daarom een geliefde verblijfplaats van zulke vrij geworden natuurgeesten, die met de aan de voet van deze berg wonende boeren vaak in conflict kwa­men. Dat aan de naam van deze berg en zijn uitlopers veel treurige hekseninquisitie geschiedenissen verbonden zijn, behoeft geen nade­re verklaring; want aan de Drau is nog heden ten dage de terechtstellingsplaats van heksen van het oude landgoed Flaschberg te zien, wiens naam al een voldoende beschrijving in zich sluit van wat hier eens bedreven werd.

(17) In Tirol zijn nog veel van zulke bergen; zo zijn de Gantspitze, de hoge Böse Ring, de Böse Stein, de Hohe Helm, de Brenner, de Oetzer, de Vintschgauer Hochkuppe, het Wurmserjoch en nog meer dergelij­ke, zeer berucht. In Zwitzerland zijn het de bekende Wetterhorn, de Finstere Achhorn, de Hohe Mönch, het Wöllerhorn, de Pilatusspitze, ook de Bernhardsberg, de Teufelsbrücke en nog heel veel van dat soort - alle bergen van hetzelfde kaliber.

(18) Maar het beruchtste zijn de bergen van Savoye. Want daar woonden volgens de volks sage de hoogste aanvoerders van de boze geesten en elke Savoyaard werd nog niet zo heel lang geleden met een dermate verachting aangezien, dat men hem nauwelijks hoger stelde dan de dieren, zoals ook nog niet zo heel lang geleden de bewoners van de Pyreneeën onder de naam 'Chacots' door de Spanjaarden meer veracht werden dan een straathond.

(19) Nadat we nu, om het bestaan van geesten in onze tweede regio te verduidelijken, dit door deze verhalen voldoende uitvoerig hebben belicht, en we nu zien hoe het in deze tweede regio toegaat, willen we voor het volgende dadelijk in de eerste regio afdalen en zien hoe het daar op geestelijk gebied toegaat.