Menigeen onder de lezers van ons Jakob-Lorber-Bulletin zal zich zo af en toe wel afgevraagd hebben, welke wegen je hebt te gaan om de ‘wedergeboorte’ te bereiken. Er bestaan twee soorten hiervan, en deze zijn niet fysiek te beschouwen, maar geestelijk. We hebben een diepgaand onderzoek hiernaar gedaan en dit mag dan het resultaat zijn. We wensen jullie een inspirerend leesgenot. G.

 

De weg naar de wedergeboorte

Als de mens zich ontdoet van al zijn zelfzucht, dan staat de weg open voor de wedergeboorte, die hij zich zelf moet toe-eigenen. [Huish.1-7:11 en 1-9:4]

De Heer heeft ieder mens een vrije geest gegeven om zorg te besteden aan zijn wedergeboorte en als deze dan plaatsvindt, wordt voor hem de toekomst onthuld. Maar zolang dat niet het geval is, heeft de mens nog geen toekomst voor zich. En iemand die zichzelf niet onderzoekt, staat nog veraf van het Rijk van God, dat namelijk in hemzelf verborgen ligt. [Aarde en Maan, hfdst. 69:20 en 70:2]

 

Je hoeft alleen maar je best te doen om de deur van je hartkamer te openen voor alle liefdevolle en geestelijke zaken die betrekking hebben op je naaste, maar vooral op de Heer. Ook al zou je volgens de Heer honderd keer geboren worden in een lichaam, en daarbij je hart sluiten, dan staat de echte wedergeboorte nog ver van je af. [Aarde en Maan, hfdst,70:6]

 

                                    https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fwww.helderziende-paragnosten.nl%2Fimages%2Freincarnatie.jpg&sp=1654952173Tc39c60e27a9edba0db0ee7c33c1495cbd02ed42363704464d600c55712f6eb52

 

Al zou de mens het Rijk van God al meerdere malen gevonden hebben als wedergeborene, dan zal hij toch tot de Heer zelf moeten komen als hij immers wat nodig heeft. Ook Jezus op aarde in Palestina kon en mocht niet zomaar iets doen, zonder de wil van Diegene, die Hem gezonden had. [Aarde en maan-70:8]

 

De echte wedergeborene leeft verder in zijn geest en ziet de afval van zijn lichaam niet voor dood aan, want voor hem bestaat geen dood meer. [Aarde-70:13,14] Het Rijk van God is niet zo moeilijk te vinden, evenzo is het ook niet zo moeilijk om tot een echte wedergeboorte te komen. [18]

 

Interessant is een beschrijving over personen die een ‘tweede gezicht’ hebben. Dit tweede gezicht is een gevolg van hun gevoelige zenuwstelsel, waardoor de ziel gemakkelijk vanuit zijn rijk van gevoelens [de ziel] de beelden compileert naar het lichaam. De Heer zegt dat juist zulke gemakkelijk opwindbare zenuwen niet hinderlijk werken of geremd worden. Zulke beelden of visioenen hebben echter niets te maken met het ‘wedergeboren’ zijn. Zij hebben geen sterke zenuwen. Dit kan nooit bij mensen met sterke zenuwen voorkomen! Lorber beschrijft het tweede gezicht bij zulke mensen als een soort ziekte van het lichaam, dat ontstaan is door allerlei ongunstige gebeurtenissen in hun leven, bijvoorbeeld door groot verdriet, lang aanhoudende angst, grote schrikgebeurtenissen of soms ook door drugs en verdovende middelen. [Aarde-70:19,20]

 

Bij zulke mensen zijn geest en ziel nog niet met elkaar verbonden. Een wedergeborene weet zeker wel, dat hij niet met zijn geestelijke gaven zomaar mag spelen, maar hij mag indien nodig, daarvan in het geheim wel gebruikmaken. [Aarde-70:23] De wedergeborene kent het aanzien van de Heer. [30]

 

De eigenlijke godsdienst bij de bewoners van de planeet SATURNUS bestaat uit de wedergeboorte van de geest. [Saturnus-44:14] Bij de volle wedergeboorte hoort bij hen niet zozeer de helderziendheid, maar veel meer de bepaling van iedere handeling conform de goddelijke ordening en wijsheid zoals deze al was vanaf het oerbegin. [44:16]

 

Als de mens zichzelf weer heeft teruggevonden, dan zal hij eindelijk de wereld met al zijn materiële zinnelijkheid verlaten en begint er in hem dus in zijn hele wezen, een andere werkzaamheid te komen. Zijn schouwen, horen, voelen en waarnemen zal een andere zijn. Al zijn gedachten worden tot vormen, die hij aanschouwen kan. Zijn wil wordt dus een volbrachte daad. En dan, als hij in alles een volkomen meester geworden is, dan eerst wordt hij in zichzelf vrij. Al zijn levenskracht wordt verenigd, dus als het ware uit al zijn zinnelijkheid ‘uitgeboren’. Als dan zo’n ‘uitgeboorte’ is geschied, is ook bij hem datgene ingetreden, wat de Heer ‘wedergeboorte van de geest’ noemt. [Saturnus-44:21]

 

We kennen allemaal het gesprek van Nicodemus met Jezus over de wedergeboorte. Nu zou je hier je simpel kunnen voorstellen dat hij het over een tweede lijfelijke geboorte had, want zo stelde Nicodemus het zich toch enigszins voor, hoewel hij ergens wel wist, dat Jezus iets anders bedoelde! [Joh.3:3-5]

 

Jakob Lorber beschrijft twee vormen van een wedergeboorte: 1: De wedergeboorte van de ziel en 2. De wedergeboorte van de geest.

