Werkelijke geboortejaar van Jezus achterhaald?

Een bevriende Jakob-Lorber-Groep uit een duitstalig land en zij wezen ons op de volgende tekst in verband met het ware geboortejaar van Jezus.  We moesten vooral het derde hoofdstuk van ‘Hemelse Geschenken’ [blz.398:3] lezen en dat als volgt is te verstaan:

 

‘De Romeinen waren dus in het bezit van alle mogelijke joodse evangeliën evenals van de oude joodse geschriften en ook van de evangelisten van de heidenen, en stelden toen bepaalde geleerde kerkvaders aan, die de hoofdfabrikanten van de Roomse dogma’s  waren, die vaak regelrecht in tegenspraak waren met de Griekse evangeliën, - en wel des te gemakkelijker en des te meer, omdat de Roomse opperherder niets naarstigers te doen had dan zijn missionarissen ook naar de Grieken te sturen, wat na 300 jaar na Mij onder de gelovigen zo’n verwarring had doen ontstaan, dat veel van de Grieken weer de heidense altaren en tempels begonnen op te richten en daarin de godin Minerva, de god Apollo, Jupiter en Ceres hun offers te brengen’.

 

Wat betekent het citaat van Jezus: ‘300 jaar na Mij?’ 300 jaar na de hemelvaart van Jezus. Maar wanneer was deze hemelvaart?  Op de keeper beschouwt kunnen we hier geen historisch jaar van Jezus achterhalen. Maar kijken we naar de originele Duitse tekst, dan staat er bij Lorber achter 300 ook ‘[325] jaar na Mij’. Deze originele zin is uiterst belangrijk. (De Nederlandse vertaling vergat blijkbaar het getal 325 tussen twee haakjes erbij te plaatsen]. Dit jaartal bepaalt natuurlijk de gehele alinea. Want tussen 300 en 325 en gerekend vanaf de officiële christelijke telling 0-1 n. Chr. rekenen we met 25 jaren. Dat wil niet zeggen dat Jezus in het eerste jaar van de reguliere telling geboren is. Vroeger heeft men de feitelijke telling van het ware geboortejaar van Jezus niet meegeteld.  We weten dat Jezus 33 jaar oud geworden is en ook nog bijna een half jaar [vijf maanden!] extra Zijn leer heeft gepredikt in Palestina, en dat Hij in Zijn 34e jaar is gekruisigd.  Het verschil tussen 25 en 34 zijn 9 jaren!

 

Dan moet Jezus toch wel geboren zijn in 9 v. Chr. en rekening houdend met het historische [9 v. Chr.] jaar van Jezus, hebben we het een en ander natuurlijk  ook gecheckt.

 

Om zeker van de zaak te zijn vroeg ik de Jakob-Lorber-Uitgeverij [D-74321 Bietigheim-Bissingen] in Duitsland of Lorber zelf de 325 tussen twee haakjes heeft geplaatst, waarop ik het antwoord kreeg: ‘Die Angaben in Klammern in diesem Text aus dem Jahr 1864 stammen vom Herausgeber. Die Jahreszahl in Klammern in Vers 3 - (325) - wurde aus den "Supplementen" übernommen, dem früheren Anhang in GEJ Bd. 11, und bezieht sich auf das Konzil von Nicäa, das 325 n. Chr. von Kaiser Konstantin einberufen wurde, und von dem im weiteren Text in Vers 4 die Rede ist. Die Klammer war also schon damals unterstützend zu der Angabe 300 gemeint, nicht etwa als Korrektur.  Hier wordt dus duidelijk een bevestiging gegeven, dat de uitgeverij dat destijds wist van Jakob Lorber [1864] en dat ook bevestigde.

 

In het jaar 22 n.  Chr. in de late nazomer van Zijn eerste leerjaar zei Jezus de val van Jeruzalem aan. HIJ zei letterlijk: ‘In 44 jaar en nog wat daarover heen [enkele jaren in verband met de wilsvrijheid van de mensen!] zal de vernietiging van Jeruzalem plaatsvinden. [GJE4-251:10]. Tellen we 22 jaar en nog wat jaren erbij: 22 plus 44 = 67 [nog geen 70!!! n. Chr.] Elders heeft de Heer in Jakob Lorber op diverse plaatsen aangegeven, dat dit kan schommelen tussen 44 en uiterlijk tot 50 jaar. Daarom klopt dit precies. [Anderen geven de leerjaren van Jezus 3 jaren later aan en hanteren de resterende 4 jaren met ‘maanden’ [5-6 maanden], waarbij men ook op 70 jaar n. Chr. komt. [GJE7-173:8]

 

Zinka [een leerling van Jezus] voorspelde en berekende 40 jaar vanaf het tijdstip, [22 n. Chr.], de complete val van Jeruzalem.:Volgens mijn berekening en volgens de berekening van Johannes zullen zij, gerekend vanaf nu, binnen veertig jaar helemaal rijp zijn voor de vernieti­ging, en u zult dan geheel Judea en geheel Jeruzalem opnieuw moeten veroveren en hun broeinesten grondig moeten verwoesten. Maar vóór die tijd zal er gewapenderhand weinig of niets tegen hen ondernomen kunnen worden, behal­ve dat wat ik u voorheen heb aangeraden...’ GJE4:17:13  [22+40 = 62]

 

Hier ontbreken nog 8 jaren, maar de Heer heeft het zo beschikt, ook vanwege de vrije wil van de mens, om nog een aantal jaren te wachten, totdat de maat vol is. En zoals later blijkt, was dit dus een voorspelling van Zinka en Johannes. De Heer Zelf heeft dus in het verloop van Zijn driejarige missie die veertig jaar! enigszins gecorrigeerd. Dit alles was dus afhankelijk van het gedrag van de joden.

 

De oude Romein Marcus sprak ook over het lot van Jeruzalem en vanKanaan, vermoedelijk in het jaar 22 n. Chr. … Hij zei: Vóór er veertig zomers om zijn, zal Rome de zeer betreurenswaardige eer hebben, Kanaän en het andere Azië voor de tweede keer van a tot z te moeten veroveren! Dat is mijn mening, die ik nu erg belangrijk vind, omdat ik de omstandigheden binnen de tempel heel precies ken, en ze daarom ook erg verafschuw.’ 

 

In het 10e deel van de GJE komt de herhaalde bevestiging van de duidelijke verklaring van Jezus door Hemzelf naar voren! GJE10-148:7 en 50 jaar zou de langste periode geweest zijn!

 

Jezus zegt: ‘Als Jeruzalem in zijn slechtheid blijft volharden en daarin alleen maar toeneemt, in plaats van minder te worden, zullen er van nu af aan [24 n. Chr.] gerekend geen volle vijftig jaar meer verstrijken voor het Jeruzalem en het hele land nog slechter zal vergaan, dan vroeger Sodom en Gomorra.' [GJE10-148:7]  46 jaar + 24 jaar n. Chr. geven 70 jaar!

