Over angst, twijfel, angst  en ware rust in God

[ingezonden door Klaus Opitz uit Duitsland]

1.

Jezus:…’Wanneer dan het levensscheepje door wereldlijke stormen geteisterd en rondgeslingerd wordt, dan komen angst, twijfel en vrees op. Men haalt alle lessen weer tevoorschijn, die de ziel bij de opvoeding werd ingestampt, maar ervaart huiverend, dat al deze dogma's en fraaie spreuken niet geschikt zijn om de beangstigde ziel rust en vrede te geven. Dan wendt de mens zich tot de in hem sluimerende goddelijke Geest. Dan zoekt hij in de tot dan toe buiten beschouwing gelaten binnenkant van het menselijke leven een steun, opdat hij niet te gronde gaat onder de druk van de omstandigheden. En wanneer hij deze schat in zijn binnenste gevonden heeft, wanneer hij heeft begrepen hoe weinig al het materiële uitmaakt vergeleken bij één enkele gedachteflits uit dit heiligdom, dan bedaren de golven. Dan zwijgen de winden van hartstochten en zorgen, en rust en vrede keren met hem in de buitenwereld terug; want de buitenwereld zelf was niet troebeler, maar alleen de kijk erop was vertroebeld. Dan zegt de in het binnenste gewekte goddelijke vonk tot de beangstigde ziel: ‘Waarom ben je toch zo kleinmoedig, terwijl je immers zulk een Heer over al het lichamelijke in je draagt? (PH.01_050,07 f)

 

2

De twijfel is een product van de hel

"Kijk nu, mijn kind, herken je zwakheden, werp je met al je kracht in het zuiver geestelijk gebied, je moet en je zult zien, je moet en je zult slagen om datgene te bereiken wat je op aarde onbereikbaar lijkt. Want Ik zeg jullie: aan de zoeker zal gegeven worden, en die klopt, er zal opengedaan worden voor hem, die tot Mij, de Vader vragend komt, en die zal ontvangen!

 

Dit zijn woorden van waarheid die in duizend en nogmaals in duizend gevallen hun vervulling hebben gevonden. Kom daarom ook vragend tot Mij, de Vader, en je zult ontvangen wat jou en Mij vreugde zou geven. Want ik wil je ook in Mijn huis introduceren; ik wil je ook laten zien en geven wat geen menselijk oog heeft gezien, wat geen menselijk oor ooit heeft gehoord. Maar vergeet nooit dat alleen het zuivere, kinderlijke, liefhebbende hart het vaderlijke huis kan binnengaan.

 

Je moet niet bang zijn om te laten blijken en te geloven dat je niet in staat bent tot zo'n hoge taak, want Ik, de Vader, zeg je, hoe eenvoudiger en veeleisender het hart en de geest is, je des te meer zul je van Mij, de Vader van alle mensen en de Schepper van alle oneindigheden, grootse dingen ontvangen. Omdat Ik echter weet wat Ik geven moet aan degene die Ik in staat acht om grote dingen van Mij te ontvangen, weet Ik daarom ook dat hij het geschenk dat hij van Mij heeft gekregen alleen zal teruggeven aan degene, naar wie Ik Zelf hem zal leiden.

 

Daarom, kom ook jij vragend naar Mij. Ik wil je leiden, ik wil je steeds bekwamer  maken, zodat je dan grootse dingen van Mij, om jouw Jezus-Vader te kunnen ontvangen.

 

Ik zeg je - geloof Mij, door de aan jouw gegeven woorden, die alleen de waarheid in zich hebben. Daarom geef Ik je alleen datgene, wat jou toebehoort, wat Ik als Heer van de oneindigheid sinds onheuglijke tijden aan jou te geven, al lang bepaald heb.

 

Houd daarom van Mij, geloof Mij, twijfel nooit, want twijfel is een product van de hel.

 

Al zulke gedachten die tegen Mijn liefde spreken, moeten in je diepste wezen dood blijven en in de kiem worden gedood met alle macht, door het zwaard van liefde, zodat het pad dat jou naar Mij leidt, wordt gereinigd van alle giftige planten. Volg dit en je zult ongehinderd het pad van het leven aan Mijn zijde bewandelen, waar de dood je nooit kan confronteren; want zie, Ik ben het licht, het leven waaruit alleen het eeuwig bestaande voortkomt.

