Enorme
prijsstijgingen van levensmiddelen en grote inflatie van het geld
Volgens
het boek ‘de Geestelijke Zon’ van Jakob Lorber staat de mensheid enorme
‘gerichten’ te wachten, zoals hongersnood, pest en verwoestende vuren. ‘Waar
het vuur komt, daar zal het alles verteren en zelfs de hardste stenen zullen
smelten als waterdruppels op gloeiend ijzer. Ook grote watervloeden, aangevuld
met allerlei ongedierte storten in de diepte van de oude aarde en verdrinken
erin. Een grote vurige draak stort gebonden en aan banden gelegd in de
eindeloze diepte van een onophoudelijke kolkende zee van vuur.’ [Geestelijke
zon, deel 1 hfdst16:18]
Maar
de Heer zegt ook in datzelfde hoofdstuk: ‘Kijk, een oude, donkere tijd grijpt
zich vast in een nieuwe, heldere. Daarom gaan de dingen niet voorbij, maar er
zal ons slechts "een nieuwe
tijd" gegeven worden. - En zoals in de eerste tijd een periode van
ondergang was, een tijd van de nacht, zo
zal deze komende tijd een tijd worden van opgang en een tijd van
de dag!’ [Geestelijke Zon, deel 1 - hfdst 16:16]
Ook
in het boek ‘Hemelse Geschenken’, deel 2 zegt de Heer op 16 mei 1847 tegen
Lorber: ‘Kijk, te allen tijde in de wereld was en zal het zo blijven dat
materiële middelen van bestaan altijd gelijke tred houden met het
geestelijke. - De Israëlieten werden vaak afgestraft met slechte groei
[misoogst], hoge prijzen, hongersnood en pest, toen hun hart en geest Mij in de
steek lieten en zich tot andere goden wendden. In de tegenwoordige afgodische
landen heersen voortdurend meer of minder nood en pest, allerlei plagen en
ontberingen. Waarom dan? - Vanwege de
afwezigheid van Mijn Geest!’
‘Zolang
in het verschillend sectisch christelijke Europa de mensen in het algemeen zich
meer om Mij bekommerden en naar Mijn geest streefden, zolang waren er engelen
in grote menigte onder de mensen. Dit was niet alleen een zegen voor de mensen,
maar ook voor de aarde, zodat ze steeds overvloedige oogsten opleverden. Maar
deze oogsten brachten de mensen op pure industriële gedachten - en de gedachten
aan Mij waren verzonken!’
‘In
plaats van de echt geestelijke geschriften, die men van de kant van Rome alsook
van de kant van de lage staatspolitiek steeds meer, ja letterlijk als zijnde
ketters is gaan verbieden, heeft men de wereld nu overladen met legio zin- en
inhoudsloze kranten en andere geschriften. Men
hangt weer relikwieën op en verordent weer bedevaarten, sticht weer orders en
meer van dergelijke gruwelijkheden. Er is daardoor voor de geest een grote hongersnood ingetreden vanwege de voorafgegane,
steeds groter wordende prijsstijging van de geestelijke voedingsmiddelen.
De engelen hebben zich weer meer van de aardbodem teruggetrokken, omdat
de steeds groter wordende duisternis van de aarde hen totaal niet meer bevalt
en de steeds grotere hoererij van de mensen, vooral van de roomsen, hen al
helemaal niet aantrekt. Dus daarom is het immers ook goed te begrijpen dat de
aardbodem door het steeds meer ontbreken van hemelse arbeiders ook in dezelfde
verhouding magere oogsten van een of andere vruchtensoort moet opleveren.’
De
Heer heeft in 1846 de aardappeloogst voor iets meer dan de helft geslagen in
bijna geheel Europa. Want zegt de Heer, ook voor deze tijd: ‘Wat zal er dan
gebeuren wanneer Ik behalve de aardappelen ook het graan, de maïs en de gerst
zou willen slaan en zeer waarschijnlijk ook zal slaan als de mensheid in zijn
duisternis, hoererij, ontucht en allerlei industriële ijver voortgaat en Mij
nog meer vergeet?! Dan pas zullen jullie over groot geweeklaag en grote armoede
en diepe ellende lezen en horen, zodat de haren jullie te berge zullen rijzen.’