 

GJE6-153:5, Jezus: ‘Het blijft afwachten of iemand zich zal bekeren en zal verbeteren! Daarna zal een andere periode van ellende worden toegestaan! Dan zijn er profeten die met machtige stemmen spreken om te proberen de geestelijke doden op te wekken!’ ‘Deze stad en de tempel zullen op z'n hoogst binnen vijftig jaar zodanig worden vernietigd dat men helemaal niet meer zal weten waar de tempel heeft gestaan; dat zal echter gebeuren door de uiterlijke kracht van de Romeinen.’ (Dit zei Jezus in 23 n. Chr. [23+47=70] en hier laat Jezus de mensen nog een vrije keuze in hun eigen handelwijze toe!)

 

Na een lange, erg lange speurtocht van wel meer dan 6 jaar, hebben we uiteindelijk hier het beslissende geboortejaar en kruisjaar van Jezus kunnen traceren, nota bene genoemd in de unieke prachtige Werken van Jakob Lorber. Daarover bestaat geen twijfel meer. We weten nu ook, dat de Wederkomst van Jezus niet meer zo lang op zich kan laten wachten, hoogstens tot voor het voorjaar van 2025. Tot die periode zullen we nog veel te doorstaan hebben.

 

Jezus is op een ZONDAG geboren en niet op een gewone door-de-weekse-dag. Hij werd besneden op een SABBATdag [voor ons is dat op een zaterdag!] Waarom accentueren wij hier  de ZONDAG? Jezus is onze geestelijke Zon. Swedenborg, een van de grootste ‘ingewijden  in onze geschiedenis, was ook op een zondag geboren. 

De Romeinse commissie van de volkstelling zetelde ten tijde van de geboorte van Jezus in BETHLEHEM volgens Lukas en de ‘Jeugd van Jezus’, hoofdstuk 12:3,4. Dit was ten tijde van Cyrenius, de vicekeizer over geheel Azië en Afrika. Keizer Augustus heeft in 745 [9. v. Chr.] een EERSTE volkstelling gedaan. [Lucas 2:2]. Dat Cyrenius een veel hogere rang had bevestigt Ethelbert Stauffer, dat Jakob Lorber ook beschrijft. Een tweede telling heeft zelfs 14 jaar later plaatsgevonden. Jakob Lorber beschrijft deze tweede telling niet, maar wel over een eerste TELLING. De eerste volkstelling vond plaats toen Quirinius het bewind over Syrië voerde. In dat geval zou het Griekse woord protoV,  vertaald zijn als 'eerste'

 

Waarom begon de leertijd in het jaar 22 n. Chr. volgens de  wereldse berekening?  De leeftijd van Jezus was aan het begin van Zijn onderwijsactiviteit met 30 jaar.  Eigenlijk volgens Zijn eigen verklaring al op 29-jarige leeftijd, en bijna 30 jaar oud. Dat zou kunnen betekenen dat het voortraject al in herfst/winter 21 begonnen was! Zijn fysieke geboorte op een door Hem [Zijn Goddelijkheid] bepaalde datum stond natuurlijk al lang van tevoren vast. Het was een kosmische gebeurtenis van de hoogste goddelijke categorie. De latere vernietiging van Jeruzalem was een fluctuerende datum, afhankelijk van de geestelijke toestand van de joden en de mogelijkheid van bekering!!!

 

Jezus bevestigt het begin van Zijn leertijd in 22 n. Chr. door een exact jaartal te geven. In de nazomer van zijn eerste leerjaar voorspelde hij de vernietiging van Jeruzalem in 44 jaar en wat meer [een aantal jaren] volgens GJE4-251:10. [22+48 jaar = 70]

 

Volgens Epiphanius [deze leefde in de 4e eeuw na Jezus] werd Jezus op 6 januari geboren. Maar bij de joden geldt de dag van zonsopgang tot zonsondergang of van 18.00 uur tot 0600 uur. Voor de joden is Jezus dus op de 7e geboren van de maand januari 18.00 uur, omdat na 18.00 uur al de volgende dag geldt. Dan zijn de 13 dagen na de winterzonnewende van 25 december ook te verklaren als 6-1. Zie in dit verband Jes.7:14. 

 

Over het Stichtingsjaar van Rome en het daaraan gekoppelde geboortejaar van Jezus, blijft onzeker. Jezus zou dan in de 745e Olympiade geboren moeten zijn. Anderen zeggen in de 752e olympiade in het 42e levensjaar van keizer Augustus. Deze begon echter te regeren in het jaar 27 v. Chr. op 36e jarige leeftijd en in zijn 42e levensjaar vierde hij in 2 v. Chr. zijn 25e jarige jubileum, althans zo luidt de geschiedenis over hem. De bronnen hierover zijn moeilijk te achterhalen of te staven.

Dat Jezus eerst in het jaar 22 n. Chr. met Zijn missie begonnen was, zou ook te maken kunnen hebben met de telling van het volk Israël [bij de Levieten]: Er waren 22.000 eerstgeborenen en 22.000 Levieten. Dit laat zien dat de Levieten [de priesters] een lange weg te gaan hadden, de weg door het hele Hebreeuwse alfabet, dat uit 22 letters bestaat. De weg van de ballingschap, de jaren waarbij de patriarch en aartsvader Jakob afwezig was van zijn zoon Izaak, en ook de jaren waarbij Jozef afwezig was van Jakob. De verbinding was verbroken en de lange weg van het lijden moest worden voltooid en daardoor was er een ‘verlossing’ mogelijk. Denk aan Psalm 22 !

 

In deel 10 van het GJE, hfdst. 146:1 zegt Jezus bijna 33 jaar te zijn en twee en een half jaar in Zijn leerambt, dat nog een maand of 7 zou duren. Daarom weten we ook, dat Jezus vóór Zijn 30e jaar Zich al had voorbereid [o.a. in de woestijn van Bethabara] maar we weten niet hoelang deze voorbereiding precies geduurd heeft. Wel weten we dat Jezus zeker nog 5 maanden vanaf zijn 33e jaar Zijn volk bemiddeld heeft.

 

Met betrekking tot het Paasfeest zegt Jezus, dat het feest van ongezuurde broden niet in de maand april, of mei kon plaatsvinden, maar eerst pas in juni of hoogstens eind mei. [Exodus, hfdst.12 en GJE1-12:7]. We weten ook ongeveer de maand van de kruisiging van Jezus. Op 1 juni in het jaar 25 was het 99% volle maan. Dat de discipelen ‘s avonds laat nog tot bijna middernacht in de heuvelstreek van Gethsemane [827 meter] sliepen, wijst op een behaaglijke temperatuur, ofschoon het in de vroege ochtend daar nogal fris kan zijn op een hoogte van ruim 750 meter in Jeruzalem.

 

Jezus is op een vrijdag gestorven en nagenoeg circa 12222 dagen oud geworden, dat overeenkomt met de symboliek van het kruis: TseLeB = 90-30-2 = 122.

In GJE 9-131:17 heeft Jezus het over de planeet Mars. Dit speelde zich af in 24 n. Chr. 

 

In de herfst van het vermoedelijke jaar 22 n. Chr. wordt Pilatus al genoemd in het GJE1-150:1-3 en GJE2-163:7. We hoeven ons niet specifiek te houden aan de historische databeschrijvingen, zoals de wereld [o.a.: Flavius Josephus] die opgetekend heeft. Als we ons blijven vasthouden aan de tijdsbeschrijvingen uit het verre verleden, valt dit niet altijd volledig te rijmen met de omschrijvingen bij Jakob Lorber.  We stuiten telkens weer op nieuwe verrassingen.  Ook hoeven we Wikipedia ‘niet altijd’ geloven, als we kijken naar de vernieuwing van de tempel, waarmee men al in 24 v. Chr. blijkbaar begonnen was.

