Hoofdstuk 32
Geesten nemen bezit van de materie
16-2-1847
(1) Het is zeker wel moeilijk om je voor te stellen dat in een
regendruppel, een sneeuwvlok, een hagelkorrel of zelfs in een wolkje één of
meer geesten zijn samengebonden en geperst en in zo'n volume een gewicht
krijgen, waardoor ze gemakkelijk omlaag vallen of naar beneden kunnen worden
geworpen; een nadere beschrijving zal het duidelijk maken.
(2) Je moet je niet voorstellen dat de geest met de ziel
als een stukje papier wordt samengekneed tot het er eindelijk als een propje
uitziet. Dat is helemaal niet het geval. De menselijke vorm van de geest blijft
ongedeerd. Alleen de ziel, en dan niet haar vorm, maar alleen haar specifica
worden in de hartstreek samengedrukt en treden
dan in
deze samengedrukte toestand, al naar gelang dit proces meer of minder heftig is
verlopen, in de bovengenoemde komeetachtige verschijningsvormen naar voren.
(3) Zo moeten jullie je ook niet voorstellen dat in een
hagelkorrel een hele geest met zijn ziel samen gekneed naar beneden valt, maar
dat zijn alleen maar zijn materiële wensen. Deze worden vanwege hun materiële
zinnelijkheid door de vredesgeesten samengedrukt en worden daardoor materieel
en zwaar. Daar deze wensen echter een dwingend verlangen zijn van de geest en
de ziel, wordt de geest met zijn ziel door dit nieuw gevormde materiële
zwaartepunt daarheen getrokken, waarheen deze, vanwege zijn materiële
eigenschap, noodzakelijk gericht moet zijn.
(4) Om
jullie de zaak nog duidelijker te maken zullen we een duidelijk voorbeeld
geven. Stel je eens een menselijke vorm voor, die zou zijn samengesteld uit een
dun vlies dat met waterstofgas gevuld kon worden en als het gevuld was een
menselijke vorm zou hebben en zeker dadelijk in de hogere regionen zou opstijgen.
Als echter in deze ballonmens het waterstofgas zich plotseling zou verdichten
dan zou zo'n eventueel verdicht waterstofgas, vloeibaar geworden, natuurlijk
zwaarder worden en door zijn gewicht naar beneden vallen; daar hij zich echter
niet buiten, maar binnen in onze ballonmens bevindt, die door de verdichting
van het waterstofgas de nodige expansie heeft verloren, wordt dan ook de
ballonmens naar de aarde getrokken. De vorm van de ballonmens is niet
veranderd, hij is alleen maar wat ingeschrompeld, als het ware magerder geworden,
en kon vanwege het nieuw gevormde zwaartepunt niet meer in hoge luchtregio
blijven. Als echter beneden op de materiële grond van de aarde het tot water
verdichte gas (* Dit is chemisch gezien natuurlijk niet juist, maar het is hier
alleen bedoeld om aanschouwelijk te maken hoe een substantiële ziel, die haar
lichaam al heeft afgelegd door materiële wensen en gedachten weer in de materie
teruggetrokken wordt en zich met deze verbindt. - Noot van de uitgever) door
nieuw toegevoegde warmte weer in gas wordt veranderd, dan zal de ballonmens
weer opstijgen.
(5) Dit is een heel materieel beeld maar stelt toch het
geestelijke in een vergelijking heel treffend voor. Daaruit kun je de
gevolgtrekking maken, hoe zich een geestelijke mens, wiens ziel een geestelijke
ballonachtige buitenvorm is, in zijn binnenste verdicht, daardoor zwaar wordt
en van zijn hoogte af de richting inslaat naar de werkelijke materie. Hier
wordt deze materiële verdichting van zijn zinnelijke wensen door het vuur van
zijn in deemoed ontwaakte liefde al gauw weer opgelost en hij stijgt dan, meer
verdeemoedigd, langzamerhand op naar de plaats waar zijn wezen thuishoort.
(6) Zeer boos gezinde geesten worden vaak tot stenen
verdicht en vallen dan naar beneden; het oplossingsproces zal dan heel veel
langer duren dan wanneer deze verdichting alleen maar zichtbaar wordt in de
vorm van bovengenoemde meteoren. Velen, die boven hoge gebergten en vooral
boven de poolstreken van de aarde ten val worden gebracht, worden zelfs lang in
bovengenoemde verschijningsvorm gehouden, maar het moeten dan wel heel
kwaadgezinde geesten zijn, waarin veel hoogmoed te vinden is, die natuurlijk al
van helse aard is. Wat na zulk een les met de geesten gebeurt, dat zal hierna
nog duidelijker uiteengezet worden. Voorlopig is het echter genoeg, dat jullie
er een zo duidelijk mogelijk begrip van krijgen hoe en waarom achter de
natuurlijke verschijnselen die voor het vleselijke oog zichtbaar zijn, zich
altijd iets geestelijks bevindt. Over
het hoe en waarom volgen nog enkele beschouwingen.