Een beschouwingsvisie op Leopold Engel en Gottfried Mayerhofer

                                                           door Gerard

 

 

De kritiek van ‘buitenstaanders’ op de geschreven teksten van Jakob Lorber,  Leopold Engel en van Gottfried Mayerhofer lijken vaak gebaseerd te zijn op ‘theologische’ inzichten en hoewel in het commentaar interessante punten worden aangrepen, zijn er geen ware bronnen mee gemoeid, wat straks ook zal blijken.

 

Waarom zou de Heer het tiende deel van Jakob Lorber een vervolg geven van zo’n 150 jaar later? Waarop een bepaalde groepering van Lorber-lezers nog op zitten te wachten! Maar het elfde deel – en dus aansluitend op het tiende deel van de Nieuwe Openbaringen, is 27 jaar na de dood van Jakob Lorber, hervat door Leopold Engel en tot stand gekomen. Leopold Engel eerste boekwerk was het laatste deel van het Grote Johannes Evangelie, voortaan ook als GJE aangeduid.

 

Het zou hem [Leopold Engel, voortaan L.E.] door Jezus [zoals Jacob Lorber, ook voortaan met J.L.] rechtstreeks door het 'innerlijke woord' in zijn pen zijn gedicteerd. De Lorber-uitgeverij schrijft dat het GJE, dat Lorber niet meer afmaakte, werd aangevuld werd door een andere ontwaakte hand.

 

Laten we eerst beginnen met Gottfried Mayerhofer. Hij schreef 54 ​​zondagpreken van de Heer op. Een dergelijke preek werd gegeven met Kerstmis op 24 december. Wat trouwens ALLE kerken doen! Zou Mayerhofer zich vergist hebben met de datum? Want Jezus was toch geboren op 7 januari? Op de keeper beschouwd zit hier meer achter, want een kleine berekening [onze Europese berekening!] maakt, dat 7 x 54 weken precies 378 dagen aangeeft, terwijl we toch in een jaar 365 hebben. Dit maakt een verschil uit van 13 dagen en met een juiste verwijzing naar 6-7 januari.

Mayerhofer toetste de ‘reguliere’ Kersttelling met zijn tijd, want bijna alle wereldburgers vieren nog steeds het ‘Kerstfeest’ op 24 en 25 december.

 

Mayerhofer schrijft: ‘In deze Openbaringen vind je ook symbolische beelden!’ De plagen van de Openbaring van Johannes of de Apocalyps zijn ook SYMBOLISCH en evenwel als een WERKELIJKHEID te verstaan!

 

Als mensen dromen of visioenen ontvangen van de geestelijke wereld, dan kan zo’n informatie, als deze van Hogerhand bestuurd word, op een wijze ontvangen worden, die bij hen past. En zo ontvingen ook L.E  en Gottfried  Mayerhofer [voortaan met G.M omschreven] hun informatie op een afzonderlijke manier, dat geheel bij hen paste. Ondanks hun vrije wil werd geen van hen [ook J.L. niet!] gedwongen te schrijven. Als er staat bij L.E.: ‘een vreemde kracht dwong mij te schrijven!’, dan is dat nog steeds de ‘vrije wil’ van hem geweest, eveneens ook bij de andere schrijvers. Want zo staat het bij elk van hen: ‘Zij gehoorzaamden aan deze stem!’ Er is geen sprake van DWANG zoals bij sommige Lorber-lezers wordt gesuggereerd!

 

In Bisschop Martinus, deel 1 en hoofdstuk 191 vindt er een gesprek plaats tussen bisschop Martinus en de Satan. Martinus bekleedde op aarde een hoge functie. Geboren in 316 n. Chr. en overleden op 11-11-397 n. Chr.

 

Zou met deze Martinus, waarover Jakob Lorber schrijft, dezelfde persoon zijn bedoeld? Stel je voor dat het boek ‘Bisschop Martinus’ door Leopold Engel geschreven zou zijn, want van L. Engel’ geschriften is er één bekend, die door de meeste Lorbervrienden afgewezen wordt: ‘’de bekentenis van Lucifer!’ Toch zien we hier een gelijkenis met die van Lorber in het Martinus voorkomend verhaal over de Satan, die zelfs huilde, waardoor Martinus medelijden met hem kreeg en een parallelle samenhang kent met het verhaal van L. Engel, in ‘gesprek’ met de Satan.