 

Niet alleen keizer Tiberius is zo’n 10 jaar eerder begonnen met zijn regering, als we die willen aanduiden voor zijn tijd, eveneens met de regeringsperiode van Pontius Pilatus. [GJE1-150:3] Cyrenius heeft hem overigens kort na de kruisiging van Jezus afgezet. [Hemelse Geschenken, deel 3]

 

In 23 n. Chr. zegt Jezus in GJE7-50:3, dat het joodse volk, dat nu in duisternis wandelt, met zijn ‘daden’ haar  ‘vruchten’ zal oogsten en dat namelijk tussen 40 en 50 jaar [afhankelijk van de vrije wil] haar gericht zal ondergaan, als zij zich niet verbetert.

 

Berekenen we de volle maan in de perioden van 15 v. Chr. en 7 n. Chr. dan hebben we in de maand januari op 10 v. Chr. [dat is 9 v. Chr.], op 7 v. Chr. [dat is 6 v. Chr.]  en op 1 v. Chr. [dat is 2 v. Chr.] op 7 januari de volle maan kunnen zien. Jezus hoeft niet perse op een ‘donderdag’ of een doordeweekse dag geboren te zijn. De ZONDAG zou hier ook het meest opvallen. Ook vanwege een achterliggende gedachte met diepere gehalte.

 

De feitelijk jaartelling van alle regeringsvorsten ten tijde van Jezus moet dus wel  eerder plaatsgevonden hebben, eveneens onze huidige jaartelling al veel eerder begonnen was. Men heeft echter achteraf en met slechts een vermoeden de jaartelling op het jaar 0 gezet, en daarmee kwam het officiële eerste jaar n. Chr.

 

Soms kan een ‘terugherleiding’ van het berekenen van een datum, zoals bij de tempelbouw van Herodes goed uitkomen en treffend zijn, maar als het ene niet klopt, hoe kan dan het andere wel kloppen, als het berust op ‘toeval?’ Iedereen kan een gefundeerd verhaal op Wikipedia plaatsen en we dienen we dergelijke plaatsingen kritisch te toetsen.

Bekende ‘kerklieden’ kunnen de data van Jezus’ kruisiging  op een en hetzelfde jaar brengen, ons heeft echter het boek van Jakob Lorber ‘Hemelse Geschenken’, deel 3, 100% ervan overtuigd, dat de kruisiging heeft plaatsgevonden op 1 juni 25 n. Chr.

 

Jezus zei in 22 n. Chr., dat Jeruzalem haar einde zou vinden over ONGEVEER 50 jaar. [50+22 is circa 70 n. Chr.]

De twaalfjarige Jezus sprak in 3 n. Chr. in de tempel dat deze tempel over ONGEVEER 70 jaar er niet meer zal zijn. [3+70 is circa 70 n. Chr.]

Jezus noemde niet een exacte tijdsaanduiding met betrekking tot de vrije wil van de mens en de globale tijdruimte.

 

Volgens Lorber is Jezus dus in 9 v. Chr. geboren en op 7 januari bij volle maan en Hij begon met Zijn leerambt in 22 n. Chr.  Toen was er ook sprake van de tempelbouw [Joh.2:20] en men was er 46 jaar terug in de tijd er al mee begonnen in 24 v. Chr.

De planeet Mars zou op 14 februari in 24 n. Chr. het dichtst bij de Aarde gestaan hebben. Mars stond toen in het teken van leeuw van januari tot en met mei.

 

In de Swedenborgliteratuur wordt de geboortedag van Swedenborg op een ZONDAG benadrukt. Ook Jezus was, zoals eerder geschreven, op een ZONDAG geboren volgens de Juliaanse telling in het 4151e jaar of [wereldse jaar 4026]. Volgens de NASA was het op 7 en 8 januari 9 v. Chr. [historische jaar!] volle maan. Een dag erna stond de ster REGULUS conjunct met de maan, die vrij dicht bij de aarde stond op een afstand van 3577744 km. En met een schijnbare grootte van 33’ 23’’.

 

Om 23.21 uur stond de maan toen op haar hoogste punt. http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar/

In GJE6-101:13 staat: ‘Vanaf heden zal Jeruzalem geen vijftig jaar meer bestaan! Dit werd gezegd [in het najaar–herfst] in 24 j. n. Chr. + ca. 46 jaar is 70 n. Chr.  [zie verder GJE6-153:5, GJE7-49:2 en GJE7-81:14 [‘misschien wel binnen 50 jaar!’] en in GJE20-71:5 [‘met het Jodendom zal het met ongeveer 50 aardse jaren afgelopen zijn!’] En 24 n. Chr. + ca. 49 jaar = ca. 73 n. Chr.,  dus enkele jaren na de val van Jeruzalem in 70 n. Chr.] Over Jeruzalem zei Jezus in 24 n. Chr. : ‘Binnen 50 jaar zal het duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de laatste steen verwoest worden!’ Zie ook GJE10-148:7 [Zouden we het jaar 28 n. Chr. of zelfs het jaar 32 n. Chr. aangehouden hebben, dan zijn we al ruim meer dan binnen vijftig jaar verder, want 28+46 = 74 of 32+46 = 78!]

 

In Predikingen van de Heer staat in hoofdstuk 6:16, dat het met de verwoesting van het joodse rijk 50 jaar na Zijn heengaan zal geschieden! Dit klopt, want drie jaar na Zijn Hemelvaart werd er een klopjacht op alle joden gehouden in Palestina! Over de val van Jeruzalem zei de Heer in Predikingen 35:5: ‘Er waren na Mijn dood nog geen 50 jaar verstreken’. [25+45=70 n. Chr.]

 

Er was een zonsverduistering in het eerste leerjaar van Jezus in 22 n. Chr. In de ‘Jeugd van Jezus’ heeft er ook gedurende 3 uren lang een maansverduistering plaatsgevonden in Egypte [Ostracine] gemeten vanaf de standplaats Port Said. [JJ-175:24, op middernacht van 04.00 uur tot 06.21 uur]: zie: http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm

De zelden geziene oppositie van Mars-Perihel [Mars stond in 24 n. Chr. destijds in het teken van de leeuw!] wordt in de NO door Andreas [broer van Petrus] beschreven in GJE9-139:16-18.

Pilatus moet dan al veel eerder procureur geweest zijn. Hij wordt genoemd in GJE1-150:3, GJE2-163:3 [en toen was het in 22 n. Chr. al najaar, herfst!]

 

In de beginperiode van het eerste leerjaar van Jezus [22 n. Chr.] zegt een jood tegen Hem in GJE1-14:3, dat de bouw van de tempel 46 jaar geduurd heeft, en moet de bouw hiervan zeker 24 v. Chr. mee begonnen zijn. Ook de regeringsperiode van Herodus is op een ander tijdstip te dateren!!!