 

Een wedergeboorte van de ziel is op aarde al wel mogelijk, hoewel de meesten dit pas in het hiernamaals bereiken. Eigenlijk zouden we wat meer moeten afweten over wat de ziel en geest impliceren. De menselijke ziel is in feite nog dierlijk [Hebr. Nephesh], maar wel ‘begenadigt’ met de goddelijke vonk. [Hebr. Neshamah] die in elk menselijk hart [ziel] huist. De geest [Hebr. Roach] is onze echte [tweede] en ware identiteit in het hiernamaals, dat zich graag wil verbinden met het stukje gevallen ‘geest’ in de oertijd der oertijden moest om zich ooit weer tot een ziel te vormen bestaande uit diverse soorten mineralen, planten en dieren. [Anima = vrl. zijde van de man en animus = de mnl. zijde van de vrl. psyche, samen uit het ANIMALE = het dierlijke]

                             

 

Het heeft de bedoeling zich of op deze aarde, maar zeker in het hiernamaals te verbinden met zijn oorspronkelijke geest. Tenminste, zo wordt deze kwestie meestal bezien. Lorber noemt dat de wedergeboorte van de ziel. Wat houdt deze ‘wedergeboorte’ dan in of hoe kan de mens dit verkrijgen?

 

Belangrijke sleutelwoorden die daarin de grootste rol spelen zijn. A: de liefde tot de Heer en zijn naaste B: het geloof in de Heer, gekoppeld aan de goede daden C: de juiste zelfbeschouwing, berouw of boete doen.

 

Het valt hierbij op dat gelijk al in het Evangelie van Johannes deze als de Doper dan boetedoening predikt, maar ook Jezus benadrukt in het begin van Zijn leerperiode deze boetedoening.

 

Als we de Bijbel erbij betrekken lezen we in Titus 3:5 dat de wedergeboorte als een waterbad is, ‘als door het bad’ [=water, doop!] door de vernieuwing van de Heilige Geest, waardoor de vuiligheden van al onze zonden gewassen en gereinigd worden. [zie in dit verband ook Ezech.36;25-27]

 

We moeten niet gaan twisten of strijden, maar elkaar wederkerig helpen. Niet om er zelf beter van te worden, of op commercieel niveau, maar het gaat om het doen om niet. Dat is volgens Deut.6:4 en Lev.19:18 het nieuwe gebod: ‘Houdt van elkaar!’ Paulus zegt: ‘Blijf niemand iets schuldigs, alleen de liefde zijn jullie elkaar schuldig!’

 

Is eenmaal je sterftedag gekomen, die ook de jongste dag is, zoals iedere dag dat is, dan is deze dag voor de ware christen, die geleefd heeft naar de orde van de Heer, dat een dag van opstanding tot het eeuwige leven. Ook dat is de volkomen wedergeboorte van de geest. Voor de andere mensen die niet in de geest en de waarheid geleefd hebben, is dat een dag van het gericht. [Geestelijke Zon1-64:15]

 

Om tot de wedergeboorte van de geest te komen is de waarneming van de heiige school in al haar delen noodzakelijk. [GZ2-71:9] Het is dus belangrijk om de wedergeboorte te bespoedigen, dat wil zeggen, na te ijveren en dit steeds meer en meer te bereiken, zodat dit de zaligheid tot gevolg heeft. [Bijbelteksten-21:17] Het woord Zaligheid en zielsmatigheid hebben beiden de benaming SOL van SOLeil [Zon]. Is dat hier de witte zuivere [hemel] of de zwarte duistere [hel] zon?

 

Niemand wordt zomaar wedergeboren. Dit gaat met stapjes. Bij geen enkel mens begint de wedergeboorte voortijdig, maar eerst dan, als hij de wereld [dus de feitelijke zondehaard van de hel] vrijwillig uit zich verbannen heeft. [Bijbelteksten-21:18]

 

Niemand kan met zijn verstand en met veel boekenwijsheid uit de bibliotheek en met een nagestreefde titel als professor tot de wedergeboorte komen dan slechts door deemoed en grote liefde voor God en zijn naaste te hebben vanuit zijn hart. [Bijbelteksten-30:12] Hij moet alles wat hij van de wereld zich heeft beijverd tot op de laatste stuiver teruggeven, ook de hoogmoedig makende wetenschap van zijn hoofd. [Bijbelteksten-30:13]

 

