Mensen
op anderen Sterren?
[Teksten van de
Nieuwe Openbaringen met samengestelde opsomming van relevante tekstdelen]
Wilfried Schlätz [ingezonden door Klaus Opitz]
„…Behalve
het wiskundige deel liet Ik hun echter ook de bewoonbaarheid van de zon en alle
planeten en hun manen zien, en heel uitvoerig de bewoonbaarheid van onze
aardse Maan,’’ (GJE.06_120,05)
1. Inleidende teksten
‘Je vraagt Mij of er overal ook mensen zijn zoals hier op de aarde die jij bewoont en Ik zeg je: ja, er zijn overal mensen, zij die uit Mijn inwendige organen voortgekomen zijn en Mij herkennen aan het soort orgaan; degenen die uit Mijn handen voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn handen; die uit Mijn voeten voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn voeten; die uit Mijn hoofd voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn hoofd; die uit Mijn haar voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn haar; die uit Mijn lendenen voortgekomen zijn herkennen Mij aan Mijn lendenen; en overal herkennen zij die voortgekomen zijn uit een bepaald deel van Mijn wezenslichaam, Mij aan dat deel. En hun leven en hun zaligheid komt overeen met het deel waaruit zij zijn voortgekomen, en allen zijn Mijn schepselen die Mij lief zijn; want Ik ben geheel en al liefde en ben overal de liefde Zelf.’
Maar
de mensen van deze Aarde riep Ik uit het centrum van Mijn hart
tevoorschijn en schiep hen geheel naar Mijn evenbeeld
en zij zullen niet slechts Mijn schepselen, maar Mijn lieve kinderen zijn, die Mij niet als God en Schepper, maar
alleen als hun goede Vader zullen kennen, die hen na een korte proefperiode weer geheel tot Zich wil
nemen, opdat zij alles zullen hebben wat Hijzelf heeft en eeuwig bij Hem
zullen mogen wonen en met Hem zullen mogen regeren en het heelal besturen. Maar
zie, al Mijn schepselen houden van Mij als hun Schepper in de dankbare vreugde
van hun bestaan; maar Mijn kinderen willen hun Vader niet en versmaden Zijn
liefde! [Huishouding van God, deel 1, hfdst 3: 2,3
2.1. De Maan
Zie ‘Aarde
en Maan’
„Ook
op de Maan leven evenals op de Aarde mensen en talrijke andere wezens,
alleen met dat onderscheid, dat geen maan aan de
voortdurend naar de planeet toegekeerde zijde bewoond is, maar altijd aan de tegenovergestelde kant, omdat
hij aan de kant waarmee hij naar de planeet is toegekeerd niet voorzien is van
lucht, noch van water, van vuur of van alles wat maar voor het organische leven
nodig is. [Aarde en Maan, hoofdstuk Maan: 4 vers 4]
2.2. De natuurlijke Zon
Mededelingen
over onze Zon en haar natuurlijke verhoudingen [NZ]
‘De Zon als planetair lichaam is zo gebouwd, dat ze in
zichzelf eigenlijk uit zeven Zonnen
bestaat, waarvan er steeds één binnen in een grotere zit als de ene holle bol
in de andere. En alleen de binnenste, die als het ware het hart van de
zonneplaneet is, is weliswaar organisch, maar bezit toch van zijn oppervlak tot
aan zijn middelpunt een vaste dichtheid.
Al
deze zeven zonnen zijn overal bewoond. Daarom is er ook tussen
iedere Zon een vrije tussenruimte van duizend tot drieduizend mijl[1],
waardoor ook iedere meer naar binnen gelegen zon volkomen bewoonbaar is. [[1]
Een Duitse mijl is 7,42 kilometer. Tenzij anders vermeld, wordt met ‘mijl’
steeds deze afstand bedoeld.]
Een
soortgelijke gesteldheid bezitten weliswaar ook de onvolmaakte planeten, maar natuurlijk veel onvolmaakter, zowel wat
betreft hun aantal als de inrichting ervan.
Omdat
echter de volmaakte zonneplaneet met
zijn buitengewoon grote ruimte in staat is een buitengewoon groot aantal menselijke wezens op te nemen,
mag het jullie echt niet verwonderen, wanneer Ik jullie vertel dat de mensen op de Zon bij elkaar
een duizend keer zo grote ruimte innemen dan alle mensen van de planeten, manen
en kometen, die rond de zon cirkelen, bij elkaar; en dan gaan we er nog vanuit,
dat het ruimtelijke volume van het lichaam van een individuele zonnenmens
niet groter zou zijn dan dat van een mens op jullie planeet. [Natuurlijke Zon, hfdst.2 vers 8-11]
„Op de verre grote zonneaarden is in feite strooks - of vlaksgewijs wel
alles vertegenwoordigd wat speciaal op de hen omcirkelende planeten
voorkomt, - ook is
daar veel wijsheid onder de
verschillende mensen die een spraakvermogen bezitten; maar ook de taal
en de vaak hoogst belangrijke wijsheid is daar meer een instinctmatige en gegevene dan een vrije
en door de inspanning van de eigen vrije werkzaamheid verworvene’.