 

Enkele maanstanden en historische gebeurtenissen

9 v. Chr. op 30 juni vanaf 10.24 uur

17 n. Chr. op 15 febr. vanaf 09.37 uur [met complete ring]

 

He 5e regeringsjaar van Tiberius moet in 12 n. Chr. geweest zijn en dientengevolge zijn 15e regeringsjaar in 22 n. Chr.  Jezus was in 12 n. Chr. 20 jaar en op 21 juni van dat jaar was er een zonsverduistering. [GJE7-208:1,2]

 

In 9 v. Chr. was er ook zo’n zonsverduistering, ook in het eerste leerjaar van Jezus. GJE1-84:14, GJE3-81:1,2. Hier spreekt Jezus over de hoogte van de maan boven de aarde: 98.000 loopuren van de aarde.  Dat is de gemiddelde snelheid van bijna 4 kilometer per uur x 98.000 = ca. 387.000 km verwijderd van de aarde. Dit gebeuren speelde zich overdag af.  GJE3-82:9, GJE3-97:3 en GJE3-166:5.

 

In ‘De Jeugd van Jezus’, hfdst.175:24 duurde de maansverduistering 3 uur. Op 9 v. Chr.  op 3 juni om 23.00 uur en op 28 november van datzelfde jaar om 18:49 uur was er ook een maansverduistering. Het Kindje Jezus was toen ca. twee jaar, want in hoofdstuk 175 zegt Cyrenius, dat het al weer 2 jaar geleden was, dat het Kindje hem plaagde.

 

Op 22 n. Chr. was er op 4 mei om 20.07 uur een maansverduistering. Ook in GJE6 is er sprake van een maansverduistering.

Mars de rode planeet wordt in GJE9-139:10-18 beschreven en dit was in 23 n. Chr. Zie ook GJE9-131:17. Dit schouwspel werd gezien in de late avond. Er was een marsoppositie in 23 n. Chr. vanaf 9 oktober tot mei in 24 n. Chr.

 

De mogelijke kruisdood van Jezus kan plaatsgevonden hebben op vrijdag 1 juni 25 n. Chr. [100% volle maan] Toen Jezus gevangen werd genomen en gebonden met touwen, struikelde Hij af en toe en viel zelfs een keer in de droog gelegen bedding van de beek Kidron. Het was toen al een droge zomer.  In 25 n. Chr. om 10.59 uur [11.00 uur!] op 1 juni heeft er even in Jeruzalem een korte zonsverduistering plaatsgevonden volgens de astronomie.

 

Jezus heeft het over: ‘De kleine tijd der reiniging’: …‘ En nog een verdere periode is geplaatst op VIER JAREN en nog een kleine tijd erna; dan zullen er MAANDEN komen, in welk meer gebeuren zal dan in de voorafgaande periode van zeven eeuwen!’ [Hemelse Geschenken, deel 3, blz, 360,361] [In deze fase lijkt de mensheid zich deels al te bevinden, bijvoorbeeld de wereldwijde benoemde [kunstmatige] ‘PLANDEMIE’ en de economische instorting! Als we uitgaan van uiterlijk 2028 minus 5 jaar (de optelsom van bovenstaande gegevens!] komen we uit tussen 2023-2025]

 

Als we 2020 als ankerpunt betrachten en er 4 jaar en er nog iets bij optellen [‘een kleine tijd’], dan komen we uit in de ‘reinigingsmaand’ februari 2025.  Jezus zou in juni  25 n. Chr. gekruisigd zijn. Dat staat eigenlijk beschreven in het boek: “Geschenken uit de Hemel”, deel 3. Dan moet Jezus gewis in het jaar 9 v. Chr. geboren zijn. Dat zou dus betekenen dat, gelet op de TEKENEN DES TIJDEN, het niet lang meer zal duren met een ‘gezegende periode’ te maken krijgen, voor diegenen, die de ‘reiniging’ overleefd hebben.

 

Jezus zegt vaak in de Bijbel: ‘Let op de tekenen, want daaraan zul je kunnen herkennen, hoe nabij de wederkomst van Jezus Christus komt, MAAR VOORAF GEGAAN door een groot gericht’.  [= grote REINIGING der aarde en de mensheid!] 

Vrienden van een Jakob-Lorber-kring uit een Duitstalig land hebben ons daarop gewezen, zoals eerder beschreven. Want na een lange speurtocht van meer dan vijf jaar, hebben we eindelijk het beslissende geboorte- en kruisigingjaar van Jezus kunnen achterhalen, genoemd in de Jakob-Lorber-Werken, en daarover is beslist geen twijfel meer. We weten nu, dat de persoonlijke wederkomst van Jezus niet meer zo lang op zich zal laten wachten, en hoogstens tot in 2025.

 

We kijken even speciaal naar het jaar 9 v. Chr. Toen de twaalfjarige Jezus in de tempel sprak: ‘Over ongeveer 70 jaar zal deze tempel er niet meer zijn!’ Jezus was in 9 v. Chr. geboren, en dan zou Hij [als 12-jarige] dit gezegd moeten hebben 3 n. Chr. en 3 + 70 = 73. Let wel, er staat in de tekst: ONGEVEER!

 

In een andere tekstgedeelte zegt Hij: ‘Jeruzalem zou haar einde vinden over ongeveer 50 jaar’. Een eenvoudig rekensom geeft wellicht ons de volgende informatie, want Jezus zei dit rond 22 n. Chr.: 50 + 22 = 72. Ook hier wordt ONGEVEER benadrukt.  73 of 72 wordt globaal afgerond tot 70 jaar, met betrekking tot de vrije wil van de mens en de globale tijdruimte. 

 

Volgens de evangelist Johannes lijkt het, alsof de mededelingen van Jezus, die Hij gedurende meer dan drie jaren in Zijn leerambt uitoefende, ook aan drie Paasvieringen moet hebben deelgenomen. In welke periode is nog niet onderzocht. In 22 n. Chr. was er sprake van de tempelbouw, die 46 jaar geduurd heeft, omdat 46-22  hier dan 24  v. Chr. is. 

 

Johannes 2:20 beschrijft als het ware het tijdstip van 22 n. Chr. en 46 jaar terug, ver voor de tijd van Jezus op Aarde. Het begin van de wederopbouw van de tempel onder Herodus de Grote, moet plaatsgevonden hebben in 24 v. Chr.  Anderen zeggen in 20 v. Chr. [Josephus joodse historie, 15e boek, 14e hoofdstuk 676]

 

Het geboortejaar 9 v. Chr. [BC] viel op VOLLE MAAN op 7-1.

De planeet Mars zou op 14 februari in het 24e jaar n. Chr. het dichtst bij de Aarde hebben gestaan!  Mars stond 24 n. Chr. ook in leeuw  van  januari tot en met mei.

Bovengenoemde datum is afgekeken uit de Eferimiden, die mij door een kundig iemand is toegezonden. Van dezelfde astronomiekenner ontving ik ook de opposities [180 graden] van Mars tegenover de Zon.

 

Filtzinger probeert de ambtelijke tijd van Cyrenius te bewijzen. Volgens hem begon  de oppermacht van Publius Sulpicius Quirinius in Syrië al in 11 v. Chr. De getuigenis over zijn ‘stadhouderschap‘ wordt herleid naar een gevonden inscriptie in Antiochië. 2.000 jaar geleden betekende ‚stadhouder‘ vorst, destijds een zeer hoge titel. Hij werd de ‚vorst van Syrië‘ genoemd. Volgens Filtzinger was er zo’n telling in 9. v. Chr.!

