Hoofdstuk 18
De aardkorst
26-1-1847
(1) Nadat we de middelste aarde hebben doorgenomen,
begeven we ons - zoals hiervoor al werd gezegd - naar de buitenste aarde, die
als het ware de huid of de schors van de aarde uitmaakt.
(2) Dit buitenste deel van de aarde bestaat allerminst
uit een mechanisch kunstig bouwsel; wat er in deze sfeer echter ontbreekt,
wordt gecompenseerd door talrijke structuurvormen en er heerst daar een
zodanige overvloed van alles, dat geen enkel mensenverstand zou kunnen
begrijpen of zich zou kunnen voorstellen hoe en wat er allemaal in deze
aardkorst omgaat.
(3) Bij de vroegere twee aarden hebben we alles
eenvoudiger gevonden, omdat de werking benevens de aan haar voorafgaande
activiteit in zekere zin heel eenvoudig is. Men zou de inwendige activiteit en
de inwendige arbeid kunnen vergelijken met een gewoon drijfwiel, waarbij men
niets anders ziet dan dat het gestadig maar toch met veel vaart om zijn as
wentelt. Gaat men dan echter de werkplaats binnen, waar door de eenvoudige
werking van het genoemde drijfwiel een zeer gecompliceerd mechanisme in de
meest verschillende bewegingen wordt omgezet en waar door deze rader- en spil
werken de meest verschillende resultaten worden bereikt, dan is men verbaasd als
men bedenkt dat dit alles door het eenvoudige ver verwijderde drijfwiel wordt
teweeggebracht.
(4) Zo kan men ook de eenvoudige werking in het binnenste
van de aarde beschouwen als een eenvoudig drijfwiel, waardoor echter juist op
onze derde en buitenste aarde talrijke werkingen van velerlei soort worden
teweeggebracht. Men moet zich echter niet voorstellen, dat de uiterlijke aarde
van de binnenste aarde door een leeg luchtruim of door een ertussen gelegen
ruimte - bijvoorbeeld een onderaardse zee - gescheiden is; maar deze beide
aarden zijn even innig en vast met elkaar verbonden als de bast met het hout
van de boom.
(s) Eerst rust op de vaste aarde een kilometers dikke
gevoelige aardehuid, waar overheen pas de eigenlijke gevoelloze aardkorst ligt,
waarin zich de werking van het innerlijke organische leven van de aarde
verduizendvoudigt. Daar wordt pas alles wat erin of er buiten ligt gevormd,
d.w.z. het zaad, zoals het geaard is, wordt of nieuw gevormd of in zichzelf
vastgelegd, zoals de uit de kiem ontstane uiterlijke vorm zich eens zal
ontplooien. Ofwel, wordt hier voor de zaden de kracht gemaakt en al naar hun
aard gedifferentieerd, opdat deze geschikt zal zijn voor het tot leven wekken
van het reeds aanwezige zaad, zowel voor plant als dier. Ze wordt dan
langzamerhand door het plantenrijk, het water en door talloze kleine diertjes
opgenomen en heel intelligent gebruikt.
(6) Voor een dergelijke voorbereiding is zeker in de
eerste plaats een uiterst gecompliceerde, mechanisch organische constructie van
dit deel van de aarde nodig. Maar een dergelijk mechanisme alléén
zou nog maar heel weinig of helemaal niets opleveren; doch de inrichting van
dit deel van de aarde moet - naast het meest wonderbaarlijk gecompliceerde
mechanisme tot scheiding en verdeling van de uit het binnenste van de aarde
opstijgende sappen en krachten - nog een tweede, oneindig meer gecompliceerde
installatie bezitten, met het doel om de subtiele inwerkingen uit het
omliggende oneindige heelal op te nemen en naar de juiste plaats van bestemming
te voeren.
(7) Dat we voor dit doel met een eenvoudige installatie
niet gediend zouden zijn, kan men zich gemakkelijk voorstellen, als men alleen
maar een enkele plant aandachtig beschouwt; hoeveel delen bezit ze wel niet en
wat een oneindige hoeveelheid van elk deel moet in elke plant aanwezig zijn,
zoals bijvoorbeeld stekels, haren, randen, hoekjes, vezels, draden,
vloeistoffen, vetten en nog meer van dergelijke zaken, en dat alles verbonden
door een kunstig mechanisme, dat alleen er toe dient deze ene plant te vormen.
Als alleen één plant al zoveel voorzieningen nodig heeft, hoe oneindig veelvoudiger en gecompliceerder geledingen en mechanismen
zullen er in dit derde aardedeel dan niet aanwezig moeten zijn, als het ten
eerste gaat om het vormen van de veelsoortige en rijke mineraalwereld, daarna
om de hele plantenwereld en ten slotte om de talrijke varianten in de dierenwereld!