Wat zegt Paulus in het Bijbelboek Romeinen: Liefde doet niemand kwaad. Zij is de vervulling van het liefdegebod. De mens zal ooit vergolden worden naar zijn werken. [Rom.13:8-10, Matth.16:27, Openb.2:23]. De ‘goede werken’ zullen je navolgen. [Openb.14:13]

 

Wat heeft dit alles met wedergeboorte te maken? De liefde is als een ‘nieuw leven!’ Als we je je hemaal bewust gaat worden van de alomvattende liefde, die in de ziel van ieder mens woont, dan ben je in wezen al wedergeboren, mits je het ook op de juiste wijze in praktijk toepast. Dat is logischerwijze een gevolg van de bewustwording, anders zou je het niet bewust worden. Deze twee, bewustzijn en goede daden, vormen één verbintenis in het zielenleven met je geest. [GJE8-150:15]

 

Zowel Johannes de Doper als Jezus hamerden erop om steeds naar jezelf te kijken en je in het positieve te veranderen, om boete te doen en het pad van God in te slaan en veel zelfbeschouwing doen. Deze ommekeer belooft het begin van een verbetering. Alle negatieve eigenschappen, slechte gedachten en slechte daden moeten aan het daglicht komen, dus al je verborgen ‘schaduwkanten’. De enige die er naar kijken kan dat ben jezelf. Want het slechte kan nooit in je verwijderd worden als dat niet aan de kaak wordt gesteld. Je dient jezelf dus grondig te onderzoeken.

 

                  https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fencrypted-tbn0.gstatic.com%2Fimages%3Fq%3Dtbn%3AANd9GcTKOsm1e_PcQxzl9GuPTWPE94oAa3PgI273AFM2Idu4EmI-WmUL%26s&sp=1655107419T723b8128d9be6727d05e110bf9a0a5ff2b92a303e6becd40d25ea8a6efbb82a3

 

Dit spoort aan tot nadenken, bijvoorbeeld doet dit denken aan Petrus, die een week lang urenlang zichzelf dagelijks onder de loep nam en zich alleen maar liet zien bij de maaltijden, en verder zich terugtrok om zelfbeschouwing te doen. [GJE1-224:8-10]

 

In de buitenwereld wordt ieder mens ‘uiterlijk’ bekeken, maar de mens heeft niet alleen een innerlijk maar ook een uiterlijk. Beide kanten moeten omgevormd worden. Als je alleen maar de buitenant van jezelf onderzoekt, dan maak je geen contact met je geest. Je dient juist ook te letten op je gedachten, die uit je wil voortspruiten. Ook al heb je je slechte gedachten uiterlijk niet in de daad omgezet, dan zijn en blijven het toch je begeertes en hartstochten. Het slechte in de mens vindt zijn oorsprong in zijn wortels, zijn egocentrische hoogmoed en zinnelijkheid. [GJE5-125:1]

 

Jezus zegt dat een ieder die bijdraagt tot de verbreiding van het licht uit Hem, ook tot de erkentenis van het goede uit Zijn liefde en het ware uit Zijn wijsheid Hij dan spoedig de volle wedergeboorte met een nieuwe naam zal schenken en hem maken zal tot een vertedering van zijn liefde. [Hemelse geschenken1-40.4.19,3]

 

De wedergeboorte van de geest is de enige vereiste van dit aardse leven als einddoel van al het vrije zijn. [HG2-41.4.21.11] Om tot een volle wedergeboorte te komen is niet het schouwen tot zich alleen maar nodig, maar DEEMOED en LIEFDE. [HG2.42.5.31.07]

 

Zolang iemand zijn kruis niet met grote vreugde opneemt, zolang kan van een volledige wedergeboorte op aarde noch aan gene zijde überhaupt geen sprake zijn. [HG2-43.6.13b,03] In de Openbaringen van Johannes spreekt de Heer over een zwangere vrouw en stelt de vraag, waarmee ze dan zwanger is? ‘Hebben jullie nooit iets van wedergeboorte gehoord? Wie niet wedergeboren wordt uit de geest, die kan niet in het Rijk van God komen!’ [HG2-46.12.21,08]

 

De Heer benadrukt via Lorber dat we de ware liefde in onze harten dienen te scholen via Zijn leer, en als dan iemand de juiste weg bewandelt, komt hij vanzelf in de ware wedergeboorte van zijn geest. [HG2-48.03.12,01] Als het duizendjarige rijk er zal zijn, betekent dat ook de volle wedergeboorte van de menselijke geest, dat wil zeggen, dat de mensen die dan leven, deze wedergeboorte al bereikt hebben. HG2-50.12.27,06]

 

In deze bedrukkende tijd lezen we bij Lorber iets opmerkelijks: ‘Wij moeten ons, ongeacht de politieke wetten, houden aan de opgelegde staatsprocedures en weliswaar ook heel strikt. We zullen ons het een en ander moeten laten ‘welgevallen’. WAAROM? De Heer zegt, dat er nergens een macht in Hem en door Hem bestaat. Alles is Hem onderdanig, dus ondergeschikt. Natuurlijk heersen er goede en harde regeerders en dit is afhankelijk van de levenssituatie van de onderdanige volkeren, want alles hangt van de Heer af. [HG3-40.08.15,02]