(GEJ.05_200,02f)
2.3. Saturnus
Beschrijving
van deze planeet inclusief de ringen en
manen en zijn levende wezen.
„Bestaat er op Saturnus
maar één mensenpaar, of zijn
er op dezelfde tijd en op diverse plaatsen ook meerdere mensenparen geschapen? – Dit geldt voor alle planeten zoals de Aarde – dienovereenkomstig
stammen de alle nu nog levende mensen op
Saturnus ook slechts af van één mensenpaar.
– Alleen is de geschiedenis van de mens
op Saturnus meer dan een miljoen aardejaren ouder dan
de geschiedenis van de mensen op jullie Aardelichaam.’ [Saturnus
1-33-3].
2.4. Mallona
De
ondergang van de asteroïdenplaneten
Wel was er nog een heel grote
Aarde
[Ballon] die het licht van deze zon
ontving. "Die had dezelfde bestemming [zoals onze Aarde], maar hun
bewoners ervan hadden hun
grenzen enorm overschreden en daarom gebeurde het, dat er een heel groot gericht over hen kwam zoals dat
ook een keer met deze Aarde gebeurd is, die er toen niet veel beter aan toe
was. Die Aarde werd geheel verwoest en
vernietigd en met haar ook haar bewoners die mateloos trots en zondig waren
geworden’. (GJE.05_275,10)
3. De innerlijke
planeten Mercurius en Venus
Mercurius en Venus
„De natuurlijke Zon‘‘, 25. hoofdstuk e.v. Het eerste bijgordelpaar…
– (in overeenstemming met de planeten Mercurius
en Venus)
‘Want
jullie moeten van tevoren nog weten, dat de planeet Mercurius en de planeet Venus
vrijwel dezelfde gesteldheid bezitten. Zo zijn de bewoners van de planeet evenals de bewoners van de planeet Venus vrijwel
uitsluitend wijsheidsmensen. Het verschil tussen hen is alleen
gelegen in het feit, dat de bewoners van
Mercurius wijs willen worden, en dat ook inderdaad worden, via de weg van
eigen, aanschouwelijke ervaringen, waaruit ze dan allerlei veronderstellingen
en wijze conclusies trekken; vandaar dat deze mensen ook als geesten nog
buitengewoon reislustig zijn en de hele schepping met eigen ogen willen
bekijken, om zich zodoende op de hoogte te stellen en zich naar hun innerlijkste wezen ervan te overtuigen, dat hun conclusies
van wijsheid tijdens hun lichamelijke leven geen verkeerde conclusies waren. Dat is dus het wezen of in zekere zin de
voornaamste eigenschap van de bewoners van de planeet Mercurius.
[Natuurlijke Zon, hfdst. 25:5 e.v.]
Mercurius zie Bisschop
Martinus [=BM] 1_040,03-18/ Natuurlijke Zon [=NZ]1_025,01-032,26 / NS.01_073,08
/ Saturnus.01_048,12. Venus zie
BM.01_040,19-38 / GJE.03_245,01-246,14 / NZ.01_025,01-032,26 / NZ.01_073,08
4. De buitenste
planeten Mars tot Pluto
4.1.
Mars
„De natuurlijke Zon“, 34e hoofdstuk. – Het derde gordelpaar – Diens
noordelijke gordel in overeenstemming
met de planeet Mars.
„Maar
zoals deze planeet [Mars] tamelijk armzalig, ja in een bepaald
opzicht de aller-armzaligste van alle planeten is, is ook zijn overeenstemmende
gordel de armzaligste van alle andere gordels.
Maar
waar bestaat deze armzaligheid uit? Die bestaat niet zozeer in geestelijk, maar veeleer in natuurlijk opzicht.
Want
ten eerste hebben de mensen
een onooglijker en minder mooie vorm, ze zijn klein en wat dik, en hebben ook
voor het overige absoluut niets aantrekkelijks in hun uiterlijk. - Hun kleur is
lichtbruin, maar gaat soms ook over in een tamelijk donkere tint. - De bouw van
hun gezicht vertoont veel overeenkomst met de bewoners van jullie Groenland,
enkele Laplanders en Eskimo’s… [Natuurlijke
Zon, hfdst. 34:1-29]
Mars zie Bisschop
M.01_041,01-03 / Natuurlijke Zon.01_034,01-29
4.3.
Jupiter
„De natuurlijke Zon, hfdst. 36 – Het vierde zonnengordelpaar – in
overeenstemming met de planeet Jupiter.
