Hoofdstuk 3

 

Positie en veranderlijkheid van het hart van de aarde

 

31-12-1846

 

(1) Waar bevindt zich dus het zwaartepunt of het hart van de aarde? Niet in het midden, wat hierboven al is aangetoond en waarvan ge­deeltelijk geestelijk is uitgelegd waarom niet. Dit zal op de juiste plaats nog duidelijker verklaard worden. Het middelpunt van de aarde, d.w.z. het meetkundig middelpunt, zou met betrekking tot de plaats­bepaling zeker wel het gemakkelijkst en ook het meest zeker als streek of plaats van het zwaartepunt aan te wijzen zijn, omdat het een zekere niet te verplaatsen plaats moet innemen voor alle tijden; want zolang de aarde blijft wat ze is - gelijk van vorm, grootte en gestalte - moet ook het meetkundig middelpunt steeds een en hetzelfde blijven.

(2) Maar zo is het niet gesteld met het zwaartepunt van de aarde. Hiervan kan men niet zeggen dat het zich hier of daar bevindt, want het is nu eens hier en dan weer daar. Zijn ligging kan aan heel belangrijke veranderingen onderhevig zijn. Wel is de innerlijke inrichting van het aardelichaam van dien aard, dat het zwaartepunt hierdoor zowel noordelijker als zuidelijker zijn plaats van werking kan innemen al naar gelang de situatie, maar er moet helemaal niet worden gedacht aan een vaste plaats van deze werkende substantie, die uiteindelijk het zwaartepunt van de aarde bepaalt.

(3) Dat dit zwaartepunt, dat de materie tot leven brengt, niet alleen in het aardelichaam, maar ook al bij andere lichamen aan de aardoppervlakte op zijn eigen manier zichtbaar wordt, kunnen jullie heel gemakkelijk zien bij vele gewassen, zoals bomen, struiken en overige gewassen van allerlei soort.

(4) Als jullie een boom bekijken, dan zien jullie vrij snel dat zijn groei en ook zijn vruchtbaarheid nu eens aan de ene, dan weer aan de andere kant overheerst. Het ene jaar zal hij aan de noordkant welig groeien, maar daar tegenover zal zich alles aan de zuidkant zwakker ontwikkelen; een ander jaar zullen jullie bij dezelfde boom een opvallende polaire wisseling ontdekken; dan wordt zijn zuidkant de weelderigste, terwijl daarentegen de noordkant er als ver­kommerd zal uitzien. Ook zullen zich nu aan de ene, dan aan de andere kant van de boom meer of minder afgestorven takken of twijgen vertonen; ook gebeurt het dat - nu eens aan de ene, dan aan de andere kant van de boom - het blad in de herfst eerder of later verwelkt.

(5) Deze en nog veel meer van dergelijke verschijnselen aan zo'n boom hebben allemaal dezelfde oorzaak, namelijk de steeds verande­rende positie van het leven verwekkende zwaartepunt of de eigenlijke leven verwekkende positieve polariteit. Dezelfde verschijnselen vindt men natuurlijk ook bij andere gewassen en planten.

(6) Jullie zullen je dan wel afvragen, waarom dit leven verwekkende zwaartepunt van de lichamen zo veranderlijk is.

(7) De oorzaak ligt heel diep. Als het het doel van de materie zou zijn om voortdurend te blijven bestaan, dan zou dit polaire zwaarte­punt ook zo geplaatst kunnen worden, dat de materie steeds zou moeten blijven zoals ze is. De appelboom zou tot in eeuwigheid een appelboom blijven en elk ding zou blijven zoals het was. Maar het zou de appelboom en de plant niet beter vergaan dan een diamant. Want hoe meer in een lichaam die polariteit gefixeerd is en met het meetkundig middelpunt bijna samenvalt, des te vaster en duurzamer is het lichaam. Maar zo' n lichaam is dan ten gevolge van zijn fixering voor niets anders meer geschikt, dan slechts voor zijn eigen onveranderlijke voortbestaan. Het zou er op zo'n hard aardelichaam slecht uitzien met het voedsel voor de levende wezens, als ze van dia­manten bomen en soortgelijke gewassen vruchten zouden moeten plukken; ook zou het zeker wel heel hard wonen zijn op zo' n diaman­ten aarde.

(8) Uit deze uiteenzetting kan men gemakkelijk opmaken, waarom uit natuurlijke overwegingen het polaire leven gevende zwaartepunt niet gefixeerd, maar veranderlijk moet zijn, net zoals het bloed bij dieren en mensen gelijkenis vertoont met dit zwaartepunt. Met een aan één plaats gebonden bloed en nog meer met een geboeid hart zou zeker geen levend wezen gediend zijn. In het vrij bewegende dierlijke lichaam echter, kan aan het hart wel een meer bepaalde plaats worden aangewezen, omdat de vrije lichaamsbeweging van een dierlijk lichaam en ook van een mens, zelf al vele reacties bewerkstel­ligt, wat - zoals gemakkelijk te begrijpen is - bij lichamen die niet tot vrij bewegen in staat zijn toch zeker niet het geval kan zijn. Bij deze moeten de noodzakelijke reacties door de steeds veranderende positie van het polaire zwaartepunt worden bewerkstelligd.

(9) Derhalve maakt het dier - evenals de mens - bewegingen en heeft daardoor een meer bepaalde plaats voor zijn levenszwaartepunt, namelijk het hart. Bij de lichamen echter, die niet tot vrije beweging in staat zijn, moet daarom het levenszwaartepunt als het ware in hun inwendige rondrei­zen om doelmatige reacties teweeg te brengen in alle delen van het li­chaam.

(10) Uit deze gemakkelijk te begrijpen uiteenzetting zal iedereen, die een maar enigszins zuivere geest heeft, snel inzien dat met het bepalen van het 'waar' van het zwaartepunt der aarde als vast punt dit niet al­leen gewoon onmogelijk is, maar ook een absoluut domme en dwaze zaak zou zijn. Zoveel kan ongeveer voor dit en hoogstens voor het volgend jaar *1846/1847 (Noot v.d. Uitg) zeker worden aangegeven of aannemelijk gemaakt, dat het zwaartepunt zich ongeveer in de streek onder IJsland en een deel van Noorwegen, Zweden en Lapland zal bevinden, maar het is desal­niettemin zo actief, dat zijn hartslag zich tot onder Kamsjatka in het Noorden en tot de streek onder de Middellandse zee in het Zuiden kan uitdijen.

(11) Bij een wat vies diertje, namelijk bij een hoofdluis, kan men met behulp van een microscoop aan de bewegingen van haar levenssappen een ongeveer gelijk verschijnsel waarnemen. Maar natuurlijk kan dat in een dergelijk kleine afmeting slechts als een zwakke gelijkenis worden beschouwd; want de laagste dieren lijken - wat betreft de onbestendigheid van hun levend zwaartepunt - nog het meest op de lichamen, die geen vrije beweging hebben.

(12) Tot zover over het 'waar' van het zwaartepunt van de aarde. Volgende keer zullen we verder bespreken waarom er verandering is in de polariteit van die lichamen, die niet tot vrije beweging in staat zijn.