‘Eindtijd’ verloopt in fasen
Paulus voorzegde in zijn tweede brief
aan Tessalonicenzen de grote afval, welke zou leiden
tot de vestiging van het pausdom. Want ‘de dag des Heren’ zou niet aanbreken
voordat zich bepaalde ingrijpende veranderingen hadden voorgedaan. Ingrijpende gebeurtenissen
zijn er altijd wel geweest in alle tijden, maar zoals we dat nu kennen en in
zulke mate, heeft zich nog NOOIT voorgedaan. In zijn brief aan de T. zegt
Paulus, dat er eerst de afval moet komen en de mensen van de wetteloosheid
moeten zich openbare. De ‘zoon van het verderf’ [Satan] als tegenstander van de
Heer, verheft zich als het ware steeds sterker tegen al wat God of aandacht van
verering heet, zodat deze zich in de tempel van God plaatst en laten zien, dat
hij een ‘god’ is. [2 Tess.2:3,4,7]
Tot de Satan: ‘Trots was uw hart op uw
schoonheid – met uw luister hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan, [17]
Bij Lucifer ontstond geleidelijk het
verlangen naar zelfverheerlijking. ‘Gij hebt in uw hart uzelf gelijkgesteld met
een god’. ‘En gij overlegde nog wel: ik zal ten hemel opstijgen, boven de
sterren van God mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst…’ ‘Ik
wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste
gelijkstellen. [6] – (Jes.14:13,14)
Niet alleen Satan, zelfs geen enkel
mens mag zich laten verleiden om gekozen te worden tot een hoofdpersoon van een
[kerk]gemeente. De Heer heeft nergens in Zijn Woord ook maar enige aanwijzingen
daarover gegeven. De paus heeft macht over de kerken gekregen door een wederrechtelijke
toe-eigening.
Nagenoeg keren steeds meer mensen de
kerk de rug toe. Velen denken, ook theologen, dat de Bijbel een compleet
afgesloten boek is. En dat is het ook. Maar ze vergeten wel, dat er een aantal
Bijbeldelen niet ‘ingelijfd’ waren. Of de Bijbel dus wel zo compleet is?
Gelukkig is de Heer ‘teruggekomen’ door Zijn Woord opnieuw te openbaren. Dat
wil zeggen, dat er naast de ‘incomplete Bijbel’ Hij ons uitvoerig heeft
meegedeeld, wat er in de Bijbel nog ontbreekt en hoe de Bijbel door Hem ‘opnieuw’
en voor een groot deel wordt ontsluierd.
De Heer of Jezus heeft ons dus de
Nieuwe Openbaringen gegeven. Wat Hij in Zijn leerperiode zo’n 2.000 jaar
geleden verkondigde, dat konden velen van zijn leerlingen nog niet allemaal begrijpen.
Gelukkig hebben we 2.000 jaar geleden de meest grootse Openbaringen voor deze
tijd mogen ontvangen, eerst door Emanuel Swedenborg en
later door Jakob Lorber,
want hem werd het gegund om gedurende 25 jaar een enorme hoeveelheid aan
informatie neer te mogen schrijven, gedicteerd door de Heer voor de gehele
mensheid.
De mensen hebben geen nieuwe kerken
nodig [die al weer meestal na 50 jaar zich onderling opsplitsen of afscheiden].
Waar het hun in de kern van de zaak ontbreekt, is bewustzijn of op opheldering,
waar het steeds fout gaat. Deze opheldering heeft de Heer ons gegeven met een
uitgebreid evangelie. De Bijbel is daardoor op alle fronten grotendeels weer ‘opgehelderd’. Een betere aanvulling kan ik mij persoonlijk
niet indenken.
De zin of het nut van het leven is om
‘je naaste’ te ontdekken, zodat jij jezelf ermee kunt vergelijken. Tot het tijdpunt om jezelf weer
‘teruggevonden’ te hebben en een begin kunt maken van je individuele
ontwikkeling. Alle mensen zijn in principe een spiegelbeeld van God en dan
wordt het streven om God in jezelf te vinden en helemaal op Hem te concentreren
en te luisteren naar je innerlijke stem, de stem van het geweten en met de Heer
in jou het leven te leven. Het hoogste streven is je ziel te verbinden met de
jouw inwonende geest. Door oefeningen te doen en dus steeds maar te oefenen kun
je sneller tot het doel komen, weliswaar met hulp van de Heer.
Ik las een prachtig gedicht en wil het
hier graag plaatsen:
Dan zijn de
regeringen radeloos,
Hun leugens
grenzeloos;
Hun schulden
talloos,
Hun besprekingen
doelloos;
Hun opheldering
hersenloos,
Hun politici
karakterloos.
Christenen zijn de
gebeden loos,
De kerken zijn echter
krachteloos;
De zeden zijn
heden teugelloos,
De mode
schaamteloos;
De criminaliteiten zijn mateloos,
De vergaderingen
eindeloos,
De uitzichten
troosteloos.
Antoine de Saint-Exupéry
Bovenstaand
schetst precies ons huidig wereldbeeld. 2.000 jaar geleden had Jezus nog zoveel
willen vertellen aan zijn leerlingen, maar dat zou teveel voor hen zijn geweest. [Joh.16:12,13]
De
archeologie heeft onlangs botrestanten gevonden van ‘mensenwezens, van ruim
200.000 jaar geleden. Wat de archeologen niet weten dat dit restanten waren van
de ‘voormensen’, zoals beschreven bij Lorber als de Pre-Adamieten. Want Adam werd als EERSTE MENS ‘geformeerd’
in 4151 v. Chr. [wereldse Jaar 4025-4026 v. Chr.]
De
mens bestaat uit een drie-eenheid [triniteit] volgens Thess.5:23. Het
bewustzijn van de mens is niet afhankelijk van zijn hersenen, maar van zijn
hart, Het ‘geweten’ in de mens is het licht van zijn hogere ik. [RB1-35:1 =
Hemel en hel, deel 1] De eerste mens hoefde de ontwikkeling van het kindzijn niet door te maken. Adam werd als volwassen mens
geschapen met de maat van 12 schoenmaten. In zijn tijd was de maat van een
schoen 31,6 cm. En 12x31,6 cm = 3,8 meter. In die tijd waren de mensen groot en
zij werden de ‘Nephilim’ genoemd. Num.13:33 en
Gen.6:4 spreken over grote reusachtige mannen. Een enorme verschijning.
Adam
moest het voorbeeld worden van gehoorzaamheid aan zijn Schepper, maar werd door
het vrouwelijk deel van hemzelf [dat was Eva] verleid tot het eten van de
verboden vrucht via de slang [dat is Satan].
De
profeet Jesaja heeft de ondergang van Satan in een
visioen gezien. Hij schrijft: ‘Hoe zijt gij uit de
hemel gevallen, gij Morgenster, zoon des dageraad; hoe zijt
gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegde nog wel: Ik zal
ten hemel opstijgen, boven de sterren van God mijn troon oprichten… Ik wil… mij
aan de Allerhoogste gelijkstellen. Maar in het dodenrijk wordt gij
neergeworpen, in het diepste der groeve…’ [Jes.14:12 e.v.]
Johannes
op Patmos zag de satan geketend in de afgrond,
duizend jaar: ‘En ik zag een engel
neerdalen uit de hemel met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn
hand; en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, en
hij bond hem duizend jaren, en hij wierp hem in de afgrond en sloot en
verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden,
voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd
worden losgelaten’. [Openb.20:1-3]. [Hiermee
zouden dan de zeven jaren bedoeld zijn!]