Het ontstaan van de Aarde
Hij
is het, Die de hemelen uitspant als een dunnen doek en breidt ze uit als een tent, om te bewonen; Jes.40:22 -
De Aarde zal ganselijk verbroken worden,
de Aarde zal ganselijk vaneen gescheurd worden, de Aarde zal ganselijk bewogen
worden. Jes. 24:19
De duur van de ontwikkeling der Aarde bedraagt
miljarden jaren. De zes
scheppingsdagen duurden in werkelijkheid ongekende aantal jaren. De
Aarde is volgens Jakob Lorber veel breder dan hoger en daarom niet helemaal
rond. Na de oplossing van deze Aarde zal in een ander gebied van het
melkwegstelsel het bewoonbaar worden. *
·
Want de Heer heeft uit
miljarden ontelbare [planeten] stoffelijke werelden deze Aarde uitverkoren;
want zij is de geboorteplaats van de geesten, die naar de Heer willen, en zij
allen komen vanuit eindeloze gebieden der schepping [Geestelijke Zon-2-15:23].
- Bisschop Martinus sprak: ‘het is het eerste licht sinds miljarden van
duizenden aardse jaren! Sinds we de Aarde verlaten hebben, drong er geen
lichtstraal meer in onze ogen! [BM1-56:12] - De Aarde – als kind van de Zon, is
misschien miljarden x miljarden aardse jaren jonger, dan haar moeder Zon.
[GJE2-219:10]
Hebben de zes scheppingsdagen werkelijk dertien
miljarden jaren geduurd volgens de wetenschap?
Natuurwetenschappelijk gezien heeft de Aarde voor
ca. 4,65 miljoen jaren zich gevormd door een samenbundeling [klontering] van
asteroïden. Daarvoor [15 miljard jaren geleden] manifesteerde de oerknal [de
splitsing van Lucifer of Satana!] tot in een ongekende grootte, waaruit later
ook de Maan werd geboren [locatie bij Tahiti]…Na oneindige vele miljarden jaren
zal alles weer worden opgezogen en weer teruggevoerd worden naar de ware
geestelijke oorsprong.
Vanuit
wetenschappelijk oogpunt is de Aarde gevormd door een samenbundeling
[klontering] van asteroïden [zo'n 15 miljard jaar geleden]. Daarvoor
manifesteerde zich de 'Big Bang' of de ‘oerknal’ [= de splitsing van Lucifer],
wiens ziel in veel materiële scheppingen [Satana] tot in een ongekende omvang
werd versplinterd. De Aarde was ook het laatste en het kleinste deel van de
materiële schepping. Veel later werd de Maan uit de Aarde geboren, dat zich
verhief tot wel een hoogte van ongeveer 400.000 kilometer van de Aarde. Ze werd
geboren uit het diepste deel van de Aarde [vulkanisch] in de buurt van Tahiti.
Na oneindig vele ondenkbare tijden zal alles weer worden teruggevoerd naar de
ware geestelijke oorsprong.
Maar… klopt
het wel, wat de wetenschap stelt? Wat zegt de Heer hierover via Jakob Lorber: IK
zeg: 'Ja, Mijn beste vrienden, jullie hebben werkelijk veel ervaring en zijn
thuis in de wetenschappen, maar wat dat betreft wordt het moeilijk voor ons om
een voor jullie begrijpelijk antwoord te geven! Want ten eerste is deze aarde
al een ontzettend oud hemellichaam, gemeten naar jullie tijdsbegrip; er is geen
voor jullie begrijpelijk getal waarmee men het aantal jaren van haar bestaan
zou kunnen uitdrukken. [GJE5-197:1]
…’Want
ten eerste is deze aarde al een ontzettend oud hemellichaam, gemeten naar
jullie tijdsbegrip; er is geen voor jullie begrijpelijk getal waarmee men het
aantal jaren van haar bestaan zou kunnen uitdrukken.’ GJE5-192:2
‘Maar
mensen zoals de aardbodem ze nu draagt, bestaan in een getal uitgedrukt
werkelijk pas iets meer dan vierduizend jaar.’ [Opm.: dit zei Jezus 4000 jaar
geleden!]