 

De valse natuurprofeet Bileam moest van zijn ezel leren hoe geestelijk de dingen waren. Zulke mensen hebben helemaal geen liefde, dus geen leven en geen licht, ze weten niet eens dat ze een ziel hebben en dat die onsterfelijk is’. [HiG.02_64.03.09,05]

 

Thomas zegt tegen Judas Iskarioth: ‘God alleen kan de mens tot profeet roepen, zoals Hij dat met Samuël heeft gedaan toen deze nog een kind was, en zoals hij zelfs de ezel van de valse profeet Bileam tot echte profeet maakte en door de ezel vervolgens ook Bileam zelf.’… [GEJ.02_176,09]

 

Was Paulus in het NT niet een christenvervolger en ook tegen de Heer?  Niet lang na de kruisiging van Jezus, toen Paulus onderweg was om nog meer christenen te vervolgen, staat er: En Saulus, blazende noch dreiging en moord tegen de discipelen des Heren, ging tot de hogepriester. En begeerde brieven van hem naar Damaskus aan de synagogen, opdat, zo hij enigen, die van dien weg waren vond, hij dezelve, beiden mannen en vrouwen, zou gebonden brengen naar Jeruzalem. En als hij reisde, is het geschied, dat hij nabij Damaskus kwam, en hem omscheen snel een licht van den hemel; En ter aarde gevallen zijnde hoorde hij een stem, die tot hem zei: Saul, Saul! Wat vervolgt gij Mij?

 

                                               https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/8/8a/Ananias_house.jpg

                  Ananias uit Damascus, priester uit Syrië  – zijn kapel 

 

Kijk deze Paulus handelde blind en werd door dat hemelse licht fysiek blind: En hij zei: Wie zijt Gij, Heer? En de Heer zei: Ik ben Jezus, Dien gij vervolgt. Het is u hard, de verzenen tegen de prikkels te slaan. En hij, bevende en verbaasd zijnde, zei: Heer, wat wilt Gij, dat ik doen zal? En de Heer zei tot hem: Sta op, en ga in de stad, en u zal daar gezegd worden, wat gij doen moet. En de mannen die met hem over weg reisden, stonden verbaasd. Horende wel de stem, maar niemand ziende. En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. [hij was nu blind!] En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus. En hij was drie dagen, dat hij niet zag, en at niet en dronk niet.’

 

‘En er was een zeker discipel te Damaskus, met name Ananias en de Heer zei tot hem in een gezicht: Ananias! En hij zei: Zie, hier ben ik, Heer! En de Heer zei tot hem: Sta op, en ga in de straat, genaamd de Rechte, en vraag in het huis van Judas naar een, met name Saulus, van Tarsen; want zie, hij bidt. En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd’.

 

‘En Ananias antwoordde: Heer! ik heb uit velen gehoord van dezen man, hoeveel kwaad hij Uw heiligen in Jeruzalem gedaan heeft; En heeft hier macht van de overpriesters o te binden allen, die Uw Naam aanroepen. Maar de Heer zei tot hem: Ga heen; want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam te dragen voor de heidenen, en de koningen, en de kinderen Israels. Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam.

 

Deze Saulus werd later een ware Paulus en zijn ‘blinde duivelse praktijken’ werd door de Heer DOORZIEN. En Saulus, later Paulus, werd een belangrijk handvat voor de Heer en zelfs Zijn lievelingsapostel.

 

Leopolds Engel zijn geboortejaar was  1858 en het  sterftejaar 1931. Hij werd dus 73 jaar. Waarom zou LEOPOLD ENGEL veroordeeld worden, omdat hij een ‘occult’ medium was op het paranormale gebied? De Heer doorziet elk hart en heeft hem als een zeer bruikbare ‘handvat’ gebruikt.