 

                       https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fwww.ripleybelieves.com%2Fimg%2Fdid-you-know-2018%2F50-dumb-laws-from-across-united-states.jpg&sp=1655110646Tbecccc8d98b6af8d4db5ab503a1039e9c7880d2d5b8b0876ec310b7548405d6c

 

Zulke regeerders moeten we toch gehoorzamen, zonder tegen te stribbelen en ons daarin verdeemoedigen en niet boven de wet staan, ook al is deze nog zo corrupt. [04] Gehoorzaamheid en deemoedigheid zijn de voeding van de ziel tot de wedergeboorte. [05]

 

Wat kunnen we doen door te gehoorzamen en in de deemoed te oefenen en te komen tot de genade van de wedergeboorte? [08]. We moeten van de Heer niet zoveel lezen, maar des te meer bidden. Dan zal Hij naar ons toekomen en ieder van ons in één minuut meer geven, dan alle bibliotheken in de hele wereld. [HG3-40.08,15,16]

 

We hoeven ons geen zorgen te maken over het verbod om boeken te lezen, want zegt de Heer: ‘Voordat Ik het grote boek van Mijn eeuwige genade heb opengeslagen, die zal het lezen van verboden geschriften ook wel kunnen ontberen, omdat Mijn boek zich naar geen enkele wereldcensuur richt; want het zal steeds in de harten van de getrouwen opengeslagen blijven…’ [HG3-40.08.15,17]

 

De Heer Zelf is het Woord [de Bijbel en de NO] en daarvan de beste Exegeet en tegelijk de meest diepste Mystieker. We moeten niet zoveel lezen, maar nog meer er naar handelen. [HG3-40.08,15,20] Wil iemand door de Heer wedergeboren zijn, dan zal hij zijn zonden moeten inzien en zichzelf verdeemoedigen, en uiterlijk door de biecht en innerlijk de Heer om vergeving vragen. [HG3-40.08.18,42]

 

Dan lezen we weer iets opmerkelijks bij Lorber. Als je echt wilt breken met de wereld en je geheel wilt overgeven aan de Heer, dan moet je minstens dagelijks 7 x 15 minuten lang bij gesloten deuren en ramen NIET BIDDEN OF LEZEN, maar deze tijd in volledige rust in je innerlijk met de Heer bezighouden. Zo vaak je dit doet dan moet je de volgende kleine tekst in je hart opzeggen en Hem in de meest vaste ernst zeggen:

 

‘Heer! – Hier ben ik. Ik liet U, o liefdevolle, heilige Vader, lang wachten, terwijl U mij al sinds mijn kindertijd onophoudelijk toegeroepen hebt: Kom tot Mij, Ik wil je verkwikken! – Nu, o Vader, is de tijd gekomen dat mijn oor zich geopend heeft en mijn anders zo starre wil zich geheel in die van U heeft overgegeven in deemoed en gehoorzaamheid aan U, alsook volgens Uw wil aan al mijn betere broeders. Kom daarom tot Mij, mijn allerliefste Jezus, en verkwik mijn zieke ziel met de balsem van Uw oneindige liefde; laat mij mijn grote onrechtvaardigheid zien in Uw bitter lijden en sterven; laat mij de heilige vijf littekens zien en daarin mijn grote misdaad beseffen! O Jezus, Overwinnaar van de dood en de hel, kom tot mij en leer mij Uw wil eerst goed begrijpen; leer mij inzien dat ik helemaal niets ben en dat u alles bent!

 

                                https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fencrypted-tbn0.gstatic.com%2Fimages%3Fq%3Dtbn%3AANd9GcSBBX6vAqYIYQj_mf2Fhe9AO3h8BnaAJHrbvsyXowxAqxryijA%26s&sp=1655112739T5144e06e17da4facc6f966e3b2f9d93eaf85a4edac5ac2d0235c05584fd22888

 

O dierbare, liefdevolle Jezus, Heer van alle heerscharen, kom tot mij arme, - kom tot mij zwakke, - kom tot mij blinde, - kom tot mij dove, - kom tot mij melaatse, kom tot mij jichtlijder, - kom tot mij lamme, - kom tot mij kreupele, - kom tot mij bezetene, - ja, o mijn, mijn allerliefste Jezus! Kom, kom, kom tot mij dode en laat mij alleen Uw heilig kleed aanraken, dan zal ik leven. –

 

Heer, haast U toch, want ik heb U oneindig nodig; ik kan immers niet meer zonder U zijn, omdat U mijn alles bent en al het andere uit liefde tot U tot niets is geworden! Zonder U kan ik niet meer leven; daarom, o mijn liefste Jezus, kom dadelijk naar mij toe! - Maar zoals altijd geschiede ook deze keer Uw heilige wil. Amen. –

 

Dan adviseert Jezus je daarna ter ruste te leggen in het verlangen en de liefde tot Hem. Jezus zegt daarover: ‘Als jullie dat maar een korte tijd zullen oefenen, dan zeg Ik: jullie zullen weldra bliksems zien en donder horen; maar schrik dan niet en wordt ook niet bang, want nu kom Ik tot ieder eerst als Rechter in storm, bliksem en donder, en daarna pas in zacht, heilig waaien als Vader! – ‘