 

Het is een feit, dat er maar enkele mogelijkheden zijn, om de volle Maan ten tijde bij de geboorte van Jezus in 5 tot 9 v. Chr. op 6,7 en 8 januari te traceren. Ook de planeet Mars die toen nogal dichtbij de Aarde stond en in 24 n. Chr. opvallend zichtbaar was, kunnen we daaruit herleiden, dat Jezus in 25 n. Chr. gestorven is. [En het geboortejaar spreekt dan uiteraard voor zich!] 

 

Jezus was, zoals eerder aangegeven, op een ZONDAG geboren volgens de Juliaanse telling en wel op dag 1718142. [Als voorbeeld  berekenden we vijf jaar geleden – in 2017 toen het volgende:  Vóór 13-01-2017 waren er nog resterende dagen van 739625:365 = 2026-2017, dat 9 jaar verschil geeft! Vandaar weten we dat Jezus in het historische jaar 9 v. Chr. minus 1 jaar [=0-jaar] in het astronomische jaar 8 geboren is!

 

Volgens de NASA, was het op 7 en 8 januari 9 v. Chr. volle Maan. Een dag erna stond de ster REGULUS conjunct met de Maan. De MAAN stond toen nogal dicht bij de Aarde [357744 km] en haar grootte had een schijnbare omvang van  33‘ 23“.

 

Op 1 juni 25 n. Chr. was het volle Maan. Op deze datum zou de kruisiging van Jezus plaatsgevonden kunnen hebben. De volle Maan baseert zich op het vroege Pasen van de Israëliërs in maart/april i.v.m. de uittocht van Egypte. Het joodse Pasen werd 2.000 jaar geleden, volgens [GJE1-6:12] echter eerst drie maanden later gevierd. 

 

7-1-9 v. Chr. Volle Maan 99,1% en topocentr. conjunctie Regulus/Maan in leeuw/kreeft       [= 9 v. Chr.]

 

8-1-9 v. Chr. De volle Maan is 357744 km. verwijderd van de aarde en haar schijnbare grootte was 33’23” [= 9 v. Chr.]

 

7 januari        9 v. Chr.=  Maan:  95,7% - Juliaanse dag: 1718141,5   Maan afstand Aarde:  358625

8 januari        9 v. Chr. = Maan:  100 % - Juliaanse dag: 1718143,2   Maan afstand Aarde:  356919

 

De astronomische berekening geeft 1718142e dag aan, geboren aan het einde v.e. dag, tussen 7 en 8 januari! Jezus is waarschijnlijk na 21.00 uur geboren, omdat middernacht [vooral in de winter] de nacht al vanaf 21.00 uur daar begint en men de volgende dag ook al weer vroeg opstond. [Het teken kreeft stond in oppositie tegenover de steenbok!

Een uur later is ook mogelijk. Om 23:21 uur stond de Maan toen op haar hoogste punt; Jozef zag de Maan opkomen!!! – d.w.z. de geboorte van het Kindje Jezus kon in ieder geval nooit   23.21 uur plaatsgevonden hebben.

http://www.paulcarlisle.net/mooncalendar

www.morgenster.org [Dr. Ir. C. Noorlander] – voor een deel ook in het Duits en Engels! [aftrek -1 jaar!]

 

-09  v. Chr. = 00 jaar = geboortejaar van Jezus 

+22 n. Chr. = 30 jaar   Jezus begon in de lente, 40 dagen na het vasten! [maar mogelijk verliet Hij al in december 21 n. Chr. Zijn woonstede in Nazareth!] 

+23 n. Chr. = 31 jaar

+24 n. Chr. = 32 jaar

+25 n. Chr. = 33 jaar + 177 dagen = dat is op 3 juli ! [en volle Maan op 29-6]

                  365 x 33 = 12045 + 177 = 12222

 

[Jeruzalem werd ingenomen en verwoest op 5 augustus 70 n. Chr.  ]

 

Jezus zegt in de NO in [GEJ.06_101,13] ‘Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2.000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?!’ Jezus was toen 31 jaar!, dat is in het mogelijke jaar 23 n. Chr.  [23 + 47 jaar = 70 n. Chr.!] [GEJ.06_153,05], [GEJ.07_049,02]

 

[Opm. na de vernietiging van Jeruzalem volgden ook andere dorpen en steden!] ‘Als de maat vol zal zijn, zal ook met Jeruzalem gebeuren wat jullie bij het tweede teken hebben gezien, en misschien wel binnen vijftig jaar.’ - GJE7-81:14 [Dit zei Jezus al in 23 n. Chr.]

 

Verder in GJE10-71:5 Zoals dat nu voor onze ogen gebeurt met het Jodendom dat nu zonder waarheid of geloof is, waardoor het een geweldig aas geworden is, waarmee het over ongeveer vijftig aardse jaren afgelopen zal zijn’…[24 n. Chr. + 46 jaar! – Jezus was toen 32 jaar en 7 maanden!].

 

….‘Want Ik ben gekomen om deze stad schoon te vegen, opdat die, wanneer wellicht reeds binnen vijftig jaar het duistere Jeruzalem door de Romeinen tot de laatste steen verwoest zal worden…’ [GEJ.10_034,09]  [Opm.: Jezus was toen 32 jaar en 10 maanden, dus bijna 33 jaar  – eind 24 n. Chr. + 46 jaar = 70 jaar! Zijn sterftejaar was 25 n. Chr.] – zie ook [GEJ.10_148,07 en Hemelse Geschenken, deel 3]

 

[Predikingen van de Heer-006,16] Daarom waren Jozef en Maria verbaasd. Zij begrepen niet wie Diegene was, die gekomen is tot val en opstanding van de Joden, - tot "de val": en de verwoesting van het joodse rijk vijftig jaar na Mijn heengaan [25 n. Chr. + 45 = 70] en in [PH.01_035,05]:Er waren na Mijn dood nog geen vijftig jaren verstreken [duurte: 45 jaren na 25 n. Chr.] en Mijn waarschuwing ging reeds in vervulling.[in 70 n. Chr. in augustus] Na de val van Jeruzalem werden alle joden vervolgd!

 

70-46 = 24 n. Chr. [op een leeftijd van 32 jaar] [46 jaar = ongeveer 50 jaar!]

70-45 = 25 n. Chr. [op een leeftijd van 33 jaar] + ca. 5 mnd. = 177 dagen!

 

Dit in vergelijking met het juiste kruisigingsjaar 25 n. Chr. op 33,5 jarige leeftijd!

 

70-46=           24 minus de 32,7 leeftijdsjaren van Jezus =     -09

70-45=           25 minus de 32,7 leeftijdsjaren van Jezus =     -08

 

De twaalfjarige Jezus sprak in 3. n. Chr. in de tempel: ‘over ongeveer 70 jaar zal deze tempel er niet meer zijn!

 

Uitgaande van het geboortejaar -9 v. Chr.:

-9 v. Chr. in  3 n. Chr. op 12 jarige leeftijd = + 3 + 67 = 70 n. Chr.

