Signalen van een eindfase
In Jakob Lorber
is voorspeld dat de mens zijn milieu zal vernietigen en dat het lot van de
katholieke kerk in de ‘eindtijd’ beschoren zal zijn.
‘Maar desondanks zal
het tot allerlei gevechten en kleine
oorlogen komen, ter verdeemoediging van alle machthebbers die Mijn licht
willen tegenhouden. Want van nu af aan zal Ik met al die machthebbers geen
geduld en mededogen meer hebben. Dat kun je wel geloven, omdat Ik het je Zelf
verkondig.’ [GJE10-27:8]
Het fanatisme en deze terreur is 2.000 jaar geleden al aan
de discipelen voorzegd: ‘Als Mijn leer
echter eenmaal met het zwaard onder de volkeren verbreid zal gaan worden, zal
het er weldra heel ellendig uitzien op deze aarde. Het bloed zal in stromen
vloeien, en alle zeeën zullen op treurige wijze gekleurd worden’.
‘Wees
daarom allemaal vreedzame arbeiders in Mijn naam, en vermijd alle getwist en geruzie! Werk alleen door Mijn liefde in
jullie harten; want in de liefde ligt de grootste kracht en macht verborgen!’ [GJE10-106:14]
'Allen
die de wederoprichting van een rijk Gods op aarde met uiterlijk vertoon
verbeiden, zullen in hun blinde hoop zeer worden teleurgesteld, want een zodanig
rijk zal op aarde nimmer in de levende waarheid uit Mij en in Mij worden
opgericht.' … (GJE10-73: 9,10]
'Wanneer
zij een concilie over hun doctorwijsheid houden, juist dan zal Ik hun op het
hoofd van hun wijsheid slaan en hen te gronde laten richten. . .'
(Gesch. H, deel 2,
blz. 196)
‘Nog steeds klampen de mensen zich vast aan ceremoniën en
gebruiken,
een teken, dat zij in wezen nog zeer materieel zijn, en alleen materiële zaken
verlangen en begrijpen.’ [Predikingen,
hfdst.18]
'Dit volk vereert Mij in gemetselde kerken met klokgeluiden, met orgels en allerlei
blaasinstrumenten, met geklingel en getingel, met wierook en brandende kaarsen,
in gouden gewaden', 'doch in het hart hoeft men niet te vragen of het dicht bij
Mij staat of juist ver van Mij verwijderd is.'
(Gesch. uit de hemel, deel 2)
En wat komt er uiteindelijk bij dit soort vervlakte religiositeit van het katholieke
volk tevoorschijn, vraagt de Heer in de Nieuwe Openbaring [GJE9-209]. [De gevaren van de ceremoniële
godsdienst en het ceremonieel bidden]. Zijn antwoord luidt: 'Zie, de mensen verwijderen zich steeds meer
van God, in plaats dat zij in hun hart en in de liefde en in waar, levend
geloof en vertrouwen steeds dichter en dichter bij Hem komen te staan...' '... en God moet uiteindelijk weer door de mond van een
nieuwe profeet de mensen toeroepen en met luide stem zeggen: ‘Zie, dit volk
eert Mij met zijn lippen en met ijdele, dode wereldlijke ceremonieën, doch het
hart van deze mensen is ver van Mij.' (GJE9-209:4) 'Het werk van de schijn en van de ceremonieën zijn voor hen belangrijker
dan de levende God zelf, die tot hun spreekt.' 'Laat dat alles varen, behoud
enkel en alleen de liefde.'
‘Het
licht, het ware rijk Gods kan nimmer van Rome uitgaan.' 'Want wat daar
geschiedt, is slechts van zuiver uiterlijke aard.'
(HG, deel 2)
'De
reden dat Ik nu zoveel brood uit de hemelen geef als sinds Mijn verblijf op
aarde nimmer is geschied, dat juist nu het tijdpunt naderbij komt waarop de
wereld een hoogtepunt aan dwalingen en afwijkingen van Mijn scheppingswerk zal
bereiken.'
'Ik
wil nu de ongelovigen de ogen openen en de tekstverklaarders van Mijn Bijbel
(de dominees en priesters) de eigenlijke betekenis verklaren.' (Predikingen v.d. Heer, blz.89)
‘Het
wee staat nu vlak voor de deur. Er staat reeds een grote menigte
scherpschutters paraat, en zij zullen hun doel niet missen.‘ [Geschenken
uit de hemel, deel 3]
Jakob
Lorber spreekt hier niet vanuit zijn eigen brein.
Voor hem geldt de opmerking, dat een uitgekomen profetie nooit is voortgekomen
uit de wil van een mens, maar gedreven door de Heilige Geest van Godswege
gesproken'. [2 Petr.1:21]
Onze toestanden in het industriële tijdperk
heeft de Heer aan Zijn apostelen met de volgende woorden geschilderd: 'In gene tijden zullen de mensen het
grotendeels door het onvermoeibare onderzoeken en rekenen onder de twijgen en
wijd uitlopende takken van de boom der kennis in vele wetenschappen en
(technische) kunsten zeer ver brengen, en zij zullen met alle krachten in de
natuur van de aarde, die de mensen thans nog verborgen zijn, wonderbaarlijke
zaken teweegbrengen.’ [[GJE9-89:10]
Over onze tijd voorspelde Lorber
het volgende: '... de machthebbers zullen
van de mensen gebruikmaken alsof het dieren zijn en zij zullen ze in koelen
bloede gewetenloos laten afslachten, wanneer dezen zich niet zonder enige
tegenspraak aan de wil van de sterke macht onderwerpen. De machtigen zullen de
arme mensen met velerlei vormen van druk kwellen en alle vrijere geesten met
alle middelen vervolgen en onderdrukken. . .' (GJE1-72:2) 'Van nu af aan (25 n. Chr.) tot die tijd zullen nog duizend en bijna
duizend jaar verstrijken.' (GJE1-72:3)
‘Er
zullen nog vele steden door vuur en water worden gelouterd.'