 

Leopold Engel gehoorzaamde de ‘dwingende stem’, ondanks het feit, dat hij deze stem ook kon laten gaan. Niemand wordt van de geestelijke wereld iets ‘gedwongen’, daar elk mens een vrije wil heeft. Ook van Jakob Lorber kan gezegd worden, dat hij de stem, die hij in zijn hart hoorde, toch gehoorzaamde. Deze stem dwong hem als het ware ook: ‘Ga zitten en neem je griffel en schrijf op wat je gedicteerd wordt!’ De stem die Lorber dit BEVAL, was echter geen dwingende stem; het was geen dwang. De ‘merkwaardige of vreemde macht’,  zoals Leopold Engel dat beschreef, gaf hem ook een opdracht te schrijven, maar het was de VRIJE WIL van L. Engel, want hij gaf gevolg aan deze stem. [evenals Lorber er gevolg aan gaf!]

 

Wat betreft het elfde deel van het Johannes-Evangelie: Leopold. Engel heeft Lorber niet persoonlijk gekend en eerst na 27 jaar gehoorzaamde L.E. aan de hem voorkomende vreemde stem, die hem de opdracht gaf om het elfde deel van Jakob Lorber af te maken, wat zo’n twee jaar in beslag nam, van 1891-1893.

 

Het ALLERBELANGRIJKSTE in de gehele schepping van de Godheid is en was, dat namelijk ooit de strijd en de belofte was uitgesproken in verband met de gevallen allerhoogste engel in de schepping, die eens LUCIFER was, en DEZE BELOFTE EENS in te lossen. We lezen dit uitgebreid in de Huishouding van God. Juist en heel BIJZONDER was, dat Leopold Engel, deze AFSLUITING  van de Godheid in de Persoon Jezus, mocht afronden in het elfde deel. Want NIEMAND na Leopold Engel heeft ooit zo’n beschrijving gegeven!

 

Leopold Engel schreef de volgende boeken, in de volgorde der oplopende jaren:

Leopold Engel zei: ‘Dit laatste boek was waar ik naar streefde en het was succesvol!’ De Heer van de wereld moest aan het kruis hangen! Leopold Engel was ervan overtuigd dat "Lucifer's bekentenissen" hem gedicteerd waren door Satan zelf – want hij beschouwde zichzelf als een medium. Hij geloofde stellig dat Satan, als een berouwvolle "verloren zoon", weer actief zou zijn in zijn vroegere rol als brenger van licht (Lucifer) voor God. Dit dacht aanvankelijk ook bisschop Martinus [aan gene zijde] hem [Satan] zelfs te kunnen overreden!

 

Tot slot:

Zoals bekend was het 11e deel van het GJE nog NIET officieel afgesloten en het was al weer ruim 27 jaar geleden, dat Lorber de laatste zinnen zette in 1864. Er moest vandaag of morgen nog woorden komen van Boven, en aan iemand, die de eindfase van Jezus’ leven zou beschrijven. Een grote en genadevolle eer!

 

Er werd gewacht op een afronding van het elfde deel van het GJE, en zoals gezegd, 27 jaar na 1864 in 1891 ontving Leopold Engel de woorden, die PRECIES aansluiten op de niet afgemaakte zinnen en op het de niet afgemaakte hoofdstukken en op het niet-afgemaakte onderwerpen.

 

Leopold Engel was goed bekend met de boeken van Jakob Lorber, daar zijn vader hem in deze dingen wijdde.

 

In de Bijbel en bij Jakob Lorber staat dat ‘jongelingen en jonge maagden’ visioenen zullen krijgen! Zulke uitspraken dienen we serieus te nemen, maar wel op de hoede blijven voor ‘valse insluipingen’. De Bijbel zegt: ‘Onderzoekt alles, en behoudt het goede! [1 Tessalonicenzen 5:21,22]

Ook bij Jakob Lorber in het boek ‘Hemel en Hel’, deel 1 en 2], bij Emanauel Swedenborg in het gelijknamige boek ‘Hemel en Hel’, bij Jakob Boehme [in Aurorae], bij Hildegard van Bingen en eveneens bij Leopold Engel, worden de sferen van de ‘onderwereld’ beschreven onder leiding van de Heer. Natuurlijk bestaan er ook boeken, geschreven door mensen met hun eigen ervaringen in de duistere gebieden. Het zijn ervaringen die ook door mensen gedeeld kunnen worden.