 

70- ca. 67 jaar = + 3 n. Chr. en opgeteld met -09 v. Chr. = 12 jaar 

-9 v. Chr. +33,5 [leeftijd Jezus] = 24 n. Chr. + 5 maanden erbij = 25 n. Chr.

 

Wanneer was er zonsverduistering in het eerste leerjaar van Jezus, dus in  22 n. Chr. ?

Over de maansverduistering in Egypte [standplaats Port Said in de buurt van Ostracine] heeft er middernacht om 03.58 uur een maansverduistering plaatsgevonden 7 v. Chr. BC, die eindigde om 06.21 uur. Het Kindje Jezus was toen één of twee jaar oud. Deze verduistering duurde 3 uur lang, zoals beschreven in de Jeugd van Jezus hfdst.175:24

http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm

 

Over de planeet Mars zei de broer van Petrus in 24 n. Chr.: [Andreas] 'Werkelijk, Heer en Meester, het sterrenbeeld waar hij in staat ken ik wel,­ het is de 'leeuw', zoals dit sterrenbeeld al van oudsher wordt genoemd - maar de ster ken ik niet. De kleur lijkt wel op die van de planeet Mars, zoals die door de heidenen wordt genoemd; maar de grootte komt niet met de genoemde planeet overeen. [GEJ.09_139,16]

 

De Heer antwoordde: 'En toch is het de planeet die je zojuist hebt genoemd. Dat hij dit jaar veel groter lijkt dan gewoonlijk komt doordat hij zich nu zo dicht als maar mogelijk bij de Aarde bevindt. De veranderlijke positie van alle planeten ten opzichte van de Zon en ook ten opzichte van elkaar is jullie al vele keren, als dat zo uitkwam, getoond en uitgelegd, en ook is jullie getoond dat de pla­neten, al naargelang ze zich in de een of andere positie bevinden, door hun baan rond de Zon elkaar behoorlijk kunnen naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen, en nog begrijpen jullie dergelijke geheel natuurlijke verschijnselen niet…’ [GEJ.09_139,17]

 

Verder: ‘Zie, deze planeet bevindt zich om de jullie bekend gemaakte redenen nu het dichtst bij de Aarde en ook bij de Zon, zoals al opgemerkt werd, en hij ziet er om die reden heel wat groter uit dan wanneer hij ver van de Aarde staat, zoals ieder voorwerp, dat dichtbij is zich ook groter manifesteert en vertoond dan van een grotere afstand.’  [GEJ.09_139,18]

 

[Opmerkingen: De gebruiksaanwijzing, zoals Gerd Kujoth ons bemiddelde, kun je vinden onder:

            http://www.thkoehler.de/midnightblue/m_kal.htm [gratis te downloaden!]

Pilatus was dus veel eerder procurator in Jeruzalem. Zowel de historische data van Tiberius, Herodes en Pontius Pilatus moet zich 10 jaar eerder hebben afgespeeld.

Pilatus wordt in het GJE1-150:3 en GJE2-163:2 al genoemd, toen was het herfst van het jaar 22. (GJE1-151:1]

 

We gaan ervan uit dat de vernieuwing van de tempel door Herodus al in 24 v. Chr. begonnen was. Als een jood in het GJE1-14:3 zegt, dat de bouw van de tempel 46 jaar heeft geduurd, dan was dat gezegd aan het begin van de leertijd van Jezus in het jaar 22 en heeft het 46 jaar geduurd. 

 

De gehele regeringsperiode van Pontius Pilatus was van een veel vroegere datum [zoals gezegd!], omdat hij al in het eerste leerjaar van Jezus in het jaar 22 v. Chr. daarvoor al bekend stond, om met een scherp zwaard leiding te geven. (GEJ.01_150,03) dus ook al voor het jaar 22 dus aan het regeren was.

Cyrenius had Pilatus al spoedig na de opstanding van Jezus afgezet en hem uit het land gezet, dat wel kort na de kruisiging van Jezus gebeurde. (Hemelse Geschenken-3_64.04.01.c,10-16) 

 

Toen Jezus als twintigjarige jongen met zijn pleegvader Jozef een driedaagse reis ondernam naar Syrië, o.a. naar Sidon, [om een huis te bouwen!], kon dit tijdens het 5e regeringsjaar van Tiberius geweest zijn, ongeacht de ware of juiste jaardatering n. Chr. 

 

Jezus was 30 jaar in het 15e regeringsjaar van keizer Tiberius. Tien jaar daarvoor was Hij 20 jaar dus in het 5e regeringsjaar van Tiberius. Zijn 15e regeringsjaar viel in het jaar 22 n. Chr. en het 5e regeringsjaar in 12 n. Chr. Het volgende citaat spreekt over een zonsverduistering, astronomisch op midzomer 21 juni:

 

(De Heer): 'Nu gingen we dan ook onmiddellijk op weg naar de herberg, waar de lastdieren van de Griek op ons wachtten. We waren daar nauwelijks aangekomen of er waren al een heleboel nieuwsgierigen die ons lastig vielen met vragen, en de eigenaar van de herberg, een goede bekende van Jozef, zei tegen hem: 'Vriend, ik zou vandaag niet op reis gaan; want er is een zonsverduistering geweest en zo'n dag gold bij de ouden als een ongeluksdag!'… [GJE7-208:1,2]

 

In 12 n. Chr.  was er een zonsverduistering ! 

In het eerste leerjaar van Jezus heeft er een zonsverduistering plaatsgevonden. Dit was echter geen natuurlijke zonsverduistering! [GJE1-84:14]

 

In GJE3-65:9 wordt gesproken over het vallen van de avond – dan volgen er vele thema’s die onderling met Jezus worden besproken en komen we aan bij hoofdstuk 81, het moment van de astronomische lessen en de zonsverduistering. De ochtendmaaltijd duurde wel 4 uur lang. De Heer kondigt een zonsverduistering aan: De Heer zei toen: "Vrienden, onze lichamelijke en geestelijke maaltijd heeft dit keer zo ongeveer vier uur geduurd, en daarom wordt het tijd om van tafel op te staan! Wij gaan buiten naar de zee om te kijken of daar niet iets gebeurt wat ons aller aandacht waard is! Tevens maak Ik jullie er allemaal op opmerkzaam dat wij nu over een halfuur een totale zonsverduistering zullen beleven. Maar laat niemand zich daar druk over maken want het is een heel natuurlijke gebeurtenis!’ [GEJ3-81:1-2]

[In die tijd [2.000 jaar geleden] was het gebruikelijk een half uur voor zonsopkomst op te staan. In Tiberias [Galilea] kwam de zon ongeveer rond een uur of zes op. Het vroege ontbijt moet dus wel 4 uur geduurd hebben inclusief de onderlinge conversaties! [tussen 07.00-11.00 uur] en 30 minuten later zou er een natuurlijke zonsverduistering zijn. 

