Hoofdstuk 9

 

De milt van de aarde

 

14-1-1847

 

(1) Bij elk dier is de milt één van de belangrijkste organen na de longen; Het is de eigenlijke energiebron van elk dierlijk lichaam. Dit orgaan is tot behoud van het leven net zo noodzakelijk als het hart, de maag en de longen, want zonder de milt zouden de organen in elk dierlijk lichaam dood zijn.

(2) Ik zeg dat het de stookplaats is in het dierlijk lichaam. De stookplaats is in elk huis voor het koken van het eten en voor verwarming van de kamers het meest noodzakelijkst; ongeacht hoe deze er uitziet, ze moet toch aanwezig zijn en ze was ook datgene waar de mensen het allermeest behoefte aan hadden; de allereerste mensen op aarde leerden ook het vuur eerder kennen dan al het ande­re; als ze het niet gekend hadden, dan hadden Kaïn en Abel geen brandoffers kunnen brengen.

(3) Om het belang van zo'n haardvuur en wat eigenlijk zo'n haardvuur is met een voorbeeld uit jullie tijd goed duidelijk en aanschouwelijk te maken, zullen we eens naar de tegenwoordig bestaande zogenaamde locomotieven kijken.

(4) Zo'n locomotief is menselijk bekeken erg kunstig samengesteld. Vullen we de ketel met water, maar stoken we er geen vuur onder, waardoor het water omgezet wordt in stoom die drijfkracht heeft, dan zul je dadelijk zien dat dit hele mechanisme, tot niets dient. Het vuur is dus de eigenlijke drijfkracht; het zet eerst het water om in stoom en die stoom grijpt dan pas met haar kracht het mechanisme aan en het stoomvoertuig komt dan in zijn bekende snelle beweging.

(5) Soortgelijke, weliswaar oneindig kunstiger locomotieven, zijn de dierlijke lichamen; maar hun hele mechanisme, dat uit talloos vele delen en organen bestaat, zou tot niets dienen als de vuurhaard zou ontbreken. Pas deze zet al de tot zich genomen voedselbestandde­len om en drijft ze door zijn eigen kracht in de vaten verder, waar ze in bloed overgaan en dan eerst naar het hart worden gevoerd en hiervan­daan naar hun eigenlijke bestemming.

(6) Deze stookplaats in het dierlijk lichaam, milt genoemd, bestaat daarom uit een luchtige massa en kan in haar in alle richtingen lopend celweefsel het elektromagnetische vuur opwekken en onderhouden. Dit opwekken heeft plaats doordat ze door een voortdurende wrijving van haar celweefsels een elektromagnetisch vuur doet ontstaan en dat in talrijke buidelvormige vaten als in kleine elektrische flessen opslaat en als het ware aldoor ermee verzadigd is, om daarvan elk ogenblik het negatieve deel naar de maag en het positieve deel naar het hart te voeren.

(7) Ik weet wel dat heel veel artsen en natuurkundigen tot op dit ogenblik nog niet weten wat ze met de milt aan moeten, waar echter ook moeilijk achter te komen is, omdat niemand een levend dier van binnen kan bekijken om op deze manier te onderzoeken wat de milt doet. Is het dier dood, dan is de milt toch al veel eerder dood; maar hierbij is jullie nu meegedeeld wat de milt is en waarvoor ze dient.

(8) We hebben dus hieruit gezien, dat de milt een van de noodzake­lijkste organen van het dierlijk lichaam is, omdat ze de eigenlijke drijf­kracht voor alle andere dierlijke mechanismen in zich opwekt, be­waart en aan andere delen afgeeft.

(9) Zoals dus dit heel onbelangrijk lijkende orgaan één van de belangrijkste van het dierlijk lichaam is, zo is ook in de aarde een soortgelijk orgaan aanwezig, dat met recht de milt van de aarde kan worden genoemd. Deze aardemilt is net als in het dierlijk lichaam eerst voor de maag van belang, maar staat ook met het aardehart in nauwe organische verbinding. Want naast de maag, die van de milt zijn verbrandingswarmte betrekt, moet ook het hart zijn pulserende kracht putten uit dit belangrijke orgaan. In niet mindere mate berust ook de werking van de long op die van de milt, hoewel de long voor de helft een geheel vrije beweging heeft die met de wil van de ziel is verbonden, om welke redenen vooral de mens willekeurig nu eens sneller dan weer langzamer adem kan halen.