 

                                  

‘Zie, dat is de kortste en werkzaamste weg tot de pure wedergeboorte, in welke alleen het eeuwige leven is te winnen. Ieder andere weg duurt langer en is onzekerder, omdat er zeer vele diefwegen bestaan.’ [HG3-40.08.18.48 - 15-08-1840]

 

Vaak is het een lange weg die de mens te doorlopen heeft, als hij wedergeboren wil worden. Lorber zegt dat het nog veel meer nodig is de precieze aandacht te schenken op de plaats van de onreinheid zelf dan op juist de plaats van de reinheid. Het licht van de hemel kan alleen het menselijk wezen binnendringen als hij al het onreine uit zich heeft geperst. In ieder geval kan een onrein wezen het licht niet verdragen.

 

Als de mens een lichtje opgaat, dan valt het kwartje [=25%=1/4=kwart]. Maar dat is nog niet genoeg. Als het 100% is, dan kan de mens één worden met het licht, dat aanvankelijk eerst uitgroeide van een levensvonk naar een levensvlam. Op zich is dat al een soort begin van een nieuw bewustzijn of een kleine wedergeboorte. Met de NO hebben we het licht van boven ontvangen en we zijn vrij te doen wat we ermee willen. De wereld [het uiterlijke] kan zelfs van deze leer misbruik maken, maar degene die de Lorberwerken leest en er naar handelt [vanuit zijn innerlijk wezen] kan er zijn voordeel mee doen, namelijk een nieuw innerlijk bewustzijn erop krijgen want licht wekt de liefde [warmte] op.

 

Vervolgens zegt Jezus via Lorber in het gedicteerde boek ‘De Geestelijke Zon’: ‘We dienen ons te oefenen in het hart, dat is onze werkplek. Is het hart eenmaal schoongemaakt of gereinigd, pas dan kan Hij ons bereiken en als het ware in de mens wonen. [GZ2, hfdst.16 en GJE2-75:7,8]

 

 

Paulus zei: ‘Nu leef ik niet meer, maar Christus leeft in mij!’ Om op de juiste wijze tot een wedergeboorte te komen moet je van tevoren toch wel de eerste wegen er naar toe ontvangen door de uiterlijke lessen. [BM-50:26] Daarom is het bij de geestelijke wedergeboorte als het openen van een deur naar het licht. Alvorens iemand schouwen wil, moet hij daarvoor toch wel voorbereid zijn. [BM-127:3]

Vervolgens lezen we wederom iets opmerkelijks bij Lorber. ‘De mens blijft na het afleggen van zijn lichaam nog helemaal mens met huid en haar, met zijn spraak, met zijn inzichten, gewoontes, goede of slechte zeden, gebruiken, neigingen, hartstochten en de daaruit voortvloeiende handelingen, zoals hij dat op de aarde gewoon was. Dat betekent dat hij zo blijft, zolang hij niet naar de volledige wedergeboorte van de geest verlangt. Zo’n eerste toestand heet  de ‘natuurmatige geestelijkheid’, terwijl een volledige wedergeboren geest zich in een sfeer van pure geestelijkheid bevindt. [RB1-67:1,2]

 

In de geestelijke wereld zullen overleden zielen, die op aarde zeer rijk waren en ook veel bezit hadden, daar alles weer terugvinden. Maar zij kunnen moeilijk tot een wedergeboorte van de geest komen. Hun toestand kan wel honderden jaren duren, tot ze uit zichzelf de behoefte hebben naar iets hogers. [RB10112:7]

 

De Heer zegt: ‘De wil is het leven van de ziel, terwijl de herkenning in de eeuwig vrije geest ligt. Worden geest en ziel één, dan is door deze geestelijke wedergeboorte ook de vrijheid nodig voor het eeuwige leven en leeft de mens dan al in Mijn rijk, dat is de waarheid en het eeuwige leven.’ [RB2-254:11]  

Zielen aan gene zijde in het geestelijke leven, die op aarde erg materieel waren, zullen God niet zien, zolang zij niet in de geest de volle wedergeboorte hebben bereikt. [RB2-263:12]

 

Zonder de NO [en de Bijbel] kan de vonk van de liefde van Jezus niet in het hart van je ziel komen. Waar deze vonk niet groter wordt, dan kun je onmogelijk wedergeboren worden. [GJE4-220:10] De mens moet dus over de juiste instrumenten beschikken wil hij ‘gewekt’ worden uit de ‘nachtelijke’ slaap en het geestelijke ‘daglicht’ herkennen. De ziende mens kan alleen daar werken waar het licht hem opheldering verschaft, dan daar waar het nog ‘duister’ is.