Houd je daarom aan Mij vast, je moet en je zult dan het jouw onbereikbare lijkende bereiken. Ik zeg je nogmaals, kom tot Mij, jou Jezus Vader. De poorten van de hemel zullen voor je geopend worden, waar de eeuwige liefde haar blijvende zetel heeft, ook daar zul jij wonen, daar zul je ook in- en uitgaan, zoals in jouw eigendom; want waar de Vader is, daar zul jij zijn als Zijn kind. Dat zeg Ik,  je leidende Vader. Amen.‘

 

(Uit: ‚De weg van de wedergeboorte‘, "Festgarten", Lorber Verlag)

 

"Ik zeg je ook dat juist met de verleidingen aan de kant van de duivel daaraan niet zoveel gelegen is, dan jullie dat menen te weten in je dwaze geloof! De eigenlijke duivel is de mens met zijn wereldse verlangens zelf! Daaruit komen voort de eigenliefde - dat is een duivel -, de verslaving aan het welzijn - een tweede duivel, de eerzucht [ambitie], arrogantie, machtswellust, de toorn, de wraak, de afgunst, de hebzucht, de hovaardij [trots, hoogmoed], de ontucht en de minachting van zijn medemens. Dat zijn niets anders dan duivels, geproduceerd op je eigen grond en bodem! Daarom moeten jullie niet zo bang zijn voor de duivel en hem ook niet beschuldigen; maar beschuldig [beklaag] jezelf in je geweten, en heb er echt spijt van, en neem dan het vaste besluit om totaal een ander mens te worden, en wordt het dan ook!‘

 

‘Heb God waarachtig boven alles lief en de arme naaste zoals jezelf, dan zullen ook jullie je vele, grote zonden vergeven worden! Want als een mens de zonde niet volledig loslaat, kan ze hem ook niet kwijtgescholden worden. Want de zonde is immers iets wat de mens zelf doet, omdat zij voortkomt uit zijn lichaam en de wil van zijn ziel.’

 

‘Het goed doen volgens de wil en het woord van God is en blijft eigenlijk, ook al doet de mens het uit eigen vrije wil, een genade van boven, een verdienste van de geest van God in het hart van de mens, en valt de mens alleen maar ten deel door de genade van God. ‘

 

Nu weten jullie hoe de zaken staan. Jullie zijn vrij en kunnen doen wat je wilt!' (GEJ.06_010,12 e.v.)

 

4.

Alles hangt af van de ernstige wil van de mens; als hij zich serieus verbetert en in vol vertrouwen God, altijd in Mijn naam, smeekt om iets waars en goeds, zal het hem gegeven worden naar de maat van zijn reële verbetering en van zijn geloof en vertrouwen. En je kunt nu met deze waarachtige belofte van Mij dan ook volkomen tevreden zijn.

 

Wie dit alles goed overdenkt en daarnaar handelt, zal in alles heel gelukkig zijn en voor de lichamelijke dood geen angst en vrees meer hebben, ook al is hij ook eerder een grote en grove zondaar geweest. Want God, de Vader in de hemel, heeft Mij alleen voor de zondaars en niet voor de rechtvaardigen naar deze wereld gestuurd, en zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zal ook Ik jullie naar de zondaars zenden; want alleen de zieken hebben een geneesheer nodig, en niet de gezonden. -Is het je nu helemaal duidelijk?'

 

De herbergier zei: 'O, wie zou het nu nog niet snappen?! (GEJ.06_069,10 e.v.)

 

5.

 

Bereid je voor en vrees niet! Wie bij Mij is en op Mij vertrouwt, die zal ook niet versagen bij alle verschrikkingen, die misschien nog over jullie kleine aarde zullen losbreken - gelijk een gistingsproces, omdat Ik Mijn woord als zuurdesem, als een etsend middel in de harten van de volkeren heb geworpen. Hij weet, dat de Vader Zijn net uitwierp in de grote zee van zielen en geesten. En mocht hij hierdoor ook mee gevan­gen worden, dan kan de goede toch steeds maar alleen het goede oogsten.’ (PH.01_052,28)

 

6.  

Maar Ik zeg dit alleen zodat jullie zonder vrees zullen zijn bij alles wat over deze slechte wereld zal komen. Want als Ik Noach kon redden toen de aarde met water bedekt was, dan zal Ik ook wel in staat zijn om jullie te beschermen en te bewaren, als jullie je Mijn bescherming en Mijn genade, liefde en erbarming waardig zullen betonen door jullie liefde, jullie geloof en jullie vast en levend, onverschrokken vertrouwen, want Ik ben nog altijd Dezelfde die Ik ten tijde van Noach was. Amen. Dat zeg Ik julie niet ter vermeerdering, maar ter vermindering van jullie vrees in deze tijden van grote ellende. Amen, amen, amen. [Hemelse Geschenken, deel 3, blz. 339:6]

 

7. 16-12-1846

De Heer zei eens tegen Petrus:

Jullie zullen zijn als schapen onder de wolven!“ – Daarop antwoordde Petrus: `Wat dan als de wolven de schapen verscheuren!?` – Daarop gaf de Heer hem als antwoord: `Dan hebben de schapen, als ze dood zijn, toch verder niets van de wolven te duchten. En zo hoeven jullie ook diegenen niet te vrezen die jullie doden, omdat ze jullie verder niets kwaads meer kunnen aandoen. Maar vrezen jullie veel meer diegene die niet alleen het lichaam kan doden, maar ook de ziel naar de hel verbannen!‘ (Hemelse Geschenken, deel 2, blz. 439:5)

 

8.