 

De boeken van Mayerhofer en Leopold Engel bevatten ontegenzeggelijke Wijsheden van onze Schepper. Een gewoon mens kan zulke wijsheden niet beschrijven. 

Zou het niet al te voorbarig zijn om ‘ingewijden’ af te doen als ‘Satanisch’ terwijl de menselijke ervaringsboeken toch gretig gelezen worden en niet afgedaan als ‘occult’?

 

Kijken we tenslotte naar de namen van deze schrijvers: LEO-POLD ENGEL heeft het begrip [LEO = LEEUW en POLD betekent ‘land’ en ‘engel’ spreekt al voor zich.

Mayerhofer: MAYR betekent ‘licht brengen’ [of landwerker], Mayerhofer was een hoge officier als militair, (politie). HOFER betekent ‘vruchtbare tuin of hof’. De prachtige voornaam Gottfried [God en vrede] is al veelbetekenend.

 

       https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fwww.geestkunde.net%2Fimages%2Fjakob-lorber-2.jpg&sp=1645535822T236dc5df577212e804af82b685f0bdb95f763e358ebfb2847d2b96fd51c6c629           https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fupload.wikimedia.org%2Fwikipedia%2Fcommons%2F3%2F33%2FMayerhofer.jpg&sp=1645535897T723b89919c897c7b34b0430398e01cd6ac7049d3bd46430979817840123e4520       https://www.startpage.com/av/proxy-image?piurl=https%3A%2F%2Fupload.wikimedia.org%2Fwikipedia%2Fcommons%2F2%2F2b%2FLeopold_Engel.png&sp=1645536003T29413974d040bec6e1ba88f6b65be8b609b5f61d790765d82379854413f216ea

              Jakob Lorber                      Gottfried Mayerhofer              Leopold Engel

 

Afgezien van verdere interpretaties waren zij geestelijke landwerkers en werden zij ‘ingehuurd’, en vrijwillig gevraagd voor deze bijzondere schrijffunctie.

 

Als Mayerhofer zegt: ‘een vreemde kracht bewoog mij te schrijven’, kan dat een normale uitdrukking zijn geweest. Een engel van de Heer die hen [of iemand] dat dicteert, kan evengoed als een ‘vreemde kracht’ geïnterpreteerd worden.

 

Leopold Engel schreef graag en wat hij geestelijk beschreef, mocht blijkbaar niet zoveel zijn. Ook hij stond in dienst van de Heer omdat de Schepper hem voor dit doel het meest geschiktst achtte. Verder beschreef L.E. het verhaal van zijn vriend: ‘In het dal der gelukkigen’, wat een echte aanrader is.

 

De benoeming van L. Engel en Mayerhofer wordt niet geaccepteerd en zelfs Satan wordt erbij betrokken. Welke boosaardigheid zit hier achter? De critici’ op L.E. en Mayerhofer geven echter geen bronnen aan.

 

De aanvaarding van L.E. in het 11e deel van het GJE bevat alles [zij het gecomprimeerd] wat we ter afsluiting van de voorgaande 10 delen, in het laatste deel nog nodig hebben. Als critici zouden we ons veel liever meer bezighouden met de corresponderende literatuur. Het gevoel ontstaat dat sommigen bijvoorbeeld Mayerhofer nooit echt hebben gelezen, zoals bijvoorbeeld de prachtige teksten in 'Festgarten' en in 'Lebensgarten'. Jezus' liefde doorspekt alle regels en hoofdstukken. Als 'critici' alleen maar bij J. Lorber blijven stilstaan, lopen zij zelfs veel 'hemels brood' mis.  

 

Door de bestaande wetten van de Heer, richt ieder mens zich vrijwillig en loopt [kiest] men de weg, die hem het beste lijkt. Er is op het levenspad altijd keuze, en soms moet je als het ware gedwongen een pad kiezen, of je dat nu graag of niet graag wilt, en toch is er sprake van een vrije keuze en nooit een dwang. Zo bedoelt de Heer dat ook met Satan in GJE11-30:4 waarbij Hij zegt, dat de verloren op een bepaalde wijze gedwongen wordt om terug te keren als ‘verloren zoon’ naar de Vader.