 

Als de mens door de wedergeboorte tot het ware kindschap van God komt, dan verschijnt hij tot de heerlijkheid van het oerlicht in God. [GJE1-3:1] Jezus legt ons uit dat de bruiloft in Kana drie dagen na Zijn ‘verhuizing’ uit de woestijn bij Bethabara, ook de drie stadia moest meemaken zoals ieder mens, om tot de juiste wedergeboorte van de geest of tot de eeuwige huwelijkstijd van het leven in het grote Kana te komen van het hemelse Galilea. [GJE1-10:16]

 

Zoals Hij de wijn in het water transformeerde, zo zal Hij ook het natuurwetmatig zinnelijke van de mens in de geest transformeren. Hierbij zullen we ook hulp van de Heer krijgen aan gene zijde. [GJE1-11:19] Maar toch zullen we de stappen er naar toe zelf moeten zetten en je krijgt dat niet door een bepaalde leer of een seminar. [GJE1-226:7] Je kunt volgens de NO en de Bijbel alleen in je geest wedergeboren worden. [GJE3-171:14] Dan zal je gedachten in alles wat in de orde van God bestaat en geworteld is, een volkomen voleindigd goddelijk wonderwerk ontstaan. [GJE3-180:1]

 

Ieder mens moet volkomen zijn, zoals de Vader in de hemel volkomen is! Het vele weten, zelfs ook de meest rijke ervaring zal je daar niet naar toebrengen, maar alleen de levende liefde tot God en in gelijke mate tot je naaste. Daarin ligt het grote geheim van de wedergeboorte van je geest uit God en in God. [GJE4-1:4] Om de wil van de Heer jezelf eigen te maken, dien je eerst geestelijk eerst wedergeboren te worden. Als je vrijwillig je daden ondergeschikt maakt aan Zijn wil en goed oefent om de door de erkende wil uit de Heer geheel en al jezelf eigen te maken, dan zal daardoor Zijn geest overvloedig in je komen en je gehele wezen doordringen. [GJE4-121:9]

 

De ziel moet weliswaar van tevoren zich helemaal omkeren naar de juiste weg alvorens de wedergeboorte van de geest in de ziel kan plaatsvinden. [GJE4-220:7] Gelukkig heeft de Heer Zijn Geest als een vonk van Zijn Vaderliefde in ieders hart van elke ziel gelegd zodat deze vonk door de levenspraktijk op aarde nog groeien. Ook de juiste houding tot je naaste moet uiteindelijk zich met de juiste grootte en kracht van de verbeterde ziel verenigd worden met zijn geest.

 

Wie dit bereikt heeft staat onvergelijkbaar hoger dan een nog zo volkomen ziel. Zonder de Bijbel en de NO, kan de vonk van de Heer niet in het hart van je ziel komen. Waar deze wordt verwaarloosd, kan het niet groeien in een ziel en kan er geen sprake zijn van een wedergeboorte. [GJE4-220:7-9] Zolang de menselijke ziel niet volledig een geworden is met de Geest van de Heer kan je dergelijke dingen in de juiste geestelijke diepte niet opnemen en begrijpen. [GJE4-255:1]

 

                          https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fwww.50pluswereld.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2012%2F05%2FHemels_50pluswereld.nl_1.jpg&sp=1655124560T18ad7f5d6da0e7a5a5d6460e26e61b133061ed8542ab2b6ff0a8c710c556d20a

 

Een prachtig verhaal beschrijft Lorber over iemand [een eerlijk strevend mens] die al ruim twintig jaar grote moeite deed om tot de wedergeboorte van zijn geest te komen, wat hem tenslotte niet lukte. En waarom niet? Omdat hij al het goede daarom deed om dat te bereiken! ‘Wie God en zijn naaste om een ander motief liefheeft dan omwille van God Zelf en omwille van de naaste, komt niet tot een volledige wedergeboorte. Als iemand een dergelijke beweegreden heeft, dan plaatst hij altijd tussen hemzelf en God een scheidende wand die het geestelijk licht niet doorlaat, ook al is die wand nog zo dun.

 

Daarom kan hij niet volledig één worden met de Geest van God. Alles wat ook maar enigszins met eigenbelang te maken heeft moet uit de ziel weggeruimd worden. De mens moet volkomen vrij zijn, als hij volledig wedergeboren wil worden. [GJE5-160:7]

 

Jezus zegt dat er veel aan gelegen is om de gedachten in je hart te onderzoeken. Wie dat kan die heeft affiniteit met het gedachtegoed van de Heer in weten, zien en voelen. Daarom is het belangrijk om te leven naar de leer van Jezus om tenslotte daardoor de wedergeboorte van de geest in je ziel te bereiken. [GJE6-1258:11]

 

Verder zegt Jezus: ‘De geest in het innerlijk van de mens ziet en weet alles. Daarom, streef er naar om de juiste wedergeboorte van de geest te bereiken. Zonder dit kun je niet in het hemelse Rijk van de Heer komen. [GJE6-158:11,12] Als je dit bereikt hebt, ben je als een waar kind van God en zo volkomen als de Vader in de hemel. Je dient de geboden van God je eigen te maken en er naar te leven. [GJE8-59:9] Bekommer je niet om materiële zaken zoals geld, eten en kleding, want dat doen wereldse mensen en heidenen. [GJE7-54:12, GJE7-55:12]

