Hoofdstuk 35

 

Heksen en heksenprocessen

 

22-2-1847

  

(1) Er zal wel niemand zijn die nooit van zogenaamde heksen heeft ge­hoord; want het is nog niet eens zo lang geleden dat rechtbanken nog heksenprocessen voerden en onder deze naam veel volkomen on­schuldige mensen op de pijnlijkste manier naar de andere wereld hiel­pen.

(2) Hoe kwam de mensheid aan heksen? - Deze vraag willen we met behulp van enkele verhaaltjes beantwoorden.

(3) In vroegere tijden, toen de mensen nog veel eenvoudiger leefden dan wij nu, waren er velen die het zogenaamde tweede gezicht hadden en heel natuurlijk in beide werelden leefden. Ook mensen van déze tijd zouden dat gemakkelijk kunnen als hun voedsel eenvoudiger zou zijn; het meest schadelijk is het gecompliceerde eten van tegenwoor­dig. Daarmee bederven en versuffen ze de natuur zo, dat de ziel in hen als een vogel aan de lijmstok vastkleeft en verstrikt raakt, zodat ze onmogelijk die beweeglijkheid en behendigheid kan verkrijgen waar­bij ze vrijuit zou kunnen opstijgen en bewegen.

(4) Waaruit bestond dan het voedsel van die vroegere eenvoudige mensen?

(5) Het voedsel bestond meestal uit peulvruchten, die heel eenvou­dig zacht gekookt, wat gezout en dan nooit in warme toestand werden gegeten. Ook gewoon brood, melk en honing was al een heel oude eenvoudige kost en daardoor bereikten de mensen vaak een hoge leef­tijd en waren tot het laatste ogenblik van hun leven in het bezit van het tweede gezicht.

(6) Wel mag iedereen zo nu en dan matig wijn drinken, maar nooit zoveel dat hij er een roes van zou krijgen.

(7) Vleesgerechten moeten maar op bepaalde tijden worden gegeten en dan nooit langer dan zeven dagen achter elkaar, zeer matig en altijd bereid van pas geslachte dieren, en dan is vis beter dan vlees van duiven, het vlees van duiven weer beter dan dat van kippen, het vlees van kippen weer beter dan lamsvlees, dit beter dan geitenvlees en dit beter dan kalfs- en rundvlees. Onder de broodsoorten is tarwebrood het beste; van de genoemde spijzen moet echter nooit meer dan één met wat brood erbij, worden gegeten en ook moet het fruit altijd maar matig en altijd goed rijp gegeten worden, evenals wortelgewassen, maar altijd slechts één tegelijk.

(8) Bij dergelijke kost zou het lichaam nooit zo dik worden, waardoor het traag, slaperig en sloom wordt, waarbij dan de ziel heel wat te doen heeft om zulk een zware machine in beweging te houden, laat staan dat ze naast zulk werk zich nog met andere dingen zou kunnen bezighouden

(9) Kijk, mensen die zo eenvoudig leefden waren er vroeger veel; vooral de mensen die in de bergen woonden leefden heel eenvoudig. Deze hadden dan ook altijd het tweede gezicht; ze hadden dag en nacht een heel natuurlijke omgang met de geesten en werden door hen in de meest verschillende dingen onderwezen. Die geesten toonden hen de werking van de kruiden en vertelden hen ook, waar zo hier en daar een edel of onedel metaal in de bergen verborgen lag; ze leerden hen ook hoe ze het metaal moesten winnen en hoe ze het door smelten en smeden tot allerlei nuttige dingen konden bewerken.

(10) Kort en goed, er was zelden een huis in de bergen dat niet zijn huisgeesten had, die net zoals ander huispersoneel heel gewoon bij het huis hoorden. Daardoor waren er ook vooral op de bergen veel wijze mensen, die met de geheime natuurkrachten, namelijk met de geesten, zeer vertrouwelijk leefden – of beter gezegd, deze krachten of geesten stonden hen zogezegd altijd ten dienste.

(11) Als dan mensen uit de lagere streken, zoals die uit de grotere dor­pen, markten en steden naar deze wijze mensen uit de bergen toekwa­men, dan moest hen veel opvallen, wat voor hen griezelig en geheim­zinnig was en vooral als kwaadwilligen met zo'n bergbewoner over iets gingen twisten; want zo' n twister beleefde dan zeker één of andere voor hem onbegrijpelijke afstraffing, waarvan hij niets anders kon denken, dan dat dit hem door de levende satan of tenminste door zijn handlangers was aangedaan.