De huidige Aarde-afmeting
is 2520 x pi – 12738 km. Zij is dus
breder dan hoger en daarom niet rond, maar heeft bijna een peervorm. De mens
werd onmiddellijk uit de Aarde geformeerd; hij werd uit het stof [leem] der
Aarde gemaakt; want alles wat door de wortels en vezels van planten gaat, is
uit de Aarde. Dat is volgens Lorber de woning van de Satan. Het fundamentele
aspect van de vesting der Aarde vinden we in Jesaja 45:18, Jereia 10:12, 51:15,
Psalm 24:2 en 119:90 – vervolgens de verankering van haar zuilen in 1 Samuel
2:8, Psalm 75:4, 104:5 en Spreuken 8:29. Volgens Lorber is de Aarde uit de Zon
genomen.
De
pure Godheid is een licht dat onbegrijpelijk is, ook onaantastbaar, almachtig
en alkrachtig. De feitelijke wereld [Aarde] is ontstaan uit de centrale Zon.
Uit de eeuwige Vader kwam Zijn Zoon Christus als het principe van licht en kracht; dit was de tweede eigenschap van de eeuwige Vader.
God schiep de wereld en de natuur als Zijn Heilige Geest.
[derde eigenschap!] Elk
wezen [plant, dier of mens], hoe groot of klein ook, kent steeds drie wezens.
De ziel van de mens zal na het lichamelijk sterven daarheen gaan, wat het in
zijn leven heeft liefgehad: namelijk of de Heer of de wereld, dat Lucifer
is. De daden zijn voor een volgend leven
– wel te verstaan aan gene zijde – bepalend. Om die redenen bestaan er zalige
en onzalige existentievormen.
In
de laatste vorm volgt de individuele ziel die weg zolang, totdat ze het
bevrijdende pad naar het geestelijk besef gevonden heeft, de weg terug als ‘de
verloren zoon’, die weer thuiskomt bij
zijn hemelse Vader. De eeuwige ‘verlorene’ is in zoverre ‘eeuwig’ verloren,
totdat het besef van de geestelijke hemelse existentie bewust wordt. Hij kan
eeuwig in ongekende tijden in zo’n toestand daarin verblijven, zolang de
‘verlorene’ dat wil. Eeuwig betekent volgens de Heer in Jakob Lorber – let wel: dus niet en dus nooit ‘oneindig
verloren’.
Waarom
de Aarde de nietigste en deemoedigste planeet is?
(DE
HEER:) ‘We zijn nu al voor de geopende deur. En die heerlijke hemelwereld, die
je daar in volle klaarheid ziet: die grote wal die heel ver weg te zien is,
lichtblauw en waarboven in een passende ordening nog zeven lichamen als vrij
zwevend te zien zijn, komt allemaal overeen met de planeet Saturnus; de mooiste
en beste van alle planeten die een baan om de zon afleggen. Om deze zon legt
ook jouw aarde haar baan af, als de lelijkste en laatste planeet in de hele
schepping, die bestemd is om de grootste geesten te dienen als school van de
deemoed en van het kruis.
Dit
is om de volgende reden zo bepaald: Zie, als een of andere grote en machtige
heerser van de wereld op zijn geërfde familiegoed woont en leeft en dan
dikwijls te paard of per koets door de stegen en over de pleinen van de stad
rijdt, dan kijken de bewoners die toch zeker de naaste buren van zo’n
machthebber zijn, nauwelijks op om hem als hun regent te begroeten en eer te
bewijzen. Daar is hij echter gewoonlijk ook helemaal niet op uit, omdat hij
zijn buren kent en wel weet, dat ook zij hem kennen. Als hij echter een klein
plaatsje bezoekt, dat daar een eind vandaan ligt, buigt iedereen voor hem en
aanbidt hem gewoonweg. Hij echter laat
in zo’n klein plaatsje ook zien, wat hij eigenlijk is; wat hij in zijn
residentie niet kan doen: ten eerste, omdat ieder mens hem toch al kent en ten
tweede, omdat het juist daarom geen effect zou hebben.
Het
is hetzelfde, als wanneer iemand op de wereld in een grote hal een lood
buskruit zou aansteken, waar zo’n explosie ook gene effect teweeg zou brengen.
Wel echter, wanneer dezelfde hoeveelheid kruit in een zeer kleine ruimte zou
worden aangestoken, waar dan een dreunende knal zou plaatsvinden en een
verwoestende werking door de explosie.