(10) Daar dus de milt ook in ons aardelichaam een van de belangrijkste rollen speelt om leven op te wekken, is het ook niet meer dan billijk dat men aan dit orgaan een bijzondere aandacht be­steedt.

(11) Om dit echter ook in te zien zullen we in het kort de werkingen van onze aardemilt enigszins belichten.

(12) Kijk eens naar de vuurspuwende bergen op de aarde! Ze zijn weliswaar slechts onbelangrijke uitlopers van deze voornaamste stookplaats, maar hun aanblik kan ons toch wel een overtuigend beeld geven hoe het er in de 'hoofdvuurkeuken' van het aardelichaam uitziet. Dat is dus één werking, die aan de oppervlakte van de aarde zichtbaar wordt.

(13) Dan beschouwen we de talloze kokendhete waterbronnen, die hun verwarming eveneens van dit hoofdorgaan van de aarde betrekken, zij het dan niet onmiddellijk, dan toch via vurige organen die met dit aardorgaan in de nauwste verbinding staan. Dit is de tweede uitwerking van dit aardorgaan die op het aardopper­vlak merkbaar is.

(14) Laten we dan verder kijken naar de wolken en nevels en ook naar de winden die deze wolken en nevels bewegen. Dat alles is een uit­werking van de aardemilt, want haar centrale hoofdvuur dringt door talloze organen van de aarde heen en verwarmt die overal voldoende. Als men slechts enkele kilometers in de aarde zou doordringen, zou men zich kunnen overtuigen hoe machtig reeds hier dit innerlijk verwarmingsorgaan van de aarde werkt. Als er nu water in deze diepten doordringt, wordt dat weldra in dampen omgezet. Deze blazen de aardehuid omhoog en dringen dan langza­merhand als gas door de poriën, kloven en andere spleten van de aard­korst, vullen op die manier de lucht en verstoren haar evenwicht, waardoor dan de winden ontstaan. Als deze in het binnenste van de aarde gevormde waterdamp en gassen - vaak ten gevolge van de te grote druk - met geweld een uitweg zoeken, dan wordt daardoor een grote of kleine aardbeving veroorzaakt en in de nabijheid van de uitbarsting treden vernielende orkanen, wervelwinden en soms ook vuurhozen op. Hier hebben we dan weer een derde aanschouwelijk verschijnsel aan de aardoppervlakte, dat door dit orgaan wordt ver­oorzaakt.

(15) Op gelijke wijze zijn de bewegingen van de zee (geen eb en vloed, maar alleen de golvende en stormachtige bewegingen) zoals ook alle zeestromingen afkomstig van dit ingewandsorgaan. Het zout van de zee kan ook alleen maar in het zeewater komen, als bepaalde stoffen van tevoren door het vuur opgelost en ter verzilting van de zee door talrijke organen naar boven worden gedreven. Ook al­le meteorologische verschijnselen, die in de dampkring rondom de aarde optreden, zijn uit deze ingewanden afkomstig en niet in het minst ook alle vegetatieve kracht op aarde. Naast deze zijn er nog talloos vele verschijnselen in en op de aarde, die alle uit dit inge­wandsorgaan afkomstig zijn; doch honderd schrijvers zouden aan honderd jaar niet genoeg hebben om dit alles op te sommen! Daarom zou het ook een zinloos en belachelijk werk zijn om al deze verschijn­selen apart op te noemen en te bespreken en ook des te on­doelmatiger, omdat al deze verschijnselen uit de latere beschouwing van het geestelijke deel toch al veel gemakkelijker kunnen worden begrepen. Daarom is het genoeg dat we dit hier in het algemeen aangeven, hoewel het anderzijds toch ook niemand onverschil­lig mag zijn, zich vooraf over dit zeer belangrijke punt een wat diepgaandere kennis te verwerven; zonder deze kennis zal hij het geestelijke namelijk niet zo grondig kunnen begrijpen.

(16) We hebben nu enkele van de belangrijkste werkingen van de aardemilt opgenoemd en wel om dit belangrijke ingewandsorgaan grondig en met waardering te kunnen begrijpen; om haar betekenis echter nog dieper tot ons te laten doordringen, zullen we ons persoonlijk in dit orgaan van de aarde begeven, om daar een kleine doelmatige excursie te maken en na te gaan hoe deze aardemilt is opgebouwd en waar ze haar vuur en de brandstof vandaan haalt. [bron: Aarde en Maan – Jakob Lorber]