 

De Heer zei hierover:  ‘De maan, komend uit het westen, op een hoogte boven de aarde van 98.000 uur gaans, [gemiddelde loopsnelheid van bijna 4 kilometer] zal als een massief, ondoorzichtig lichaam in rechte lijn voor de zon langs gaan en daardoor verhinderen dat het zonlicht op een deel van deze aarde terecht komt. De totale verduistering zal maar enige ogenblikken duren, daarna zal boven de rand van de maan direct weer de zon te zien zijn en dan wordt het gaandeweg weer lichter op aarde. Tijdens de totale verduistering zullen jullie de mooie winter­sterrenbeelden te zien krijgen die anders in de zomer nooit te zien zijn. Ik zeg dit, om alle dwaze vrees voor dit soort gebeurtenissen bij jullie weg te nemen en om jullie het geheel natuurlijke daarvan te laten zien. Wees dus straks niet bang als het verschijnsel zich zal voordoen!’ [GJE3-81:1-4] (Opmerking: dit werd in de zomer gezien!]

 

RAPHAËL [als redder van de stuurlui op zee] zegt tegen de schipperslui: ‘Vraag niet, maar kijk naar de zon, die nu weldra voor een paar ogenblikken haar lichtglans zal verliezen! Als jullie in volle zee geweest zouden zijn, dan zou het kwade bijgeloof van de schippersknechten jullie tezamen met je dochter over boord in zee geworpen hebben, waarna zij je meegenomen schatten onder elkaar verdeeld zouden hebben.

Dat voorzag onze grote, goddelijke Meester en daarom zond Hij mij om u snel te redden. Jullie zijn nu helemaal in veiligheid, maar toch kunnen jullie nog onaangename dingen te wachten staan, en daarom moet ik gedurende het duistere gebeuren bij jullie op het schip blijven, omdat jullie anders nog veel ongemak van de ruwe schippersknechten zou kunnen ondervinden.’  [GJE3-82:9] – Dit gebeuren was overdag!

 

In verband met deze zonsverduistering zegt Mathael tegen zijn geliefde Helena: ‘De Joodse priesters zullen het meest onder de indruk zijn van het verschijnsel. De totale, natuurlijke zonsverduistering van vandaag heeft ze toch al erg aangegrepen, omdat deze mensen alles stoffelijk opvatten. Van een innerlijke, geestelijk zin hebben zij helemaal geen vermoeden, omdat zij zelfs niet eens meer de overeenkomstige beeldspraak begrijpen die Mozes en nog een aantal andere zieners en wijze mannen in hun tijd hebben gebruikt.’ [GJE3-97:3]

 

Datzelfde thema over de zonsverduistering wordt afgesloten met Cornelius, de broer van Cyrenius: ‘Gisteren was het in alle opzichten spectaculaire dag: ten eerste een totale zonsverduistering, die ons op klaarlichte dag ongeveer dertig tellen lang volkomen nacht bracht… [GJE3-166:5]

 

Maansverduisteringen

In de jeugd van Jezus was er sprake van een maansverduistering die drie uur lang duurde [hfdst. 175:24] ‘ Het Kindje antwoordde: 'Letten jullie maar goed op: vandaag, da­delijk al, zal er een maansverduis­tering plaatsvinden, die drie uren duren zal!’

 

Maansverduisteringen vanaf 9 v. Chr. 

-08 v. Chr. op 03-06 om 23:00 uur

-08 v. Chr. op 28-11 om 18:49 uur

 

[In hoofdstuk 182 van ‘de Jeugd van Jezus’ vertelt Cyrenius, dat het al weer 2 jaar geleden is,  dat de Heer hem ‘plaagde!’ In hoofdstuk 175 speelt de feitelijke maansverduistering zich hier af. Cyrenius kan de aangifte van 1 ½ jaar of 2 ½ jaar misschien afgerond hebben tot twee jaar?

 

21 n. Chr. op 15 mei om 02.54 uur

21 n. Chr. op 08 november om 06.34 uur

22 n. Chr. op 04 mei om 20.07 uur

 

[In GJE6 is er sprake van een maansverduistering!]

 

Aangenomen wordt dat het gebruikelijke Pasen 3 maanden later was [volgens Jakob Lorber], dat wil zeggen in onze tijd op zijn vroegst op 22 maart en ten tijde van Jezus drie maanden later; heden bij ons op zijn laatst rond 22 april en 2.000 jaar geleden drie maanden verder. Dit was natuurlijk afhankelijk van de maanstand. Het joodse Pasen kon toen plaatsgevonden hebben eind mei  of eind juni. Het moest volle maan en een vrijdag geweest zijn. 

 

Mars de rode planeet

Volgens de laatste astronomische berekeningen vindt elke 780 dagen [d.w.z. om de 2,14 jaar of 26 maanden], een opstelling van een marsoppositie van zon- en aarde/maan plaats!

 

De Heer zegt in Lorber: ‘Toen Ik Mij zo ongeveer twee uur lang met de twaalf vissers had bezig­gehouden en Mijn onderricht voor deze dag en avond afsloot, kwam er bijna buiten adem een dienaar van het huis naar ons toe in de zaal en zei: 'Beste heren, ik was op het terras bezig en keek in de richting van het oosten. Daar ontdekte ik een buitengewoon grote ster, die heel dicht bij de horizon staat. Het licht ervan is rood als bloed, maar tevens zo sterk dat je er niet lang naar kunt kijken. Ik heb nog nooit zo'n ster gezien. Wat zal die ster te betekenen hebben? De Heer Heiland uit Nazareth, wiens wijsheid naar men zegt die van Salomo overtreft, zal zeker het beste kunnen weten wat de ster betekent.'

 

Een enigszins verlegen dienaar zei op de vraag van Jezus, waarom zijn ster hem zo’n grote angst bezorgd heeft: 'Ja, dan zouden de heren even naar buiten moeten komen; want vanuit deze zaal kun je hem niet zien, omdat de ramen zich niet aan de oostkant, maar precies aan de andere kant bevinden.'

 

Ik zei: 'Dan gaan we nog even naar buiten om te zien wat voor ster jou zo'n angst bezorgd heeft!'

‘Daarop liepen we naar buiten en zagen daar direct de rode, grote ster in het oosten, die nu reeds hoger boven de horizon stond, waardoor de rode kleur sterk veranderd was, hoewel het licht uitzonderlijk sterk was.’

 

Nu vroeg Ik alle aanwezigen, die de ster ook met een enigszins schuwe blik bekeken: 'Welnu, wat denken jullie van deze ster? Kennen jullie hem, of kennen jullie hem niet? Voor jou, Mijn leerling Andreas, zou deze ster toch niet onbekend moeten zijn, omdat jij immers een sterrenkundige bent.'

Andreas zei: 'Werkelijk, Heer en Meester, het sterrenbeeld waar hij in staat ken ik wel­ het is de 'leeuw', zoals dit sterrenbeeld al van oudsher wordt genoemd, maar de ster ken ik niet. De kleur lijkt wel op die van de planeet Mars, zoals die door de heidenen wordt genoemd; maar de grootte komt niet met de genoemde planeet overeen.