 

De zonde verlaat de ziel in die mate waarin de ziel de zonde als zonde herkend, het berouwt, verafschuwt en ze nooit meer begaat! [GJE7-163:19] Als je de buitenwereld de schuld geeft kan van een innerlijke ommekeer geen sprake zijn. Het is gemakkelijker de zwakheden van een ander te bekritiseren dan zichzelf te onderzoeken. [de blik in zijn eigen hel!] [Matth.7:3-5]

 

Het schouwen naar je eigen onderwereld doet pijn en nog eens pijn. Het boze of slechte in de mens wil niet ontdekt worden. Het mag klaarblijkelijk niet belicht worden. Zo blijf je dan een gevangene van jezelf. Je dient het liefdesgebod na te streven. [GJE9-116:21-25]

 

Lorber beschrijft dat als de mens op aarde wordt geplaatst, en als zijn ziel dan volledig van de almacht van de Heer wordt gescheiden hij dan helemaal op zichzelf is aangewezen. In de opvoeding en op school leert hij dan wel de juiste levenswandel te oefenen.

 

Een belangrijk citaat van Lorber over ‘de weg naar de wedergeboorte’ verklaart de aartsengel Rafaël aan de Romein Agricola: ‘Naargelang de ziel de steeds zuiverder geestelijke wegen daadwerkelijk bewandeld, wordt in gelijke mate dan ook zijn innerlijke, zuivere geest van gene zijde één met haar steeds zuiverder geworden verstand en door haar daardoor dan ook steeds de vrijer geworden wil, deze volledig losmaakt van al het wereldse. Dan is zij gelijk aan haar geest en daarmee één geworden met haar geest, ook terwijl ze nog in het lichaam is, kan ze hetzelfde doen wat ik nu voor jouw ogen kan doen, omdat mijn geest één is met mijn ziel. [GJE7-69:7]

 

De mens moet op aarde nog veel aan zichzelf werken op alle fronten. Het schouwen naar zijn eigen onderwereld doet veel pijn en nog eens pijn. Het boze en slechte in de mens wil niet graag ontdekt worden; het mag niet belicht worden. Zo blijft men dan een gevangene van zichzelf. De mens dient het liefdesgebod na te streven. [GJE9-116:21-25]

 

                    https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fassets.catawiki.nl%2Fassets%2F2015%2F7%2F24%2F2%2F7%2F9%2F27975216-3224-11e5-9c9d-fd9bc4d0b2ac.jpg&sp=1655125645Ta4f3502b7daaa2760d5636bb5149cd6399c4fdb4699c603ea98553a61b9b4a14

 

Lorber beschrijft: ‘Als de mens op aarde wordt geplaatst, en zijn ziel volledig van de almacht van de Heer gescheiden wordt, dan is hij [de mens] helemaal op zichzelf aangewezen. Maar hij leert dan via opvoeding en school de juiste wandelwegen te gaan. Volgt de mens zijn aanbevolen paden te gaan, zal in hem ook wel geleidelijk het hemelse kunnen invloeien, dat de mogelijkheid schept om de weg naar de wedergeboorte te bewandelen. [GJE9-171:4]

 

Geloof zonder goede werken geldt bij Lorber als een winterlandschap. De brief van Galaten bestempeld dat het geloof alleen maar door de liefde werkzaam is, dat te vergelijken is met een zomerlandschap. Ieder mens dient zich te oefenen in de naastenliefde als de weg naar Gods liefde. [GJE22-75 en GJE4-2205] Is eenmaal het zielenleven helemaal overgegaan in de ‘menselijke vorm’, dan is het ‘dienen’ jegens de naaste zijn eerste bestemming. [GJE4-94:14, GJE4-991] Het hart van de ziel heet LIEFDE en het kloppen heet pulseren dat zich in de volste liefdadigheid uit.

 

De uiterlijke staatswetten zijn volgens Lorber zeker nodig voor de mensen die nog niet helemaal [volledig] in de geest zijn wedergeboren. Zulke wetten zijn noodzakelijk om de mens te laten oefenen in deemoed en geduld. [GJE8-22:5]

 

Jezus zegt: ‘Wie volgens Mijn leer een spoedige en volledige wedergeboorte in de geest van zijn ziel wenst, die moet een kuis leven leiden en zich niet laten verleiden door vrouwen. Want dit trekt het nut van de ziel naar buiten en verhinderd met geweld daardoor het wakker worden van de geest in de ziel. Overmatige seksuele geaardheid maakt dit onmogelijk. Mijdt dit als de pest!’ [GJE8-41:7,8]

 

Zulke mensen, ook al zien ze dat pas later in, dat ze een verkeerd leven hebben geleid, en daarna wel een kuis leven leiden en oprechte boete doen, kunnen op deze aarde toch nog moeilijk de volledige wedergeboorte krijgen. De ziel heeft namelijk genoeg te doen zich van het vleselijke te bevrijden. Zo’n mens kan weliswaar nog zeer goed worden en veel goeds bewerken. Maar eerst in het geestelijke Rijk kan hij tot een sterke daadkracht komen. [GE8-41:9] Want zegt Lorber in de NO: ‘Is het niet beter te zorgen voor het eeuwige leven van de ziel?’ [GJE8-61:10] Natuurlijk is het wel mogelijk om op deze aarde al een volledige vreugde in het mensenhart te krijgen. [GJE11-50:12]