‘Ik
wilde de cholera al naar Europa laten komen. Maar het ‘berouwde’ Mij; want Ik
ontdekte echt veel weldoeners bij zo
menig volk. – Maar tegelijk ontdekte Ik ook een nog grotere menigte woekeraars,
rechtstreeks komend uit de hel, die in een volkomen mate in hen is. Deze
duivels in nog menselijke larven moeten Mijn tuchtroede voelen naar de mate van
hun misdrijven. Daarom zullen allerlei kwalen de aarde nu volgens de ordening
besluipen. Totdat dit gebroed verdelgd is en het op de aarde lichter wordt, zal
Ik de aardbodem niet zegenen, behalve
alleen plaatselijk, waar mensen wonen die Mij waarachtig in hun hart dragen
en geloven dat Ik bij hen ben en hen ook met weinig brood goed kan onderhouden
en voeden.’
In
een ander deel zegt de Heer op 25-4-1864 tegen Lorber, dat de ware aanhangers
van Christus niets te vrezen hebben: ‘Want ze zullen in alles veelvuldig gesterkt
worden, waardoor dan ook voor de andere nog minder gelovigen een licht zal
opgaan, wat ze niet meer zullen kunnen doven. En Ik, de Heer, die dit door de
mond van Johannes tegen jullie had gesproken, zal de aarde op alle plaatsen en
punten met allerlei gerichten en calamiteiten, zoals door geweldige oorlogen,
door grote duurte en hongersnood, door allerlei
pestilenties onder
mensen en dieren, door grote aardbevingen en andere aardse stormen, door grote
overstromingen en ook door vuur bezoeken. Maar de Mijnen zal Ik in de liefde
bewaren, en ze zullen aan niets gebrek te lijden hebben’.
‘Maar
wie nu Mij zal proberen te vervolgen in Mijn tweede komst, hoe en waar dan ook,
dan zal Ik weten hoe Ik hem van deze
aarde weg zal halen.’
‘Alleen als onder de wordende mensen dermate grove vergrijpen tegen de ordening beginnen te ontstaan, dat de ten doel gestelde, absolute levensvrijheid daardoor ernstig in gevaar zou komen, moeten we weliswaar hier en daar kleine, maar slechts uiterlijke schrik teweegbrengende gerichten laten optreden, zoals oorlogen, dure tijden, honger en pest. Maar elk van deze strafgerichten mag nooit meer dan hoogstens een tiende van de mensen treffen, omdat het bij een sterkere verzwaring van de straf maar al te gemakkelijk de uitwerking van een echt dodelijk gericht zou krijgen. [Hemel en hel, deel 1, hfdst.95:10]
In een ander deel van de NO zegt Jezus: ‘Maar
niemand denkt eraan dat al het lijden, alle ziekten, alle oorlogen, alle dure
tijden, honger en pest alleen maar ontstaan omdat de mensen in plaats van alles
naar Gods orde voor hun ziel en hun geest,
slechts alles voor hun lichaam doen!’ [GJE3-12:6]
Vervolgens: ‘Maar al snel na die tijd zal het
er voor het leven van de mensen heel slecht uit gaan zien. De aarde zal
onvruchtbaarder worden, grote duurte, oorlog en hongersnood zal ontstaan en het
licht van het geloof in de eeuwige waarheid zal op vele plaatsen verflauwen en
het vuur van de liefde zal uitdoven en bekoelen en dan zal het laatste
vuurgericht over de aarde komen!’
[GJE3-33:4]
In deel 6 van de GJE zegt Jezus: ‘Van nu af
aan zullen bijna 2000 jaar lang talloos vele zieners en profeten worden
opgewekt, omdat ook een nog groter aantal valse profeten en zelfs zeer
hoogmoedige, heerszuchtige en alle liefde missende, valse Christussen zullen
opstaan. Maar ook de gerichten zullen steeds doorgaan, en er zal zelden een
heerser zijn die niet met zijn volk vanwege de duisternis een streng gericht
zal moeten ondergaan.’ [GJE6-150:14]
‘Tegen het eind van de genoemde tijd zal Ik
steeds grotere profeten opwekken, en met hen zullen ook de gerichten zich
vermeerderen en uitgebreider worden. Er zullen ook zware aardbevingen komen en
verwoestende stormen, grote prijsstijgingen, oorlogen, hongersnood, epidemieën
en nog veel ander kwaad, en, zoals Ik al voorheen al gezegd heb, er zal geen
geloof behalve bij heel weinigen -onder de mensen zijn, die in het ijs van hun
menselijke hoogmoed helemaal zullen verkillen, en het ene volk zal tegen het
andere optrekken.’ [GJE6-150:15]
‘De mensen zullen ook gewaarschuwd worden door
zieners en bijzondere tekenen aan de hemel, waaraan zich echter alleen Mijn
geringe aantal volgelingen zal storen, terwijl de wereldse mensen dat allemaal
slechts voor zeldzame, natuurlijke fenomenen zullen houden en dat aan iedereen
die nog in Mij gelooft, zullen willen wijsmaken. Maar daarna zal de grootste openbaring plaatsvinden door Mijn tweede
komst op deze aarde; deze openbaring zal echter ook voorafgegaan worden
door een zeer groot en scherp gericht en gevolgd worden door een algemene
schifting van de wereldse mensen door het vuur en zijn projectielen, waarna Ik
dan Zelf een heel andere kweekschool voor ware mensen op deze aarde zal kunnen
vestigen, die dan zal duren tot aan het einde der tijden van deze aarde.’
