Correctie geboorte- en leerjaren van Jezus in Palestina

 

Naar aanleiding van de bijdrage van onze Franse vriend- en Lorberlezer George over het mogelijke geboortejaar van Jezus en dus Zijn eerste leerjaar in het 15e regeerjaar van keizer Tiberius, die al begonnen was in september 28 n. Chr. en Johannes in de beginmaanden van 29 n. Chr. al enige tijd predikte in de woestijn, zouden we het geboortejaar van Jezus kunnen plaatsen van 1 v. Chr. Er is uitvoerig daarop gereageerd en aan de hand van data van maan- en zonsverduistering het een en ander kunnen verbinden met de historische gegevens van Jezus’ leven op aarde. Maar Gerd Kujoth wees mij vooral op de Lorbertekst in GJE4-251:10 te lezen.  Ik las het aanvankelijk in de Nederlandse vertaling, maar hierbij viel me niets op en het kenschetste nog meer vraagtekens.

 

Het was echter nog in het eerste leerjaar van Jezus en Jezus zei tegen Cyrenius: ‘met het volk zullen we echter nog iets meer dan 24 jaar lang door allerlei boden, verschijningen van de doden en veel grote tekenen aan de hemel laten waarschuwen! En vriend, mocht dit alles ook tevergeefs zijn, dan pas zal jouw onmenselijke kruisteken in hoge mate en met het scherpste zwaard over hen geslagen worden! Ik wilde dat dit te verhinderen was. [Blijkbaar betreft het hier de val van de stad Jeruzalem in augustus, 70 n. Chr. !] Maar in de Duitse originele versie lezen we iets anders in dezelfde trant: ‘’Als ondanks alle leringen en waarschuwingen heeft getroffen, alleen dan, vriend, dan zal je onmenselijke kruis met het scherpe zwaard geslagen worden over deze stad [Jeruzalem] en al haar inwoners! Maar we willen met het volk nog vierenveertig jaar geduld hebben en nog een beetje en willen hen nog zeven jaar waarschuwen voor de ondergang door allerlei boodschappers….

 

Toen ik de Duitse versie las, veranderde heel mijn astronomisch betoog ondanks alle grote inspanningen, tijd en moeite. We hadden de sleutel gevonden voor het passende slot. In deze tekst [GJE4-251:10, in de Nederlandse vertaling, staat jammer genoeg iets anders. De Heer citeert Jakob Lorber heel precies 44 jaar. Elders wordt er in Lorber menigmaal gesproken: ’over meer dan dertig jaren’, maar hier wordt het precieze aantal jaren weergegeven. De Heer zegt hier niet: ‘en meer dan 40 jaren’ ‘of minder dan 50 jaren’, enzovoort, wat we wel vaker elders in de geschriften van Lorber tegenkomen.

 

Nu Jezus dat hier gezegd heeft en Hij zou met Zijn leerambt begonnen zijn in 25 n. Chr. en dit gezegd hebbende was het begin 26 n Chr. dan zou dat betekenen, dat de val van Jeruzalem in 26+44 in het jaar 70 n. Chr. zich voltrekken zou.  

 

We bevinden ons nu midden in “harde verdrukkende tijden” en dat doet ons denken  aan de woorden die de Heer aan Jakob Lorber gaf, dat de tijdversnellende omstandigheden al aangebroken zijn en mijn inziens precies vanaf maart 2020. We hoeven alleen maar te letten op de TIJDGEEST. De Heer geeft een totaal aan van 5 jaar en 5 maanden. Zie één van de vorige nummers, waarin ook Helmut N. aangeeft met de indeling van de jaren, waarin er zoveel ongekend zal gebeuren. Wat dus de mensheid in 1000 jaar meemaakt, dat zullen wij in een groot tempo meemaken in een paar luttele jaren.

 

Een rekensom geeft aan: 2020 + 5 jaar en 5 maanden = midden 2025!!! Dat de ‘reiniging’ al begonnen is, merken we aan het gedrag van de wereld. Een uiterste datum zou dus 28 n. Chr. kunnen zijn en als de gegevens kloppen, die we uit Lorber hebben overgenomen, dan moet de ALLERGROOTSTE REINIGING zich dan afspelen tussen nu en 2028.

 

We krijgen dus te maken met een allergrootste ZUIVERING en dat hoeft niet negatief geďnterpreteerd te worden. Degenen die zich met de Godheid en de Heer verbinden, maar niet half en half, zullen kracht en bijstand aangereikt krijgen. Alles zal tenslotte ten goede eindigen!  [HiG.03_49.04.06,10]