 

Jezus zegt, dat aan gene zijde nog een andere wedergeboorte bestaat, die van de geest, waarin de mens zich in de hoogste gelukzaligheid zal bevinden, welke geen mensenhart ooit vermoeden laat. [GJE11-50:11] Je moet je daarover natuurlijk zoveel mogelijk scholen, zodat je ziel de wedergeboorte wenst en deze kan aanschouwen door het geestelijke oog. [GJE11-50:14] Daarom dien je nog veel te onderzoeken in je ziel, waar nog ergens iets onreins in aanwezig is en dat verwijderen moet.

 

Verder zegt Jezus: ‘Zolang je nog ergernis, mismoedigheid, ontevredenheid, onreine gedachten in je ontdekt, dan zal dat je levende geloof niet versterken. De geesten aan gene zijde zijn zulke ondeugden vreemd. De ziel kan pas met de geest doordrongen worden, als je hiervan vrijwillig hebt ontdaan. [GJE11-51:4,5]

 

De geest moet de ziel binnendringen en als dat lukt, kan de ziel tot in alle hogere wijsheden van de hemel opklimmen. [GJE11-52:1] Het licht van de wedergeborene kent geen nachtleven, want in hem is het overal dag. [Aarde-70:12] De zetel van het goddelijke en de onbewuste geest ligt opgesloten in het hart, dat de goddelijke vonk is. De wedergeboorte bij de mens is een uitermate groots en belangrijk proces. Het is feitelijk de vereniging van de ziel met haar geest. [GJE6-133:4, GJE7-69:7, GJE8-150:15]

 

In de Huishouding van God lezen we een opmerkelijke tekst over een zekere Oalim. Deze zag de innerlijke Geest als een zonnehart. Hij ontdekte een volkomen gestalte van de Heer in een visioen. [Huish. v. God-2-72:9-25] De geest in de mens is een levend evenbeeld van de Heer en deze twee zijn niet van elkaar te scheiden. De geest [vonk] van de Heer vloeit continue in de ziel van de mens. Als dat niet zo zou zijn, kan de ziel niet bestaan. [GZ-2-10:14] Dit is wat de Bijbel ook zegt: ‘God schiep de mens naar Zijn evenbeeld’. [Huish. v. God-1-185:19].

 

De personificatie van de mens is zijn meest volkomen mensenvorm, dat bestaat uit liefde en wijsheid. De NO maakt onderscheid tussen de wedergeboorte van de ziel en van de wedergeboorte van de geest. Jezus zegt in GJE11-50, dat er aan gene zijde in Zijn Rijk nog een andere – naast de wedergeboorte van de ziel – een geestelijke wedergeboorte bestaat. Als de mens echt wedergeboren is in de geest, dan mag hij eeuwig samenwonen en samenwerken met de Schepper. [GJE11-52, GJE4-220:8.

 

Als de goddelijke vonk in de mens ontvlamt in de liefde van God en tot God, dan is dat al de wedergeboorte van de geest. Als de mens zich terugtrekt in het innerlijke van zijn geest en zich daarin verenigd met de daar gevonden wijsheid, noemt Lorber dat de wedergeboorte van de ziel. De wedergeborene is feitelijk al in de hemel, dat het eeuwige leven is. [HIG3-41.12.01,19]

 

Borem zei tegen de overleden bisschop Martinus aan gene zijde: ‘Zolang je in de geest niet volledig bent wedergeboren, ben je voor de hel allerminst veilig. Opdat je echter aan een dergelijke calamiteit zult ontkomen, moet je hier alle dwaasheid worden getoond waar je nog heel sterk aan hangt, en waarvan de Heer Zelf je nog niet kon bevrijden zonder je te oordelen.’ [BM-53:16]

‘Ben je eenmaal wedergeboren uit de geest, dan heeft de satan alle macht over jou voor eeuwig verloren!’ [GJE1-226:4]

Tenslotte nog een opmerkelijk woord van Jezus over de mens, die eenmaal zal sterven. De ziel van de mens zal volgens zijn innerlijke geaardheid komen in een sfeer [ruimte] die hij voor zichzelf geschapen heeft en met de materiële uiterlijke wereld geen wezenlijke verbinding meer heeft. De mens zal dan gaan inzien dat de aarde niets anders is dan een noodzakelijk en moeilijk te dragen gericht. [GJE7-57:8]

Als er aan gene zijde nog veel onreins aan de ziel kleeft en de mens ook nog in zijn oude gewoontes vervalt, dan zal hij aan gene zijde nog veel te lijden en te strijden hebben. Het lijden zal dan zijn als het vuur, waardoor hij gereinigd wordt. Want iets geestelijks onrein kan de hemel niet ingaan. [GJE8-82:10]