 

Zoals bekend is het 10e deel van het GJE officieel NIET afgesloten en het is al weer ruim 150 jaar geleden, dat Lorber de laatste zinnen zette in 1864. Dus er moeten nog woorden komen van Boven aan een andere schrijver, iemand anders die de eindfase van Jezus’ leven zal beschrijven of al heeft beschreven. 

 

Toch wordt er door sommige ‘Lorberianen  nog een afronding verwacht van het elfde deel van de GJE. Wel merkwaardig om zo lang te wachten op een afsluitend geheel? Terwijl het toch al weer zo’n 125 jaar geleden is, dat het elfde deel van het GJE aan L. Engel werd gedicteerd, zelfs 27 jaar na Jakob Lorbers dood aan Mayerhofer. Toegegeven dat we al meer dan voldoende genoeg hebben aan de 10 delen van het GJE en ook aan de andere vele boeken, die persoonlijk aan Lorber werden gedicteerd. Maar toch…

 

Het typerende is, dat wel mediale boeken graag gelezen worden en daarop wordt geen commentaar gegeven, omdat het niet door de Heer wordt gedicteerd!!!! Toch zullen er ook ‘gewekten’ opkomen via de Heer en zij zullen profeteren over de ‘laatste dagen van deze tijd’. [2022]

 

 ‘En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten, en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heren komt. En het zal zijn, dat een iegelijk, die den Naam des Heren zal aanroepen, zalig zal worden.’ [Handelingen 2:17-2]

 

Ook als we de boeken van Mayerhofer en Leopold Engel lezen, herkennen we de ontegenzeggelijke Wijsheid van onze Schepper. Een gewoon mens kan niet zulke wijsheden beschrijven.  En zulke ‘schrijfprofeten’ worden helaas door sommigen afgedaan als ‘satanisch’.

 

Afgezien van de interpretatie van deze namen waren het allebeide mijn inziens ook geestelijke landwerkers en zij werden ‘ingehuurd’, en vrijwillig gebruikt voor deze functie. Als Mayerhofer zegt: ‘een vreemde kracht bewoog mij te schrijven’, kan dat een normale uitdrukking zijn geweest; want een engel van de Heer kan evengoed eveneens als een ‘vreemde kracht’ geïnterpreteerd worden.

 

Leopold Engel schreef graag en wat hij schreef mocht daarom in de sfeer van Jakob Lorber ook niet zoveel zijn; Maar ook hij stond in dienst van de Heer omdat de Schepper hem voor dit doel het meest geschiktst achtte. Ondanks het feit dat er in Hemelse Geschenken staat in de sfeer van:  ‘Jij [Jakob Lorber], jij bent als niemand voor en na jou!’ Dit wijst op de unieke positie van Lorber.

 

Maar L. Engel beschreef ook het verhaal van zijn vriend: ‘in het dal der gelukkigen’, wat een echte aanrader is.   

 

Wat de profetieën betreft: er worden zeven [kleine] profetessen in de Bijbel beschreven:

o    Mirjam · 2. Debora · 3. Chulda · 4. Jesaja's vrouw · 5. Noadja · 6. Hanna · 7. De vier dochters van Filippus.

Echter met verschillen, want de Heer zegt in GJE8-213: ‘Weliswaar is er vanaf het begin [vanaf Adam] geen enkele vrouw geroepen om als profetes voor een volk te profeteren; maar als het hart van een vrouw vroom is en zij de geboden houdt en haar kinderen wijs opvoedt in de ware eerbied tot God en in liefde, dan is zij ook gelijk een profeet en neemt Gods geest ook in haar hart Zijn intrek.’

 

Maar vrouwen mogen niet op de troon zitten. Als de vrouwen op de wereldtronen gaan zitten, zal de hele aarde opnieuw door een zuiveringsvuur gelouterd worden. En in deze tijd leven we nu. [GJE1-167]