Hoofdstuk 25

Het wezen van het vuur

 

6-2-1847

 

(1) Deze derde luchtregio, die, zoals boven al werd opgemerkt, de meest zuivere en doorzichtige is, rust als een etherische olie op de tweede luchtregio en heeft naast de al genoemde eigenschappen ook deze heel bijzondere dat ze bij een of andere storing gemakkelijk ont­vlamt. Heel licht ontvlambaar is ze op die plaatsen, waar een lichaam, bijv. een meteoor, in haar belandt en dan een grote afstand in deze re­gio aflegt. Dit ontvlammen is van een heel bijzondere aard, omdat daarbij geen verbranding plaatsvindt. Het is een oplichten, maar geen verbranding. Om dit oplichten en deze heel bijzondere manier van onsteken aan jullie uit te leggen, zal voor jullie begrippen wel wat moeilijk zijn; maar desalniettemin zullen we proberen de zaak zo dui­delijk mogelijk te maken.

(2) Om dit bijzondere proces te begrijpen moet eerst over het onsteken of in het algemeen over de geaardheid van het onsteken iets nader worden verteld.

(3) Wat is eigenlijk onsteken? - Velen zullen wel zeggen: Als men brandbare voorwerpen bij het vuur brengt of ze aan hitte blootstelt, dan ontvlammen ze en verbranden daarna. Maar met deze verklaring zal wel niemand ver komen, want het eenvoudigste keukenmeisje weet dat hout en andere brandbare dingen ontvlammen als men ze in het vuur gooit.

(4) Maar: wat is het vuur, dat in wezen het ontvlammen is? Dat kan op geen enkele natuurkundige wijze meer verklaard worden, om­dat datgene wat eigenlijk vuur is, alreeds op geestelijk terrein ligt, goed of kwaad is hier om het even.

(5) In alle materie huizen geesten. Worden die op een of andere manier geprikkeld, dan ontvlammen ze, d.w.z. dat ze in steeds grotere actie komen, waarbij hun werkzaamheid en uiting van kracht steeds groter wordt. In zo'n potentiëring van ijver en kracht ontstaan dan ook zeer levendige bewegingen, die elkaar als zeer snelle slingeringen opvolgen. Door deze beweging wordt de vaste materie vernield, want de grote actie scheurt alles in de kleinste atomen uit­een. De geesten komen eindelijk na de volledige overwinning van de materie vrij, verschijnen als opstijgende rookzuilen en vinden zo hun vrijheid, terwijl de rest van de materie als as achterblijft.

(6) Daarom is het ontsteken een opwekking van het geestelijke in de materie; en het voortduren en steeds machtiger worden van deze opwinding is het eigenlijke verbranden. Het licht geven van het vuur komt door de uitermate sterke en vlugge beweging van het geestelijke, en de voortplanting van het licht van het vuur is eveneens een prikkel van gelijke geesten in alle materie en in de hele dampkring. Dit is dus het proces van ontsteken en verbranden.

(7) Maar let wel, hier op aarde gebeurt het ontvlammen en verbran­den gewoonlijk door de opwinding van nog onzuivere en onedele geesten; daarom ziet het vuur er gewoonlijk vuil en roodachtig uit, in zekere zin nog grimmig en vonken spattend van woede.

(8) Er kan echter ook een andere ontsteking plaats vinden, namelijk door het vuur van de liefde; deze ontsteking is echter niet verstorend en verderfbrengend.

(9) Een dergelijk ontsteken is bijvoorbeeld het terugstralen van het zonlicht op een wateroppervlak. Door het liefdelicht van de zon worden de vreedzame geesten van het water zeer geprikkeld, maar ze vernielen in deze opwinding niets. Weliswaar wordt de hele oppervlakte van het water ontstoken en kaatst wijd en zijd de stralen weer terug, maar toch verbrandt daarbij niets.

(10) Op dezelfde manier ontstaat in een spiegel een ontsteking als er een lichtstraal op valt, maar er ontstaat geen verbranding, omdat hier een opwekking van goede geesten plaats heeft. Wordt echter een gees­telijk goede zonnestraal van liefde gepotentieerd naar lichamen geleid, die nog onzuivere geestelijke delen in zich dragen, dan worden die ook ontstoken en verbranden.

(11) Nu we eenmaal het gebeuren van het ontsteken begrijpelijk uiteengezet hebben, is het gemakkelijk om het ontsteken van deze etherlucht in de derde luchtregio, als deze in haar normale rust wordt gestoord, te verklaren. Een door deze derde luchtsfeer vallende of vlie­gende meteoor scheurt de lucht natuurlijk uit elkaar. In deze lucht ontstaat dan door deze gewoonlijk zeer snelle beweging van zulke li­chamen een lege ruimte. Deze holle ruimte vormt dan een spiegelvlak, waarin zich in een ogenblik van tijd de lichtstralen van talloze sterren als in een holle spiegel of nog beter als in een cilinder spiegel concen­treren en deze stralenreflex lijkt dan van de aarde uit gezien op een vuur; maar het is helemaal geen vuur, maar alleen de reflecterende, bovenbeschreven werking van het sterrenlicht in de pasgevormde luchtcilinderspiegel.

(12) Dit verschijnsel in de derde luchtregio is dus een heel bijzondere eigenschap speciaal van deze luchtregio, omdat een dergelijk ver­schijnsel in de onderste luchtlaag niet kan voorkomen; de lucht is daar namelijk te zwaar en valt te snel weer samen achter een haar doorkrui­send lichaam, terwijl de zeer lichte lucht van de derde regio zich maar geleidelijk aan weer sluit. Daarom is achter zo'n vliegende meteoor nog een lange staart te zien die lijkt op die van een draak.