Omdat
echter het grote zicht ten opzichte van het kleine pas echt groot toont, het
sterkste tegenover het zwakke pas echt sterk, het machtige tegenover het
onmachtige zeer machtig – is juist de aarde in alles zo armzaligst geschapen,
opdat ze de eens grootste en schitterendste geesten óf ter deemoediging zal
dienen en hen daardoor tot nieuw leven wekken, of echter als gericht, waardoor
ze een nieuwe, eeuwige dood ervaren. Want zoals Ik je vroeger al heb laten
zien, dient het kleine en onaanzienlijke op zichzelf er ook toe, om het grote
en aanzienlijke als zodanig te verhogen. En dat is al het gericht, ofschoon het
grote en aanzienlijke zich daar, waar alles klein en onaanzienlijk is, hiernaar
moeten richten en zich moet verdeemoedigen.
Als
dus een groot mens door een nauw en laag poortje in een vertrek wil komen, dan
moet hij zich van tevoren klein maken en heel diep bukken, omdat hij anders in
geen geval in het vertrek kan komen. Zo is ook de aarde een smalle en doornige
weg en een lage en nauw de poort naar het leven voor die geesten, die vroeger
zeer groot waren en nog groter wilden zijn.
Maar
deze geesten wilden deze weg die hun oude hoogmoed zeer verdeemoedigt, niet
accepteren en zeiden, dat deze weg voor hen te klein was: een olifant zou nooit
als een mug op een haar kunnen lopen en een walvis niet zwemmen in een
regendruppel. Daarom zou zo’n weg een dwaze weg zijn en Degene die hem bereid
had, zou geen inzicht en verstand hebben.
Daarom
nam Ik als de allerhoogste en eindeloos grootste geest van eeuwigheid het kruis
en ging deze weg als Eerste, allen ten voorbeeld. En Ik liet zien, hoe deze weg
die de grootste en almachtigste Geest van God kon gaan, ook door alle andere
geesten gemakkelijk kan worden bewandeld en dat daardoor ook het ware, vrije,
eeuwige leven kan worden bereikt.
Daarna
bewandelen velen reeds deze weg en bereikten daardoor het gestelde, gewenste
doel, namelijk de verheffing tot het kindschap van God en daardoor het erfdeel
van het eeuwige leven in alle macht, kracht en hoogste voleinding. Dit erfdeel
bestaat hierin, dat zij zich verheugen in het bezit van al die scheppende
eigenschappen, die Mij eeuwig zonder beperking eigen zijn.
Dat
echter is niet gegeven aan de geesten van alle andere talloze sterren en
planeten, zoals ook niet aan alle ledematen van het lichaam het
gezichtsvermogen gegeven is, of het gehoor en nog minder het gevoel van het
innerlijke geestesoog, dat het meest eigenlijke bewustzijn is van het eigen en niet
eigen zijn en het vermogen om God te zien en te erkennen.
Deze
zojuist genoemde karakteristieke eigenschappen hebben slechts enkele bepaalde
lichaamsdelen, terwijl talloze andere lichaamsdelen deze hoogste
levenseigenschappen op zichzelf volledig ontberen, maar ze kunnen als ledematen
van hetzelfde lichaam voortdurend meegenieten.
Dit
geldt ook voor de bewoners van alle andere gesternten: zij zijn vergelijkbaar
met afzonderlijke delen van het lichaam of in meer volmaakte zin van de gehele
mens, die ten volle Mijn evenbeeld en het evenbeeld van alle hemelen is. Daarom
hebben zij voor hun zaligwording ook alle goddelijke vermogens niet nodig, die
al Mijn kinderen eigen zijn. Als echter Mijn kinderen allerzaligst zijn, zijn
deze sterrenbewoners het ook in en bij
hen, evenals jullie Mijn kinderen het zijn en bij Mij, jullie liefdevolste,
heilige Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Wanneer
jij zalig bent, dan zijn al deze ontelbaren die je hier ziet, dat ook door en
in jou; evenals wanneer jij je goed voelt, ook je hele lijf zich goed voelt.
Daarom vereist dan ook de hoogste plicht van de heilige liefde bij Mijn
kinderen, om zo volmaakt te worden als Ikzelf. Want van zo’n zaligste
volmaaktheid hangt de zaligheid van talloze kleinkindertjes af, door wier zaligheid
die van jullie steeds in het eindeloze vergroot en verhoogd wordt. (BISSCHOP MARTINUS 43)
UpToDate 2023