 

Ik zei: 'En toch is het de planeet die je zojuist hebt genoemd. Dat hij dit jaar veel groter lijkt dan gewoonlijk komt doordat hij zich nu zo dicht als maar mogelijk bij de aarde bevindt. De veranderlijke positie van alle planeten ten opzichte van de zon en ook ten opzichte van elkaar is jullie al vele keren, als dat zo uitkwam, getoond en uitgelegd, en ook is jullie getoond dat de pla­neten, al naargelang ze zich in de een of andere positie bevinden, door hun baan rond de zon elkaar behoorlijk kunnen naderen en zich ook van elkaar kunnen verwijderen…’

 

Zie, deze planeet bevindt zich om de jullie bekend gemaakte redenen nu het dichtst bij de aarde en ook bij de zon, zoals al opgemerkt werd, en ziet er om die reden heel wat groter uit dan wanneer hij ver van de aarde staat, zoals ieder voorwerp dat dichtbij is zich ook groter manifesteert en vertoont dan een grotere afstand.' [GJE9-139:10-18]

 

In 24 n. Chr. heeft Mars dicht bij de aarde gestaan. Want de discipelen van Jezus zagen de rode planeet MARS ’s avonds laat onder een heldere hemel en het was toen voor 75 procent volle maan. Tot dusver hebben we, wat Mars betreft, alle bijzondere astronomische gebeurtenissen uit de Lorberwerken gedocumenteerd. Lorber heeft het hier over een late avond, omdat na afloop van dit schouwspel sprake was van een voorbereiding voor de nachtelijke rust. 

 

Beschouwen we het thema Mars-oppositie met Zon/aarde/maan eens van een andere kant. Het speelde zich af in de herfst [GJE9-131:17] en de engel Raphaël doet een voorspelling van een zachte winter, omdat de vogels zojuist verder trokken op hun reistocht naar het zuiden. Jezus legt in de volgende hoofdstukken uit en met name hfdst. 139 bij het plaatsje Jesaïra, dat westelijk gelegen was aan het Galilese meer, waar die rode kleur van Mars toch vandaan komt. De Marsoppositie stond destijds in het teken van de leeuw, zoals de oorspronkelijke tekst dat duidelijk weergeeft. 

 

Een marsoppositie zien we al heel lang in 23 n. Chr. vanaf 9 oktober tot het jaar 24 daarop tot in eind mei! We kunnen dit baseren op het geboortejaar van Jezus in 9 v. Chr. Hoewel het al begin herfst begonnen was moest dit verschijnsel toch in het begin van oktober zijn opgemerkt, daar er sprake is van bijna de hele maand oktober met een Marsconstellatie en zou in het citaat van Lorber in het jaar 23 n. Chr. al gedateerd zijn. Dat wat de discipel  Andreas opviel, was in de maand februari 24 n. Chr. Tenslotte zei nog gezegd dat er meer vermoedens waren die het juiste geboortejaar van Jezus hebben bevestigd.

 

Op 7 januari middernacht werd het Kindje Jezus geboren bij volle maan. [95,7 procent]. Het was op een ZONdag. De teller van de Juliaanse kalender stond toen precies op 1718141,5. 

 

Jezus leefde toen 12227,6 dagen en zou gestorven zijn op 1 juni op een vrijdag bij toenemende volle maan [99 procent]. De teller stond toen op 1730340,5 en daarmee leefde Hij 33 jaar en bijna 5 maanden.

 

Terzijde willen we hierbij nogmaals opmerken, dat het hebreeuwse woord voor kruis TseLeB betekent met de getalswaarde 122. [uit 90-30-2]

 

De enige data met volle Maan, in de periode rond de geboorte van Jezus, was op 7 januari  9 v. Chr., toen was het voor 99,1% volle maan. 

Toen het Kind Jezus in Ostracine vertoefde [in Egypte] niet ver van de Israëlische grens, was er een volledige maansverduistering. We geven de voorkeur aan het tijdstip van de complete maansverduistering, toen het Kind Jezus al weer bijna twee jaar oud was. Dit was op 18 november in 8 v. Chr. om 03.03 [middernacht]. Toen heeft er een maansverduistering plaatsgevonden, die eindigde om precies 06.37 uur en heeft ongeveer 3 uur lang geduurd! [zie Jeugd van Jezus-175 vers 24].  Ook heeft er in het jaar 25 n. Chr. [om 10.59 uur – Jeruzalem] een totale korte zonsverduistering plaatsgevonden.  

De Heer zegt aangaande het thema astrologie in de Johannes Openbaringen: ‘Zoals gezegd, van jullie tijdsberekening zijn slechts de maankwartieren die om de zeven dagen steeds wisselen, de daaruit voortkomende week, de periode van een maand en de duur van het jaar waar en juist….’ [GJE6-96-12]

                                                                                                                            

De echte data van de eclips

In goede onderzoeksbibliotheken bevind zich een boek met de naam “Solar and Lunar Eclipses of the Ancient Near East from 3000 B.C. to 0 with Maps”, van Manfred Kudlek en Erich H. Mickler. Hierin staat een lijst met alle zons- en maansverduisteringen die in de jaren vóór de christelijke aera vanuit Jeruzalem zichtbaar waren. De maansverduisteringen die voor onze studie interessant zijn, zijn op pag. 156 van dat boek in kaart gebracht: 3 augustus 9 v.Chr., 28 november 9 v.Chr. en 18 november 8 v.Chr..

 

De verduisterde zon

De verduisterde zon werd ook gezien door de jodenvervolger Paulus tussen het zesde uur tot het negende uur, d.w.z. tussen 12 en 3 uur in de middag, want de dag begint bij de joden om 06.00 uur. Paulus zag de maan voor de zon schuiven en deze verduisterde, hoewel het niet de tijd was van haar conjunctie. Rond 3 uur in de middag begon de conjunctie van de oostelijke kant en schreed tot de andere kant van de zon voorwaarts, waarop zij bleef staan en op de genoemde plek terugkeerde, vanwaar hij kwam. De zon begon in het oostelijke deel zich te verduisteren en door de teruglopende maan in het westelijk deel om weer licht te ontvangen. Dit moet plaatsgevonden hebben in het jaar 25 n. Chr. in het 19e regeringsjaar van keizer Tiberius.

 

Apollophanus en Paulus zagen dit, toen Paulus hierover later in Athene getuigde en tot Christen bekeerd was.

 

PS: Het kan zijn dat er nog wat onduidelijkheden of misschien wat [oude] verkeerde berekeningen zijn gemaakt, maar voor het grootste gedeelte passen alle data conform 9 v. Chr. met de daarbij  behorende feiten. 

 

Want het Eerste Concilie van Nicea was een concile van christelijke bisschoppen die bijeengeroepen waren in Nicea in Bithynië (het hedendaagse Iznik in Turkije) door de Romeinse keizer Constatijn I in 325. Dit eerste oecomenisch concilie was de eerste poging om consensus te bereiken in de Kerk door middel van een vergadering die het hele christendom vertegenwoordigde.  [bron: Wikipedea]

 

Als Jezus zegt 300 jaar na MIJ, dan moet dit in 25 n. Chr. zijn geweest en zomede staat vast dat Jezus in 9 v. Chr. geboren is en Zijn gericht op aarde al bezig is [in geleidelijke fasen, maar steeds scherper en scherper en we Hem na de gehele reiniging van de aarde, spoedig kunnen verwachten voor 2030, omdat er nog steeds rekening gehouden wordt met de vrije wil van de mens en het aantal zuivere mensen op aarde het grootste gericht nog tegenhouden kan. G.

 

(Toch klopt er iets niet. Gezien de huidige signalen van de tijdgeest vindt de komst van Jezus tussen nu en 2032 plaats. Als het al plaatsgevonden zou hebben, dan klopt bovenstaande uiteenzetting.)