‘Ik zeg jullie dit nu van tevoren, om te voorkomen
dat jullie gaan denken dat na Mij alles net zo volmaakt zal worden als in Mijn
hemelen. Ja, weinigen zullen wel aan Mijn engelen gelijk zijn, -maar velen nog
veel erger dan de mensen nu in onze tijd.’
[GJE6-150:14-18, zie ook Mtth.24]
‘Wie niet zal doen wat de grote hoer van Babel wil, zal het heel moeilijk krijgen. Al deze dingen moeten eerst gebeuren, ongeveer zevenhonderd jaar voor het gericht, zodat achteraf niemand kan zeggen dat hij niet voldoende gewaarschuwd was. Maar vanaf nu zullen er nog geen volle twee duizend jaar voorbijgaan tot het grote gericht op aarde zal plaatsvinden; en dat zal dan een duidelijk jongste, maar tevens ook laatste gericht op deze aarde zijn.’ [GJE6-174:6,7]
‘Ikzelf,
als oergoddelijk persoon, zal echter niemand richten, maar dat zal Mijn woord
doen dat Ik tot jullie gesproken heb.’ [GJE6-174:12]
De
Heer: ‘Dat vuur zal grote en algemene nood, ellende en droefenis zijn, van
een grotere omvang dan de aarde ooit heeft gezien. Het geloof zal uitdoven
en de liefde verkillen, en alle arme geslachten zullen klagen en verkwijnen,
maar toch zullen de groten en machtigen en de koningen van deze wereld de
smekenden niet helpen, vanwege hun te grote hoogmoed en daardoor ook vanwege een
te grote hardheid van hun hart!’ [GJE8-185:2]
‘Zo
zal ook het ene volk tegen het andere opstaan en het met vuurwapens te lijf
gaan. Daardoor zullen de heersers in grote, niet af te lossen schulden raken en
hun onderdanen kwellen met onmogelijk hoge belastingen. Daardoor zullen er
buitensporige duurte, hongersnood, vele kwaadaardige en besmettelijke ziekten
en epidemieën onder de mensen, de dieren, en zelfs de planten ontstaan! Ook
zullen er hevige stormen op het vasteland en op zee zijn, en aardbevingen, en
de zee zal op vele plaatsen buiten haar oevers treden, en dan zullen de mensen
in grote vrees en angst geraken vanwege de dingen die dan over de aarde zullen
komen!’ [GJE8-185:3,4]
Dat
zal allemaal toegelaten worden om de mensen af te keren van hun hoogmoed en hun
zelfzucht en hun grote traagheid. De
groten en degenen die zich machtig wanen zullen met verveling getuchtigd worden
en zullen daardoor genoodzaakt zijn in actie te komen, om van die kwelling
bevrijd te raken. En kijk, dat is het éérste soort vuur, waardoor de mensen
voor Mijn wederkomst gelouterd zullen worden.’ [GJE8-185:5,6]
Verder
zegt de Heer tenslotte: ‘Kijk, van dergelijke Herodessen zijn er nu heel
veel op de wereld; en zij zorgen voor de nood en alle ellende onder de mensen
en veroorzaken door hun nooit te bevredigen hebzucht, duurte en hongersnood
onder de mensen; maar daarvoor zullen zij aan gene zijde hun loon krijgen,
waarover zij zich werkelijk niet zullen verheugen. Want waarlijk, waarlijk,
eerder zal een kameel door het oog van een naald gaan, dan dat een dergelijke
Herodes het hemelrijk binnengaat! ‘ [GJE 8-190:11]