[Geschenken uit de Hemel, deel 2]
'Het
ene volk wil groter zijn dan het andere, het ene rijk machtiger dan het andere.
De hoogmoed der volkeren is alle perken te buiten gegaan, tot in de hoogste
hemel is de stoom van de hel al opgestegen.' 'En ziet, de tijd is aangebroken,
voor uw ogen onthult; een volk trekt ten strijde tegen een ander volk! Wanneer
gij vraagt waarom, dan zeg Ik jullie: uit zuivere hoogmoed [trots].'
(Wederk. v. J. blz.6)
'Over
de aarde komt nu een geestelijke zondvloed, zoals er 4.000 jaar geleden ten
tijde van Noach een stoffelijke zondvloed is geweest. Gene doodde het vlees,
deze echter doodt ziel en lichaam.' (Wederk. v.
J., blz.27, hfdst.6)
Alle onheil, epidemieën, allerlei ziekten bij mensen
en dieren, slecht weer, magere en onvruchtbare jaren, vernietigende hagel,
grote, alles vernietigende overstromingen, orkanen, grote stormen, grote
sprinkhanenplagen en dergelijke meer, zijn louter gevolgen van de tegen de
orde ingaande handelwijze van de mensen!’ [GJE4-144:2]
[Dit heeft
niets te maken met de op zichzelf verschijnende natuurverschijnselen, maar wel
dat mensen klimaat en weer kunnen beïnvloeden door zich te bezondigen aan de
natuurlijke goddelijke wetten!]
'Tenslotte
zal er een tijd komen dat de mensen erg knap en handig in alle dingen zullen
worden, en allerlei machines zullen bouwen [periode vanaf 1800 tot heden…] die alle menselijke arbeid zullen verrichten als levende,
met verstand begaafde mensen en dieren; daardoor zullen echter vele
mensenhanden werkeloos worden, en de maag van de arme, werkeloze mensen zal
veel honger kennen. De ellende van de mensen zal dan een ongelooflijke hoogte
bereiken. Dan zullen er weer mensen door Mij worden opgewekt, deze zullen meer dan tweehonderd jaar lang
de waarheid van Mijn naam verkondigen. Degenen die hun woorden ter harte
zullen nemen, zal het tot heil strekken, ofschoon hun aantal maar klein zal
zijn!’ [GJE5-108:1] [Lorber vanaf 1840]
'Vergeet
niet dat dit aardse leven, dat zo vluchtig langs u heen snelt, een proeve, een
proefleven is.' (Predikingen
v.d. H.) 'Bedenkt, gij zijt niet van deze wereld! Gij waart tevoren geest en zult weer geest worden.' (Predikingen v.d. H.) 'Bedenkt,
dat in geestelijk opzicht duizend jaar nauwelijks als een zeer kort ogenblik
verdient te worden genoemd, wat bijgevolg de uiterst korte proeflevenstijd
van een mens is!' (Geschenken uit de hemel, deel 2]
Zowel in
het evangelie als in de Nieuwe Openbaring is duidelijk gezegd, dat slechts een
gedeelte van het uitgestrooide zaad op vruchtbare aarde zal vallen.
De Heer: ‘Vanaf nu gerekend [circa 2.000 n.
Chr.] tot
aan die tijd zullen er duizend en niet nog eens duizend jaar voorbijgaan! Dan
zal Ik dezelfde engelen, die je nu hier ziet, met grote bazuinen tussen de arme
mensen sturen! Deze zullen de geestelijk dode mensen als het ware uit de graven
van hun nacht opwekken; en als een vuurzuil, die van het ene einde der wereld
naar het andere rolt, zo zullen deze vele miljoenen ontwaakte mensen zich over
alle wereldmachten heen storten, en niemand zal hen kunnen weerstaan! [GJE1-72:3]
[We zien in deze tijd al veel
groeperingen ‘ontwaken’, weliswaar nog onbewust! Er bestaat geen twijfel, dat
de opgang van de geestelijke en eeuwige waarheidszon nu ingetreden is’.]
‘De
Nieuwe Openbaringen en ondanks alle weerstand, kan niet worden verhinderd.’ [GJE8-46:4]
De Heer zegt verder: ‘Mijn werk zal zich
ongehinderd in het daglicht openbaren als een grote magneet, die alles aantrekt’.
[Hemelse Geschenken, deel 1, blz.99]
‘Het
aantal mensen, dat aanvoelt dat slechts een opvullen van het religieuze vacuüm
het leven zelf als een verloren gegane dimensie betracht
kan worden, een zin terug kan geven, en dat zal steeds groter worden.’
[Hemelse Geschenken, deel 1, blz.390]