‚Als je Mij liefhebt en Mij hebt opgenomen, wie zal jou dan kunnen deren? 

 

Voor wie wil of kun jij nog bang zijn aan Mijn zijde?! – Ik spreek tot je door Mijn knecht (Jakob Lorber) en spreek tot je door het meisje op wie jij je handen legt. Ja, Ik ga bijna zichtbaar je huis in en uit! Ik klop ook aan je hart, Ik versterk je met Mijn hand, Ik vergeef en heb je de zonden en de zwakheden van je vlees allang vergeven! Maar dat is nog niet genoeg voor je; nog ben je vol heimelijke vrees, vol angst, vol bangheid, en Ik zeg je, ook vol kleingeloof!

*) Zie linkermarge onder ‚Gebed / Meditatie / Gezondheid (2)‘, onderwerp “Genezing door gebed”, deel 2, Handoplegging.

 

Zie, dat is niet goed! Jij lijdt daarbij het meeste, omdat je nog steeds niet met een vrij gemoed vol vertrouwen in ernst tot Mij kunt zeggen: ‚Heer, Vader! Uw wil geschiede!‘ [Uit: Hemelse Geschenken, deel 2, blz. 514: 3 en 4]

9. 

Zie dus, als jullie Mij waarachtig liefhebben, moeten jullie helemaal niets vrezen, ook al zou de aarde onder je voeten tot puin verbrokkeld worden! – Waarlijk, Ik zeg jullie: Ook op het rokende puin van een verwoeste wereld zouden jullie ervaren, dat Ik de Eeuwige Liefde ben, en een ware, alleen goede Vader voor degenen die Mij in de geest en waarheid van de liefde van hun hart herkend hebben.

 

Ja, Ik zeg jullie, Ik wil zonnen verwoesten en de puinhopen van de wereld als bliksems door elkaar gooien en de gehele eeuwige oneindigheid doen ontbranden met het vuur van Mijn verbolgenheid, en toch zal ook niet één haar verschroeid worden van hen die Mij liefhebben. Want Ik ben altijd een liefhebbende en heilige Vader voor Mijn kinderen.  Amen.‘ [Hemelse Geschenken, deel 1, blz. 90 vers 30,31]

 

10.

 

Alleen bij God is er ware rust

 

Schrijf maar, Mijn kind, Ik ben weer bij je en sterk je en geef je Mijn Vrede en het woord van Mijn genade voor Mijn kinderen die vermoeid en belast zijn en daarom tot Mij komen om hen te verfrissen met Mijn Troost en hen te sterken met Mijn kracht en breng hen het ware heil van de ziel.‘

 

 

Oh kijk, mijn lieve kinderen, alleen Ik kan jullie dit alles geven, alleen in Mij zullen jullie vrede vinden. Daarom zoeken jullie niet meer tevergeefs naar een rustplaats; er is geen rust voor jullie zielen zolang jullie in Mij rusten, jullie God‘.

 

‚Oh, kom dus zo vaak als jullie kunnen maar rustig naar Mij toe en vraag Mij wat jullie nodig hebben. Ik zal aan jullie geven, en aan een ieder naar zijn specifieke behoefte. Ik ken al jullie verborgen lijden en Ik weet hoe zwaar jullie dit en dat dragen.‘

 

‚Ik zie, wat volledig verborgen is voor het menselijk oog, en [Ik] neem deel aan het geheime lijden dat alleen een vader begrijpt in Zijn oneindige liefde. Maar Hij weet ook waarom en tot welk doel dit geheime lijden dient en kent de zegen die uit het kruis opwelt en weet wat er van het kind zou worden als dit zwaargewicht hem zou ontbreken. Het geestelijke uurwerk van het leven zou dan tot stilstand komen en dat zou de dood van de ziel betekenen.‘

 

‚Daarom, wat jullie ook dwarszit, Mijn geliefden, bekijk het steeds op de juiste wijzer en met een dankbaar hart en vergeet nooit dat het alleen Mijn liefde is die jullie lijden bezorgt en nu jullie dit weten, vat het daarom niet te zwaar op! Jullie zijn altijd zeker van Mijn bijstand en Mijn hulp, want 'zonder Mij kunnen jullie niets (gezegends) doen!' Geen kruis opnemen en het niet dragen zoals het hoort, namelijk in het geloof aan Mijn liefde, macht en kracht, die naar jullie uit Mijn wonden stroomt, onophoudelijk voor altijd.‘ (Uit: ‚Alleen bij God is er rust, ‚Feesttuin‘, Lorber Uitgeverij)

 

"Vertrouw steeds op Mij en alle hoge obstakels zullen verdwijnen!"

(Uit: Gottfried Mayerhofer, "Een woord van genade over de wil van de Heer", "Lebensgarten").