(8) Een zandkorreltje, dat zeker het eenvoudigste mineraal is, is zo kunstig
samengesteld, dat jullie van pure verbazing met open mond zouden staan, als
jullie zouden kunnen zien op hoe kunstige wijze het in zichzelf is
samengesteld. Dan zouden jullie een grote hoeveelheid van de meest
verschillende kristallen ontdekken, die zo regelmatig samengevoegd zijn, dat
een knappe wiskundige het niet zou kunnen berekenen. Dat is echter nog niets.
Als jullie enkele kristallen nauwkeurig zouden onderzoeken, zou je ontdekken
dat ze niets anders zijn dan louter een verzameling van dierlijke kadavers en
wel van een soort infusiediertjes, die veel kleiner zijn dan die reeds lang
meer ontwikkelde soort, die je in gistende waterdruppels ziet verschijnen. Zou
je dan deze kadavertjes zelf nader onderzoeken, dan zou je in elk kadaver een
talloze hoeveelheid atomistische diertjes ontdekken, die tijdens het leven van
deze nu in kristalvormen aan elkaar gekleefde infusiediertjes hen tot spijs en
voeding dienden. En zou het jullie mogelijk zijn zo'n atomistisch diertje -
weliswaar meer met je geestelijke oog dan met een scherp gewapend natuurlijk
oog - te beschouwen, dan zou je in elk atomistisch diertje een miniatuur
hulsglobe ontdekken, waarin in allerkleinste afmetingen het hele universum in
beeld te voorschijn treedt. Neem miljoenen daarvan tezamen in zo'n
kristalletje, dat weer uit duizenden infusiediertjes is samengesteld en het
zandkorreltje dan weer uit honderd van zulke kristallen, dan zullen jullie je
tenminste een beetje begrip kunnen vormen van de zeer kunstige bouw van dit
allereenvoudigste stukje mineraal, of liever gezegd, dat zou voor jullie beter
zichtbaar worden.
(9) Wat moet er allemaal gebeuren om zo'n eenvoudig
stukje mineraal voort te brengen! Hoe kunstig moet het mechanisme wel niet zijn
in werkplaatsen, waar slechts zandkorreltjes gefabriceerd worden, als daar twee
generaties dieren - waarvan elk diertje reeds een zeer kunstig organisme bezat
- aan de bouw van zo'n zandkorrel vooraf zijn gegaan; je kunt je niet eens een
begrip vormen van het bijzonder kunstige organisme van de betreffende
diertjes. Want zo'n diertje heeft ogen, oren en andere zintuigen en bovendien
een geheel vrije beweging. Weet wel, dat het al alle menselijke begrippen te boven
gaat om dat te vervaardigen! Nog raadselachtiger is het beeld van het universum
in een atomistisch eivormig kogeldiertje. De buitenkant van de aarde moet wel
een zeer kunstig reproductiemechanisme bezitten om uit dit alles dan weer een
zandkorreltje te vervaardigen. Hoeveel is er dan wel niet nodig om andere
mineralen te ontwikkelen en hen hun bepaalde eigenschap en vorm te geven. En
wat is er niet nodig om de meest uiteenlopende planten te vormen, wat tenslotte
om de talloos vele diersoorten op te bouwen, waarvan het aantal met het getal
miljoen nog niet te meten is!
(10) Uit deze slechts oppervlakkige uiteenzetting zullen jullie
gemakkelijk kunnen begrijpen, dat het gewoon onmogelijk is hier een speciale
beschrijving te geven van dit oneindig gecompliceerde vormingsmechanisme.
Zouden we deze zaak werkelijk in alle onderdelen willen uitleggen, dan zouden
duizend schrijvers zeker een biljoen jaar werk hebben. En wie dan zo'n werk
zou willen bestuderen, die zou dan nog duizend biljoen jaar moeten leven om een
dergelijk werk minstens eenmaal in zo'n lang leven door te lezen. Kortom, het
belachelijke van zo' n onderneming is op het eerste gezicht al duidelijk.
Daarom zullen we bij de beschouwing van de buitenlaag van de aarde slechts een
algemene uitleg geven, waardoor veel uiterlijke verschijnselen nader verklaard
kunnen worden. Al het overige zal, zoals al vaker gezegd, gemakkelijker uit het
'Geestelijk deel' te begrijpen zijn en dan zal een minuut meer vrucht dragen
dan een miljoen aardse jaren. Daarom hierna alleen nog maar iets over de
bijzondere inrichting van dit buitenste deel van de aarde.