(12) Wat was dan het gevolg? De op deze manier door schade en schande wijs geworden dorpeling of stedeling ging dadelijk naar zijn parochiegeestelijke die in dié tijd gewoonlijk óf nog dommer óf tenminste nog boosaardiger was dan de aanklager. Er werden dan missen, processies en duiveluitdrijvingen georganiseerd, natuurlijk al­leen voor contant geld. Dat was altijd een flinke som, als het al niet het hele vermogen benevens huis en hof uitmaakte van de in dit geval be­hekste of zelfs door de duivel bezeten aanklager.

(13) Had de aanklager zijn geestelijke op deze manier voldaan, dan werd het geval voor de wereldse rechtbank gebracht. Deze ging dan met allerlei door de geestelijke voorgeschreven gewijde en anti­heks - en anti duivelapparaten naar het huis waar de aanklager vol­gens zijn idee behekst of door de duivel gegrepen was. Dit wereldse ge­recht nam dan gewoonlijk alle bewoners op een afschuwelijke manier gevangen en voerde hen vaak zonder verder verhoor naar de brandsta­pel en nam alle schatten benevens huis en grond in beslag, maar wel nadat daar van te voren zeven maal de duivel uitgedreven en alles ge­wijd was; voor deze wijding moest natuurlijk weer flink betaald wor­den.

(14) In later tijd maakte men het vaker nog erger, want daar werd tenslotte iedereen, behalve personen uit de geestelijke stand, die in een zwarte jas werd gezien en sneller kon lopen dan een ander, voor een baarlijke duivel aangezien en er was alleen maar een enigszins boosaardige aanklager nodig en de zwartgeklede werd al voor een heksengerecht gedaagd; totdat in de tegenwoordige nieuwe­re tijd de natuurkundigen en chemici het tenslotte zo ver brachten dat de zeer domme mensheid is beginnen in te zien dat hun vermeende hekserij de grootste dwaasheid is.

(15) Maar toen verviel men van het ene uiterste in het andere en vergat men dat er een gulden middenweg is. Want zo verkeerd het is als mens met geesten te willen strijden, een nog grotere fout is het om het hele geestenrijk te verbannen en het als van nul en generlei waarde te verklaren.

(16) Het is niet te loochenen dat vroeger veel mensen met boze geesten in conflict raakten, waardoor ze dan soms de streek schade be­rokkenden, maar juist deze booswichten hadden altijd een flinke con­trole en bekwame leermeesters aan hun goede buren, die heel precies wisten wat een of ander boosaardig mens in de zin had. Maar de geeste­lijkheid had, zowel toen als nu, geen consideratie en engel en duivel moesten beiden het vuur in; want men keek er niet na of iets goed of slecht was, maar alleen of het geld opbracht. Als de aanklager en de vermeende tovenaar niet vermogend waren, dan was het Requiescant in pace! (*Mogen zij rusten in vrede!) Maar als men vermoedde dat er geld was, liep alles niet zo vreedzaam af. Het was toen met de heksen net zoals tegenwoordig bij begrafenissen, waar voor de rijken alle mogelijke ceremonieën en gebeden worden verricht, de arme echter tevreden moet zijn met een 'Onze Vader' en een 'Hij ruste in vrede'; en kan een arme helemaal niets betalen, dan moet hij er genoegen mee nemen in gewijde aarde begraven te worden.

(17) Is dat niet hetzelfde als toverij bedrijven? O nee, dan zegt men: de arme komt toch wel in de hemel, alleen de rijke moet nog wat transpireren voordat de hemelpoort voor hem wordt geopend! O, wat zullen dat in het rijk van de geesten aardige taferelen worden!

(18) Deze handelwijze houdt iedereen voor eerbaar en rechtmatig, maar ze zijn in geestelijk opzicht veel erger dan alle vroegere  heksenprocessen; want toen was gewoonlijk domheid de reden, maar hier zuivere hebzucht en een heksenproces uit hebberigheid is veel erger dan uit domheid. En wat is een zielemis anders dan een heksenproces, waardoor men bij de gestorvenen nog zoveel duivelse dingen meent uit te bannen.

(19) Ik geloof dat deze zaak duidelijk is; daarom hierop volgend nog enkele verhaaltjes en dan verder!