Het hart van de aarde
29-12-1846
(1) Hoe
ziet het zwaartepunt van de aarde er dan uit? Ik zei al, dat het van
eenzelfde gesteldheid is als dat van een mens of van een ander, dier lijk
hart. Dit
zwaartepunt is dus ook een in verhouding tot het grote aardelichaam staand
groot aardehart dat, evenals het mensenhart, de weefstoel of de werkplaats is
van het gezamenlijke organische leven van de aarde.
(2) Hoe groot, vragen jullie, zou dit hart wel mogen
zijn? Jullie weten immers, dat bij Mij overal voor die verhouding wordt gezorgd
die noodzakelijk is; zo is het ook zeker het geval bij het hart van de aarde.
Zo groot als de aarde is, zo moet ook een naar verhouding groot hart of
zwaartepunt in de aarde aanwezig zijn, opdat in haar talloos vele kamers die
kracht kan worden opgewekt, die sterk genoeg is om al de verschillende
levenssappen van de aarde in de uitgestrekte organen naar buiten te drijven en,
als de sappen hun dienst verricht hebben, deze dan ter verdere verzadiging weer
naar zich toe te trekken.
(3) Hieruit kan men de gevolgtrekking maken, dat het
aarde-hart tamelijk groot moet zijn; toch kan dit niet nauwkeurig met een getal
worden aangegeven, om die reden dat dit aarde-hart - al naar gelang van de
noodzaak - nu eens aanzienlijk uitzet, dan weer heel sterk inkrimpt. Maar zo
gemiddeld kan tenminste de plaats van dit zwaartepunt op honderd mijl in
doorsnee worden aangenomen, al kan het zich tot tweehonderd mijl verder
uitzetten en tot vijftig mijl inkrimpen.
(4) Waaruit bestaat echter dit zogenaamde aarde-hart?
(5) Dit hart van de aarde is niet zozeer een of andere
materie, zoals het hart van een dier of van een mens, maar dit hart is meer een
substantiële kracht, die in een daarvoor geschikt, maar overigens vast organisme
zich al werkend beweegt en door deze werking op al het andere organisme van het
aardelichaam zijn invloed uitoefent.
(6) Maar er zal wel iemand zijn die zegt: Als dit
organisme vast is en derhalve bros, hoe kan het dan uitzetten en hoe kan het
dan een andere substantiële kracht in de loop van de tijd tot onverwoestbaar
steunpunt dienen, zonder daarbij zelf in zijn talloos vele delen beschadigd te
worden?
(7) Beste mensen, daarvoor is gezorgd! De beenderen bij
de dieren zijn ook een vast organisme; de sappen en het bloed worden steeds
door haar vele poriën gedreven en toch houden ze alle mogelijke
krachtreacties
het langst uit. Het komt er alleen op aan dat men een bepaald soort vaste
materie heeft en die is dan vast genoeg ten opzichte van elke in haar ontwikkelde
krachtsuiting.
(8) Zoals bijvoorbeeld de materie van de ingewanden van
de dieren. Hoe vaak en hoe sterk wordt deze materie benut, en toch houdt ze -
hoewel ze er uitziet alsof ze heel zwak is - ondanks die grote uitingen van
kracht geruime tijd onverwoestbaar stand. Als jullie verder nog de veel
tederder organen van de vogels nader bekijken, waarin zelfs stenen
fijngewreven en verteerd woden, dan zal het nog duidelijker worden, hoe het
alleen maar op een bepaalde kwaliteit van de materie aankomt, die, daar ze
stevig genoeg is gemaakt, de krachten die in haar ontwikkeld worden zonder
schade in zich kan laten werken.
(9) Als echter deze zachte materie door Mij al zo
gekwalificeerd is, dat ze optreedt als een voldoende vast steunpunt voor de in haar
werkende krachten, hoeveel te meer zal het voor Mij mogelijk zijn in de aarde
een vast organisme te plaatsen van zulke kwaliteit, dat de sterkst werkende
krachten in het innerlijk van de aarde in miljoenen jaren haar weinig of
helemaal niet kunnen schaden.
(10) Als jullie zouden kunnen bouwen, zeg dan eens hoe
sterk het gewelf zou moeten zijn om de Grossglockner te dragen? Zoiets zouden
jullie niet voor elkaar kunnen krijgen; maar Ik, als Meester van alle dingen,
heb overal de juiste verhoudingen getroffen, zodat alle steunpunten vast en
bestendig genoeg zijn, om de op hen rustende lasten met het grootste gemak te
dragen; en zo is het ook het geval met het organisme dat zorgt voor het
functioneren van het substantiële hart van de aarde.
(11) In de noordelijke streken van de aarde zullen jullie
wel vaak het metaal platina tegengekomen zijn. Kijk, dit metaal heeft al iets
gemeen met de materie, die als organisme dient voor de heersende centrale
kracht van de aarde; toch moeten jullie daarbij niet denken, dat dit metaal ook
van precies dezelfde materie is, als waaruit het bovengenoemde organisme
bestaat. Ook moeten jullie niet denken dat de materie van de aarde
gelijksoortig zou zijn aan de materie, die de oppervlakte van de aarde
vertoont; want dit is maar een uiterlijke ongevoelige huid van de aarde,
terwijl haar binnenste zich tot de ongevoelige buitenschors verhoudt als vlees
en bloed ten opzichte van de huid; en daarom kan Ik jullie op een voor jullie
begrijpelijke manier over de binnenste materie van de aarde niets anders zeggen
dan:
(12) Dit is een soort vlees, bloed en beenderen; toch
moet dit dierlijk materiaal - waaruit de aarde bestaat - echter niet worden
beschouwd als volkomen gelijk en op dezelfde manier functionerend als dat van
een dierlijk lichaam, maar het is geheel kenmerkend, dus slechts een soort
aardvlees, aardbloed en aardbeenderen.
(13) Het zou een nutteloos werk zijn, deze zaak verder
uitte leggen en wel omdat het onmogelijk zou zijn, jullie in je lichamelijke
toestand een overtuigend beeld daarvan te geven. Stel je dus tevreden met wat
er tot nu toe is gezegd over de kwaliteit van de materie van het binnenste van
de aarde. In de geestelijke uiteenzetting zal dit alles toch wel duidelijker
worden.
(14) We hebben dus nog maar één vraag, namelijk: aan
welke kant in het aardelichaam bevindt zich eigenlijk dit zwaartepunt?
(15) Het
belangrijke antwoord op deze vraag zal het onderwerp van onze volgende
beschouwing zijn.