‘Wat de mensen
betreft, die zijn wat hun lichaam betreft buitengewoon groot, hun gestalte is
uiterst welgevormd, en wat hun karakter betreft zijn ze de allerzachtste en
allerbeste mensen van de hele Zon.’ [Jupiter, die
lijkt op de vierde Zonnengordel]
Wat
hun staatsinrichting betreft, die is
ten eerste uiterst patriarchaal, en in feite eveneens theocratisch[2],
en zorgt in ieder opzicht voor het algemeen welzijn.[Natuurlijke Zon, hfdst. 36:8 e.v.]
Jupiter
zie Bisschop M.01_042,01-04 / NZ 01_036,01-042,28
4.5.
Uranus
„De natuurlijke Zon“, hfdst. 44. – Het zesde gordelpaar – gelijkend
op Uranus
…“ Wat de mensen betreft, die zijn
tamelijk groot, zodat de man ongeveer acht klafter en
de vrouw bijna zeven klafter meet. - Hun karakter is
evenwel heel stormachtig en heftig; daarom zouden jullie het echt niet goed
tegen hen kunnen opnemen. Ze zijn buitengewoon stoutmoedig en hebben een
ondernemende geest. Ze schuwen geen enkel gevaar, en de vrees voor de dood is
hun geheel vreemd. (NZ.01_044,14ff)
Uranus zie BM.01_044,01-05 /
NZ.01_044,01-052,12 / Robert Blum.01_001,01
4.6.
Neptunes
Het zevende
gordelpaar – overeenkomstig de lang onbekende
planeet Neptunus (Miron)
…“ Wat de mensen van deze
planeet betreft zijn zij niet zo groot als de bewoners van de planeet Saturnus, maar
toch weer groter dan die van de planeet Uranus - hoewel ze onder elkaar sterk in grootte
verschillen. Zo zijn er niet zelden mensen,
die veertig klafter lang worden, en ook mensen die
nauwelijks iets meer dan twintig klafter lang worden.
In dit opzicht lijkt de planeet sterk op jullie Aarde, waar veel verschillende variaties zijn in de lichaamsgrootte
van de mensen. Op onze planeet Miron is dat ook bij het vrouwelijke geslacht het geval.
2] De lichamelijke vorm
van beide geslachten is gewoonlijk heel mooi, hoewel ook hierin grote
afwijkingen bestaan. [Natuurlijke
Zon-61:1 e.v.]
Neptunus
zie BM.01_045,01-04 / NZ.01_053,01-071,13
5. Over
kometen, de verscheidenheid van de menselijke wezens en de oneindigheid van
Gods schepping
„Dat
er in de plaats van zulke planeten, die volledig door de Zon zijn opgenomen,
weer andere treden, kunnen jullie al zien aan de omstandigheid, dat er alleen
al rond jullie Zon een leger van
minstens tienduizend miljoen kometen
zwermt, en uit dat niet onbeduidende aantal kan altijd deze of gene meer
ontwikkelde komeet weer in de
toestand van een planeet overgaan.
Ja, tegenwoordig zijn er al een groot aantal goed ontwikkelde kometen in het
verre gebied van jullie Zon, die
zelfs voor het grootste deel al
bewoond zijn - zij het ook
nog niet door mensen, maar toch door planten en allerlei soorten voor-dieren.
Kijk,
zo is dus de orde. Voor jullie begrippen is haar tijdsduur oneindig, maar voor
Mijn ogen is zowel het begin als het einde echter duidelijk. - Zoals de Zon haar planeten weer oplost, zo kunnen ook centralezonnen hun nevenzonnen
oplossen en kan tenslotte de hoofdcentrale Zon hele legers van zonnegebieden en zonnenallen
oplossen. - In plaats van de verteerde, worden dan weer nieuwe gezet, en wel
zodanig, dat de loop van de orde van Mijn dingen zodoende eeuwig nooit
onderbroken kan worden. Want bij dit alles moeten jullie aannemen, dat Ik eeuwig nooit meer zal ophouden te
scheppen - omdat Ik als God nooit
meer kan ophouden te denken. Want de wezens zijn Mijn gedachten.
Maar
nu zullen sommigen zeggen: Waar gaat dat uiteindelijk heen met zo’n oneindige veelheid van schepselen? - Maar
Ik stel de wedervraag: Hoe zou een nog zo groot, maar uiteindelijk toch begrensd aantal schepselen en wezens
zich verhouden tot een oneindige God?
Laat
niemand daar dus bezorgd om zijn. Want in Mijn oneindigheid is beslist ook
ruimte voor een oneindige hoeveelheid, die die ruimte
nooit zal vullen - ook al zou de voortdurende toename van het aantal wezens nog onuitsprekelijk veel groter en ontelbaarder zijn dan hij als gevolg van de bestaande orde
is “ (NZ.01_073,09
bis 13)
6. De volledige beschildering omtrent
„mensen op andere sterren“ met relevante tekstdelen door Wilfried
Schlätz, zie verder onder www.JESUS2030.de [ingezonden door Klaus
Opitz]
UpToDate 2023-2024